Alg emeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2342.
Woensda^ 20 October 1887.
VERKOCHT.
27e Jaargang,
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32^.
Men abonneert zich bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
busbouders.
ADVEETENTlEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaartot veel verminderden prijs.
■lit bind verschljnt UiuHdag- en Vrljdngavoud blj den uttgcver P. J. VAN E SANDE te Ter Neuzen.
folitielt Overzicht.
Over de zaak-Caffarel wordt veel drukte gemaakt,
vooral in de Eransche bladen. Met grooten aan-
drang betoogt een dagelijks toenemend aantal bladen,
dat een einde moet worden gemaakt aan een toestand,
die het aanzien en den goeden naam van den
president der republiek gevaar doet loopen. Als
Grevy zich niet genoodzaakt wil zien om het Elysee
te verlaten, zal hij zijn schoonzoon Wilson de deur
moeten wijzen. Indien tegen een ander Eranschman
beschuldigingen waren ingebracht als tegen W llson
zou hij onmiddellijk zijn gearresteerd en eene huis-
zoeking zou zijn gelast. lot nu toe kon men
onderstellen, dat Grevy niets wist van zijne omgeving
en van de onbehoorlijkheden zijner huishouding
maar nu is noch twijfel, noch hooghartige gering-
schatting meer mogelijk, zegt het Petit Journal. In
hoeverre Wilson bij delaatsteknoeierijenis betrokken
geweest, zal later blijken. Zeker is het, dat hij heel
wat op zijn verantwoording heeft. Tijdens het oor-
logsalarm in het laatste voorjaar speculeerde hij en
verloor aanzienlijke sommen. Verder heeft hij aan
een reporter toegegeveu, dat hij een volledig bureau
hield in de ambtswouing van zijn schoonvader, dat
hij iedere week 150 „audientien" verleende, en dat
hij 22000 dossiers met meer dan 200000 brieven
bezat. Dozijnen van personen uit alle rangen en
standen kunnen gedrukte brieven van Wilson toonen,
in welke hij het een of ander verzoek beantwoordt
met de belofte, om voor de zaak van den requestrant
de noodige stappen te doen, en tevens den betrokken
persoou uitnoodigt om zich te abonneeren op zijn
te Tours verschijnend blad La Petite France, of
daarvoor nieuwe inteekenaars te werven. Voortsis
het bekend, dat hij voor al zijne brieven den stempel
van zijn schoonvader gebruikt en zich daardoor op
onrechtmatige wijze vrijdom van briefport verzekerde.
Voor eenigen tijd heeft hij een prachtig hotel laten
bouwen en zoodra het voltooid was kregen vijt
zijner leveranciers het legioen van eer, en de man,
die den tuin had aangelegd, de orde van „Le
Merite Agricole." De booze wereld verhaalt, dat
deze ouderscheidingen grooten invloed hebben gehad
op het bedrag der door Wilson betaalde rekeningen,
en het staat vast, dat zekere Cantini, een steenhouwer
uit Marseille, zich voor het door hem geleverde
met 14000 francs heeft tevreden gesteld, terwijl de
inschrijvingen zijner concurrenten 40000 a 50000
francs bedroegen.
In Spanje schijnen bij voortduring ook onregel-
matigheden te bestaan. Dezer dagen heeft de prefect
van Barcelona eene bende falsarissen ontdekt, bij
welke men valsche wisselbrieven en andere gelds-
waardige papieren voor een bedrag van verscheidene
millioenen heeft gevonden. Op Eredensborg en
in de Deensche Kamers is 't ook niet pluis. Onder
de gasten op het vorstelijk buiteu breiden de
mazelen zich uit en het Deensche I olkething heeft
de voorloopige financieele wet voor het loopende
jaar met 68 tegen 25 stemmen verworpen. Alweer
een proefstuk voor Estrup, die er zich echter wel
weer door zal slaan, want dat heer regeert, desnoods
zonder volksvertegenwoordiging, despotieker dan een.
In dit opzicht kan Von Bismarck nog bij hem in de
leer gaan. Duitschland biedt ons thans weinig
nieuws, der vermelding waard. De kroonprius is
beterende, maar moet zich zeer in acht nemen en
de warme luchtstreken blijven genieten. De sociaal-
democraten Bebel en Liebknecht hebben verklaard,
dat de verslagen over het verhandelde op den te
St. Gallen gehoudeu partijdag van het begin tot
het einde verzonnen zijn. Een onpartijdig Zwitser,
die het congres bijwoonde, heeft aan de Baseler
Nachrichten geschreven, dat men op de vergadering
zeer tegen de revolutie was dat men verbetering
in de maatsehappelijke toestanden wenschte langs
geleidelijken weg dat men de stellingen der
anarchisten verwierp. De socialisten van Parijs en
omstreken hebben zich door middel van hun
voorzitter tot het best uur der partij in Duitschland
gewend. In een adres wijzen zij op de besluiten,
die zij te Eoubaix hebben genomen, als verbod
van den arbeid voor kinderen beneden 14 jaar
beperking van den arbeid van mannen en vrouwen
verbod van arbeid bij nacht, behaive in enkele
gevallen vaststelling van een minimum-loon.
De heer Gladstone heeft eene nieuwe campagne
geopend tegen de Eugelsche regeering en de liberale
unionisten, die haar steunen. Hij verklaarde zich
tegen de dwangwet en keurde in krachtige bewoor-
dingen de houding der regeering af. A GiDg echter
ook den »grand old man" als velen ten onzent, hij
zei wel hoe het niet moest, maar bleef in gebreke
den goeden weg van handelen aan te wijzen. De
ongeregeldheden in Londen duren voort en worden
vooral aangewakkerd door buitenlandsche anarchisten.
Toen de bijeenkomst der menigte op het Trafalgar-
square door de politie werd verijdeld, trok men
weder naar het Hydepark. De sprekers stonden op
een wagen, waarop een rood vaandel was geplant.
Later dreef de politie de menigte uiteen. De
rustige burgerij heeft genoeg van die oploopen, zoo
't schijnt, en dringt er bij de politie op aan, om
die meetings op straat te verbieden.
De Staats-Courant bevat een verslag over de
vleeschvergiftiging in Augustus 1887 te Middelburg
waargenomen, ontleend aan de desbetreffende iuge-
komen ambtsberichten. Het vleesch, dat de ziekte-
verschijnselen veroorzaakte, was ingevoerd van eene
koe, die den 26en te Heinkenszand, stervende aan
kalfziekte, uit nood geslacht was.
Dit vleesch was, volgens zeggen, te Heinkenszand
reeds bestemd voor de militairen. Het werd volgens
den commissaris van politie te Middelburg in den
nacht van den 27en op den 28en Augustus ont-
vangen door den slager, tevens leverancier van het
garnizoen, in wiens winkel toen ook vleesch voor
de militairen, door de voedingscommissie goedge-
keurd, voorhanden was. Het des nachts ingevoerde
vleesch werd echter eerst den volgenden morgen
door den stedelijken keurmeester onderzocht en,
volgens de aanteekening op zijn register, goedge-
keurd. De slager kon echter het bij de gemeente-
verordening voorgeschreven bewijs niet vertoonen.
De ziekteverschijnselen in casu kwamen het meest
overeen met die, welke eigen zijn aan vergiftiging
door ptomainen (lijkengift), orgauische alcaloiden,
welke zich bij het uit nood geslachte zieke dier
blijkbaar snel en in betrekkelijk groote hoeveel-
heid hebben ontwikkeld.
Deze ptomainen worden door verwarming niet
veranderd, waardoor zich laat verklaren dat het
vleesch en de soep, na uren gekookt te hebben,
hunne sc'nadelijke eigenschappen hadden behouden.
Daardoor wordt tevens duidelijk, waarom in dezen
niet aan georgauiseerde kiemen (parasieten, bacte-
rien) als oorzaak der ziekte kan gedacht worden.
Uit het op verzoek der regeering door den officier
van justitie te Middelburg ingesteld onderzoek is
niet gebleken, dat de slager Leynse desbewust be-
dorven vleesch heeft verkochtwel wordt hij ver-
dacht dat hij bedrog heeft gepleegd bij den verkoop
van vleesch aan het garnizoen, doordien hij in plaats
van het gekeurde vleesch, dat ten bewijze daarvan
met loodjes was voorzien, ander vleesch, waaraan
hij bedriegelijk diezelfde loodjes had weten te be-
vestigen, heeft geleverd en zoodoende het misdrijf
begaan bedoeld bij art. 329 van het Wetboek van
Strafrecht.
Door den officier van justitie wordt het onder
zoek in die rich ting voortgezet.
De briefschrijver uit de Hofstad van de
Midd. Ct. meldt, dat het laatste stadium van
behandeling der grondwetsherziening valt in zoo-
datiigen tijd van het jaar, dat de afkondiging van
de nieuwe grondwet zal kunnen plaats hebben op
een van die Novembe.rdagen, welke in het jaar 1813
eene zekere vermaardheid hebben verworven.
Het zal bijv. niet onmogelijk zijn daarvoor te
kiezen den 17 November, den dag, waarop in
evengenoemd jaar van Stirum's Oranjes-kokarde
weer voor het eerst na een tijd van verdrukking
op eene betere toekomst deed hopen. Uit die
oranjekleur op de borst van een der herstellers
van onze onafhankclijkheid, en spoedig daarna
ook op die van zijn volgelingen, straalde het licht
van een nieuwen dageraadzij was het voorteeken
van een herboren Nederland, op 30 November
bevestigd door de terugkorast op onzen bodem van
den Prins van Oranje, later Koning Willem I. Het
zou niet onwaardig zijn, een van die data te
PEUILLETON.
19) -
VA1 zijn wij gevangen, daarom zijn wij nog
niet verloren," sprak zij moedig. De wet zal ons
beschermen."
„De wet, tegen hem?"
„Dan zal Hubert ons bevrijden."
Hubert, hoe wilt ge tot hem komen
;/Op dezelfde wijze als hij tot ons kwam," ant-
woordde het moedige meisje. Ik ken den weg die
door het park naar den stroom voert, daar legt een
bootje en roeien kan ik."
De slotbewaarder trad het vertrek binnen.
„Ik moet u eerbiedig verzoeken mij te volgen,
mevrouw."
„Waarheen?" vroeg Elize.
wIk weet het niet, het is op bevel van Zijne
Hoogheid."
„Ik wensch hier te blijven."
,/Verschoon mij van strenge maatregelen te
gebruiken, mevrouw. Tegenstand zou hier niet
baten."
„Laat ons dan gaan."
„Ik ga met u Elize," sprak Sabine.
wZijne Hoogheid heeft het verboden luejuffrouw/
Sabine bedacht zich. „Goed ik zal hier
blijven."
bestemmen voor de afkondiging van de nieuwe
grondwet, die de grondslagen van ons in 1813
weer gevestigd zelfstandig volksbestaan moet ver-
sterken en verbeteren."
Wederom is door de Prins Hendrikstichting
te Egmond aan Zee eene circulaire de wereld in-
gezonden.
Twee en twintig oude, gebrekkige en behoeftige
zeelieden wachten nog
Wegens gemis aan een vast kapitaal, ofschoon
zij soms aanzienlijke giften mag oritvangen, moet
de vereeniging het moeilijk tijdperk van bestaan
en uitbreiding doorworstelen en slechts door telken
jare een beroep te doen op den weldadigheidszin
van het publiek, kan zij het evenwicht tusschen
ontvangsten en uitgaven bewaren.
Wij hopen van harte, dat hetgeen de heer J.
v. M. Jr. aan het slot van de thans verspreide
circulaire zegt, geen ijdele woorden zulleu blijken
te zijn.
,/Zestig oude zeerobben liggen thans kalm en
tevreden in de Prins Hendrikstichting voor anker,
maar... twee en twintig wachten nog met reik-
halzend verlangen totdat het tij gunstig is om er
binnen te loopen. Zoolang het ebbe is moeten zij
wachten, hopen en bidden dat de vloed komt. Zal
die komen ZekerDaarvoor zullen de Hollanders
zorgenieder hunner heeft zeemansbloed in de
aderen; ieder hunner heeft een gave over, klein
of groot, voor de kinderen der zee. Is dat
niet zoo?"
De sneltrein van den Centraalspoorweg werd
Vrijdagavond nabij Elburg plotseling tot staan
gebracht, doordat een der reizigers in de 3eklasse
gebruik had gemaakt van denoodrem. De conducteur,
een inspecteur en de stationschef van Elburg spoedden
zich naar den waggon waar het signaal gegeven
was. Het bleek dat de oorzaak gezocht moest
worden in eene oneenigheid over het sluiten van
een der raampjes. Een der passagiers had met
geweld zijnen wil willen doordrijven en den
anderen met een stok gedreigd, waardoor deze het
geraden vond van het noodsein gebruik te maken
ten einde hulp te verkrijgen.
De zaak zal nader onderzocht worden, ten einde
te kunnen uitmaken of dit geval behoort onder
degene waarvoor het werktuig is bestemd. De reis
werd voortgezet in gezelschap van een der beambten
de eigenaar van den stok liet intusschen verdere
bedreigingen varen.
De heer J. van 't Lindenhout, directeur der
Weezeuinrichting te Neerbosch, ontving uit de
Transvaal van den oud-wees Eink Pijpstra bericht,
dat hij met een tuinman die uit Holland is over-
gekomen, een groenteveld heeft aangelegd, en daarop
verschillende soorten groenten teelt en die verkoopt.
Wauneer deze velden vooruitgaandan twijfelt
Eink niet of hij en zijn metgezel zullen voortaan
Elize vertrok daarna met den slotbewaarder. Sabine
wachtte een uur op haar terugkomst. „Zij is dus
gevangen," sprak zij bij zich zelf, „maar ik nog
niet." Behoedzaam ging zij het zijvertrek binnen
en opende voorzichtig de deur die naar de geheime
wenteltrap voerde. Behaive haar en, Elize was die
toegang tot het park alleen aan den slotbewaarder
bekend, doch deze wist niet dat de meisjes den
uitgang kenden. Zij sloot de deur achter zich,
ging de trap af, ontsloot het kleine poortje dat in
het park uitkwam en bereikte onopgemerkt de
rivier. Aan den oever tusschen het lage hout
verscholen lag het bootje. Zij maakte het los,
roeide den stroom af en had in een korten tijd
den overkant bereikt. Daar sprong zij aan wal,
legde het schuitje vast, begaf zich onmiddellijk
naar de woning van den luitenant Von Willich, dien
zij? gelijk wij reeds vroeger verhaalden thuis vond,
en verhaalde hem't geen was voorgevallen.
„Gij moet Elize redden, Hubert."
De officier bedacht zich een oogenblik.
„Kunt ge mij bij den Prins brengen, Sabine?"
„Opdat gij hem spreken kunt?"
„Ja. Vrijwillig zal hij me niet ontvangen en
met geweld kan ik niet tot hem doordringen."
„Ik zal u tot hem voeren."
,/Laat ons dan gaan."
ffEerst, nog een vraag, Hubert. Wat hebt gij
heden met den Prins gehad?"
yHij heeft mij beleedigd, doodelijk beleedigd.
Waarmee zal ik u vertellen wauneer ik mij voldoening
heb verschaft."
,/En die voldoening wilt ge nu gaan vorderen
,/Yorderen en nemen."
„En Elize?"
„Laat ons thans vertrekken." Hij gespte zijn
sabel om en bevestigde al zijn ridderorden op zijn
uniform. Daarna vertrokken zij. Zij namen
denzelfden weg dien Sabine gekomen was en vonden
het schuitje nog op dezelfde plaats.
,/Mijn vlucht is alzoo niet ontdekt."
/r,Toch moeten wij op alles voorbereid zijn."
Voor zij in het vaartuigje stapten, ging de luitenant
You Willich een eind stroomafwaarts langs den
oever tot aan den steiger bij het veer. Daar klapte
hij driemalen in de handen en onmiddellijk kwam
de oude veerschipper, Urner, uit zijn liuisje. Hij
herkende den officier, maakte zijn schuitje los en
roeide naar de overzijde om den heer Von Willich
op te nemen. Doch dit was de bedoeling van
den luitenant niet.
„Ik zal wel naar het Inselpark gaan
Urner, maar niet met u, doch gij moet mij
met uw bootje volgen en op mij wachten tot
ik terugkom. En ben ik na een uur niet
terug dan weet ge waar ik gebleven ben
gij gaat dan naar den Eegeeringsraad Helfensteiu
en deelt hem mede waar men mij zoeken moet."
rfWat zijt ge van plan jonker?" vroeg de
oude Urner.
„De Prins heeft mij heden voor het front der
troepen beleedigd."
,/De Prins, u beleedigd?"
Doodelijk beleedigd."
„En thans gaat ge voldoening vorderen?"
ffMag ik, uw oude oppasser met u gaan Niet
om u te helpen want ik weet dat gij mans ge
noeg zijt om u met alle Prinsen van de wereld te
meten, mits ze eerlijk zijn. Maar daar zit T hem.
Laat ik u volgen, jonker. Ik ben een oud eerlijk
soldaat en weet wat de eer vordert, doch daar hij,
daar giuds in het slot dit soms niet mocht weten,
zou het niet kwaad zijn dat ik met u medeging."
#Ik moet alleen gaan, Urner. Kom ik niet
terug, dan zult gij getuigen dat uw oude kameraad
voor zijn eer viel."
De luitenant keerde daarna tot Sabini terug en
roeide met haar naar het Inselpark. De oude
schipper volgde hen op eenigen afstand.
HOOEDSTUK IX
Ter hoogte van het park gekomen voerde de
officier het bootje naar den oever, sprong met
Sabine aan wal en legde het schuitje vast, 't Was
reeds avond geworden en diepe duisternis heerschte
in den tuin. Sabine geleidde den luitenant naar
het poortje waardoor zij het slot verlaten had, ging
hem voor de trap op naar de torenkamer en voerde
hem daar binnen. Zij ontmoetten niemand en
TER IE11ZEISCHE COIfRAMT
,/Ja."