Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2424. Woensdag 8 Augustus 1888. 28e Jaargang. DE BLINDE EN ZIJN KIND. tetany""680 door de°stoat Binnenland. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,franco per post: Yoor Nederland 1,10. Voor Belgie f 1,40. Yoor Amerika f 1,82$. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVE8TENTIIN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer/0,10. Grootere letters women naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaartot veel verminderden pnjs. Overzicht. De Keizer is weer thuis, nadat hij eerst den grootsten politieker des aardbodems te Friedrichs- ruhe eeu bezoek heeft gebracht. Dat de Keizer met luid gejuich ontvangen werd en dat onder de welkoinstliederen //Die Wacht am Rhein" niet ont- brak, behoeft nauwelijks gezegd. De Keizer vond thuis eeu cadeau. Het had Hare Majesteit behaagd tijdens 's Keizers afwezigheid een zoontje ter wereld te brengen, zoodat de vrees dat het geslacht der IIo- henzollern uitsterven zal, ongegrond mag heeten. Misschien had Wilhelm II liever een Prinses dan een Prins meer ontmoet, maar daar kan de Keizer nietsaan doen. Over bezoeken gesproken, uit Pest meldt men, dat Wilhelm spoedig op reis gaat naarWeenenen Rome, dat hij zijne schoontnoeder te Baden—Baden zal ontmoeteu en dat de Czaar een tegenbezoek te Berlijn zal brengen. Ook wordt verteld, dat de Czaar eene samenkomst zal houden met den Shah van Perzie te Baku, waarheen de Zieke Man dan zijne oogen ook zal richten, want hij mag niet van de partij zijn. De maatregelen, die Yon Bismarck neemt in de Rijkslanden, zijn Russisch, om maar niet te zeggen barbaarsch. De jongelieden uit dat Rijksgebied, die in Frankrijk hunne opvoeding genieten, mogen voortaan hunne vacantien niet in Elzas-Lotharingen dooTbrengeu, terwijl een Elzasser, voor korten tijd maire in een der Parijsche arrondissementen, van den Duitschen gezant geen paspoort kon krijgen om den Elzas te bezoeken. Te Kiel heeft men iemand gevangen genomen, die de fortificatien aldaar opnam en bij wien teekeningen werden gevonden. De Duitschers houden hem voor een Fransch zee- officier. Wantrouwen en haat, zij zullen niet zoo spoedig aan weerszijden des Rijns verdwenen zijn. Daar sluipt geen gevaarlijker gedrocht rond, vooral in onzen tijd ook, dan de laster. Lasteren en liegen, ziedaar bedrijven, die in hooge en lage kringen, zoowel op maatschappelijk als op politiek gebied, maar al te zeer in praktijk worden gebracht. Het mag hoogst jammer worden genoemd, dat de wereld bovendien zoo vele menschen telt, die den lasteraar zijn logen helpen verspreiden, en zoo weinig, die hem den kop trachten in te drukken. Wanneer zal de tijd komen, dat men den lasteraar zijn tong uitrukke, zijn venijnig vlijm onschadelijk make! Wat heeft een Alexander van Batten berg al rnoeten aanhooren, wat zijn opvolger de Co- burger, wat de overleden Frits, wat zijne weduwe, wat Dr. Mackenzie, om slechts bij den jongsten tijd stil te staan En lezen wij de bladen, heden wordt met allerlei kleuren dit of dat der wereld verkondigd, om morgen't zelfde tegen te spreken. Men hoore en leze, maar vooral men spreke en schrijve met behoedzaamheid, opdat men niet te spoedig de dupe van een al te groot vertrouwen IHI bind verschljnt Plnsdag- en Vrljdagavoad bij den oitgever p. j. VAN O E S A N D E te Ter Neuzen. ot van een lichtvaardige geloovigheid worde. Uit Berlijn weet men nu weer mede te deelen, nadat eerst met grooten ophef van 's Keizers bezoek aan Kopenhagen is gewag gemaakt, dat er een kink in de kabel kwam door de uitingen van een paar conservatieve bladen, die den Keizer zoozeer ont- stemden, dat hij geen enkelen nacht op Deenschen bodem wenschte door te brengen en Koning Cristiaan den uitroep ontlokken„Dat is wel haast de grie- vendste verrassing, die ik gedurende mijne lange regeering heb rnoeten beleven. Dit is voor mij eene wezenlijke nederlaag; en ik voel haar dubbel, omdat ik haar te wijten heb aan diegenen mijner onderdanen, die ik voor de trouwsten hield." In Engeland houdt de Iersche kwestie de ge- moederen in beweging. De jury te Mitchelstown zegt, dat de dood van den parnellist Mandeville is veroorzaakt door de slechte behandeling in de gevangenis; de dokter dier gevangenis heeft zich doodgeschoten uit vrees voor gedane bedreigingen, dat vermoedt men althans. Parnell heeft Chaimberlain te pakken gehad in het parlement en eene aanklacht tegen hem gericht van wege de gedane beschul- digingen, ja hem zelfs verweten, dat hij anderen uitzond, waaronder ook Parnell zelf, om werk te doen, waarvoor hem zelf de moed ontbrakdat hij de geheimen en de adviezen van zijne collega's in den ministerraad verried en hunne plannen in het voordeel der Ieren ondermijnde. Parnell vraagt onderzoek naar een en ander. 't Gaat er dus in 't Londensch parlement haar om haar. De I ransche republikeinen zien met leede oogen, dat de hertog van Aosta, broeder van den Koning van Italie, zich in den echt gaat verbinden met Laetitia, dochter van Prins Napoleon. Zoo beroerc de Fransche republikeinen er over zijn, zoo goec is I rius Napoleon er mee ingenomen. Eene kleiue vergoeding voor de deerlijk mislukte sympathie ten gunste van den Franschen lawaaimaker, Boulanger. Uit het Balkan schiereiland komen goede en kwade geruchten. Tot de eersten behooren die over de verstandhouding tusschen vorst Ferdinanc en de Bulgaren, welke volgens een Weener blac veel gunstiger is, dan de Europeesche bladen melden; tot de tweeden rekenen wij de rooverhistorie. Het is opmerkelijk inderdaad, dat zeker heer Binder voor de derde maal in roovershanden is na al tweemaal losgekocht te zijn, vragen de bandieten thans 30,000 florijnen voor de invrijheid- lating. 't Heeft veel van een speculatie. Inderdaad een bedrijf, dat in het oosten niet tot de on mogelijkheden behoort. In de Staatscourant komt een hoogst gewichtig schrijven voor van den heer J. J. B. Heeinskerk, lid der firma Heemskerk en C°. te Schanghai. FETJIEEETON. Uit de inededeelingen van een Londenschen politie-beambte. Niet zoo goed liet men zich over den oude uit hij was oploopend en daarbij een dronkaard, zoo zeide men, en hij zou zijn vrouw, die van goede afkomst was, door zijn onzinnige jaloerschheid in tgraf hebben gebracht. Al zijne vermogende en voorname verwanten hadden hem den rug toegekeerd en hij was door zijn vader om zijn slecht gedrag onterfd. Kort na den dood zijner vrouw was hij blind geworden, en daar hij zijn vermogen had verkwist, was hem niet anders overgebleven, dan zijn tnuzikaal talent tot een bron van iukomsten te maken. Met de meeste innigheid echter, zoo vertelde men verder, hing hij thans aan zijn eenig kind, welk h,J in weerwil van zijn blindheid met ijverzuchtige liefde bewaakte en voor alien overlast wist te beschermen. 'tWas middernacht, toen ik het gezelschap verliet en, volgens gewoonte, nog eenige lokalen pezocht, want het meeste succes gedurende mijne jarenlaDge ambtelijke bezigheden had ik aan mijne eigene opmerkingen op zulke nachtelijke wandelingen te danken. Daar stond ik onverwachts voor een bekend uitspanningslokaal, 't welk ik in de kleeding, die ik 't oogenblik droeg, niet mocht binnengaanik verschool mij echter zoo goed ik kon aan den overkant der straat en begluurde het een poos. Er kwamen verscheidene mannen uit, die, gelijk men zeer wel kon bemerken, van het goede te veel hadden genoten; zij vloekten op een ont- zettendende wijze en konden zich nauwelijks op de been houden. Thans kwam een konstabel voorbij; hij wierp een vluchtigen blik in het huis en zette zijn weg bedachtzaam voort. Ook ik was van meening, mijn wandeling voort te zetten, toen een paar lieden, die op dit oogenblik het lokaal verlieten, mijn opmerkzaamheid in hooge mate boeiden. Het waren een man en een vrouw. De man, die een vioolkast droeg, liep op een wijze, dat ik vermoeden moest, dat hij niet kon zien de vrouw geleide hem. Ik kon haar gelaat direct niet duidelijk onderscheiden, maar het scheen nog jong te zijn. Nadat ik hen eenige minuten vooruit had laten gaan, trad ik uit mijn schuilhoek te voorschijn en volgde hen. Zonderling en opvallend in den hoogsteu graad scheen het mij toe, dat het meisje want daarvoor hield ik de geleidster van den man niet een enkelen keer omzag, ofschoon zij Deze herinnert aan de vreeselijke overstrooming welke ten vorige jare in China heeft plaats gehad, waarbij eene oppervlakte van 7500 vierk. Engelsche mijlen onder water werd gezet en twee millioen menschen omkwamen. De rivier Hoang-Ho heeft reeds meer overstroomingen van dien aard teweeg gebracht en doet ook voor de toekomst vreezen. Het Chineesche Gouvernement is aan de slachtoffers daarvan tegemoetgekomen en er zijn plannen ont- worpen om aan die verwoestingen paal en perk te stellen. De Chineesche waterbouwkundigen staan echter niet hoog en kapitaal is er niet. Thans zijn in Engeland, Frankrijk en Duitschland ver- eenigingen gevormd of hebben bestaande vereeni- gingeu het denkbeeld opgevat om werken van die strekking aan te leggen. De kapitalen zijn reeds gevondenuit Frankrijk is reeds het voorstel gedaan om de werken uit te voeren en gedurende vijf en twintig jaar te garandeeren, terwijl een som van f 280,000,000 daarvoor beschikbaar is gesteld. De heer Heemskerk vraagt, of men hier niet te doen heeft met eeue goede zaak voor Nederlandsche waterbouwkundigen. De desbetreffendestukken heeft hij gezonden aan ons Departement van Buitenlandsche Zaken. Voor de Nederlandsche ijzerindustrie ware deze ondernemiug van ontzaglijk groot belang. Een firma zou ze niet kunnen ondernemenonze indus- trieelen, kapitalisten en waterbouwkundigen rnoeten zich vereenigen. Ook andere werken dan die voor de Hoang-Ho zullen of kunnen noodig zijn; de heer Heemskerk wijst o. a. op eene haven op het eiland Formosa en op dijken in het noorden. Hij geeft in overweging om een deskundige naar China te zenden, wiens verblijf door hem op een 12000 per jaar wordt geschat. //Het zou waarlijk te betreuren zijn", eindigt hij, //dat waar andere natien zooveel activiteitontwikkelen' Aederland stil tehuis blijft, wachtende op dingen die komen zullen, in eene branche, die zoo speciaal en algemeen erkend bij de Nederlanders haren zetel heeft. De nieuwe gouverneur-generaal van Oost- Indie, mr. Pijnacker Hordijk, is door Z. M. den Koning ontboden en naar 'tLoo vertrokken, om tevens den eed af te leggen. Met het stoomschip van de maatschappij /Neder land de Sumatra zal hij de reis naar Indie doen. Hrievengaarders, adsistenten en geagreeerde klerken der posterijen zullen voortaan om te kunnen eelnemen aan het examen van postambtenaren in den telegraafdienst, ten minste een maand op eigen verantwoording aan den toesteldienst op een der Ky kstelegraafkantoreu rnoeten hebben deelgenomen; voorts oehooren zij genoegzaam vertrouwd te zijn met de I ransche taal, om te kunnen voldoen aan de eischen, welke ten aanzien van die taal voor adspiranten-telegraafklerk zijn gesteld. moest, dat ik haar op de hielen wel bemerken volgde. Reeds bij den eersten aanblik van deze beide menschen was mij de gedachte door het hoofd gevaren, dat ik in hen het zonderlinge paar voor mij had, waarover des avonds zooveel gesproken was de blinde met zijn dochter. Doch toen ik de vrouw zoo nabij gekomen was, dat ik haar in tgeiaat kon zien, bemerkte ik mijn dwaling want de vermeende jeugdige schoone had een oud leelijk aangezicht. Mijn verbeelding had mij alzoo een streek gespeeld, ofschoon het mij moeielijk viel, hieraan te gelooven, want de gang van de oudachtige, zeer zindelijk, maar armoedig gekleede vrouw was zoo gracieus, zoo licht en jeugdig, dat het oude gelaat daarbij naar het mij toescheen volstrekt niet paste. nu niet voorbij, eenigzins onbescheiden en indnngend te worden, 'tgeen anders niet in mijn aard hgt; want het was niet alleen mijn eigen gewoonte, ik had dit ook mijnen onder- geschikten ten strengste ingeprent, jegens iedere vrouw, zelfs van de ruwste soort, een betamelijk en verschoonend gedrag in acht te nemen. Ik trad dus, hoewel met tegenzin, zoo dicht op het meisje toe en zag haar driest in 't gelaat, 't welk ik thans, wat ik vermoed had, zeer nauwkeurig kon zien. 5 De schoone droeg namelijk een groote huif en haar Selaat zoodanig vermomd, dat men hare ,T.. He Minister van Waterstaat, Handel en r vr- maak' bekend, dat in de maand April of Mei 1889 een vergalijkend onderzoek zal plaats vinden van adspiranten voor de betrekking van surnumerair bij het vak der posterijen, waartoe vijttien plaatsen ter vervulling worden opengesteld. Een volgend examen zal eerst in 1890 worden gehouden, zoodat gedurende 1889 slechts den examen zal plaats vinden. De adspiranten behooren zich voor ultimo Februari 1889 bij een op zegel geschreven adres tot den Minister te wenden. Na dien tijd iukomende verzoeken worden buiten aanmerking gelaten. Voor verdere bizonderheden zie men de Staats courant van 4 Aug. Bij de Tweede Kamer is ingekomen een ont- werp tot bekrachtiging van den onderhandschen verkoop van grond en water te Sas van Gent. !e gemeente Sas van Gent wenschte eigenares te worden van eenige deelen der vervallen vesting- werken van die plaats, om volkomen vrij te zijn in den aanleg van wegen en straten op dat terrein en om bij den verkoop van gedeelten er van aan particulieren zoodanige voorwaarden te kunnen stellen als zij in het belang van den welstand, de deelen6 geZOndheid en 7eiligheid noodig zal oor- De onderhandsche verkoop berust op hetzelfde beginsel als heeft voorgezeten bij den verkoop van vestmgwerken aan verscheidene andere gemeenten, bijv^ Nijmegen, Zutfen, Deventer. a .e,. bedongen koopprijs stemt overeen met de r~IiD0T> 31 Augustus, de verjaardag van onze geiiefde Prinses Wilhelmina, belooft een echt nati- in lid I*® tC /,JD' A1°m in den lande' zoowel maatt r ln dorPa?' worden toebereidselen ge- Elk Vaderl T ge jk0n luisterrijk te vieren. j k aderlander, wiens hart warm klopt voor het doorluchtig stamhuis van Oranje, doet het goed te zien, dat er zooveel geestdrift is voor den Prin- sessedag; dat geheel Nederland zijne liefde wil toonen voor het mmnelijk kind van den Staat, dat wij een maal zij het oogenblik nog verreals onze Kon,ngm zullen huldigen. Op haar is onze hope gevestigdz,j ,s de zekerste waarborg voor ons onafhankelijk volksbestaan, en daarom fchaart geheei het volk zich nu reeds met vreugde om het doorluchtig vorstenkind. De varkensziekte heerscht in het noorden van ons land weder vrij erg. In den laatsten tijd wordt door den veearts Kroes, te Dieverbrug, tegen die ziekte aanbevolen inenting, volgens de manier van lasteur. Aaar wij vernemen zijn er eenige boeren in de gemeente Dwingeloo, die hun varkens beschikbaar gesteld hebben tot proefneming, zoodat welhcht spoedig zal bhjken, in hoeverre dit middel aan de verwachtmg voldoet. trekken onmogelijk kon beschouwen. Nu lacr het op den weg van mijn ambtelijke betrekking" mij opheldenng te verschaflfen omtrent de aanleidin? van deze vermomming, en besloten, van het gun- atige toeval, dat zich daarbij opdeed, partij te intw ord 3^ra me'sJe aan/ maar kreeg geen Den blinde vast in het oog houdende want mijne oogmerken golden meer hem dan zijne dochter vatte ik hare hand, maar zij stiet de mijne met een angstige, maar tevens met een be- s te beweging terug, zonder daarbij eenig geluid te geven. Ik kon er niet aan twijfelen, dat de blinde mijne vnjpostigheid tegenover zijne dochter bemerkt had ik had het tenminste zoo aangelegd, dat hij het bemerken moest. Intusschen was in zijn gedra<* en houding geen opvallende verandering zichtbaar": hij stapte aan den arm zijner dochter rustig verder. Ook ik vervolgde aan de zijde van het meisje mijn weg of hever den hare, want al mijne po- SinK.en' haar 3an't spreken te krijgen, mislukten. Eindelijk bleven wij voor een groot, op een schuur gehjkend, tamelijk vervallen en donker uitziend huis m een volstrekt niet zindelijke en nette straat staan. Het meisje haalde een sleutel uit den zak en opende deur, die gelijk ik thans bemerken kon, naar een groot portaal toegan» verleende, aan welks linkerzijde, evenals bij den mgang, zich een keldertrap bevond. C01IRANT. 2) 'p.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1888 | | pagina 1