Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2367. Zaterdag 21 Januari 1888. 28e Jaargang, ©a acaa&Ua Algemeen Stemrecht. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32$. Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaartot veel verminderden prijs. Kit blad verschljnt Dinwd.is- en Vrijdaffavond blj den ultgcver P. J. VAN E 8 A SI O E te Ter Nenzen. Bij deze courant belioort een bijvoegsel. Meer dan onbillijk, onrechtvaardig vinden bet sommigen, dat het politick recht van verkiezen vooralsnog blijft verbonden aan zekeren maat- schappelijken welstand, volgens de additioneele artikelen der nieuwe grondwet gewaarmerkt door den fiscus. Scherpe schimpsckeuten zijn daar tegen gericht door de demagogen en sociaal—deraocraten, inaar door dezen niet alleen. Men vindt bet smadelijk voor de in dat kiesstelsel niet-stemgerechtigden, dat zij niet voor voldoend ontwikkeld werden ge- houdeu, omdat zij armer zijn. Het is nu eenmaal zoohet vaak bestreden dwaalbegrip, dat vrijheid gelijk staat met het uit- oefenen van staatkundige rechten, is bij velen diep ingeworteld. Nu gaat men uitcijferen, hoe betrekkelijk klein nog het getal onzer kiesbevoegden blijft, en zoo komt men gemakkelijk tot de indrukmakende con- clusie, dat in het vrije Nederland nauwelijks zoo- veel per honderd die vrijheid genieten. Waarom zoo gaat men voort moeten de door de fortuin minder begunstigden altijd in onmondigen staat blijven verkeeren Waarom moet de verzorging hunner belangen opgedragen zijn aan hen, die in het maatschappelijk verkeer geheel andere belangen hebben, ja wel eens belang kunnen hebben bij de verdrukking van den niet zoo be- voorrechte Ook worden argumenten ontleend aan het welzijn van den Staat. Dit wordt zeker niet weinig gebaat door de algemeene toewijding aan de publieke zaak. Niets is daarvoor schadelijker dan eene algemeene onverschilligkeid. Doch die algemeene belangstel- liug wordt zeer opgewekt, zoo alien door het stemrecht invloed op 's landsbestier mogen uit- oefenen. Dan wordt de publieke zaak wezenlijk de zaak van alien. Zoo spreken de voorstanders van het algemeen stemrecht. Wij willen voor 't oogenblik niet onderzoeken, of het algemeen stemrecht gelijk staat met althans tengevolge heeft de algemeene vrijheid. Wij willen slechts de aandacht hierop vestigen, dat de invoeriug van het onbeperkt stemrecht bovenvermelde klachten niet geheel zou wegnemen, maar eenvoudig verplaatsen. Immers het toekennen van het stemrecht aan hen, die het thans misseu, zou aanstonds een groot deel van, zoo niet alien invloed benemen aan hen, die het in het tegen- woordig stelsel bezitten. De niet-stemgerechtigden vormen de overgroote meerderheid. Zij zouden dus door getalsterkte over het geheel meester zijn. En is dat wenschelijk Is dat zelfs rechtvaardig FEUILLETON. NOVELLE. De sociaal—democraten beweren van ja. Mis- schien omdat Groen van Prmster eens het ant- woord schuldig bleef op de vraag van Thorbecke „Of dan de minderheid moet regeeren in de plaats der meerderheid meenen zijdat elke minderheid moet zwichten voor de meerderheid. Zij kunnen het dus niet onrechtvaardig vinden, dat de thans heerscheude klas afstand moet doen van laar onbillijk overwicht. Maar is het wel waar, dat alien onder elk opzicht tegenover het Staatsbestuur gelijk staan met andere woorden is het rechtvaardig, dat aan alien dezelfde politieke rechten in dezelfde mate worden geschonken Geeft de maatschappelijke positie somtijds aan eenigen geen billijke aanspraak op grooter invloed op het Staatsbestuur In een voorbeeld zullen wij het antwoord kunnen vinden. In 1879 was bij de Wetg. Vergadering van Frankrijk een wetsontwerp in behandeling op de benoeming der rechters voor de rechtbanken van ioophandel. Het voorstel van Boyssel c. s. strekte om de benoeming op te dragen aan al de gepaten* teerde kooplieden van het ressort. Zoo als men ziet een voorstel tot een betrekkelijk algemeen stemrecht op kleine schaal. Het werd sterk bestreden, o. a. door den Minister van Justitie, Le Royer, op grond dat het niet aangaat eenzelfde recht toe te kennen aan de kleine kooplieden met een onbeduidend patent als aan de groothandelaars. Te Lyon, zeide de afgevaardigde Ribat, zijn 200 handelaars in zijden stoffen, die over ontzachelijke kapitalen beschikken en kolossale zaken doen die zouden geheel verdrongen worden door de 12000 slijters van wijn met hun niet noemenswaardigen handel. Daar zijn geheel bijzondere kundigheden, welke men alleen in den groothandel verkrijgen kan, en die toch onontbeerlijk zijn om een rechter te kunnen kiezen. Het zou eene rampzalige onder- neming zijn, de berechting der gewichtigste rechts- vragen in handelszaken op te dragen aan een venter in lucifers en een schacheraar in lompen. Maar behoudt deze redeneeriug niet haar voile kracht, wanneer zij wordt overgedragen op de Staatszaken in het algemeen Het is een dwaalbegrip om bij den meusch, in zoover hij leeft in de Staatsgemeenschap, geheel zijn maatschappelijke positie weg te denken en slechts de natuurlijke rechten der menschheid in het afgetrokken te beschouwen. Niet de mensch, met terzijdestelling van het hem eigenaardige, maar de burger, gelijk hij in het leven handelt en zich beweegt, is lidmaat van den staat. Niet alien helpen de gemeenschap in gelijke mate, ofschoou alien gelijkelijk in den steun en de bescherming deelen. Men ziet het in den krijgsdienst, waartoe velen niet in staat zijn, en in de belastingen, waarin eenigen niets, velen zeer weinig, enkelen zeer 19) Zij wachtte tot Winslow en Dick, en zelfs Kate zich van de overeenstemming van het gekozen punt met de opgave van het papier hadden overtuigc en noodigde daarop Dick uit een tot dat doel mede gebrachte stang op de bedoelde plek in den grond te steken. Een nauwkeurig gemeten touvy, welks einde Kate en Dick droegen, maakte het daarop mogelijk, de aangewezen plek te vinden en nadat de lijn nogmaals nauwkeurig was opgenomen, nam Winslow het hem door zijn vader gegeven papier ter hand, 't Kostte hem blijkbaar eenige moeite zijn kalmte te verkrijgen daarop begon hij //Wanneer gij op dat punt staat, 't welk op het papier n°. 1 staat aangewezen, dan moet gij nagaan of bij het meten ook een fout is begaan. Zie naar de linkerzijde en gij zult daar twee boomen be speuren die, hoewel ver van elkander staande, toch een boom sehijnen uit te maken? Beweeg u zoo lang voor- of achterwaarts tot de boomen elkander volkomen dekken. Sla dan een paal in den grond en pas van dat punt af twee honderd en tachtig meter op de beide boo*en af. Wijkt gij links of rechtsaf dan is alles te vergeefs. Hebt gij daareu tegen bij het meten geeu fout gemaakt en staat gij dan op het punt waar de honderd twee en tachtig meter eindigen, dan moeten, als gij naar het noorden, dat is rechts, kijkt, eveneens twee boomen van het moeras op een lijn te vinden we- zen. Op dit punt moet wederom een paal worden geslagen. Van dat punt af moet eene nieuwe lijn naar de beide boomen worden getrokken. Meet daarop zeven en vijftig meter af en graaf, waar gij dan staat, vier voet diep in den grond en gij zult vinden wat u toegedacht is." In groote spanning hadden Dick en Kate naar deze mededeeling geluisterd. Daarentegen vertoonde zich op het gelaat van Kornelie niet het minste spoor van nieuwsgierigheid of ongeduld. „Is dat alles vroeg zij toen Winslow ophield en haar, alsof hij haar oordeel wachtte, aan- staarde. z/Alles 1" klonk het, *en het komt mij voor dat het genoeg is om het bedoelde punt te vinden." ,/Laat ons dan geen tijd verliezen," antwoordde Kornelie kalm, en terwijl zij en Winslow, de laatste met het papier in de hand, laugzaam volgden en op de richting lette, werd door Dick en Kate de loop afgepast. Tot aller verrassing viel het eindpunt met de eerste lijn, die van den steen afgetrokken was, samen en wel vijf en twintig meter oostwaarts. //Wij zijn reeds te ver gegaan," merkte W inslow onrustig op, een vragenden blik op Kornelie slaande. veel bijdragen. Is het nu rechtvaardig, gelijkheid van invloed te doen deelen, terwijl de lasten met zulke verschillende maat zijn toegemeten De ,/tyrannie" van den maatschappelijken welstand kun nen wij zoo gereedelijk niet toegeven of iets onre- delijks zien in het beginsel, dat al wie door zijn maatschappelijke positie geroepen wordt om meer tot het welzijn der gemeenschap bij te dragen, ook met meer bevoegdheden wordt toegerust. Men wordt geleid tot dezelfde gevolgtrekking door de overweging van de geschiktheid, die voor de uitoefening der Staatsrechten wordt geeischt. Wordt van bekwaamheid gesproken, dan denkt men wel eenS te veel aan de kundigheden op de school verkregen. Doch voor het Staatsleven is eene geheel andere bekwaamheid noodig. Daar wordt levenswijsheid gevorderd, die in het behan- delen van private aangelegenheden wordt opgedaan. Hier geldt op zekere hoogte wat geuoemde Fransche Minister aan merkte Er zijn kundigheden die slechts kunnen verkregen worden in den groot handel en die omnisbaar zijn om goed te kiezen. Het gezond verstand stemt daar ten voile mede in. Waarom weigert men in de meest democra- tische landen het stemrecht uit te strekken tot de vrouwen De menschheid, in het afgetrokken be- schouwd, is in haar evengoed als in den man. Werd het stemrecht kortweg gevorderd door de menschelijke natuur als zoodanig, dan zou ook aan let zwakkere geslacht de kiesbevoegdheid niet mogen onthouden worden. Maar terecht wordt de vrouw beschouwd als bestemd voor den huiselijken kring en het privaat leven. De bezigheden, haar van jongs af opgedragen, maken haar. ongeschikt in't algemeen voor handelingen van uitgebreide strekking. Edoch, is het verschil tusschen de vrouw en vele mannen wel zoo groot, dat men door het kiesrecht aan deze veilig den levensdraad van het Staatslichaam in handen geven kan Hoevelen worden door hun beroep niet verwezen om zich met eene enkele, zeer ondergeschikte aangelegenheid bezig te houden, zoodat hun tijd en lust ontbreekt om ooit de aan dacht te wijden aan de belangen der gemeenschap Het algemeen stemrecht wordt dus in geenen deele door de rechtvaardigheid gevorderd. Evenmin is het wenschelijk voor de vrijheid. Daar ligt veel waars in de opmerking van Thor becke, waar hij in zijn Narede ons de theorie van den onbeperkten volkswil afschildert als niet minder tegenover de vrijheid staande dan de autocratie. Evenals de maatschappij niet bestaan kan zonder het verschil van de rangen en standen, zoo ook is het Staatsleven niet gezond, indien de klassen en standen, elk voor zijn deel, hun invloed niet kunnen doen gelden op het Staatsbestuur. Een beroep op Duitschlandwaar alles ge- massregelt wordt, gaat niet op. De natie was daar reeds lang militairement gevormd, beter gezegd gedrild, voor het algemeen stemrecht werd inge- voerd. En toch gaan ook daar ernstige stemmen op om het wederom in te krimpen, uit vrees dat het der gemeenschap en der vrijheid nadeelig worden zal. Leerzamer op dit stuk is Frankrijk, waar ter wille der vrijheid zooveel burgerbloed heeft ge- stroomd. Daar heeft het algemeen stemrecht de Staatsmacht in handen gespeeld van standen, die alles te winnen en niets te verliezen hebben en daaronder voor een groot deel aan jeugdige lieden, die, zonder een eigen familiekring, zonder huisge- zin of vaste woonplaats, schier geen enkelen band gevoelen, welke hen aan de gemeenschap of de samenleving hecht, en die zich om het wel en wee van den Staat weinig bekommeren. Het algemeen stemrecht heeft daar het grofste ego'isme op den voorgrond gebracht en de baan gemaakt voor eer- zuchtigen en tripotiers. Evenals eertijds in het oude Rome is daar alles te koop, tot zelfs ridder- ordenKunnen vrijheid en recht in zulken toestand wel gedijen JPolitiel* Overzicht. Terwijl men te Berlijn en te Weenen wenscht dat Rusland het initiatief nemen zal tot besprckingen over de regeling der Bulgaarsche kwestie aldus wordt aan de Temps uit Petersburg gemeld is men in de Russische hoofdstad weinig genegen om aan dien wensch tegemoet te komen. In officieele kringen heerscht de meening, dat het vraagstuk het best op te lossen was, als men aan de Porto niet alleen de taak overliet om de besprekingen in te leiden, maar haar ook namens Europa het man- daat gaf om de gemeenschappelijk genomen beslui- ten ten uitvoer te leggen. Te St. Petersburg koestert men de overtuiging, dat Bulgarije zijn tegenstand weldra zou opgeven als men begreep dat Turkije werkelijk van plan was om tusschen- beideu te komen. Het bericht dat Rusland prins Peter Karageorgovitsch tot candidaat heeft voor- gesteld wordt ten stelligste tegengesproken. De wijze, waarop Russische organen spreken over den aanslag op Boergas is weerzinwekkend. Indien men de antecedenteu van Nabokoff niet kende, en niet wist dat hij en zijne bende Montenegrijnen met Russisch geld betaald waren, zou men de medeplichtigheid der Russische regeering toch zonneklaar kunnen bewijzen uit de in den zak van den dooden Nabokoff gevonden brieven van den beruchten concul Hitrowo, die sedert jaren de ziel is geweest van alle samenzweringen tegen de in Bulgarije wettig bestaaude machten. Het mislukken van den aanslag op Boergas geeft iutusschen deze goede zijde, dat de positie van vorst Ferdinand daardoor aanmerkelijk is verbeterd. Bij de te Sofia gehouden nieuwjaarsreceptie zeide de vorst, als antwoord op de gelukwenschen der ministers, dat Deze antwoordde niet dadelijk, maar beschouwde met aandacht de beide boomen, die het laatste gedeelte van den weg hadden aangewezen. Daarop toonde zich een nauwelijks merkbaar lachje op haar gelaat, en zich naar Dick en Kate keerende, spoorde zij hen aan hun jeugdige artnen flink uit te steken. //Gravengravenzeide zij met hetzelfde geheimzinnige lachje, //graaft maar en brengt uw eigendom voor deu dag." En ijverig repten beide jonge lieden spade en houweel, terwijl Winslow van den rand der groeve met aandacht hun bewegingen volgde en Kornelie zich naar den steen begaf en daarop plaats nam. Een kwartier verliep, zonder dat men eenig ander gedruis hoorde dan het knarsen van de gereedschap- pen, wanneer zij in aanrakiDg kwamen met een of anderen steen. Winslows spanning nam van mi- nuut tot minuut toeook de beide jonge lieden waren in zekere onrust, welke hen de spieren nog meer versterkte. De eene schop aarde voor, de andere na, vloog over den rand de hoop losse aarde groeide aan, de kuil werd dieper en reikte Dick reeds tot boven de heupen, maar nog altijd ontbraken teekenen, waaruit zou blijken dat de grond vroeger omwoeld was geweest. Winslow meette de diepte van het gat. Het was reeds meer dan vier voet. Bittere teleurstelling lag op zijn trekken toen hij Kornelie tot zich riep. z/Wij kunnen onmogelijk een fout gemaakt heb ben bij het afmeten," zeide hij tot haar, terwijl zij onverschillig in de diepte keek. „Onmogelijk 1" antwoordde zij kalm. ,/En toch is het de plek niet," hernam Winslow, die ter nauwernood zijn kalmte kou bewaren. wDat heb ik al lang begrepen," zeide Dick zich het zweet van het voorhoofd vegende, ,/ik wilde er niet over spreken, maar hier loopt een streep zand door het leem, waarin sedert de wereld is geschapen, niemand een spa heeft gezet." //Winslow gaf nu den raad om den grond in de buurt ook op te graven, //Wie weet," zeide hij, ,/of deze of gene boom niet in den loop der tijden van stand of richting veranderd is, en de lijn dus niet nauwkeurig is getrokken. Hier dicht bij moet het geld toch zeker liggen." z/Ik zou raden om alle lijnen nog eens goed na te gaan en alles voor den tweeden keer te meten," zeide Dick en klom uit den kuil op den grond, terwijl hij er Kate eveneens uit hielp. z/En zeg nu ook gij uw meening," sprak Kor nelie, zich tot Kate wendend, //spreek gerust uw gevoelen uit, want menigmaal geeft zoo'n jong kind als gij een raad die andere menschen beschaamd zet." z/Ik, moeder vroeg Kate onverschillig. ;/Ik voor mij heb genoeg van het graven in de prairie, En om nu nog eens als een mol de geheele prairie hier in de buurt op te graven voor geen twintig echte dollars deed ik het," TER \EimSIHE COIRWT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1888 | | pagina 1