Algemeen Nienws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen. Herziening der telasttare optirengst OMGEBOUWDE EIGEHD0MIEHI. No. 2389. Zaterdag 7 April 1888. 28e Jaargang- ZONDER NAAM. Binnenland. ABONNEMENT: Per drie maanden biimen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Voor Nederland f 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32^. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per ]aar, tot veel verminderden prijs. Ult blad verschijnt Olnsdat- en Vrijdagavoud hij den nftgcver P. ji. V A SI DE 8 A SI D E te Ter Slenzen. Bij deze courant behoort een bijvoegsel. Kadastrale Gemeente AXEL. De BURGEMEESTER van AXEL, Gelet op het derde lid van art. 27 in verband met de artt. 25 en 19 der Wet van 25 April 1879 (Staatsblad n°. 89). Brengt ter kennis van belanghebbenden dat eene opgaaf van de eigendommen, waarvan de aanvanke- lijk bepaalde belastbare opbrengst per hectare ten gevolge van het onderzoek der bezwaarschriften gewijzigd is, onder bijvoegiug van de kadastrale leggers en plans, heden op de Secretarie der Gemeente, gedurende dertig dagen, voor een ieder ter inzage is nedergelegd dat ieder, die bezwaar heeft tegen die gewijzigde belastbare opbrengst voor zijn eigendom bepaald, zelf of door een gemaehtigde aan de Commissie herschatting kan vragen in een ongezegeld verzoek- schrift, hetwelk portvrij, binnen dertig dagen na heden, bij den oudergeteekende, tegen gedagteekend ontvang bewijs moet worden bezorgd dat verzoekschriften, niet ingezonden op de wijze of binnen den termijn hierboven bepaald, naar de Wet buiten behandeling zullen blijven. Axel, den 7 April 1888. De Burgemeester voornoemd, QUARLES VAN UEEORD. JE*olitieli Overzicht. Het Ministerie Tirard is gevallen, na eene zeer onstuimige kamerzitting. In deze zitting werden eerst aan de orde gesteld de wijzigingen door den Senaat gemaakt. Tegen het door den Senaat ge- stelde crediet voor de protestantsche semiuaria werd geen bezwaar gemaakt, doch zij schrapte opnieuw het crediet voor de Israelietische seminaria. Bij deze nieuwe wijziging lcgde de Senaat zich neer op aan- drang van den Minister-president en de begrooting werd met 227 tegen 9 stem men aangenomen. In de Kamer kwam nu de eigenlijke hoofdschotel aan de orde. De socialist Laguerre bracht een verzoek tot herzieuing der groudwet ter tafel, onderteekend door de dertien afgevaardigden, die het manifest tot aanbeveling der candidatuur-Boulanger hadden onderteekend. Pelletan diende eveneens eene motie tot grondwetsherzieuing inhij wenschte de grond- wet gezuiverd te hebben van Orleanistische gebreken. Baudry d'Asson, monarchist, had ook wat op zijn hart; hij zou stemmen voor de herziening van een FEUILLETQN. Historisch verhaal van H. H. //Blijf liggen, jonker," zei hij, //bij God, gij hebt de rust wel verdiendUw vader heeft tranen om u geweend, tranen van vreugde en trotsch, een balsem voor de diepe wonde, die een ander verlies hem sloeg. Zie niet zoo wild rondom u," vervolgde hij op geruststellenden toon, //het is alles goed Demmin is ons, uw wonden zijn niet gevaarlijk en ge ligt goed en wel in het klooster der vrome zusters van de heilige Beata. Nog vertoeft uw vader daar buiten, ook onze genadige keurvorst is, tot aan zijn plechtigen intocht, in zijn legertent teruggekeerd. Maar met weinige uren zult gij de eer ontvangen, die u toekomt GenoegHet klonk zoo barsch, zoo heftig van Elimars lippen, dat de oude getrouwe dienaar half verbaasdhalf verwijtend in des jonkers aangezicht blikte. Het scheen hem plotseliug geheel veranderd er lag een uitdrukking van hardheid in, die hij er vroeger nooit in had gekend. Elimar scheen zijn onrecht te voelen. „Ik dank u voor uw zorg, oude trouwe Eckbert," zei hij vriendelijker, ,/inaar ik gevoel, dat ik nog dringend rust behoef, dat ik alleen moet zijn, om haar te vinden. Zie eens rond in de stad en breng mij regime, dat Frankrijk onteert. Dit was te veel en hij werd tot de orde geroepen, doch daarna maakte hij het niet beter. De maatregel van discipline beantwoordde hij met de verklaring, dat hij hoopte Frankrijk door een Koning gered te zien. Van al de Ministers was alleen Viette, Minister van land- bouw, aauwezig en deze bevond zich niet op zijn gemak. Hij zeide alleen dat hij op deze revolu- tionaire woorden niet zou antwoorden en beriep zich op het land. Toen Pelletan aandrong op de urgent- verklaring van zijn voorstel tot groudwetsherziening, verzocht Viette hem te wachten tot Tirard in de zaal zou zijn gekomen. De oppositie werd hoe langer hoe roeriger. „Gij zijt bang voor een beroep op het volk," schreeuwde de Bonapartist Jolibois, „en daarora wilt gij Frankrijk een prop in den mond stoppen." Nu betrad de oud-ininister Brisson de tribune en vroeg met een van aandoening tril- lende stem, of de Kamer wel hoorde dat deze woorden uit den mond van een imperalist kwamen. Het waren de imperalisten, die den vijand onder de wallen van Parijs riepen en die den oorlog ver- klaarden nadat zij 's lands hulpbronuen hadden verspild. Ten slotte werd het voorstel tot grond- wetsherziening, tegen welke het Ministerie zich had verklaard eu naar aanleiding waarvan het de kabinetskwesue had gesteld, aangenomen met 268 tegen 195 stemmen. Daarop werd de zitting ver- daagd tot 's avonds 9 uur. Terzelfder tijd waren de Ministers op het Elysee saamgekomen en dienden hun ontslag in. De komedie, groudwetsherziening, had het gewenschte gevolg voor de oppositie ge- kregen. Arm Frankrijk, dat zoo verdeeld is onder partijschap Iumiddels wroet ook Boulanger in 't noordeu van Frankrijk voort en kraait het uit om kamer- outbinding en groudwetsherziening. De Lanterne bevatte een smadelijk artikel tegen den president der Republiek en zal deswege worden vervolgd. Het blad verdenkt den president, dat hij meedoet aan pogingen tot herstelling der Orleans en dat hij Boulanger uit het leger heeft gezet, omdat deze aan eene Orleanistische restauratie in den weg staat. Een Engelsche reiziger geeft hoog op van een nieuw soort kruit, dat door de Franschen gebruikt wordt. Het geeft, volgens zijne verzekering, geen rook en bijna geen geluid bij de ontploffiug. Hij meent, dat men zich in Frankrijk in stilte op groote dingen voorbereidt en daartoe vele nieuwe vindingen op oorlogsgebied dienstbaar maakt. Misschien valt een en ander wel wat tegen. Wij herinueren ons nog den bluf over mitrailleuses en Turco's. De eerste helsche werktuigen zouden zoo maar in eens heele Pruisische regementen wegramaaien en die Turco's 't waren Pruisenvreters. Toch was 't een met 't ander niets dan bluf. Met Italie leeft Frankrijk nog altijd op gespan- nen voetde beide volken luchten mekaar niet, van een en ander bericht, dat zal mij verstrooien maar keer in het eerste uur niet terug. Ga, Eckbert, ik wil het." Des jonkers toon was zoo bepaald, dat de aan gehoorzaamheid gewone dienaar tegen het bevel niets waagde in te brengen. Hij ging opstaan, en nadat hij een verkoelenden drank op het tafeltje had gezet onder Elimars bereik, verliet hij zwijgend het vertrek. Elimar von Randnitz gevoelde zich als van een drukkenden last bevrijd, toen hij zich alleen zag. ffEer voor mij, voor een sluipmoordenaar? En ik leef nog, ik, een Von Randnitz Met een terugkeered van zijn bewustzijn, had Elimar ook dadelijk weer de vreeselijke daad voor oogen. Hij huiverde als hij op de hand zag, die de lafhartige sluipmoord bevlekte. Hij gevoelde maar al te goed, wat er was gebeurd in het donker van den nacht, onder den draug van het oogenblik. Toch vroeg hij zich af hoe het mogelijk was geweest, dat hij zoo'n daad had kunnen doen. Alles wat zijn ziel tot dusverre aan edeler gevoel had bezeten, verafschuwde de onzalige daad wat gaf hem eer in de oogen der wereld, hem, die eerloos en vervloekt was voor zijn eigen geweten Het ernstige, mannelijke beeld van den eenen- twintigstezijn offer, rees op voor het oog van zijn ziel. Hij zag het gelaat, waartoe hij zich meer dan eenmaal voelde aangetrokken, hij zag het trouwe blauwe oog smartelijk, doch niet dank zij de triple alliantie. Thans is er weer een conflict te Marseille, waar een Italiaansche kapitein van een schip de Franschen bij het lossen weerde, en bemoeiing der consuls noodig is geacht. Uit Rome wordt gemeld, dat een Abyssinisch officier aan den geueraal San Marzano een brief van den Negus heeft overhandigd, waarin de wensch tot het sluiten van vrede wordt geuit, en dat dientengevolge 'de generaal gemachtigd is de onder- handelingen te openen. Andere berichten zeggen, dat de brief een ultimatum bevatte. Nu, Italie mag hopen op herstel des vredes, want het vechten tegen barbaren valt niet mee. Mag men de be richten gelooven, dan heeft de Negus alle weerbare mannen tot den krijg opgeroepeu. Een leger van 60,000 strijders zou onder Ras Aloela staan, terwijl 20,000 man de zuidelijke grenzen bewaken. Van vuurwapenen en munitie is het leger goed voorzien, generaal-majoor Piano beschikt over 30,000 achter- laders. Dan is er nog een koning Schoa, die met beide partijen heult en over 80,000 wel uitgeruste mannen beschikt. Te vertrouwen is die vent niet. Boveudien nadert de zon weder en is zoo meteen een veldtocht in Afrika voor Italianen eene onmo- gelijkheid. Aan baron iE. Mackay is naar het Haagsche Dagblad verneemt jl. Woensdag de vorming van een nieuw Kabinet door Z. M. opgedragen. Genoemde staatsman moet reeds voor een groot deel in de vervulling zijner taak zijn geslaagd. Ook het Vad. deelt mede, dat den heer Mackay de opdracht is gedaan een nieuw Ministerie te vormen. Het blad voegt hierbij //Zijn wij goed ingelicht, dan heeft de heer Mackay de opdracht nog niet definitief aanvaard, maar uitstel gevraagd met het oog op uoodzakelijk overleg met zijn politieke vrienden. Men verwacht, dat de heer Mackay, die in de laatste dagen meermalen met Dr. Schaepman heeft geconfronteerd, ditmaal wel gereed zal komen." Door de besturen der liberale kiesvereenigiDgen van het voormalige hoofdkiesdistrict Middelburg, is aan den heer J. P. I. Buteux plechtig uitgereikt eene zilveren medaille met daarop gegraveerd toe- passelijk opschrift als bewijs van erkentelijkheid voor zijne aanvaarding der candidatuur voor de Tweede Kamer in 1886 en 1887. Men verspreidde dezer dagen, van welbekende zijde, het gerucht, dat Z. M. de Koning, hoewel eerst van plan om de zitting der Staten-Generaal in persoon te openen, daarvan had afgezien, omdat de heer Domela Nieuwenhuis tot Kamerlid was verkozen. 'I usschen het een en ander bestaat niet het geringste verband. verwijtend op zich gericht hij wendde den blik af, doch nu viel zijn oog op het Christusbeeld, met het door smart bewogen gelaat het geleek den vermoorde, zooals het Elimar toescheenmet beide handen bedekte hij zijn gelaat. Maar in het volgende oogenblik dacht hij aan het schrijven, dat George hem had toevertrouwd, dat hij, als de eeuentwintigste mocht vallen, moest lezen en er naar handelen had hij nog het recht, om het te openen de moordenaar de boodschap van zijn offer Het moest zijnGeorge had immers gezegd, dat hij het moest doen ter wille van zijn vader, terwille van den kanselier Von Randnitz. Haastig stak hij de hand uit naar den stoel, waarop Eckbert zijn kleederen had gehangen. In den zak van zijn wambuis vond hij nog het verzegelde papier; geen vreemde hand had het aangeraakt. Haastig verbrak hij het zegel en las met hafluide stem V\ anneer ik mijn leven laat bij een onderneming, die, ik mag het nu wel zeggen, in mijn ziel rijpte, dan val ik met eere, en gij, Elimar, moogt er trotsch op zijn, dat een Von Randnitz zoo gevallen is. Ja, Elimar, ook ik ben de zoon van uw vader, uw broeder. Eerst sedert een uur weet ik het, in het volgende ga ik voor mijn vorst in den waarschijnlijken dood. Gij deelt het gevaar met mij, moge Gods engel u beschermen en behouden. Het plan tot opening der Kamer door Z. M. in persoon heeft dood eenvoudig niet bestaan. De gezondheidstoestand van Z. M. eischt nog altijd, dat hij zich zeer ontziet. Dinsdag is te 's Hage in den ouderdom van ruim 61 jaren overleden Jhr. Mr. C. de Jonge, die in 1875, bij de invoering der Hoven-wet, lid werd van het Gerechtshof aldaar. De ontslapene werd 23 November 1859 benoemd tot rechter in de Rechtbank te Zierikzee en 31 October 1862 tot lid van het Provinciaal Gerechts hof in Zeeland. Jhr. De Jonge muutte uit door grondige rechts- kennis, door strikte onpartijdigheid en door een edel karakter. Als magistraat genoot hij in niet geriuge mate, zoowel te Zierikzee als te Middelburg en te 's Hage, de achting van alien, die met hem in aanraking kwamen. Bij de balie stond hij steeds in hooge achting. Te Middelburg was hij zoo gezien bij de burgerij, dat men hem koos tot lid van den Raad meer malen trad hij voor de behartiging der volksbelangen in het openbaar op. Uit het kort verslag van de commissie tot bevordering der belangen van de badplaats Domburg over 1887 blijkt, dat er in dat jaar 738 bezoekers zijn geweest. Er werden 1393 dames- en 1516 heerenbaden gebruikt, samen 2909, zijnde 550 meer dan in 1886. De vijf villa's, die volgens het laatste verslag in wording waren, zijn voltooid en reeds bewoond geweest. Drie nieuwe villa's zijn in aanbouw aan den ingang van het dorp, waar bet gemeentebestuur van Domburg een gedeelte van de voormalige hofstede Bloemendal heeft aangekocht, om den straatweg te verleggen en het inrijden van het dorp daardoor veel gemakkelijker te maken en te verfraaien. Door de bouwvereeniging Domburg wordt in die straat een hotel en pension met 30 kamers gebouwd, de Villa Marina. De commissie maakt van deze verschillende verbeteringen en aanbouwiugen gewag als van even zoovele bewijzen, dat Domburg meer en meer op zijne waarde wordt geschat en onder de kleinere zeebadplaatsen althans eene eerste plaats begint in te nemen. Bij de^ verkiezing van een lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal in het district Ommen zijn uitgebracht 2106 stemmen. Geldige stemmen 2097. Gekozen de heer J. van Alphen (a.-r met 1264 stemmen. Jhr. G. J. van der Wijck (lib.) had 833 stemmen. Eenige planters eu kooplieden in Suriname hebben aan den gouverneur der kolonie, mr. H. J. Smidt, het verzoek gedaan om, wanneer hij in Nederland tot lid der Tweede Kamer mocht worden gekozen, die benoeming niet aan te nemen, maar in het belang der kolonie in zijne tegenwoordige betrekking werkzaam te blijven. Ten gevolge van de intrigues van een valschen vriend, liet eens Leopold von Hollendorf, onze vader, die zich later eerst Von Randnitz noemde, zijn met hem gehuwde vrouw zitten. Hij meende haar en mij, haar kind gestorven. Ik heb mijn moeder nooit gekend, daar ik op jeugdigen leeftijd van haar zijde werd gerukt. Dat ik echter de zoon van den kanselier Von Randnitz ben, zegt niet alleen de oubedrieglijke stem van het bloed; de helft van een gouden doosje, dat het verdwaalde kind droeg en dat nu nog de borst van den man'siert, bewijst het ook. Ik zal het medenemen in den dood. De valk in een zonneglorie is er in gegraveerd, het wapen der Hollendorf's, het geslacht van uw vader, eer hij zich Von Randnitz mocht noemen. Maak hem met den inhoud van deze regelen bekend, Elimar; zeg hem, dat de levende nooit tweespalt zou gebracht hebben in uw vrede, dat hij nooit het geluk zou hebben begeerd hem vader u broeder te mogen noemen. Ongelezen, zooals ge mij hebt beloofd, had ge dit schrijven dan weer in mijn hand gelegd; ik was gebleven wat ik was, de naamlooze, de //eenentwintigste." Nu echter, nu geen verdenking van eergierigheid mij kan treffen, nu mag ik van dat geheim den sluier trekkenik mag het, om u te vermanen, broeder: wees voor onzsn vader een getrouwe beschermer, koester het gevoel voor het edele en goede in uw borst, onderwerp u niet aan de verleiding van het oogenblik, en voelt ge u waardig, om te dingen TEK \EIZE\SCHE (OIRWT VAN DE

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1888 | | pagina 1