Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen. PftftRQEK- en VEE1&RIT Zaterdag 5 November 1887. 27e Jaargang, BEKIMBMAKIMG. Binnenland. EEN DANS OP LEVEN OF OOOD. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Erauco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82*. Men abonneert zich bij alle Boekliandelaars, Postdirecteuren en Bneven- bushouders. ADVERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer /0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per ]aartot veel verminderden prijs. »it blad verschijjnt Ulnsdai- en Vrljd.igavond blj den uitgever P. J. V A SI DE SANUE te Ter Nenzeu. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken bekend, dat in die gemeente zal worden gehouden op Woensdag, 0 Novem ber 1887. Ter Neuzen, 26 October 1887. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J? A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris. F»olitieli Overzicht. Naast de geschiedenis-Wilson c. s. trekt in Erankrijk de meeste aandacht de redevoering van Crispi. Hoe meer de Duitsche bladen snoeven op de vriendschap met Italie, hoe nijdiger de Eranschen worden. Zij vormen nu Alpentroepen en bouwen Alpenforten, zegt de Koln., otn de Italianen te beletten over de Alpen te trekken, overtuigd als zij zijn, dat de Italianen hunne vijanden zullen worden bij een eveutueelen Europeeschen oorlog. Als om de Franzosen nog hooger te doen opspringen van kwaadaardigheid, gaat de Duitsche rijkskanselier den Italiaanschen Minister-president geluk wenschen met diens rede, te Turijn uitgesproken en tevens verklaren, dat tusschen de kabinetten van Rome en van Berlijn volmaakte eenstemmigheid bestaat. En alsof dit nog niet genoeg ware, bovendien weet men uit Berlijn te berichten, dat de Czaar daar verwacht wordt. Volgens een gerucht hebben de Italianen eene uederlaag geleden bij een aanval op een Abys- sinisch fort, en volgens een telegram van generaal Saletta, opperbevelhebber van de troepen te Masso- wah, heeft de aanvoerder der roovers zich onder- worpen. i In Konstantinopel schijnt men, ondanks Lnspi s verzekeringen, niet gerust te wezen over de be- dreiging van Tripoli door Italie. Daarom neemt de Porte hare maatregelen. In Bulgarije gaat men zijn gang. De Vorst heeft al zijne huisschatten uit W eenen doen komen, om den dag van de opening der nieuwe Sobranja luisterrijk te doen zijn. Aan den bouw van den spoorweg Zaribod—Sofia en SofiaBakarel wordt druk gewerkt, zoodat in de volgende week de eerste locomotief naar Sofia zal rijden. Bij de opening der Sobranja sprak Ferdinand het volgende „Na de wederwaardigheden, welke het vaderland is te boven gekomen, acht ik mij gelukkig de vertegenwoordigers van mijn welbemind volk te kunnen gelukwenschen. Door de natie met eeuparige stemmen gekozen, heb ik het mijn heiligen plicht geacht, spoedig naar mijn nieuw vaderland te gaan, teneinde de teugels van het bewind te aanvaarden- In de eerste dagen van mijn optreden werden orde, rust en veiligheid volkomen hersteld. Ik kan met groote vreugde verklaren, dat mijn geliefd volk is teruggekeerd tot den vreedzamen arbeid, waarvau zoowel de zedelijke en stoffelijke vooruitgang, als de versterking der sympathie van den Sultan en de groote mogendheden voor Bulgarije afhangen. De genegenheid en toewijding, mij door volk en leger betoond, geven mij kracht en moed, om mij geheel te wijden aan de grootsche taak welke mij is opgelegd, en die bestaat in den onbezweken arbeid voor de welvaart, den roera en de eer van het vaderland. Mijne regeering zal belangrijke wets- ontwerpen aanbieden, aan welker tot stand koming gij zult arbeiden met al de kracht die in u is.' Een snuif je voor den alleenheerscher in het Oosten. De Keizer van Oostenrijk heeft, als antwoord op de redevoeringen van de voorzitters der beide dele gation gezegd, dat de betrekkingen met het bui- tenland gewenscht waren en de vrede verzekerd door onderlinge verbindtenissendat de Bulgaarsche zaken tot een goed einde zouden komen, zoo zij een plaatse- lijk karakter blijven dragen en dat hij de hoop koesterde dat de wenschen der Bulgaren met de tractaten in overeenstemming zullen worden gebracht. De verwijdering tusschen het Zweedsche Ministerie en den Rigsdag blijft nog steeds. Sedert drie jaren wordt het vrijhandelstelsel door den Minister- president Themptander verdedigd. Door deze ver- kiezing geraakt het Ministerie in de minderheid. Bovendien bestaat er een afkeer tegeu het Ministerie van wege hareu wenseh tot reorganisatie van de strijdkrachten. De kosten van leger en vloot komen nu ten laste van een zeker aantal groot-grondbe- zitters. De recruteu hebben een korten diensttijd zij komen gedurende twee jaren slechts eenige maanden .onder de wapenen en na verloop van dien tijd keeren zij, totdat zij een bepaalden leeftijd hebben bereikt, telken jare voor eenige weken naar de rangen terug. Sedert twintig jaren beproeven de regeeringen deze regeling te vervangen. Het Kabiuet had voorgesteld, de kosten van het leger door den staat te doen betalen, maar daarin door het invoeren van nieuwe belastingen te voorzien. Twee jaren geleden hadden de afgevaardisrden er in toegestemd, namelijk die van het platteland, dat de grondeigenaars van een derde der op hen druk- kende lasten zouden worden ontheven. Thans eischen zij, dat die last geheel zal worden opge- heven, zonder echter nieuwe middelen te willen toestaan, uit welke de regeering voor leger en vloot de te maken kosten zou kunnen bestrijden. Onder deze omstandigheid heeft de Minister van Oorlog den Koniug zijn ontslag gevraagd en toen dit ge- weigerd werd, voor onbepaalden tijd verlof gevraagd en verkregen. Duseene Ministerieele crisis staat voor de deur. De tweede behandeling van de Grondwets-ontwerpen in de Eerste Kamer zal aanstaanden Zaterdag plaats hebben. De Kamer heeft dit gisterennamiddag aldus bepaald, na aanneming van de overige wetsontwerpen die aanhangig waren. De najaarszitting der Prov. Staten van Zeeland is Dinsdagavond door den commissaris des Konings geopend. Het nieuw gekozen lid de heer C. J. Huvers, notaris te Kolijnsplaat, nam zitting. De ingekomen stukken en voorstellen van Gedeputeerde Staten zijn naar de afdeeling verzonden. Daarua heeft de vergadering zich in afdeelingen verdeeld. In de zitting van Donderdag kwatn o. m. in behandeling de voorstellen van gedeputeerde staten 1°. om te besluiten de stoombooten, met welke de stoombootdienst op de Wester-Schelde wordt uitgeoefend, te verzekeren tegeu braudschade en tegeu zeegevaar. Zonder beraadslaging wordt dit voorstel met 24 tegen 12 stemmen verworpen. Yoor het voorstel stemden de heeren Bolle,Buteux,Heyse,Ilammacher, Van Berlekom, De Smidt, Van Deinse, Lantsheer, Fokker, Smit, Van Houte en Van der Beke Callenfels. 2°. om het stoomschip Zeeuwsch Vlaanderen met machine, ketel en inventaris, alsmede den reserveketel onder 's hands te verkoopen Door den heer A. Smit wordt een amendement ingediend, strekkende om dit voorstel te lezen om het stoomschip Zeeuwsch Vlaanderen met machine, ketel en inventaris, alsmede den reserve ketel, hetzij onderhands, hetzij in het openbaar te verkoopen naar gelang Ged. staten het een of het ander het meest geraden achten. Nadat de voorsteller dit amendement heeft toe- gelicht, wordt het door Gedeputeerde staten over- genomen en vervolgens zonder hoofdelijke stemming door de vergadering goedgekeurd. De Minister van Marine brengt ter kennis van zeevarenden, dat op de Wester—Schelde de due d'alve met kegel, staande op den hoek van Valke- nisse, gedurende den jongsten storm is omgevallen en nu buiten dat omgevallen baken eene ton zal worden gelegd; zullende de diepte en peilingen later worden bekend gemaakt. Ook is bij den storm van j.l. Zondag van de plaats gedreven en te Ter Neuzen geborgen, de kroonboei, liggende in het vaarwater bij Borssele. De Minister van financien rnaakt bekend, dat de jaarlijksche belooning van het vacante kantoor der directe belastingen en accijnzen te Breskens o. a. op 2100 kan gesteld worden, terwijl de kosten van beheer (waaronder de bezoldiging van sub-ont- vangers te Groede, Nieuwvliet en Schoondijke) op f 460's jaars worden geraamd. Krachtens Konink- lijk besluit van 20 Mei 1869 no. 30 (verzameling no. 79,) is genoemd kantoor dus gerangschikt in de zevende klasse. Men schrijft uit Amsterdam In de groote zaal van „Maison Stroucken" werd eergisteravond eene openbare vergadering gehouden, belegd door de vereeniging „de Unie", waarin de heer Willink Ketjen zijn bekend beroep op het rechtvaardigheidsgevoel van het Nederl. volk toe- lichtte. Meer dan 1000 personen, de meesten socialisten, waren opgekomeu, blijkbaar met het doel zooals aan 't slot bleek, om deze bijeen- komst in de war te brengen. Het mag overbodig heeten in bijzonderheden te treden, over de grieven die de heer Ketjen tegen den Minister van Kolonien, de Regeering en de Tweede Kamer heeft. Aan het slot zeide hij nog dat de Minister van Biunenlandsche Zaken hem meermalen financieelen steun en zijn hulp om hem in een civiele betrek- king te plaatsen, aanbood. De Min. had hem eenmaal de vraag gesteld, hoe spr. zich tegen de Ind. regeering had kunnen verzetten op een oogen- blik dat hij zonder geld was. En nu werd hij uitgekreten voor heftig, ja, men was er op uit om hem als krankziunig voor te stellen, maar werden daarmede de beschuldigingen van roof, wetschennis en fraude te zijnen nadeele te niet gedaan Op die vraag zou het Nederl. volk zeer stellig eenmaal een ontkennend antwoord geven. Na een korte pauze stelde het bestuur in overleg met den spreker eene motie voor, waarin het bestuur der Unie werd uitgenoodigd, zich tot de Regeering en de Volksvertegenwoordiging te wenden met verzoek om aan den herhaaldelijk uitgesproken wensch van den heer Willink Ketjen, om een nieuw onderzoek naar zijne grieven, gehoor te geven. Door de socialisten Schroder, Van der Stadt, Fortuijn, Croll en anderen werd dit sterk bestreden, omdat van deze Regeering of Volksvertegenwoor diging geen heil kon verwacht worden en zij geen vertrouwen, hoegenaamd ook, meer verdiende. Deze redeneeringen gaven dikwijls tot vrij heftige looneelen aanleiding. Men verweet den heer Ketjen, dat hij zelf verklaard had, ook geen vertrouwen in deze regeering te stellen.. Deze antwoordde daarop dat hij bedoeld had een gerechtelijk onderzoek te doen instelleD, waarop weder werd aangemerkt, dat de Tweede Kamer zich daarop incompetent moest verklaren. Men riep en schreeuwde den voorz. Ribbink toe, dat hij slecht presideerde; den heer Van der Goes dat hij de motie van het bestuur vervalscht had, door er het woord gerechtelijk in op te nemen. Deze verweet Croll c. s., dat zij de vergadering in de war stuurden. Resultaat had de vergadering niet, want bij zitten en opstaan werd de motie des bestuurs verworpen PEUILLETON. Uit liet dagboek van een geneesheer. 1) En ik verzoek u nog, ons niet als genees- heer, maar als iemand zonder beroep te bezoeken. Sinds mijn dierbare vrouw door haar ongelukkig lijden getroffen werd, toont zij een bepaalden atkeer van alle dokters, en als zij bemerkte, dat gij iemand anders waart dan een vriend van ons huis, zou ik voor de gevolgen vreezen. Mijn rijtuig zal op het uur, dat gij goedvindt, u van het station afhalen. Met achting, uw toegenegene Emile Reinhard." Zoo luidde het slot van eenen brief, dien ik in Juni 1870 ontving. Ik was des tijds nog een jong geneesheer. Mijn specialiteit was de behandeling van geestesziekten, en vermoeid van de inspannende werkzaamheid aan het krankzinnigen- gesticht, verheugde ik mij over deze uitnoodiging welke mij buitendien mijn eersten patient buiten het gesticht aanbracht. In een vroeger schrijven had de heer Reinhard mij nauwkeurig de lijdens- verschijnselen zijner vrouw medegedeeld, en reeds den volgenden dag begaf ik mij naar zijn woning. Toen de trein voor het kleine, landelijke station stilhield, stond reeds een rijtuig op mij te wachten. Naar het voorkomen der equipage te oordeelen, moesten de Reinhards bemiddelde meuschen zijn, en die indruk werd bevestigd, toen wij de villa bereikten, welke in een bekoorlijk park stond. De gangdeuren stouden half open en mijn gastheer begroette mij op den drempel met een hartelijken handdruk. „Dat is braaf van u, dat gij zoo spoedig hier komt. Een fraaie tocht niet waar? Johan, breng het goed van mijnheer op zijn kamer. En kom nu aan het ontbijt, gij zult wel trek hebben." Met deze woorden geleidde hij mij door een lange gang, welke mij een blik vergunde op een schoonen tuin achter het huis, en toen in een gezellige kamer, waar een koud dejeuner was gereed gezet. Onderwijl ik mij met een malsch hoentje bezighield, hield de heer Reinhard het gesprek gaande, en toen ik mij later naar mijn kamer begaf om mij wat op te knappen, voor ik aan de vrouw des huizes zou worden voorgesteld, waren wij reeds goede vrienden geworden. Ik had nog nooit iemand gekend, die mij bij de eerste ontmoeting zoo had bevallenhij betooverde mij als het ware door zijn ongedwongen beminnelijkheid. Hij moest ongeveer dertig jaar oud zijn, en was een zeer knap man met licht gekruld bruin haar en heldere, bruine oogen zijn gelaatskleur was donker, zijn lachen hartelijk maar als hij over zijn vrouw begon te spreken, veranderde zijn voorkomen eensklaps. ,/Ik zou u met deze treurige geschiedenis niet eerder aan boord zijn gekomen, dan als gij geheel uitgerust waart, maar ik kan het uitstellen hiervan niet langer dragen. Sinds maanden lijdt zij aan diepe droefgeestigheid, en sinds den laatsten tijd beschouwt zij haar geheele omgeving met een angstig wantrouwen, vooral mijHier hield hij een oogen- blik op en beet zich in de lippen. „Ik aanbid haar, dokter," zoo ging hij hartstochtelijk voort. „Toen ik haar voor vijf jaren huwde, was zij het vroolijkste, opgewekste meisje in deze streken, en haar thans zoo te zien, ach, het hart breekt er mij van ffMaakt u niet al te ongerust," zeide ik, „gij moogt den moed niet opgeven. Laten wij het beste hopen. Op welke wijze openbaart zich haar wantrouwen in u „In de eerste plaats, dat zij ons kind van mij verwijderd houdt. Zij staat ternauwernood toe, dat ik het aanraak. »Het kind? hebt gij een zoon?" ffOns eenig kind, een allerliefst ventje van bijna vier jaren. Zij verraadt altoos een ontzettenden angst als hij bij mij is." #Gebruikt zij geregeld voedsel?" /Bijna niets." ,/Slaapt zij goed Hij schudde het hoofd. Ik deed hem nog eenige geneeskundige vragenmaar eindelijk was ons onderhoud ten einde. Ik liet mij mijn kamer wijzen en beloofde aan het diner te zullen komen, om dan tevens aan de zieke voorgesteld te worden. #Mijnheer Born, niet waar? en niet dokter Born," merkte hij op, toen wij door de corridor gingen. u Dat verzocht ik u, opdat gij bij haar slechts als loge zoudt gelden." Ik was het natuurlijk daarmede eens en toen vertelde hij mij, dat hij als van een academievriend tot zijn vrouw over mij gesproken had. Daarop liet hij mij alleen." Toen ik in de eetkamer kwam, wachtten Reinhard en zijn vrouw mij reeds op. Hij stond aan het raam en hield zich bezig met de klimoprozen welke het omgaven en scheen een voorbeeld van krachtig leven en vroolijke gezondheid. Zij leunde tegen den schoorsteenmantel, met den rug naar mij toe en was een slanke gestalte met een bevallige houding. ,/Ah! zijt gij daar eindelijk," zoo verwelkorade hij mij. ffVergun mij, dat ik u aan mijn vrouw voorstel. Bertha, dat is de heer Max Born, een academievriend." Zij keerde zich vlug om en zag mij aan. Ik heb de oogen van een in het net gevangen vogel en van een ten doode toe gewonde ree gezien, maar nog nooit zulk een uitdrukking van smeekenden angst als in deze blikken trilde. Voor een oogenblik scheen zij bijna waanzinnig van schrik te zijn, doch in het volgende was die ontroeriug even snel verdwenen als zij was opgekomen en reikte zij mij de hand ten groet. Toen viel mijn oog op een groot litteeken, dat dwars over het blanke handgewricht heenliep. Het zag er uit als een TER NEIZENSCHE (MRANT.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1887 | | pagina 1