Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen. No. 2339. Zaterdag 15 October 188? 27e Jaargang. Binnenland. feuilleton. VERKOCHT iBONNEMENT: Voor Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,— Franco per post Nederland f 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven bushouders. ADVERTENTllN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaartot veel verminderden prijs. nil blad versehijnt Dinsdas- en Vrljdagavoud btj den nttgever P. VAN »E 8 A N E te Ter Nenzen. Bij deze courant belioort een bijvoegsel. folitieU Overzicht. De bericbten omtrent den toestand van den Duitschen kroonprins, die zich, zooals men wee thans te Baveno aan het Maggioremeer bevindt, luiden zeer tegenstrijdig. Enkele bladen beweren dat alles naar wensch gaatandere benchtgevers verzekereu dat hij zijne stem geheel kwijt is, dat er nieuwe gezwellen in zijn keel ontstaan en dat hii aan koorts en slapeloosheid lijdt. Be gezondheids- toestand van den krankzinnigen Komng Lodewijk van Beieren moet ook veel te wenschen overlaten, zoozelfs dat zijn einde weldra tegemoet gezien zou kunnen worden. De Ieren blijven bij hun besluit om zich met hand en tand te verzetten tegen de dwangwet van het ministerie-Salisbury en zij voeren dit uit. lp verschillende plaatsen zijn Zondag talrijke bijeen- komsten gehouden en de Land-liga, ofschoon deze door de wet verboden zijn en Maandag bevatten de bladen te Cork van Dublin daarvan de vers agen, ofschoon ook dit onder de door de wet verboden zaken wordt gerangschikt. De regeenng is nu van plan daartegen nieuwe en ernstige maatregelen te nemen en heeft troepen afgezonden om de iersche garnizoenen te versterken. Men zal moeten afwachten of daardoor het verlangde doel bereikt zal worden. Evencoed als Ierland heeft ook Rusland zijne a»rarische kwestie. In sommige streken heerscht onder de boeren het stellige geloof, dat de Gzaar- bevrijder, Alexander II, niet alleen hun van de liifeigenschap outheven, maar ook de goederen der adellijke heeren gegeven heeft, welke nochtans door deze wederrechtelijk werden behouden. Dat de grondbezitters en hunne rentmeesters in deze streken eeen aangenaam leven leideu is te begnjpen en de Russische rechtbanken kunnen het getuigen. Au juist zijn weer dertig boeren uit het district Inssars, gouvernement Pensa, veroordeeld 14 tot de strop, de anderen tot verschillende andere straffen, wegens moord op den rentmeester van eenen landheer. Zij haddeu in eene met dat doel belegde vergadering tot zijnen dood besloten en alien tot den moord medegewerkt. Maar zelfs het harde vonms over hen uitgesproken zal de overtuigmg met aan het wankelen brengen van de anderen, dat de grond- eifenaars hun feitelijk onthouden, wat hun toekomt. °De Russische Czaar zal waarschijnlijk einde dezer week naar zijn hoofdstad terugkeeren en men ver- wacht, dat dan de Bulgaarsche kwestie weder op het tapijt zal komen. Inmiddels hebben te Sofia en elders de verkiezingen voor de nieuwe Kainer plaats gehad. Schier overal bleef daarbij de orde ongestoord en werd door de aanhangers der tegen- woordige regeering de overwinmng behaald. loen te Sofia bekend werd dat Stambulow, Stranskv Pochew en Nidelkow waren gekozentrok de menigte, begeleid door militaire muziek, naar het huis van den eersteu Minister en vervolgeus naar het paleis van Ferdinand, om hun ovaties te brengen. Te Rahowa werd Zankow gekozen. Volgens een telegram uit Boekarest onthield de oppositie zich van deelneeming aan de verkiezingen en zijn de hoofden der partij van Radoslavoil den dag voor de verkiezingen in hechtenis genomen. De Koning van Griekenland, die op zijn reis van Kopenhagen naar Athene eenige dagen te Weenen vertoefde, is onverwacht vertrokken, naar men zegt op de ontvangst van een depeche, die hem onverwijld naar zijn hoofdstad opontbood. Het Servische Koningspaar had te Baden een officieele ontmoeting, zoo het heet om weer verzoend te raken. Nathali gaat echter vooreerst de echtelijke woning niet weer opzoeken, voorloopig vestigt zij haar verblijf te Florence, en de Serviers zien hun Koningin in elk geval niet voor de lente in Belgrado terug. De Fransche bladen zijn vol over eene vreemde geschiedenis, die inderdaad het belangwekkendste feit van den dag is en een zonderling licht doet vallen op personen en toestanden in de 1 ransche republiek. Generaal Caffarell was nog voor eenige dagen onderchef van den generalen staf van het departement van oorlog. Thans is hij uit zijne betrekking ontslagen en wegens ophchtenj in hechtenis genomeu. Hij heeft volgens sommige bladen een waren handel gedreven in ridderkruizen van het Legioen van eer, welke hij voor 2.)000, ja tot 50000 francs toe verkocht. De omstandig- heden, die tot deze ontdekking en zijne arrestatie aanleiding gaven, zijn de volgende: De politie ontving reeds voor eenigen tijd bericht, dat zekere madame Limouzin, die in nauwe betrekking stond tot hooggeplaatste staatkundige en militaire personen en de maitresse was geweest van eenen oud-Minister van Oorlog, het Legioen van eer te koop aanbood. Een politie-agent, zich voordoende als belust op het ridderlint, werd op haar afgezonden. Hij werd beleefd ontvangen en na eenige omwegen gebracht naar het ministerie van oorlog, bij generaal Caffarell. Deze ontving hem zeer vriendelijk en beloofde dat hij alles zou doen om ziju wensch te vervullen. De agent ging daarmede heen, de politie begaf zich naar mad. Limouzin, nam hare papieren in beslag en ontdekte zoo de geheele zaak, die een aantal personen compromitteert. Zelfs generaal Boulanger zou in de zaak betrokken zijn. Cafferell werd Vrijdagavond vlak voor zijne woning in hechtenis genomen. De Tweede Kamer heeft gisteren goedgekeurd de wijzigingen in Hoofdstuk II der Grondwet (van den Koning.) Het ontwerp tot wijziging van de eerste afdee- ing an dit hoofdstuk (Troonopvolging), veivvierf 64 tegen 20 stemmen, dat tot verandering van de afdeelingen 2, 3, 4 en 5, verkreeg 68 tegen 16 stemmen en dat tot verandering van de 6e en 7e afdeeling eveneens 68 tegen 16 stemmen. Daarna zijn aangevangen de beraadslagingen over de wijziging van het Derde Hoofdstuk (van de Staten-Generaal.) Het N. v. d. D. ontving eene schriftelijke wederlegging van den heer Fonson van het uit de Maasbode overgenomen artikeltje betreffende de aanbesteding van 6700 helmhoeden voor het Indisch leger. Om der onpartijdigheid wille neemthetN. v. d. D. daaruit de volgende beschouwingen over Deze helmhoeden, welke Fonson aanbiedt te leveren voor ,20, zijn niet meer dezelfden als de vroeger 10,000 geleverden voor 5,50. Men heeft ongelijk op Fonson's hoedanigheid van vreemdeling te wijzen, vermits hij zich ernstig in Nederlaud vestigen wil, waar hij Nederlandsche werklieden bezigt, terwijl de grootste Nederlandsche aannemers, zooals hij aanbiedt te bewijzen, het meerendeel der equipementen uit den vreemde gaan halen, zoodat de nationale nijverheid daarbij niets gebaat is. Dezelfde aannemer, die thans eene actie tegen hem instelt, moest zijne hulp inroepen om met eene levering van 30,000 hoeden bijtijds klaar te komen. Ten gevolge van een verdrag, moest dat „fabriekje" van Rozendaal, door Fonson opgesteld, binnen drie maanden circa 30,000 hoed—garnituren gereed maken, terwijl de groote werkhuizen van Nederland niet in staat ziju om 500 garnituren in acht maanden tijds af te maken, ofschoon zij zich bovendien tot andere Belgische fabrikanten gericht hadden. Men vergete niet dat hij te Rozendaal met Nederlandsche werkkrachten arbeidt, zoodat hij eer aanmoediging verwachten mocht." Dr. J. M. Smit te Apeldoorn heeft zich tot den Koning gewend met verzoek het besluit van den gemeenteraad, waarbij hij werd ontslagen te vernietigen, daar het in strijd is met art. 153 der gemeentewet. De woorden van 't besluit van den raad ,,het optreden van den leeraar en gemeente-ambtenaar Dr. J. M. Smit als politiek agitator is met zijne roeping als leeraar niet overeen te brengen en nadeelig voor de school, waaraan hij is verbonden," acht hij een krenking in zijne rechten als staats- burger. Optredend in openbare vergaderingen, is hij steeds gebleven binnen de perken der wet. Hij heeft niminer aanleiding gegeven, noch tot strafrechtelijke vervolging, noch tot toepassing van art. 8 der wet op het middelbaar onderwijs, waarbij aan Z. M. de macht wordt gegeven, om de be- voegdheid tot het geven van onderwijs te outzeggen o. a. aan hem, die „leeringen verspreidt strijdig met de goede zeden of aansporende tot ongehoor- zaamheid aan de wetten des lands." Wat de raad noemt optreden als politiek agitator" bestaat dus in de uitoefening van het hem bij art. 10 der Grondwet gewaarborgde recht van vergadering. Te zijnen opzichte is dit recht dus beperkt, terwijl volgens de 2e alinea van art. 10 der Grondwet dat recht alleen kan worden geregeld en beperkt door de wet, en de wet tot regeling en beperking van het recht van vereeniging en vergadering geenerlei regeling noch beperking hoegenaamd van dat recht inhoudt ten aanzien van leeraren en gemeente-ambtenaren. De werkzaamheden aan den inlaagdijk te Ellewoutsdijk zijn afgeloopen het werk is op tijd voltooid. Ook de verhooging van den zeewerenden dijk in het waterschap is thans voltooid, waardoor die dijk over eene lengte van 1050 M. thans eene hoogte heeft van 5£ M. boven A.P. en 3^ M. ruim boven hoogwatervoorzeker eene hoogte waar- achter men zich veilig mag achten. Van Terschelling wordt dd. 11 October gemeld In den morgen van heden straudde, bij het strand van Formerum, de Engelsche vischkotter Louise No. 551 Yarmouth, kapt. James Jacman. Daar volgens het verhaal van den kapitein het schip ge- broken was en het volk, zijnde vijf man, zich in het want hadden vastgebonden, sprong hij met eene reddingsboei over boord, om zwemmende het strand te bereiken en zoo doende hulp voor de achterge- blevenen te gaan zoeken. Die stoute tocht gelukte hem, en toen het gerucht zich verbreidde dat er een schip gestrand was, begaf de reddingsboot van het station Midsland zich naar het strand. Dicht daarbij gekomen, werd men geen schip meer gewaar en moest de reddingsboot onverrichter zake terug keeren. Eenigen tijd daarna werden aan het strand ge- vonden twee lijken van schepelingen, die aan eene ra waren vastgebonden. Beide lijken, die naar het Surieper lijkenhuis werden gevoerd om daar ge- schouwd te worden, werden door den kapitein her- kend als het lijk van zijnen gewezen stuurman en van een der bemanning. De kotter is zeer waar schijnlijk weg, en dan zijn er nog drie man meer in de golven omgekomen, waaronder ook de broeder van den kapitein. Dinsdag en Woensdag hebben hevige stormen gewoed langs onze kusten. Tusschen Terschelling en Ameland is een mastelooze kotter voor anker gekomen. De Deensche driemastschoener Valdemar, kapt. Praager, van Louden naar Kopenhagen, heeft averij bekomen en werd met de sleepboot in de haven gebracht. In de nabijheid van den Eendrachtpolder op Texel is een tjalk, uit Makkum afkomstig, die met een lading schelpen voor anker lag, lek geworden en gezonken. De bemanning wist zich te redden. ffDat is volkomen waar, overste,' merkte diens adjudant aan, maar voor hetgeen daarna vol gen zal durf ik niet iustaan. „En dat zal zijn denkt u?" on Willich is een man van eer. Hij zal zelf zijn ontslag vragen, misschien heden nog, en dan zal hij zich voldoening weten te verschaffen. //Laat ons dit punt laten rusten, mijne heeren, ik wil volstrekt niet meewerken om den luitenant Von Willich de weinige levensdagen welke hem misschien nog resten, te verkorten. Daarmee dankte de overste de officieren af en felastte zijn adjudant den luitenant A on illich te gaan zeggen, dat deze voorloopig kamerarrest had, onder bijvoeging dat hij met het oog op zijn ge- zondheid dagelijks een wandeling kon gaan maken, doch niet zoolang de Prins nog in de stad was. De adjudant bracht de order over. Hij vond den luitenant Von Willich aan zijn lessenaar gezeten, bezig met schrijven. ,/Permitteer me een oogenblik en zet u, aluus wendde hij zich tot den adjudant. Daarna schreef hij verder, stond na eenige miuuten op en overhandigde den officier het ge- schrevene. ,/Mijn aanvraag om ontslag. Mag ik u beleefd verzoeken, deze den oversie ter hand te stellen De adjudant stak het stuk bij zich. „Geloof me, waarde kameraad, wij betreuren alien het voorgevallene. Ik erken, ge kunt niet anders handelen; gij zijt door een man beleedigd van wien ge geen voldoening kunt eischen. Laat ik u echter, namens al de kameraden, de verzekering geven onzer voortdurende hoogachting.' „Ik dank u en verzoek mijn erkentelijkheid, aan mijne krijgsmakkers over te brengen." De adjudant vertrok. „Dat was het eerste afscheid," sprak de luitenant Von Willich, terwijl hij in gedachten zijn kamer, thans zijn gevangenis, op en neer liep. 't Is wel hard een carriere zoo schitterend begonnen te moeten vaarwel zeggen om een bloot vooroordeel. Doch kom, nu het tweede afscheid. Van wie zal het zijn? Hij begaf zich weer naar zijn schrijftafel, doch stond besluiteloos. Een dienstmeisje trad binnen met de boodschap, dat er twee dames waren om den luitenant te spreken. „Laat de dames binnenkomen," zeide hij kalm, Marianne trad, geleid door mevrouw Helfenstein het vertrek binnen. Zij was doodsbleek en beefde zoo hevig, dat zij steun zocht bij haar geleidster. Marianneriep hij en trad haar wankelend te gemoet. In dien enkelen kreet weerklonk een naamloos leed. /Marianne," herhaalde hij, nam hare beide handen en voerdde het meisje naar een sopha. 't Was als zou zij het bewustzijn verliezen en mevrouw Helfenstein moest zich naast haar neer- zetten. Spoedig evenwel herstelde zij zich en zeide met zwakke stem. ffGij hebt mij iets te zeggeu, Hubert." ,/Ja, Marianne, en ik dank u, dat ge mij tege moet komt, dat maakt 't mij gemakkelijker. Hoe pijnlijk moet het u getroffen hebben Mevrouw Helfenstein stond op, doch Marianne verzocht haar te blijven. ,/Blijf gerust, mevrouw, verzocht ook de luitenant Von Willich, u kunt gerust getuige zijn van ons gesprek en zult daaruit den troost kunnen putten, dien dit edele meisje dat uw steun niet kan ont- beren, later zoo zeer zal behoeven." ifJa, Marianne, dus richtte hij zich weder tot haar, ik heb u veel te zeggen. En wat ik u moet mededeelen drukt mij misschien nog zwaarder dan het u treffen zal. Gij zult den slag te boven komen, ik niet meer. Mijn leven is vergiftigd en door de schuld van anderen en door eigen toedoen. God geve dat uw edel hart niet door mijne schuld gebroken is. Doch laat ik verder gaan en u mijne geschiedenis verhalen. Ik lag tengevolge van mijn bekomen wonden in een ijlende koorts en werd allerliefderijkst verpleegd. Zij, die aan mijn sponde zat was nog een kind ik niet veel meer dan een knaap. Toch sloop de liefde ongemerkt ons hart binnen en bemindeu wij elkaar zdo, als men slechts eenmaal in zijn leven bemint. Later dacht ik, dat ik die liefde in mijn boezem kon smoren, uit mijn hart kon bannen, doch een mensch kan zich het hart niet straffeloos uit den boezem rukken. 't Was ons onmogelijk wij konden elkander niet vergeten. Zij is het offer geworden van vreemdeu, ik Doch laat ik eerst verder vertellen. Wij verloofden ons. Eene scheiding van eenige jaren had onze liefde versterkt, ons nauwer verbonden. Toen verkocht, ja verkocht de moeder van mijn verloofde haar eigen kind aan een adellijk heer, aan een Prins. Zij, ja, zij liet zich verkoopen. Helaas 1 ook zij was ijdel en een oogenblik zwak. Doch dat eene zwakke oogenblik is haar tot eene levenslange kwelling geworden. Zij leeft thans als een vorstin, omgeven door pracht en weelde; doch neen zij leeft eigenlijk niet, het is geen leven te noemen. Haar moeder schreef mij hetgeen gebeurd waszij zelf schreef er dezen enkelen regel bij ,/Zoek een ander hart, dat u trouwer lief heeft." Ik zocht er niet naar doch ik ontmoette u, mijn trouwe Marianne. In mijn hart was een diepe wonde geslagen en ik dacht dat uwe edele onbaatzuchtige liefde die zou kunnen heelen. Doch ik kon mijn eerste liefde niet vergeten. Spoedig bleek het dat ook gij mij niet vergeten kondt en ik moest dus onze verbintenis verbreken. Ik was naar hier overgeplaatst, doch als vervolgde mij het noodlot, bijua gelijktijdig was ook zij hier aangekomen. Ik wilde weer overplaatsing verzoeken, ook om harentwille, maar COIR A NT.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1887 | | pagina 1