Aigemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2427.
Zaterdag 18 Augustus 1888.
28e Jaargang.
DE BLINDE EN ZIJN KIND.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika l,32f
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven-
bushouders.
ADVEBTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Qrootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaartot veel verminderden prijs.
ltlt bind verMchijnt Dinsdas- en Vrijdasavond bij den ultgever P. J. V A
SI D E
8 A SI D E te Ter Neuzen.
Jfolitiel* Overzicht.
De grootste man in Duitschland zit op 1' riedrichs-
mhe en deukt aan de verkiezingeu en de partijver-
deeliug; den leider der uationaal-liberalen heeft hij
als gast aan huis.
Graaf Moltke, de Duitsche veldmaarschalk, is
thans ook president geworden van de commissie
der landsverdediging. Graaf Waldersee is in Moltke's
plants chef van den generalen staf geworden. Men
herinnere zich hier eens, wat wij vroeger omtrent
de betrekking tusschen Waldersee en het jouge
keizerpaar hebben geschreven.
In Engeland heeft men weder een partijinan
ingerekeud. De beer O'Kelly, afgevaardigde voor
Roscommon, is tot vier maanden gevangenisstraf
veroordeeld wegens het houden van eene opruiende
redevoering. Daar heel anders dan hier. Ten
onzeut duwen de veenbazen tegenwoordig zoo'n man
in een hoek en daarmee uit. Het oordeel der
publieke opinie treft in zoo'n geval ook veel dieper
dan vier maanden opsluiting,
De troebelen in Parijs schijnen tot bedaren te
komen. Drie leden van den geineeuteraad hebben
zich bij den minister-president vervoegd om aan
te driugen op heropening der arbeidsbeurs, en
Eloquet heeft hun geautwoord dat het geenszins
in de bedoeliug der regeering lag deze instelling
op te heffen, maar alleen haar aan hare wezenlijke
besteminiug te doen beantwoorden. Het aanbod
der arbeidscommissie uit den gemeenteraad, om
het geschil tusschen de werkgevers en de werk-
liedeu door scheidsrechterlijke uitspraak te be-
slechten, is door de werkgevers van de hand
gewezen. In eene bijeenkomst van drie honderd
aanneraers werd betoogd dat er veeleer een geschil
is tusschen den Parijschen gemeenteraad en de
werkgevers, dan tusschen dezen en de arbeiders.
De aannemers stellen den raad verantwoordelijk
voor de werkstaking en beweren dat de loonsbe-
paling, opgenomeu in de bestekken der openbare
werkeu te Parijs, eene onwettige tusschenkomst
is van het openbaar gezag in de loonskwestie.
Zij achten dus de arbeidscommissie uit den raad
geen onpartijdigen scheidsrechter, vermits de com
missie aan het ontstaau van het conflict niet
vreemd is. De werkstaking duurt voort en zal
tot het uiterste worden volgehouden. De lawaai-
slaande geueraal is nog niet heelemaal dood, zoo
't schijnt, teuminste hij is in St. Jean Angely
toegejuicht. Een persoon loste vijf revolverschoten
op het rijtuig van den geueraal, die niet werd
getroffen. De moordeuaar werd gearresteerd en
deze verklaart door Boulangisten te zijn aange-
valleu en toen op hen te hebben geschoten, maar
niet op Boulanger te hebben gemikt.
Tusschen Frankrijk en Italie blijft de verstand-
houding koel, de heer Gerard, die thans Eraukrijk
bij het Italiaausche hof vertegenwoordigt, heeft
FEUILLETON
Uit de mededeelingen van een Londensclien
politie-beambte.
5)
#Gij hebt toch buiten deze kamer nog een tweede,
meer voor in het huis?"
//Nog een enkele, mijnheer, mijn allerbeste ver-
trek, dat ik alleen betreed op den kroningsdag
onzer goede koningin, anders niet, sir; want er zijn
fijne meubels in, waarop ik zeer zuinig ben."
„Nu, en die kamer is het juist, die mij be-
vallen zou."
Die kamer, sir, neen, dat gaat niet aanhoe
gaarne ik u ook ten dienste wil zijn, maar dat
gaat waarlijk niet."
Ik zag, dat de vrouw uit speculatie tegenstand
bood en zeide kortaf:
»Nu, als ge niet wilt, dan moge de geheele ge-
schiedenis achterwege blijven, en ik zal hier in de
buurt wel een kamer zien te krijgen, die voor mijn
doel geschikt is."
Hie bedreiging miste haar uitwerking niet. De
waardin stemde mij in alles toe, bracht ras de
kamer voor mij in orde, en ik nam er direct bezit
van, terwijl ik Black gelastte, aan het raam post
te vatteu en het huis, waarin de blinde woonde,
de laatste receptie van Crispi niet eens bezocht.
De Italiaansche minister van oorlog heeft ver-
nomen, dat Debeb te Ciuganetti 300 gewapende
manneu bijeenbracht om strooptochten te onderne-
men. De opperbevelhebber zond 400 Baschi-boezoeks
onder bevel van een kapitein af. Adamaga volgde
met 200 Baschi-boezoeks en 200 Assaortanen. Te
Irea werd den kapitein bericht, dat Debeb 470
man bij zich had, en hij besloot daarom de komst
van Adamaga af te wachten. Debeb had intusschen
alles voor de verdediging in gereedheid gebracht.
De kapitein trok kort daarop het dorp binnen met
een luitenant en 100 Baschi-boezoeks en noodzaakte
de Abyssiniers tot het ontruimen van een klein
fort, dat toen door de Italiauen werd bezet. Doch
de Assaortanen liepen naar den vijand over en vielen
de Italianeu aan. De verdediging van het fort
werd daardoor oumogelijk. De kapitein en de
luitenant werden gewond en de Baschi-boezoeks
verlieten in wanorde het fort. Naar het schijnt
zijn al de Italiaansche officieren en Adamaga ge-
dood. Het verlies bedraagt 350 man. Dat nes-
telen aan vreemde boorden valt den Italiaan ook
al niet toevlagplanten gaat wel, maar die vlag
ongeschouden houden dat gaat moeilijk, zich veilig
neer te leggen onder de ontplooide vaan, dat kan
heelemaal niet, nu niet en nooit.
Uit Amerika bericht men het uitbarsten van
eenen opstand op St. Domingo en uit Afrika, dat
de troebelen in Zoeloeland spoedig zullen geeindigd
zijn. De gouverneur van Natal heeft aan de Trans-
vaalsche regeering zijn voornemen medegedeeld om
formeel uitleveriug te vragen van Dinizoeloe en
Oeduboeko, als beschuldigden wegens moord. Heeds
heeft de regeering geantwoord dat er maatregelen
waren genomen om deze hoofden te ontwapenen
en hen, zoo noodig, gevangen te nemen.
Drooglegging der Zuiderzee
Zooals men weet, houdt de ingenieur De Quartel,
te Utrecht zich sedert 1885 bezig met deplannen
tot inpoldering van de Zuiderzee.
Die zaak is thans zooverre gevorderd, dat eenige
Engelsche en Hollandsche bankiers genegeu zijn
om het benoodigde kapitaal te verschaffen.
De begrooting voor het Zuiderdeel bezuiden
Urk en Schotland, is 90,900,000.
Bij partieelen verkoop van 190,000 in te polderen
bunders, is de opbrengst minsteus f 175,000,000.
Alzoo voor het Rijk der Nederlanden, of het
consortium voornoemd, eene bate van ongeveer
84,100,000.
De zeedijken, langs de Zuiderzee, van af Kampen,
langs Elburg, Muiden, Amsterdam, Edam en
Enkhuizen, zullen voortaan, na 1899 of 1901,
Diets meer kosten aan onderhoud en beheer.
tot middernacht goed te opserveerendaarna be-
loofde ik hem eenige uren af te lossen.
Ik wilde mij juist verwijderen en mijne werk-
zaamheden ter hand nemen, toen ik bemerkte, dat
een mij bekend persoon het huis in kwestie naderde
en daar binnen ging. Mijn belangstelling, om
achter het geheim van den blinde te komen, werd
daardoor nog grooter. Deze bekende was namelijk
niemand anders dan de Portugees Alberto Lista.
Het scneen mij toe, dat hij niet voor de eerste
maal over den drempel van dit huis trad, en toch
had hij den vorigen avond, toen men zich zoo
levendig over den blinde en diens dochter onder-
hield,, door geen syllabe te kenneu gegeven, dat
hij die lieden kende.
Ik beschreef den Portugees aan de waardin, en
zij zeide, dat zij hem sedert de laatste weken
meermalen had zien binnengaan; zij wist echter
niet, naar wien hij ging waarschijnlijk naar
Blaff.
(./Zou de blinde inderdaad nog te huis zijn?"
vroeg ik.
z/Ik geloof het zeer zeker," anwoordde de
waardin.
Op dit oogenblik verliet juist de blinde met zijn
dochter het huis. De waardin had gelijk gehad
de blinden waren thans gesloten.
z#Nu kunt ge zien," zeide de waardin, in welke
kleeding het meisje uitgaatkan men wel armoediger
gekleed zijn?"
Over werkeloosheid zal vooreerst, van 1889 tot
1901, niet meer geklaagd worden. Duizenden
arbeiders, rijswerkers, steenleveranciers, timmerlieden,
landbouwers, enz. zullen daar jarenlang, eerlijk aan
den kost kunnen komen.
Domela Nieuwenhuis heeft weder aan de
verveners geantwoord. Hij leidt af uit hun laatste
schrijven, dat zij geen scheidsgerecht willen en
ziet daarin hun onmacht om de onjuistheid der
gespecificeerde cijfers te leveren, //hetzij, omdat
uw boeken moeielijk getoond kunnen worden,
hetzij, omdat daaruit zou blijken hoe mijn be
grooting der winsten gedurende de laatste jaren
verre beneden de werkelijkheid is gebleven. In
beide gevallen ware het voor u beter geweest te
zwijgen, dan zoo in uw onmacht te worden ten
toon gesteld."
De paus heeft ter herinnering aan zijn vijftig-
jarig priesterfeest een eereteeken ingesteld, te dragen
door de personen aan wie zulks, als eene erkenning
hunner bij deze gelegenheid bewezene diensten, zal
worden toegestaan. Het zal vervaardigd worden
uit wit metaal en ook uit goud en zilver, in den
vorm van een kruis, dat door vier tusschen de
armen aangebrachte lelien den vorm van een acbt-
lioek aanneemt. In het midden van het kruis zal
een klein medaillon zich vertoonen waarop aan de
voorzijde 's pausen naam en afbeeldsel, aan de
achterzijde het pauselijk wapen zich bevindt met
het opschrift Pro Ecclesia et Pontifice, (voor kerk
en paus). De armen van het kruis worden aan
de voorzijde versierd met de staartster, die, met
de lelien, het wapenteeken vormt van 's pausen
geslachtaan de achterzijde worden zij voorzien met
het opschrift Prid. Kal. Jan. MDCCCLXXXVIII
(31 December 1887). Dit eereteeken zal aan een
zijden purperen lint met geel-witte streep aan beide
zijden worden gedragen op de linker borst.
Honderd drie en vijftig onderofflcieren bij
de Nederlandsche zeemacht hebben aan den Minister
van Marine een adres gezonden, waarin zij verzoeken
verbetering te brengen in hun geldelijke positie.
Adressauten wijzen er op, dat hun financieele positie,
voornamelijk die van de gehuwden, niet in overeen-
stemming is met die der onderofflcieren van den
marine-torpedodienst, van het korps raariniers en
van het leger. Zij vragen verhooging van soldij,
na een bepaald aantal jaren in een zelfde kwaliteit
gediend te hebben, vergoeding van huishuur aan
alle of een bepaald aantal gehuwden, en vrijen
overtocht voor hun huisgezin en iuboedel, bij over-
plaatsing in het belang van den dienst.
In de maand April of Mei 1889 zal een
vergelijkend onderzoek plaats vinden van adspiranten
voor de betrekking van surnumerair bij het vak
der posterijen, waartoe vijftien plaatsen ter vervul-
ling worden opengesteld.
//Als dochter van een blinden muzikant," hernam
ik, //ziet zij er sober genoeg uit."
z/Ja, als ze hare ramen niet schoonmaakt, zal
ze wel tijd hebben, haar kleeding in orde te maken."
//En het linnen van den blinde," merkte ik op,
ffis dat dan niet onberispelijk wit als van een
gentleman?"
z/Maar zijn rok en zijn hoed zijn kaaltjes ge
noeg."
z/En wanneer denkt gij, dat zij zullen terug-
komen
z/Zeker eerst omstreeks middernacht
De Portugees had het huis nog niet weder ver-
laten; hij was alzoo vrijwillig of tegen zijn zin
terug gehouden, of bezocht iemand anders in
dit huis.
z/Wat doet die mijnheer Blaff toch eigenlijk?"
vorschte ik verder.
z/Ja, wat hij doet?" antwoordde de vrouw. Ach
God, als men het maar eens wist, wat die menschen
daar tusschen hunne vier muren uitvoerenHij
is eigenlijk slotenmaker, doch heeft zijn handwerk
opgegeven, want hij is rijk genoeg en bezit ver-
scheiden huizen. Men moet er zich over verwonderen,
dat zulk een man niet aan trouwen denkt en als
jonggezel voortleefd."
//Is de man, die daar nu binnnengaat, mr. Blaff?"
viel ik de vrouw in de rede, toen ik bemerkte,
dat een lang, schraal man, dien ik voor eengeestelijke
zou hebben gehouden, wanneer zijn duidelijk ge-
Een volgend examen zal eerst in 1890 worden
gehouden, zoodat in 1889 slechts den examen zal
plaats vinden.
De adspiranten behooren zich voor ultimo Februari
1889 bij een op een zegel geschreven adres tot
den Minister te wenden. Na dien tijd inkomende
verzoeken worden buiten aanmerkiug gelaten. (Zie
verder de Staats-Courant van gisteren.)
Omtrent de boerderij aan de Weesinrichting
te Neerbosch, kan het volgende worden gemeld
In 1866 bestond de veestapel alleen uit eene
geit, In 1869 werd de eerste schuur voor de
boerderij gebouwd. Een aanzienlijke dame schonk
toen aan de inrichting een paard. De veestapel
bestond toen in 3 koeien, een paard, een geit en
een ezel. In 1870 werd weder een paard ten
geschenke ontvangen en met dit paard werd de
fokkerij begounen, tengevolge waarvan de boerderij
thans acht paarden heeft, waaronder 6 prachtige
jonge. Daarbij heeft men nog 4 stuks kunnen
verkoopen ten voordeele der kas. Het getal stuks
hoornvee bedraagt nu 54, waaronder 18 melkkoeien
en 4 die vet gemaakt worden om voor de weezen
te worden geslacht. Verder zijn er 60 kippen, 20
eenden en 19 varkens, alles door eigen aanfokken
verkregen. Het grondbezit is uitgebreid tot 54 H.
A. bouw- en weilanddaarenboven worden nog 30
II. A. bouw- en weiland gehuurd. De boomgaard,
groot 6 H. A., bevat ruim 1000 vruehtboomen.
In 1876 is een groote nieuwe schunr gebouwd met
eene woning voor den boer. In 1888 is een nieuwe
melkinrichting gebouwd, waar de boterbereiding
naar Deensche methode, door middel van een stoora-
machine, geschiedt.
Zullen de Christelijk gereformeerden zich
vereenigen met de doleerenden
In de eergisteren te Assen gehouden vergadering
der synode van de Christelijk Gereformeerde Kerk
werd de zaak der vereeniging met de doleerenden
uitvoerig door de provinciale afgevaardigden en de
docenten der Kampen school besproken. Het
resultaat dier besprekingen is, dat vele moeilijkheden
een samensmelting vooralsnog in den weg staan.
Heden bespreken de afgevaardigden der doleerende
Kerk de zaak.
Een correspondent van het Bat. Handelsbl.
seinde 11 Juli uit Serang omtrent de onlusteu te
Bantam het volgende
Ik ben hedenmorgen wegens familie-aangelegen-
heden naar Tjilegon vertrokken en vernam daar de
bevestiging van het vernomen gerucht, dat twee
mijner betrekkingen zijn vermoord. De toestand
op die plaats is onbeschrijfelijkoveral plundering
en overal vernieling van huizen.
Ik heb verschillende deerlijk verminkte lijken
gezien.
De assistent—resident was gevlucht in het huis
van den patih en twee groote bloedvlekken naast
stempelde galgentronie mij niet in dit schijnbare
karakter bedrogen had, den gang van het huis
betrad.
z/Zeer juist, het is mr. Blaff, mijnheer."
Het was interessant voor mij, den man van
aanzien te hebben leeren kennen, en ik nam mij
in gedachten voor, mij omtrent hem nadere in-
lichtingen te verschaffen. Nadat ik mij met Black
verstaan had, verliet ik het huis //De gouden
Druif," met het voornemen, mijn onderzoek met
het aanbreken van den nacht voort tezetten.
Nauwelijks was het donker, toen ik mij weer
in de nabijheid van het geheimzinnige huis bevond.
Black had mij verwacht en was spoedig bij mij.
Ik vernam van hem, dat de Portugees nog niet
weer zichtbaar was geworden, en dat hij noch den
blinde^ en zijn dochter, noch iemand anders had
zien binnengaan.
„Nu, Black," sprak ik, ,/het schijnt mij niet
toe, dat deze dezelfde ingang is, waardoor ik
gisteren in de behuizing van den blinde ben
gekomen ze heeft, naar ik overtuigd ben, meerdere
uit- en ingangen. Een zaak is zeker, het is daar-
binnen niet richtig, en wij moeten op onze eigen
verantwoording wat wagen. Overigens is hier niets,
waardoor men zich aan de bewoners, wanneer er
nog binnen zijn, kan kenbaar maken. Klop eens
Black zoo luid ge kuntwe zullen afwachten, of
er ook iemand komt."
Black klopte, maar niemand liet zich zien.
TER NEIIZENSCHE COHANT
A