Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2410. YVoensdag 20 Juni 1888. 28e Jaargang. L AANBESTEDEA: THANKFUL BLOSSOM. Binnenland. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82±. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per ]aar, tot veel verminderden prijs. Dit hlad verschljnt Dinsdas- en Vrijdagavond bij den uitgever P. J. VAN D E 8 A N D E te Ter Neuzen. BURGEMEESTER en WETHOUDERS derge- meente ZUIDDORPE, zullen op Dinsdag 10 Juli 1888, des namiddags te 2 ure, ten Raadhuize bij enkele insebrijving volgens 434 der A. V. in 3 perceelen Het door keibestrating vervangen der grindbaan in den „Nieuweweg" lang 2900 M. Breedte van de keibaan met inbegrip der kantlagen 3,25 M. lete perceel. Levering, gelost station Axel, van 5800 M1. Doorniksche kantsteenen en 405000 stuks Gres- of Porphierkeien 1S/U op vooraf te zenden monsters. 2ie perceel. Het vervoeren van genoemde keien en kantsteenen van station Axel naar den weg. 3de perceel. Het over 3,25 M. breedte opbrekeu der grindbaan en het maken van 9525 M3. bestra- ting van genoemde keien en kantsteenen, met het onderhoud dezer bestrating tot 31 December 1889. Aanwijzing op den dag der besteding, 's voor- middags van 8—12 ure, aanvangende bij hetRaadhuis. Inlichtingen verstrekken Burgemeester en Wet- houders. Bestekken verkrijgbaar tegen toezending van 55 cents bij den Secretaris der gemeente. Zuiddorpe, 12 Juni 1888. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. VAN HAELST, Burgemeester. A. MOERD1JK, Secretaris. folitieli Overzicht. De tweede Keizer van het nieuwe Duitsche rijk heeft den eersten niet lang overleefd. Hij stierf Vrijdag, zooals wij reeds meldden, slecbts ruirn drie maanden na de Keizer Wilhelm. Reeds sedert eenige maanden wist men, dat zijn dagen geteld waren en men had de hoop reeds opgegeven hem den troon te zien bestijgen, toen hij 9 Maart j.l. betrekkelijk nog onverwachts tot regeeren ge- roepen werd. Hij kwam naar zijn hoofdstad en regeerde werkelijk, doch te kort om als Keizer een groote plaats in de geschiedenis van zijn tijd in te nemen of zich een epitheton ornans te ver- werven, wat hem zeker, ware hem langer leven gesclionken, niet moeilijk zou gevallen zijn. Zelfs nu reeds zal van zijn regeering getuigd worden, dat zijn streven gericht was naar vrije, onbelemmerde uitiug van den volkswil, naar geleidelijke invoering van zelfregeering in zijn gebied, naar behoud van FEUILLBTON (Naar Bret Harte.) 8) „En wie, als ik u bidden mag, wie zijn die spionnen, en wie is hun verklikker?" riep zij uit, den officier vast in het gelaat ziende, en de eene hand krijgshaftig in de zijde zettende, terwijl zij de andere achter zich hield. ,/Ik denk, dat wij toch wel zullen mogen weten, mijn vader en ik, wie wij hier in huis hebben gehad." „Uw vader, Mistress Thankful," antwoordde ma- joor Van Zandt ernstig, „heeft al lang onder verdenking gelegen van met den vijand te heulen. Doch de opperbevelhebber heeft altijd als regel aangenomen, de staatkundige meeningen der niet- strijdenden buiten aanmerking te laten en hen door ruime voorrechten voor de vaderlandsche zaak te winnen. Toen het echter ontdekt werd, dat twee vreemden, wel is waar van een paspoort van den opperbevelhebber voorzien, onder aangenomen namen dit huis bezochten." //Gij bedoelt graaf Ferdinand en baron Pompose viel Thankful hem haastig in de rede, ,/twee recht- schapen edelliedenEn wanneer deze goedvinden, een fatsoenlijk meisje het hof te maken, wel den vrede, maar tevens ook weder naar verst.erking van de weerkrachten des lands ook door verbetering van den toestand van den soldaat. De vrijzinnige partij zal vooral sterk treuren over zijn verlies en het „es hat nicht sollen sein" zal zeker wel de klacht van al haar organen zijn. Hij werd 18 October 1831 geboreu en bereikte dus den leeftijd van 56 jaar en 6 maanden. De laatste berichten van Zaterdagavond melden ons het volgende Keizer Frederik wilde bij zijn troonsbestijging niet, dat de algemeene kandestrauer zou worden gehouden. Keizer Wilhelm II heeft dezen voor zes weken uitgeschreven, maar toch heeft de Keizer rekening gehouden met de belangeu der nering- doenden. De openbare vermakelijkheden behoeven slechts tot 20 Juni geschorst te worden. Het gelaat des Keizers is geel bleek en vermagerd, maar overigens vertoont het geen spoor van een pijnlijken doodstrijd. Er ligt een kalme, bijna lachende trek om den mond. Het grootkruis van de orde pour le merite rustte op 's Keizers borst. Alle aanwezigen werden door hun aandoening over- weldigd, toen zij den geliefden vorst op zijn sterfbed zagen, terwijl door de geopende vensters het gezang der vogels in het park tot de sterfkamer doordrong. De katafalk is gereed. Prinses Hendrik zorgde hiervoor onder voorlichting van den schilder Anton von Werner. Keizerin Victoria is niet in staat zich daarmee in te laten, daar de slag haar gestel diep heeft geschokt. Toen doctor Mackenzie mee- deelde, dat keizer Frederik overleden was, verloor de keizerin de geestkracht, welke zij tijdens het lijden des Keizers betoonde en werd door den kroouprins weggeleia. Sedert blijft zij in haar vertrekken, zich geheel overgeveud aan haar smart. Alleen op haar uitdrukkelijken wensch zagen de geneesheeren van een sectie op het lijk des Keizers af. Keizer Wilhelm outving de doctoren Bardeleben, Bergman en Bramann, maar niet doctor Mackenzie, die niet tot zijne vrienden behoort. De Engelsche geneesheeren blijven als gasten van Keizerin Victoria tot Maandag op het slot Friedrichskron. Er worden ter bijwoning der teraardebestelling verwacht de Koningin van Engeland, de Prins en de Prinses van Wales met hun oudsten zoon en de Koning van Saksen. Koning Humbert van Italie is ook voornemens hier te komen, evenals de groothertog en de groothertogin van Baden, die tegelijk met de Keizerin-weduwe Augusta zullen aankomen. President Carnot zal zich door een generaal laten vertegenwoordigen. Het gerucht loopt, dat de gewezen minister Von Puttkamer, die te Berlijn is teruggekeerd, tot minister van het Koninklijke huis zal benoemd worden. De dagorder, door Keizer Wilhelm II, tot het leger gericht, luidt in haar geheel aldus: geen dame van rang en stand, maar toch een fat soenlijk meisje dan „Waarde Mistress Thankful," zei de majoor, op nieuw buigende, en met een glimlach, die in weer- wil van alle beleefdheid, Thankfuls woede ten top deed stijgen, „wanneer gij dit feit kunt bevestigen, en na mijne vluchtige kennismaking met uwe schoonheid twijfel ik daaraan volstrekt niet, dan is uw vader gevrijwaard tegen elk verder onderzoek en herkrijgt zijne vrijheid. De opperbevelhebber is een man, die volkomen weet, wat hij aan uwe sekse verschuldigd is, en die zelf zich niet aan hare be- koringen heeft kunnen ontrekken." „En wie is deaangever?" vroeg Thankful toorn- nig. Wie heeft het gewaagd „Misschien heeft zijn aanklacht geen ander doel gehad, dan zich zelf vrij te koopen, want hij is op het oogenblik zelf ook in hechteuis. Zijn naam is kapitein Allan Brewster, van het Connecticut- contingent." Miss Thankful werd beurtelings bleek en rood, en beefde van ontroering. Daarop ging zij vlak voor den majoor staan en riep hem toe //Dat is een leugen een laffe, laaghartige leugen 1" Majoor Van Zandt boog alweder. Het meisje vloog de trap op en kwam een oogenblik daarna terug in rijgewaad. //Het zal inij toch wel niet verbodsn zijn mijn vader te gaan zien zeide zij, zonder den majoor aan te zien. //Terwijl het leger juist den rouw heeft afgelegd voor den, ten eeuwigen dage onvergetelijken Keizer Wilhelm, mijn hoogvereerden grootvader, wordt het opnieuw in rouw gedompeld door het overlijden van mijn dierbaren en innig geliefden vader Keizer Frederik. Het zijn waarlijk ernstige dagen van rouw, waarin ik door Gods beschikking aan het hoofd van het leger wordt gesteld en het is inderdaad met een diep bewogen gemoed, dat ik mijn eerste woord tot het leger richt. Het vertrouwen, waarraede ik de plaats inneem, tot welke Gods wil mij roept, is echter onwrikbaar vast, want ik weet, welk gevoel voor eer en plicht door mijne roemrijke voorvaderen bij het leger is aangekweekt, en het is mij bekend, in welke hooge mate dit gevoel steeds door het leger is gehandhaafd. Bij het leger is de vaste, onverbrekelijke trouw aan den Keizer de erfenis, welke van geslacht tot geslacht, van vader tot zoon overgaat. Daarop roep ik u het beeld voor oogen van mijn grootvader, den roemrijken en eerbiedwaardigen veldheer van mijn vader, die zich reeds als kroonprins eene eereplaats in ons leger verwierf, en van al mijne voorvaderen, wier namen prijken in de geschiedenis en wier harten warm klopten voor het leger. Zoo behooren ook wij bij elkaar, ik en het leger, zoo zijn wij voor elkaar geboren en zoo willen wij ook ten alien tijde vereenigd blijven, hetzij Gods wil vrede of storm over ons brenge. Gij zult mij nu trouw zweren en ik beloof u steeds gedachtig te zullen zijndat de oogen mijner voorvaderen op mij neerzien en dat ik hun eenmaal rekenschap zal moeten geven over den roem en de eer van het leger." Omtrent den gezondheidstoestand van Z. M. den Koning meldt men uit Apeldoorn, dat die niet alleen bevredigend, maar nog steeds vooruitgaande mag worden genoemd. Belet ook de minder gunstige weersgesteldheid der laatste dagen Z. M. het Paleis te verlaten, dagelijks worden verscheiden uren achtereen aan den arbeid gewijd. De minister van justitie, de heer Jhr. Mr. Ruijs van Beerenbroekheeft zichvergezeld van de heeren M. C. Feith, referendaris van de afdeeling gevangenissen bij het departement, en W. C. Metzelaaringenieur-architect voor de gevangenissen, op reis begeven om de gevangenissen in het land te inspecteeren. Men meldt uit Nieuwediep In verband met de aanwezigheid van het Duitsche oorlogsfregat Nixe, wordt het afsterveu van keizer Friedrich III le Nieuwediep met alle voorgeschreven ceremomen herdacht. Van Zaterdagmorgen af hebben alle op de reede en in de haven liggende yGij zijt volkomen vrij, Miss Thankful. Mijne bevelen betrekken u niet alleen volstrekt niet in de beschuldiging tegen uw vader, maar maken zelfs geen melding van uw bestaan. Vergun mij, u op het paard te helpen." Het meisje antwoordde niet. Intusschen had Cesar haar schimmel gezadeld en voor de deur gebracht. Thankful wierp zich in den zadel, zonder de aan- geboden hand des majoors aan te raken. Hij hield de teugels nog vast. z/Een oogenblik Miss Thankful I" ,/Laat mijriep zij opgewonden. z/Een oogenblik, ik bid up" Zijne hand hield nog altijd den teugel omklemd. Het paard steigerde en wierp Miss Thankful bijna uit den zaael. Met een donkeren bios van woede en schaamte hief zij haar rijzweep in de hoogte, en liet die, zonder zichzelve van de daad rekenschap te geven, krachtig over het aangezicht van den voor haar staanden man nederdalen. Onmiddellijk liet hij den teugel los. Hij hief zijn doodsbleek gelaat, waarover van de slapen tot de kin eene bloedroode streep liep, tot haar op en zeide bedaard //Het was mijne bedoeling niet, u tegen te houden. Ik wilde u alleen maar mijne overtuiging te kennen geven, dat gij, wanneer gij generaal Washington ziet, rechtvaardig genoeg zult zijn om hem te zeggen, dat majoor Van Zandt geheel onbekend was met uwe grieven, ja zelfs met uwe tegenwoordigheid oorlogsvaartuigen de rouwvlag geheschen, terwijl Zondaginorgen, toen het kanongebulder van de schepen weerklonk, ook van de Rijksgebouwen de driekleur halverstok wapperde. Aan boord van de Nixe werd een treurgodsdienstoefening gehouden ter nagedachtenis van den overleden keizer, waaraan de hoofden van marine en leger en de vice—consul van Duitschland te Nieuwediep deelnamen. De troonsbestijging van keizer Wilhelm II werd 's middags te 12 uur met het gebruikelijk aantal saluutschoten, van de verschillende bodems gelost, begroet. Zaterdagavond is te Arnhem een moordaan- slag gepleegd op den heer Huidekoper, kassier aldaar. Deze keerdealdus schrijft men de toedracht, met twee heeren van eene vergadering huiswaarts. Nabij het hotel De Zon werd hij lastig gevallen door een werkman, die hem gezegd moet hebben door jou schuld ben ik zonder werk, je kunt me wel helpen. De heer H. die den man niet her- kende, 't was bij elven, voegde hem toe, dat hij niets met hem te maken had. De man hield nog aan, waarop de heer II. dreigde de politie te zulllen waar- schuwen. Daarna vervolgde hij met de twee andere heeren zijn weg. Weinige passen verder echter, op de donkere Benedenbergstraat, zakte de heer H. plotseling ineen. Het schijnt, dat de werkman hem is nageloopen en hem toen met een scherp werktuig een diepe wond in den rug heeft toegebracht, zoodat een long moet zijn gekwetst. De wonde ontdekte men eerst, toen men den heer H. had thuisgebracht. Deze toch kon aanvankelijk niet spreken, zoodat zijne vrienden in den waan verkeerden, dat hij een toeval had gekregen. Den steek had men niet zien toe- brengen. De toestand van den gewonde is geluk- kig niet onrustbarend. De dader, kastenmaker van beroep, pleegde zijn misdaad in dronkenschap. Hij is gevangen genomen en heeft reeds bekend. De heer Henri Wolff, die tot de luchtreizigers van den ballon Ville de Copenhague behoorde, welke te Amsterdam opsteeg, schrijft omtrent den on- spoedigen tocht het volgende aan het Hbl. //Toen wij om halfvijf opgestegen waren, dreven wij al spoedig naar de Zuiderzee, terwijl wij reeds dadelijk eene hoogte van 1000 meter bereikten. Toen wij tot 3500 meter gestegen waren, pas^eerden wij Hoorn, welke stad wij duidelijk konden zien. De thermometer wees daar 6°. Op eene hoogte van 3800M. trokken wij, door wolken omgeven, Enkhuizen voorbij. Wij waren voornemens de Zuiderzee geheel over te steken en dan ergens in Friesland neder te dalen. Doch de wind dwarsboomde onze plannen, hij draaide en wij werden in voile zee gedreven. Om 7.10 hadden wij eene hoogte bereikt van 4200M. en daarop bleven wij gedurende ongeveer een uur. Onverwachts kwam evenwel een hevige storm op- alhier, en dat hij u van het oogenblik dat hij u ontmoette, heeft behandeld zooals 't een officier en gentleman betaamt." Yoor hij nog had uitgesproken, was zij al weg gesneld. Terwijl zij met fladderend rijkleed in wilden galop langs den heuvelhelling vloog, keerde de majoor zich om en ging in huis. De enkele rond- slenterende soldaten, die van het tooneel getuigen waren geweest, waren verstandig genoeg den blik naar een anderen kant te wenden, toen de majoor bleek en met fonkelende oogen langs hen ging. Doch zoodra hij de deur achter zich had dicht gedaan, bleef de critiek van het gebeurde niet achterwege. z/Wat zegt gij van zoo'n kleine heksZij is woe- dend dat zij den majoor ook niet het hoofd op hoi kan brengen, gelijk zij't den kapitein heeft gedaan," bromde de sergeant Tibbens. z/En nu gaat zij't eens met den generaal probeeren," voegde de soldaat Hicks er bij. Intusschen hadden beiden ougelijk. Terwijl juffer Thankful langs den straatweg naar Morristown galloppeerde, dacht zij aan allerlei zaken. Vooreerst aan haar minnaar, Allan, die gevangen zat en naar hare hulp, hare troost smachtte. En tochwan neer hij het werkelijk had gewaagd haar te be- driegen, haar valsch te beoordeelenEn dan dacht zij vol verbittering aan den graaf en aan den baron, en verlangde niets liever dan den laatste nog eens te ontmoeten en zich te wreken over den kus, dien hij haar had ontstolen en die de oorzaak was van TEK VEI KEYS! HE (01 RAM

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1888 | | pagina 1