Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
H i e u w j a a r.
No. 2361.
Zondag 1 Januari 1888.
28e Jaargang,
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Branco per post: Voor
Nederland f 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32^.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven-
bushouders.
ADVERTENTIlN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Itit blad verschijnt Diusdag- en Vrijdagavond bij den ultgever P. j|. VAN DE SANDE
te Ter Neuzen.
Zoo zong Geertruida Carelsen haar ,/Op Nieuwjaar."
We meenden goed te doen deze woorden aan te halen,
nu we weer een jaar bebben besloten, een nieuw jaar
zijn ingetreden, nu we weer als vroeger voor en met
onze lezers even willen stilstaan bij de altijd nieuwe
plechtigheid, die de wisseling van een jaarkring
voor elk denkend menseh met zich brengt. Want
het kan donker zijn in de menschenwereld, in het
menschenhart donkerder menigwerf dan in de
natuur gedurende de laatste dagen van het oude
jaar. Dikwijls is er weinig overeenkomst tusschen
de //blijde boodschap" die meD gewoon is in de
laatste week van December aan de menschen te
verkondigen en de werkelijkheid.
Als de eischen van het dagelijksch leven steeds
hooger worden, terwijl de inkomsten minderenals
de zorgen op elkaar gestapeld wordenals de dood
om zich grijpt en van ons wegneemt, wat ons on-
misbaar toescheen als ziekten en kwalen het hei-
ligdom van ons huis hebben veroverd als de liefde
der menschen soms zoo koud blijkt en de broe-
derzin schijnt uitgedoofd, dan
Gewichtig is het jaar 1887 voor ons Vaderland
geweest. Het „oude is er in voorbijgegaan," de
Grondwet werd herzien en daardoor gevolg gegeven
aan den aandrang van velen in den lande. De
nieuwe Grondwet moge niet al geven, wat men er
van verwachtte en verlangdemenigeen moge den
tijd niet rijp hebben geacht voor zulk een gewich-
tige gebeurtenisvelen mogen aan het oude de
voorkeur blijven geven; het feit bestaathet oude
is te niet gedaan zoo niet alles, toch veel is in
dit opzicht nieuw geworden. Zal zoo vragen
wij ons af bij den ingang van het jaar, waarin
dit nieuwe Staatsstuk in vervulling komen zal
zal de nieuwe Grondwet werken in 't belang van
ons dierbaar Nederlandzal zij er toe bijdragen
om de welvaart te vermeerderen, de eensgezindheid
te bevorderen, de kracht van binnen naar buiten
te verhoogen van dat hoekje gronds,
\onzen geboortegrond, helaas in de laatste tijden
zoozeer geteisterd door partijschappeu en woelingen
van allerlei aard.
Zal, nu zooveel meer menschen direct hun in-
vloed kunnen doen gelden op ons publieke leven,
de stroom zwellen, die nu reeds zoo jammerlijk
scheidt de burgers van hetzelfde vaderland, de
stroom van geloofs— en sectenhaatzullen de golven
hooger stijgen, de golven, opgezweept door het
dreigend verschil tusschen protectionisten en free
traders, of zal de nieuwe bedeeling ons brengen,
wat we misschien meer noodig hebben dan eenig
ander ding publieke eerlijkheid
Publieke eerlijkheid wat zou er veel kwaad
worden vermeden, als zij haar vaan kon ontrollen
overal, in elk land, hoog en wijd en breed
Dan zou men zeker worden gevrijwaard voor
walgelijke tooneelen, als dat groote, heerlijke, rijke,
naburige laud ons te aanschouwen gaf, waar de
zoon zich niet ontziet om zijn vader, den eersten
burger van den Staat, in 't ongeluk te storten ter
wille van lage eer— en geldzucht en aan de open-
bare meening van zijn volk een slag in 't aange-
zicht te geven. Dan zou men Cleveland, den
kloeken president van de grootste republiek der
wereld, ouder wiens bestuur de Vereenigde Staten
steeds in bloei zijn toegenomen, zoo dat hun schat-
kist, in tegenstelling van de schatkisten der meeste
Europeesche rijken, overvol is, niet heimelijk trachten
onmogelijk te maken, oradat hij bij zijne beschou-
wingen over den gelukkigen financieelen toestand
van zijn land, zich verklaard heeft voor vrijen
handel in den uitgebreidsten zin.
Eerlijkheid ook in de politiek Het trotsche
Slavenrijk in het Oosten vermeerdert aan de Duitsche
grens, in Polen, zijne soldaten met eenige tien-
tallen van duizenden, concentreert zijn machtige
vloot aan de kust der Zwarte Zee, doet het voor-
hoofd fronsen van zijn tegenstanders, doet verzuch-
tingen ontstaan in het stille huisgezin, dat bij al
dat wapeugekletter denkt aan de schoone woorden
van onzen Ten Kate
en beweert, dat slechts onschuldige legermanoeuvres
het doel zijn
Zeker, te verwachten blijft er nog veel, meer
dan ook nog in het nieuwe jaar 1888 verwezenlijkt
zal worden te vreezen blijven nog vele teleurstel-
lingen voor hen, die meenen, dat de menschelijke
maatschappij wel vooruit zal gaan. Als we de
balans in beweging brengen, dan is het niet moeilijk
te voorspelleu naar welken kant de schaal het
eerst zal overslaan. Doch
Zijn onze aandoeningen alzoo niet onvermengd,
als we elkaar bij den ingang van het jaar, als van
ouds, alle goeds toewenschen, we kunnen het toch
blijhartig doen, als we bedenken, hoeveel goeds er
voor ons nog overblij ft, hoeveel schoons we kunnen
genieten, hoe door alle tijden heen en bij alle
gebeurtenissen blijkt, dat er op den bodem van
elk hart een trek bestaat naar wat Waar en Schoon
en Goed is, die zich niet verloocheut. Als in deze
strenge winterdagen de koude nijpt en het gebrek,
met holle kaken, grijnst, dan toonen de menschen,
de Nederlanders niet het minst, dat Weldadigheid
een koesterende zon is, die verkwikkenden gloed
verspreidt.
Yeel heil en zegen mogen we wenschenmaar
ook verwachten in ons Vaderland bij den intocht
van het nieuwe jaar.
In atidere landen komen de maatschappelijke
standen in steeds feller botsingde strijd om het
mijn en dijn wordt met verbittering gevoerd en in
menig rijk van Europa kookt de haat en ziedt de
nijd, omdat zoovelen missen, wat enkele anderen
in vollen overvloed genieten, soms verzwelgen.
Wordt in ons land die strijd ook gestreden, bij
wijlen niet zonder verbittering, er doen zich ver-
schijnselen voor, die gelukkig doen bevroeden, dat
de welgezinden het zullen winnen op de onbeminden,
dat de tact, de menschlievendheid en de ontwikke-
ling van hen, die in de hoogte staan, den wassen-
den stroom van ontevredenheid en afgunst in de
vereischte bedding zullen weten te leiden, zonder
dat de golven alle palen en hekken en dammen
hebben uit— en weggesleurd. Zoo kon in het
afgeloopen jaar door gansch het land feest worden
gevierd, op den 19 Eebruari, toen het Nederlandsche
volk den verjaardag vierde van zijn grijzen vorst,
zonder dat slechts een enkel oogenblik de feest-
vreugde werd verstoord door schrille toonen, die
hier en daar tusschen de vreugdekreten werden
vernomen.
Veel goeds kan gewenscht en verwacht worden
in ons land, waar nog eendracht heerscht en eerbied
voor de overheid nog geen holle klank is.
Heil en zegen kunnen nog worden gebracht bij
ons, waar de vereerders van den Prins onzer dichters,
den grooten, doch juist daarom niet altijd onbe-
sproken Vondel, oniangs deu dag feestelijk her-
dachten, waarop voor 300 jareu, hun Meester ge-
boren werd, den dag waarop al wat schittert aan
den letterkundigen hemel van ons vaderland, hoezeer
overigens gescheiden, zich in Amsterdam vereenigde,
den dag, waarop roomsch en onroomsch zich fier
gevoelde, omdat de grootste onder de grooten een
Nederlandsch dichter is geweest.
En in onze goede stad Wie, die ook maar
oppervlakkig bekend is met deu maatschappelijken
toestand in andere plaatsen van ons vaderland, in
andere landen van ons werelddeel, erkent niet, dat
er in Ter Neuzen veel reden tot dankbaarheid is
Neen, zeker, niet alles is er te kust en tekeurin
onze goede vestemaar er is in vele takken van
bestaan meer welvaart dan op menige andere plaats.
En als er nood is velen kunneu het getuigen,
dat de beurzeu onzer meer bevoorrechte stadgenoo-
ten geopend zijn, om nooden te lenigen en smart
te verzachten.
Veel heil en zegen durven we op den eersten
dag des jaars wenschen en verwachten voor onze
goede stad, voor ons district. En wie heriuuert
zich niet den 19 Pebruari, in Ter Neuzen zoo
algemeen en zoo opgewekt gevierd, toen de kinderen
zongen langs de straten, de grooten meejubelden,
en alien blijde waren, omdat men binnen onze
muren zoo vroolijk en zoo eendrachtig een nationaal
feest vieren kon P
Dat ook als straks de gewijzigde staatkundige
verhoudingen zich zullen doen gelden, ook hier
IV at zal dat baren Zullen ze blijken te werken
ten nutte van de stad onzer inwoning, van ons
gewest, van ons dierbaar vaderland Hopen moeten
we het, en hopen mogen we het ook, omdat wij
ons nog zoo gaarne gevoelen Burgers van het
zelfde Huis. Maar toch ook worden we stil bij
die gedachte aan de toekomst., omdat niet overal
in onze kleiue omgeving de horizout helder is.
Wij wachten met dankenden noofde I" Houdt
evenwel ieder onzer, ook bij verschil van inzicht,
zich vaardig en bereid tot werken, dienen, kam-
pen, dan kunnen we blijmoedig het nieuwe jaar
heginnen en elkaar als steeds veel geluk en zegen
toewenschen. Immers voor ons zal ook blijken,
dat, hoe neevTig het verschiet is en hoe door het
veld, toch ook ffhalf verscholen in de voren," het
winterkoren zijn frissche spruitjes naar omhoog richt.
Veel heil en zegen durft dan nu ook weer de
1 er Neuzensche courant haar lezers toeroepen, veel
heil en zegen in hun hart, in hun huis, hun werk,
in de hoop, dat zij ook haar veel zegen zullen
willen brengen, die voor haar wel hoofdzakelijk
bestaat in een steeds vermeerderend debiet.
HH. MM. de Koning en de Koningin en H.
K. H. Prinses Wilhelmina zijn Donderdagmiddag
precies te half vier met een extra trein van het
Loo aan het Rhijnspoorstation te's Hageaangekomen.
De talrijke menigte, die zich rondom het station
verzameld had, juichte reeds bij het binnenrijden
van den trein de Koninklijke Famihe luide toe.
Op het stationsperron werden HH. MM. ver-
welkomd door eenige dignitarissen en autoriteiten,
waaronder door ons werden opgemerkt Z.Exc. de
Grootmeester van het Huis van HH. MM., graaf
Schimmelpenninck van Nijenhuis, de adjudant-
generaal van Zr. Ms. Huis de gepensioneerde
luitenant—generaal erspijck, de generaal—majoor
waarnemend gouverneur der residentie Jhr. Klerck,
de Commissaris des Konings Mr. Eock, de procureur-
generaal bij het Gerechtshof Jhr. Van den Bergh
e. a.
Het publiek werd aangenaam getroffen door het
gezond uiterlijk van Z. M. en de minzame lief-
talligheid, waarmede H. M. en de lieve kleine Prinses
het volk groetten; dat de Koning zich wel gevoelt
was ook daaruit blijkbaar, dat Z. M. zich met H. M.
en het I'rinsesje in een open rijtuig naar het
Koninklijk paleis begaf, waar zij eveneens door eer.
juichende menigte werden begroet.
Dank zij den flink geregelden dienst op den
llhijnspoorweg, was de Koninklijke trein, ondauks
de sueeuw, nog enkele minuten voor den bepaalden
tijd binnen.
De trein werd begeleid door den president der
lirectie van de Ned. Rhijnspoorwegmaatschappij,
den heer Ameshoff, en den ingenieur, den heer I
Verloop.
Z. M. de Koning heeft den kamerheer in buiten-
gewonen dienst A. N. J. M. baron van Brienen van
de Groote Lindt in bijzondere zending naar Rome
afgevaardigd, ten eiude den Paus met de viering
van zijn gouden priesterfeest de persoonlijke geluk-
wenschen van Z. M. over te brengen en een eigen-
handigen brief van Z. M. te overhandigen.
De heer van Brienen heeft zich reeds naar Rome
begeven ter vervulling van de hem opgedragen taak.
De deputatie uit ons vaderland, die aan de
feestelijkheden van 's Pausen jubile te Rome zal
deelnemen, bestaat uit de heerenProf. Dr. Andreas
Jansen, Rijsenburg; J. A. J. W. van Hall, Breda,
als leden van het hoofdcomiteverder uit de heeren
Charle Smulders, Utrecht; J. G. de Cruvn, Den
Haag; J. J. E. Bejnes, Haarlem E. J. Poelhekke,
kapelaan, HaarlemMr. Alph. van Rijckevorsel, den
BoschA. P. A. Eelet, kapelaan te Ravensteinbaron
van Goltstein, Oosterhout; Berger jr., Roermond.
Op V rijdag 6 Januari zal voor de Rechtbank
te Middelburg terechtstaau CI. P., 36 jaar,
winkelier in galanteriewerken te Gouda, in eersten
aanleg beklaagd van in de maand April jl. op
verschillende tijdstippen te Ellewoutsdijk voor-
namelijk in of bij de woning van Matlhijs Mol
aldaar buiten noodzaak aan verschillende personen
geneeskundigen bijstand te hebhen verlecnd, door
personen die, volgens zijn zeggen, aan kanker leden
en zijne hulp inriepen, te onderzoekeu en genees-
middelen te verstrekken, met het oogmerk om
hunne kwalen te genezen, alzoo het beroep van
geneeskundige te hebben uitgeoefend zonder tot
de uitoefening van dat beroep te zijn toegelaten,
terwijl de wet hiertoe eene toelating vordert.
r— De militairen zullen met 1 Januari 1888
te beginnen, voortaan hun brood des middags
om 12 uur ontvangen, in plaats van 's morgens
met de reveille. Als nu het brood's morgens om
11 uur uit de garnizoens-bakkerij versch verschaft
wordt, dan is het voor den soldaat een voordeel;
wordt de oude regel gevolgd, dat het brood om 4
uur uit deu oven kornt, dan is het des andereu
TER
;ize\
(«IRA\T.
De winter dekt de stille velden
Met dorheid, grauwheid, neev'lig licht;
In 'tdomra'lig landschap doemt slechts zelden
Een glanspunt op voor ons gezicht.
Maar half verscholen in de voren
Treft daar ieta heldergroens uw oog;
Behoedzaam ateekt het winterkoren
Zijn frissche spruitjea naar omhoog.
't Hoort tot mijn vroegate 'erinneringen,
Hoe wij op school van tijil tot tijd
Een zang'rig liedje mochten zingen,
Naar 'theette aan „Levensvreugd" gewijd.
Het slot is me er van bijgebleven,
'tWas: „Hoe de wind van 'tlot ook waait,
Langs ieders pad, in ieders leven
Is 't zaad van vreugden uitgezaaid
Ik zopg dat toen, als kind'ren plegen
Als vinkjes, die men fluiten leert
Den zin, in 'tlaatste beeld gelegen,
Heb ik eerst later recht geeerd,
En soms, als 'k niet meer kon gelooven,
Dat voor elk menseh geluk bestaat,
Kwam 't mij te goeder unr weer boven
Dat koorlied van der vrengde zaad.
Want 'kweet, het is te boud gesproken,
Dat op elks pad de vreugde bloeit
En menig hart is reeds gebroken
Dit spijt, dat zij zoo weinig groeit
Maar zaad Wie durft het hit te sprekcn,
Dat hij ter wereld niets meer heeft,
Waarin, zoo hij haar aan wil kweeken,
De kiem van lust en vreugde leett
Maar zaad Wie durft het uit te spreken,
Dat hij ter wereld niets meer heeft,
Waarin
De kiem van lust en vreugde leeft?
wuit wier en dras geweld,"
dat wij dankbaar onzen geboortegrond noemen
,/Waarom toch Burgers
Van 'tzelfde huis,
Kanongebulder
En krijgsgedruisch?"
wEen nieuwe tijdkring wacht
Met ellende of zegen
Niet geklaagd,
Niet gevraagd
Naar den andren morgen:
't Antwoord blijft verborgen.
Waarom op een zwart verschiet
De oogen steeds gestagen
Neen, de tijd ontdekt u niet,
Wat hij aan zal dragen
Heft het oog
Naar omhoog