Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. aanbesteding. No. 2399. Zaterdag 12 Mei 1888. 28e Jaargang. aanbestedkn: AAN BESTED1NG Een wonder van vronwelijia stilzwijpnilM. KEIBESTRAT1NG. aan te besteden: Binnenland. ABONNEMEN T Voor Per drie maanden biiihen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Nederland f 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32^. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven bushouders. ADVERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters worden naar plaatsrnimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Bit bind verscliijnt niusdaj- en Vrijdagavond bij deu oltgever P. J. VAN DE 8 A N D E te Ter Nenzen. BURGEMEESTER en WETIIOUDERS van TER NEUZEN zullen op lliusdag, 15 Mei a. s., 's morgens 11 uren, op het gemeente-raadhuis, in het openbaar, bij enkele inschrijving, Het uitvoeren van eenige bestratings- en bijbehoorende werken, met bij- levering van eenige materialen. Bestek en voorwaarden liggen van af Zaterdag. 5 te voren, op de gemeente-secretarie ter iuzage, Plaatselijke aanwijziug zal geschieden op Zater dag, 12 dezer, 's namiddags 2 uren. Nadere iulichtingen kunnen worden verkregen bij den gemeente-bouwmeester. Ter Neuzen, 3 Mei 1888. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van PHILIPPINE, als daartoe gemachtigd door den Raad, zullen op Woensdag 30 Mei 1888, des namiddags 2 ure, in het Gemeentehuis trac'nten Het bestraten van den weg van af de haven in deze gemeente tot aan den grindweg langs bet kanaal van Ter Neuzen met levering van de daarvoor beuoodigde keien enz. Plaatselijke aanwijziug zal geschieden door den heer A. Dhooge, opzichter van den weg, op Maanuag 28 Mei 1888, des voormiddags 11 ure, te beginnen aan de haven alhier. Inschrijvingsbiljetten in te leveren op den dag der aanbesteding voor 12 ure des raiddags op het gemeentehuis. Gedrukte bestekken zijn a een gulden verkrijg- baar bij den Gemeente-Secretaris. Philippine, den 9 Mei 1888. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, J. B. DHOOGE. De Secretaris, L. N. STUBBE. FEUILLETON. Tegen het einde van den zevenjarigen oorlog lag in eene bekende Pruisische handel- en fabriek- stad van VV estfalen een regiment Eransche jagers te voet, in garnizoen, dat, na den tusscheu Pruisen en Frankrijk gesloten vrede, order kreeg, om onverwijld de stad te verlaten en naar zijn vaderland terug te keereu. Daar het regiment vdor zijn opbreken zoowel in de plaats zelve, als in den omtrek voor ontvangen levensmiddellen onder- scheidene uitbetalingen had te doen, werd eenige dagen voor den afmarsch een jong officier, de adjudant van den bevelvoerenden overstenaar de twee uren verwijderde stad A* gezonden, om aldaar ettelijke rekeningen in te vorderen en te voldoen. Het was in de fraaiste dagen van den zomer, zoodat het hem gemakkelijk moest vallen, reeds voor deu middag van zijne kleine reis terug te zijn en waarschijnlijk met dit inzicht begaf de Franschman zich reeds voor het aanbreken van den dag op weg. Daar hij die reeds meermalen gedaan had, begon hij welgemoed en zonder verder geleide zijne wandeling, ofschoon hij zich voorzichtigheids- halve wel van wapenen had voorzien. De weg tusschen de beide steenen voert door een voort- loopenden keten van gebergten hij levert voor het Ir*olitieli Overzicht. Aan eene storing van den algemeenen vrede in den eerstvolgenden tijd gelooft men te Bsrlijn niet. De panslavisten zijn in den Balkan, in Rumenie en andere landen wel druk aan het woelen, maar Rusland is nog niet gereed om oorlog te voeren en heeft nog maar geene leening kunnen sluiten. Ook buitendien heeft het in den laatsten tijd niet veel geluk gehad. De Russische officieuse agenten hebben de af breking der diplomatieke betrekkingen tusschen Turkije en Griekenland niet naar wensch kunnen doordrijven. De spanning tusschen deze twee staten is reeds verminderd en de gezanten blijven op hunne posteu. Uit Petersburg wordt medegedeeld, dat de leger- hoofden, die daar zijn bijeengeroepeu om over militaire zaken te worden gehoord, eenparig hebben te kennen gegeven, dat het nog iangen tijd zou duren, voordat Rusland in staat is, eene Europeesche mogendheid aan te vallen. Het besluit dadelijk 13 millioen roebels le besteden om drie strategische spoorwegen naar de Oosteurijksche grenzen aan te leugen, schijnt evenwel een bewijs te zijn, dat de Czaar het noodig acht, zoo spoedig mogelijk tot zulk een aanval gereed te zijn. Uit Sofia verneemt de Times, dat de Bulgaarsche regeering een nota aan de Porte gezonden heeft, waarin zij protesteert tegen Turkije's houding tegenover het vorstendom; ten eerste betrekkelijk het invoerrecht van 8 pet. der waarde, hetwelk J urkije, in strijd met de officieuse overeenkomst van alle uit Oost—Rumenie ingevoerde artikelen heftten tweede beklaagt Bulgarije zich in de nota, dat de Porte de Bulgaarsche postzegels en paspoorten weigert te erkennen en ten derde beklaagt het zich dat de Porte geen maatregelen neemt tot onder- drukking der telkens herhaalde rooverijen aan de grenzen. De Bulgaarsche regeering verklaart dat zij terstond maatregelen tot bescherming barer landsbelangen zal nemen, tenzij Turkije de door haar opgesomde grieven uit. den weg ruimt. De bekende anti—semitische afgevaardigde von Schonerer, ter wiens gerechtelijke vervolgiug wegens overrompeling van de bureaux van het Wiener Tageblatt door het Oostenrijksche huis van afge- vaardigden vergunning werd verleend, is veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf, verscherpt door eene bepaliug van het dieet op vaste dagen op water en brood en met verbeurdverklariug van zijn adellijken rang. Het vonnis luide zoo streng, omdat de heer Von Schonerer met zijne aanhangers niet alleen geweld pleegde jegens de redacteurs, maar zich ook tegen de politie verzette. Het feit viel, gelijk men zich herinneren zal, voor op den avond voor het overlijden van keizer Wilhelm, en werd uitgelokt door de voorbarige bulletins, waarin het Tageblatt een dag te vroeg het overlijden des Keizers alom verspreidde. Toen Schonerer het oog een menigte romaneske en hoogst schilderachtige gezichtspunten op, en herinnert, hoewel op kleiner schaal, aan enkele algemeen bewonderde streken van Zwitserland. Bij slechts een weinig opleltend- heid is hij moeilijk te missen, daar bezijden den ge- wonen rijweg nog een voetpad loopt waarop men bijna onophoudelijk waudelaars aantreft. Evenwel, gelijk uit de uitkomst blijkt, heeft de onvoorzichtige toch op den eenigen zijweg, waarop het mogelijk is, in deze bergstreken te verdwalen, geen acht geslagen en is op deze wijze in het zich ettelijke mijlen in 't vierkant uitstrekkende Balvenwoud geraakt, waar een zoo treurig lot hem verbeidde. Reeds heeft de zon haar hoogste standpunt bereikt, en uog dwaalt de jonge man, zonder een uitweg voor zich te zien, onder de donkere eiken en tusschen het dichte kreupelhout rond. Geen pad, geen voetstap is te onderscheiden, en zijn onophoudelijk roepen om hulp blijft vergeefs, daar deze woeste woudstreek slechts zelden door een menschelijk wezen bezocht wordt. Na vele vergeefsche pogingen, om deze ver- legenheid te boven te komen, waarbij men zich de gemoedsstemming van den jongen vurigen Franschman voor den geest moet brengen, schijnt nochtans eindelijk het oogenblik gekotnen, dat aan zijn pijnlijken toestand een einde maken moet. Tot zijne niet geringe vreugde wordt hij aan de helling van een tegenover liggenden berg een jongen boer gewaar, die bezig is, met eene hark mos uit gerechtshof verliet, werd hij opgewacht door een talrijke volksmenigte, welke hem met toejuiching begroette. Het paard van zijn rijtuig werd terstond afgespannen en het volk trok dit tot de woning van den afgevaardigde voort. Daar zong de menigte de Wacht am Rhein en keerde toen in goede orde huiswaarts. Koning Humbert vertoeft met zijne gemalin en zijn oudsten zoon te Bologna, waar de koninklijke familie de opening der tentoonstelling bijwoonde. De koning werd met groote geestdrift begroet en dezelfde ontvangst viel ook den minister-president Crispi ten deel, die met den minister van handel Grimaldi den koning begeleidt. De heer Grimaldi, die evenals de heer Crispi bij de openingsplechtigheid het woord voerde, wees op de verhouding tusschen Frankrijk en Italie. ;/Nu Frankrijk voor onze koopwaren gesloten is zeide de minister moeten wij elders markten zoeken. De Italianen zullen dus verstandig handelen, indien zij zorgen op de tentoonstelling te Louden, Barcelona, Brussel en Kopenhagen goed vertegenwoordigd zijn." Deze tentoonstellingen zullen alle in deze maand worden geopend. Men heeft generaal Boulanger reeds op velerlei wijze rente doen opbrengen van het kapitaal, dat in de exploitatie van zijnen naam gestoken is. Wij hebben de Boulanger-pijpen, het Boulanger-bit.ter, de Boulanger-zeep. Thans heeft ook de boekhandel zijn aandeel willen hebben in de onderneming en een uitgever heeft aan Boulanger, naar men zegt eene som van honderd duizend frank gegeven voor een boek over den inval der Duitschers in 1870, welk werk thans in afleveringen van de pers komt. De voorrede is verscheuen, de rest is grootendeels in de pen, maar volgens hetgeen er van is afgedrukt, heeft de Fransche Academie nog al den tijd, voordat zij een zetel toekent aan den luidruchtigen krijgsman. Men kan tegenwoordig den generaal niet verwijten, dat hij te weinig schrijft en spreekt, want ieder oogenblik blijkt het, dat hij zich heeft geuit op eene wijze die aan zijne vrienden de haren te berge doen rijzen. Eenige dagen geleden schreef hij een brief vol vriendschapsbetuigingen aan den Corsicaan Leandri, dien hij als struikroover liet vervolgen, t^en hij Minister van oorlog was, om de eenvoudige reden dat de gezegde Leandri zichzelven tegenover de republiek buiten de wet gesteld had. Thans heeft de generaal een onderhoud gehad met een der Parijsche socialisten, Avronsart, die hem verweten heeft, dat hij na de commune op het volk heeft doen schieten, en daarop heeft de generaal geant- woord /Frankrijk wil mij hebben, en ik zou wel dom zijn, als ik daarvan geen gebruik maakte." Avronsart heeft dat gezegde natuurlijk dadelijk uit- gebazuind aan zijne vrienden, en toen de generaal door Havas het gezegde liet ontkennen, heeft Avronsart eenen tegenbrief geschreven, waarin hij den grond^ te rukken en het op een hoop te brengen. Hoeveel moeite hij zich echter ook geeft, om zich den knaap als een verdoolde te doen kennen, schijnt deze toch op zijn herhaald roepen geen acht te geven, tot het hem eindelijk gelukt, zich door bosch en struik tot den anderen bergkant in de nabijheid van den boer heen te worstelen. Deze, op het onverwacht gezicht van een soldaat, zeer ontsteld, wil weg loopendoch de flinke Franschman achterhaalt hem spoedig. Onder be- dreiging van hem anders op de plaats neer te zullen schieten, gelast hij, hem oogenblikkelijk op den rechten weg naar A* te brengen. De weg naar A* is hem onbekend, antwoordt de jonge boer, hij is nooit in die plaats geweest doch zoo de vreemde heer tot den avond bij hem blijven wilde, zou zijn meester, dien hij dan ver- wachtte om het ingezamelde mos af te halen, hem wel den rechten weg weten te wijzen. M aar houdt uw meester zich dan op was de vraag van den ongeduldigen Franschman. Onze hoeve ligt in t woud, omtrent een uur van hier. z/Dan moet gij mij op staanden voet daarheen brengen 1" riep de officier. De ander weigerde dit; hij mocht zijn vee, dat hier in t bosch weidde, niet verlaten zijn meester kon daar schade van hebben, ook moest hij een bepaalden voorraad mos leveren, daar hij anders slagen te wachten had. volhield, dat hetgeen hij heeft medegedeeld de zuivere waarheid was. De Londensche correspondent van de N. R. Ct. schrijft Een bedenkelijk bericht gewordt mij zooeven uit Deptford. Twee ladingen Duitsche schapen, uit Vlissingen daar aangevoerd, zijn er op bevel der sanitaire overheid aangehouden. Zij meent, afgaande op het advies van deskundigen, dat sommige onder die schapen lijdende zijn aan het mond- en klauwzeer. Een gestreng onderzoek werd bevolen, dat Maandag heeft plaats gehad en middelerwijl moesten de schapen te Deptford blijven aan de landingsplaats voor vreemd vee. Twee jeugdige kinderen, bezoekers van een der gemeentescholen te 's Hage, werden Dinsdag plotseling zoo ongesteld, dat de onderwijzer hen naar huis moest doen brengen. Den eigen dag overleed reeds het oudste, terwijl het tweede in zeer bedenkelijken toestand verkeert. De justitie heeft terstond een schouwing van het lijk bevolen. Men vermoedt, dat de kinderen met vergiftige stoffen gekleurd snoepgoed, waarin de ouders han delen, hebben gebruikt. Nader verneemt men echter, dat er nog een andere oorzaak dan vergiftiging in 't spel kan zijn. Maandagmiddag nl. speelden de kinderen gelijk uit het door de politie onmiddellijk ingestelde voor- loopig onderzoek is gebleken in den winkel, waar eenige kisten stonden. Van die kisten maakten zij een soort trap en sprongen toen eerst van den, toen van meerdere treden. Bij dit spel zijn zij beiden gevalleu en wel op t hoofd, waardoor het vermoeden is opgewekt, dat eene hersenschudding de kinderen heeft getroffen. De verschijnselen van misselijkheid, brakingen enz., die zich zoowel bij deze ongesteldheid als bij vergiftiging vertoonen, hebben zich bij de kinderen voorgedaan. Een bericht van het Hdbl. schrijft over de werkstakingen in het Noorden Zooals reeds is opgemerkt, is de ernstige grief der veenarbeiders, dat zij hunne benoodigdheden moeten aanschaffen bij de veenbazen. Zij kunnen niet koopen bij wien ze willen. Kleine veenbazen vooral maken zich sterk, nog meer met hun winkel dan met graven te verdienen, als ze na afloop van 'tdagwerk hun werkvolk, in natura zout, zeep, meel, gort, brood, vleesch, spek, eieren, bier, koffie of sterken drank uitbetalen. Men beweert zelfs, dat sommige bazen, zeker van de klanten, die hun brood eten, daarom veen koopen, om een winst- gevenden winkel te drijven. Nu zijn er arbeiders, die met hun zoons, of met anderen in compagnieschap, vrouw en kleinen tehuis De verontschuldigingen en bedenkingen van den jongen landman dienden echter slechts om de gram- schap van den Franschman tot de hoogste woede op te voeren. Hij trekt den degen en dreigt hem te doorboren, als hij niet terstond gehoorzaamt. Thans was er voor den verschrikten knaap geen keuze meerhij moest zijn vee in den steek laten en tot de wandeling besluiten. Deze gedwongen toegevendheid van den jongen herder kon de eenmaal opgewekte drift van den Franschman nu echter nog niet tot bedaren brengen. De boer in zijne zware kloinpen ging hem veel te langzaam onder onophoudelijk vloeken en schim- pen poogde hij hem tot spoed aan te drijven, en toen dit niet gelukte, ging hij zelfs tot dadelijk- heden over, door hem met de vlakke kling herhaalde malen over den rug te slaan. De tot hiertoe gewillige knaap gaf hem zoo goed mogelijk te kennen, dat hij zulk eene mishandeling staken moest, daar 't hem onmogelijk was sneller te gaan; doch deze voorstellingen vonden bij den opge- wonden Franschman geen ingang, maar verbitterden hem nog slechts te meer, tot hij eindelijk, toen zijn wegwijzer eene poging deed om te ontsnappen, in de hoogste woede geraakte. Met ontblooten degen gaf hij hem eenige steken in de naakte beenen en in de zijden, die den armen knaap van pijn deden gillen en hem tevens met innerlijke woede vervulden. Hij beduidt zijn pijniger deze wreede handelwijze niet nog eenmaal te herhalen, TER IVEliZENSCHE <01 It VI. Lj©-<

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1888 | | pagina 1