Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2348.
Woensdag 16 November 1887.
27e Jaargang.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Voor
Per drie maanden biunen Ter Neuzen 1,Franco per post:
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32*.
Men abonneert zicb bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Bneven-
busbouders.
ADVERTENTIfiN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
partot veel verminderden prijs.
blad verschljnt Dlnsdag- en Vrijda&ravoud bij den ultgcver P. J. VAN D E S A N l> E te Ter Ncw»e»i.
JPolitieli Overzicht.
In de Frausche Kamer is der regeering gevraagd,
waaroin zij, nadat zij zich eerst over de ontijdige
openbaarmaking van bet mobilisatieplan veront-
waardigd bad betoond, naderhand de zaak niet meer
bad vervolgd en niets meer van zicb bad laten
booren. Daar de minister geen antwoord gaf, diende
de vrager een motie in, die een bedekt votum van
wautrouwen bevatte. Deze motie werd verworpen,
doch slecbts met 11 stemmen meerderbeid. Om een
pleister op de wonde te leggen, stelde toen een afge-
vaardigde eene motie voor van algemeen patriot-
tischeu aard, waardoor de regeering uitgenoodigd
werd, te zorgen voor de grootst mogelijke snelheid en
zekerheid van troepen-trausport. Met bijna algemeene
stemmen werd deze motie aangenomen. De Kamer
heeft de leden der enquete-commissie benoemd. Zij
telt er 10 van de uiterste linkerzijde, zes van de
radicale linkerzijde, drie van de Union des Gauches
en drie van de recbterzijde. Daar de rechterzijde
in geen der afdeelingen de meerderbeid beeft, zijn
hare vertegenwoordigers door toedoen van de linker
zijde verkozen. Cafferel's houding bij bet proces wordt
zeer gelaakt. Het schijnt wel, dat's mans eergevoel
slecbt ontwikkeld is. Twee door Wilson gescbreven
brieven zijn aanhet dossier onttrokken en vervangen
door naderhand gescbreven brieven. Rouvier erkent
de eerste brieven in bezit te hebben gehad. De
XIX Siecle zegt, dat Wilson medepliciitigen moet
hebben gebad en stelt Rouvier verantwoordelijk.
Als het "niet de Minister-president is geweest, die
deze verduistering bevolen of goedgekeurd heeft,
zegt het blad, dan moet het de prefect van politie
Gragnon zijn of de procureur-generaal bij het hof
van appel. Nu Wilson volbardt bij zijn zwijgen, zet
de Siecle de puntjes op de i's, en laat licht opgaan.
De cheque van 10,000 francs, die het onderwerp
was van mijn vorige mededeeling zoo vervolgt het
blad, had betrekking op twee feiten, waarmede de
Kamer zicb bezig hield, en waarover de pers zicb
zeer geergerd toonde. De cheque was slechts eene
kleine afbetaling op een „pot-de-vin" van 600,000
francs, die Wilson had geeischt van den baron de
Sellieres, om generaalThibaudin, destijds Minister van
oorlog, te bewegen, de leverantie van militaire bedden
en andere mogeudheden aan een bepaald persoon
te gunnen. De cheque was onderteekend Raymond,
baron de Sellieres. Wie weet welke stormen nog
zullen losbreken. Met 376 tegen 162 stemmen
verwierp de Kamer een voorstel om de vrije school
met de staatsschool gelijk te stellen, zoodat het
lager onderwijs aan de departementen en gemeenten
blijft overgelaten, spijt de geestelijkheid, die zoo
gaarne alle onderwijs aan de kerk zag onderworpen.
Hoe noodzakelijk echter voor Frankrijk de herziening
ook voor het lager onderwijs is, eene goede schoon-
maak van de heele Fransche huishouding schijnt
thans de eerste behoefte.
Geene zaken worden thans drukker besproken,
dan de mededeelingen van graaf Kalnoky in de
vergadering der Hongaarsche delegatie, en hoewel
de indruk over het algemeen gunstig is, de Russische
pers maakt hierop natuurlijk eene uitzondering.
Zij komt vooral op tegen de gunstige gezindheid
van Oostenrijk over de tegenwoordige Bulgaarsche
toestanden. Zij erkent niet de wettigheid der
Sobranja, dus ook niet die der verkiezing van
Prius Ferdinand tot vorst. De Riforma, het orgaan
van den Italiaanschen minister-president Crispi,
ziet in de rede van den Oostenrijkschen minister
eene gelukkige bevestiging van een gelukkig feit,
waartoe hare vrienden hebben medegewerkt De
Engelsche bladen zijn zeer ingenomen met Kalnoky's
verklaringen en bevestigen, dat Engeland in den-
zelfden geest wil medewerken. De vredebond wordt
krachtiger, nu er een dam tegen Rusland's eerzucht
ten zuiden van den Donau is opgeworpen, zoo
stevig, dat hij niet gemakkelijk omver wordt
gestooten. Men verwacht nu van de zijde van
Rusland weder eene pressie op den Sultan, namelijk
het aaudringeu tot betaling der oorlogsschatting.
De zieke man heeft nu echter meer steun achter zijn
rug en zal er zich wel weer met een ^Jantje van
Leiden" afmaken. Rusland is, zoo het thans staat,
mooi gekortwiekt en is er in zijn strijd tegen
Bulgarije leelijk weggekomen. A1 de omkooperijen,
stokerijen en dreigementeu hebben niets gebaat,
de Bulgaren gaan huns weegs en vinden bedekte
steun bij al wat niet Russisch is.
Uit Dublin wordt weder melding gemaakt van
gewelddadigheden der moonlightersdie de
grootste wreedheden plegen tegenover de lieden, die
de ffgeboycotte" bijstaan. Ook uit Aden kwamen
voor de Britten ongunstige berichten omtreut het
gezantschapdat op weg is naar den Negus van Habesch.
Het had den kortsten, maar den minst beganen
weg ingeslagen. Na een marsch van twee dagen
was de Egyptische tolk, Achmet Effendi, die tevens
als gids dienst deed, aan een zonnesteek overledeu,
terwijl men daarbij gebrek aan water had gekregen.
Daarom keerde het gezantschap naar Massowah
terus, voorzag zich daar van een anderen gids, en
begaf zich weder op weg. Volgens later ontvangen
berichten zijn de Engelschen behouden te Saati
aangekomen. Van daar gaan zij naar Asmara,
waar de Negus zich bevindt. Slaagt het gezantschap
bij Johannes, dan zal dit voor Italie van groot
belang zijn, namelijk zoolang Johannes woord houdt,
maar de vent staat bij zijn woord als een haas
bij de from. Mocht den leden van het gezant
schap maar niets ergers overkomeu dan de dood
van Effendi.
De Grondwetsherziening is thans in haar geheel
in de Staatscourant opgenomen. In het nummer
van Zaterdagavond kwam het laatste gedeelte (de
additioneele artikelen) voor.
De heer J. B. Springer, architect te Amster
dam, heeft met een paar zijner vakgenooten het
voornemen opgevat om op de aanstaande tentoon-
stelling te Brussel een Vlaamsch marktplein te
bouwen, in den geest van het marktplein te Amster
dam, en daartoe van het uitvoerend comite de
beschikking gekregen over een terrein van 9000
vierkante meter, gelegen in de onmiddelijke nabij-
heid en rechts van den hoofdingang, aan het einde
der Rue de la Loi.
Eene dezer dagen gehouden vergadering van
den raad van Someren ving aan met eene mede
deeling van den voorzitter dat het raadslid Bax
hem mondeling te kennen had gegeven de zitting
niet te zullen bijwonen, omdat hij 's avonds te
voren eene naamlooze briefkaart had ontvangen
van den volgenden inhoudv Bax, denkt er wel
aan, als ge u niet aan het accoord houdt, slaat
het volk u de herseuen in."
In deze vergadering waren aan de ordeeen
voorstel tot schorsing van het raadslid R., omdat
hij leveringen had gedaan ten behoeve der gemeente,
en een voorstel tot het ongevraagd verleenen van
eervol ontslag aan den eerst sedert eenigen tijd
benoemden gemeente-ontvanger, zonder dat eenige
reden voor dat ontslag werd aangevoerd. Eerst-
genoemd voorstel werd aangenomenover het tweede
staakten de stemmen.
Het ligt natuurlijk op den weg der Regeering
- verklaart deze ten aanzien der uitbetaling
van de predikantstractementen van het Ned. Her-
vormd kerkgenootschap zich te houden aan de
reglementen, welke voor dat kerkgenootschap gelden.
Dat bepaalde ook de positie, toen de predikanten
te Reitzum en Voorthuizen werden afgezet.
Omtrent het lot van den gewezen kapitein
Willink Ketjen schijnen velen in dwaliug te ver-
keeren. Bijna iedereen denkt, dat de klager door
de regeering op straat is gezet, zonder een cent
pensioen of onderstand hoegenaamd, waardoor de
man is vervallen tot de armoede, waarvan hij zelf
in zijn geschriften spreekt.
De heer Ketjen trekt echter wel degelijk pensioen,
het bedraagt yi 550 'sjaarsen is betaalbaar te'silage.
Een paar honderd personen, waaronder vele
opgeschoten knapen, vermaakten zich met het zingeu
van het zoogenaamde vrijheidslied, voor het huis
van den Amerikaanschen consul in de Doelenstraat
te Amsterdam, omdatvier moordenaars waren
opgehangen, van wie de jury als bewezen had aan
genomen dat zij medeplichtig waren aan het werpen
van bommen onder politie-agenten, zoodat vele van
deze en ook tal van omstanders uit het volk werden
gekwetst of gedood.
Toen de betoogers bij het terugkeeren in de
Kalverstraat wat al te rumoerig werden, joeg de
politie ze uiteen.
Het volgende onzinnige strooibiljet, geheel in den
geest van de opruiende taal van Recht voor Allen,
te dezer zake was in de stad verspreid
uHet is volbracht
»Deze kreet weerklinkt thans door de gansche
arbeiderswereld
„Het is volbrachtdat eenige mannen in Chicago,
die moedig streden voor de verdrukte arbeiders, door
de regeering op een laaghartige wijze vermoord zijn,
zonder dat hun iets wat op schuld geleek, kon
worden aangetoond.
i/ Door dezen moord, welke door de geheele bour
geoisie wordt toegejuicht, heeft men de geheele
arbeiderspartij den handschoen toegeworpen, en wat
zal ons antwoord zijn Zal men er stilzwijgend in
bernsten of zal men hun met gelijke munt be-
talen r Aan u, arbeiders, om te antwoordenvan
vrede tusschen de arbeiders en bourgeoisie kan geen
sprake zijn, enz."
Het Sociaal Weekblad, er de aandacht op
vestigend dat de Nederlandsche Drankwet van 1881
telkens tot leiddraad wordt genomen bij het ont-
werpen van dergelijke wetten elders, zoo in
Belgie, Luxemburg, Duitschland, Oostenrijk,
wijst er tevens op, dat in sommige opzichten het
Oostenrijksche ontwerp verder gaat dan onze wet.
Zeer ingrijpend is o. a. de bepaling, die betrekking
heeft op de sluiting van de herbergen des 7ondags.
Terwijl toch de Nederlandsche wetgever zich hier-
van heeft afgemaakt, zegt het Sociaal Weekblad,
door eene geldelijke premie uit te loven voor het
nietschenken van Zaterdag tot Maandag eene
bepaling welke geen practisch resultaat geeft
wil men in Oostenrijk den knoop doorhakken door
den drankverkoop zoowel op Zaterdagavond als den
geheelen Zondag te verbieden.
De overtuiging dat het mogelijk is het drank-
misbruik door wettelijke maatregelen althans te
temperen, wint meer en meer veld. In Zweden
is, door het gemeensohappelijk optreden van den
Staat en particulieren, het verbruikcijfer van 54
liters per hoofd in het jaar gedaald tot 8 liter
in Noorwegen is het gemiddeld verbruik van 16
tot 3£ liter per hoofd 'sjaars verminderd, terwijl
in Nederland van 1881 tot 1886 in een tijd
dat de verkoopplaatsen van den drank met 16000
afnamen het verbruik slechts gedaald is van
9,8 tot 8,6 liter per hoofd.
Hier te lande is echter de wet nog maar ge-
deeltelijk uitgevoerd. Doch de openbare meening,
zegt het S. W., helpt ook nog zoo weinig mee en
het leger der drankbestrijders bestaat altijd nog
slechts uit weinige duizenden.
PBUILLETON
novelle.
1)
I.
De verzengende hitte van een onbewolkten Junidag
lag drukkend op een moeras van matigen omvang.
De zacht stijgende hellingen die er om heen lagen
weerden de koeltjes af, die met iangere of kortere
pauzen over de hooger gelegen, spaarzaam met
enkele boomen bewassen prairie, woeien. De lucht
in de diepte scheen dientengevolge dubbel warm
te zijn. Als een broeiplaats van giftige uitwase-
mingen lag het moerasbekken daar in de zonnestralen
te zwelgen. De dampkring trilde en op eenigen
afstand trilden boom en struik in korte golvingen
mede. Het moeras was de eenige vochtige plek
uren ver in den omtrek en toch hood het thans
volstrekt geen verkwikking aan. Want slechts na
zware regenbuien en bij het smelten van de sneeuw
daalden er uit het westen langs verschillende
wegen sterke stroomen in neder en werd het een
meer dat, als de waterstand een bepaalde hoogte
had bereikt, zijn weg verder naar den Missouri
vond. Op alle andere tijden stond het water stil
in poelen en natuurlijke kanalen, die tusschen biezen,
scheerlingplanten, breedbladerige moerasgewassen en
kleine struiken voortslingerden. De kleine water-
spiegels waren overdekt door slijmige bladen en
een koperkleurig, olieachtig vocht. Onregelmatig
elkander kruisende lijnen toonden de sporen aan
van schildpadden en slangeu. Een treurige plek
Te vergeefs zocht het oog naar punten, waar het
met genoegen iets langer rusten kon. Weelderig
schoot gras, rietgewas en biezen omhoog, zonder
echter het karakter van eenzaamheid en doodschheid
eenigermate weg te nemen. Als verzengd lieten
de planten hun bloemkelken hangen. De trage
vleugelslag der zeilende vlinders, de aan gebogen
riethalmen hangende staalblauwe insecten en de
vervelend krassende sprinkhanen in het gras, deden
alien denken dat zij zuchtten onder het
bewustzijn, dat hun schitterende kleuren en hun
onbezorgde vroolijkheid hier geheel en al misplaatst
waren.
Een treurig contrast daarmede leverden ook
enkele kale of half doode boomen, die zich hier
en daar verhieven. In den moerassigeu grond
geworteld, misschien met hun merg de vergiftige
aarde aanrakend, strekten zij hun van bast beroofde
takken hemelwaarts uit als wilden zij daar hulp
zoeken. Als geraamten stonden zij daar en toch
werden zij ook door enkele schepselen gezocht.
Want op de hoogste takken zaten eenige leelijke
bruine gieren met hun kale nekken en koppen.
Hier de breede vleugels als geknot lateude neer-
hangen, daar trotsch als een vogel uit een rijkswapen
of met open, scherp gewapenden snavel de zoele
lucht inademend,schenen zij in hun onbeweeglijkheid
met het dorre hout, waarop zij zaten, slechts een
geheel uit te maken. Doodsche stilte heerschte er
alom. Er scheen een vloek op die eenzame plek
te rusten.
Daar keerden de vogels hun kop naar de zui-
delijke hellingen van het moerasbekken, zonder
overigens van houding te veranderen. Yan hun
hooge zitplaats konden zij zien, en ook aan de
stemmen hooren, dat in een der door het regen-
water uitgeholde wegen, twee wandelaars opdaagden
en langzaam nader kwamen. Voor dat hun schou-
ders geheel zichtbaar waren, bleef een van beiden
staan, een geweer werd aangelegd en op hetzelfde
oogenblik knalde een schot en vloog een kogel
omhoog. De gier, waarop het gemunt was geweest,
was ongedeerd gebleven, doch had de kogel waar-
schijnlijk voorbij zich heen hooren fluiten, want
hij vloog haastig op, terwijl de anderen langzaam
hun breede vleugels uitspreidden en traag, als
verdrietig over de onverwachte storing, in breede
kringen begonnen rond te vliegen.
„Als het een staldeur geweest was, dan zoudt ge
misschien raak hebben geschoten, Dick. Maar van
uw vader weet ik dat hij, zoolang hij leefde, nooit
zijn geweer heeft opgeheven tegen een scheps'el, dat
hem geen kwaad wilde doen," klonk het nu uit
den mond van een der beide personen.
Het was een bijzonder groote en krachtig ont-
wikkelde vrouw van ruim vijftig jaar, die zoo sprak,
terwijl zij echter den jongeling, tot wien zij het
woord richtte, met onmiskenbaar welgevallen be-
schouwde.
Deze, die misschien de helft vau haar leeftijd
bereikt had, schudde wat kruit- uit een eenvoudig
bewerkte ossenhoorn in een tinnen maatje en toen
daaruit in den loop zijner buks; daarna richtte hij
zich geheel op en met zijn blauwe eerlijke oogen
de vrouw eenigszins beschaamd aanziende, ant-
woordde hij
„De schrik zal die dieren zooveel kwaad niet
doen. Het zou meer dan toevallig geweest zijn als
ik op meer dan driehonderd el afstand den knaap
van zijn tak had kunnen doen tuimelen."
ffDan was het alleen kruitverspillen," sprak de
oude vrouw, //en ook in dit opzicht had uw vader
u een lesje kunnen geven."
„Nu ja, moeder, ge hebt gelijk," antwoorde Dick
lachend, ffmaar ik wil geen Richard Watson heeten
als ik op een andere manier dan door gestadige
oefening een goed schutter kan worden en blijven."
De oude vrouw, of liever Kornelie Watson,
antwoordde niet, maar staarde den jongen borst
aan met al den trots eener moeder. En een lust
was het hem aan te zien met zijn krachtigen
lichaamsbouw, zijn opgewekt, trotsch maar dan weder
goedaardig, door de zon ver brand gelaat, zijn licht-
blond, aan de punten zelfs bijna wit hoofdhaar en
zijn rossigen, zachten, vollen baard. En daarbij
TER IlMSCHE COHANT.
Kit