Brimn nit 'tHaaije.
Landbouvvberichten.
Gemen^de berichten.
Telegrafische berichten.
afzonderlijk genummerd perceel, n°. 23. De in-
breker is daama uaar den zolder gegaan en heeft
zich over het dak begeven naar de woning van
genoemde dame, die uit de stad was. De dienst-
boden waren echter in huis en eene harer heeft in
het holle van den nacht alles gehoord. Zij was
echter dermate verschrikt, dat zij haar kameraac
niet durfde wekken. Zij hoorde den nachtelijken
bezoeker door het geheele huis gaan; eerst later,
toen het onraad scheen geweken, waagden de dienst-
boden zich aan een onderzoek en het bleek daarbij
dat de inbreker het dienstbodenvertrek uit voorzorg
had afgesloten. Yermoedelijk niets van zijne gading
vindende, heeft de dief alleen eene kleine werk-
doos van eene der dienstboden meegenomen en
zich langs denzelfden weg, dien hij bij zijne komst
had gekozen, verder begeven. Over het dak van
het huis n°. 25, van baron v. D. v. W., bereikte
hij het dak vau n°. 27, de woning van Jhr. Q.
v. U. Hij glipte daar door een dakvenster op de
zolderverdieping en vond eenige kleedingstukken,
die waren opge'nangen om te worden schoongemaakt.
Met dezen buit sloop hij weder door het dakraam
en bereikte over de perceelen 25 en 23 weder het
ledige huis n°. 21, waaruit hij vervolgens door de
gebroken ruit in het onderhuis schijnt te zijn ont-
komen. De politie doet tot hiertoe te vergeefs
pogingen om den brutalen inbreker op het spoor
te komen.
TER NEUZEN, 11 October 1887.
Zaterdag had de officieele proeftocht plaats
der provinciale stoomboot Walchereu", zooals be-
kend is gebouwd op de werf der maatschappij vde
Schelde" te Vlissingen. Het schoone vaartuig
arriveerde alhier omstreeks een uur. Behalve de
Commissaris des Konings hadden eenige leden en
de Griffier der Gedeputeerde Staten onzer provincie,
de burgemeester van Vlissingen, de inspecteur van
het Nederlandsch loodswezeu aldaar, de directeur
van den provincialen stoombootdienst en de directeur
en ingenieurs der maatschappij »de Schelde" den
tocht medegemaakt. Het is gebleken dat het schip
bij goed tij in 3 en bij tegenstroom in 5 kwartier
van hier naar Vlissingen loopt. Geheel van staal
vervaardigd heeft het vaartuig eene lengte van 41,15
M. en eene breedte van 6,10 M. Het is voorzien
van voor- en achterroer, stoomstuurinrichting, stoom-
ankerspil en ook stoomverwarming in voor- en
achterkajuit, alsmede electrische verlichting.
Nadat de reizigers in het Nederlandsch loge-
ment alhier het middagmaal hadden gebruikt keerden
zij omstreeks half vier naar Vlissingen terug. Het
stoomschip is hierna aan de provincie afgeleverd.
Heden ochtend vroeg werd alhier uit de haven
bij den oostbeer het lijk opgehaald van een Bel-
gisch meisje, naar gissing 20 a 25 jaar oud.
Gisteren leurde zij nog in de stad met blauwsel
zij was zeer schamel gekleed en waarschijnlijk
afkomstig uit Lokeren. Uit alle bizonderheden
blijkt, dat zij door de duisternis misleid te water
is geraakt. Het lijk is naar het daarvoor bestemd
huisje op de begraafplaats vervoerd.
Akten-examens in Zeeland Toegelaten
o. a. de heeren F. Boon, van Zaamslag, en P. J.
Kousemaker, van Groede, en mej. G. C. Duijvestein,
vau Zaamslag.
Benoemd tot surnumerair der belaslingen
o. a. de heer P. Lucieer van Groede.
ciinjre. Ten gevolge van het overlijden van
den heer P. Vercauteren, in leven dijkgraaf van
den polder Clinge, vergaderden heden de ingelanden
van dien polder tot benoeming van een dijkgraaf.
Als zoodanig werd gekozen de heer L. van Waes-
berghe—Janssens te Hulst.
Breskens, 10 October. De heer B. M. Mantz,
predikant bij de Ilervormde gemeente alhier, heeft een
beroep ontvangen naar die gemeente te Cats (Noord-
Beveland.)
,/Luitenant," zeide de Prins schijnbaar kalm.
De luitenant Von Willich schrikte op. Weer
ontmoetten zijne oogen die van den Prins welke
gestreng op hem gevestigd waren. Daar stond de
man voor hem, die hem zijn levensgeluk, alles
ontnomen had wat waarde voor hem had en daar-
mede nog twee menschenlevens had vernietigd;
dat van de arme vrouw in het Inselpark, dat van
het bleeke meisje onder de toeschouwers. En
dien man zou hij groeten! Hij hield zijn sabel
niet opwaartseen doodelijke haat blikte uit
zijn oogen. Hij wijgerde het saluut. Overal heerschte
een doodsche stilte.
Niemand verroerde zich.
De Prins keerde zich tot den commandeerenden
generaal, die achter hem stond.
„Hoe heet die officier?" vroeg hij volkomen
bedaard.
^Luitenant Von Willich, uwe Hoogheid."
,/Meld dien krijgsman zijn ontslag. Ik ben
overtuigd, dat Zijne Majesteit, wanneer hem het
gebeurde is medegedeeld, zulke mannen den
naam van officier verdient deze man niet niet
meer in de gelederen zal dulden."
De Prins reed verder, gevolgd door zijn staf.
De luitenant Von Willich wankelde in den zadel
een huzaar moest hem ondersteunen.
De Prins had overluid gesproken zoodat ieder-
een hem verstaan had, ook Marianne, die bewuste-
loos in de armen van mevrouw Helfenstein neerzeeg.
Na afloop van de parade was den luitenant Von
Willich kamerarrest opgelegd doch zonder zijn
eerewoord te vorderen.
Onstburg. De schuur van den moleuaar A. de
Hullu, te Cadzand, brandde Zaterdagmorgen geheel
af, benevens een daaraan grenzend varkenshok.
De granen, die er in geborgen waren, werden
een prooi der vlammen. De schade bedraagt
f 1800.
De oorzaak is onbekend, hoewel aan kwaad-
willigheid niet gedacht kan worden.
Borssele. Toen jl. Zaterdagavond twee knechts
van den landbouwer J. Bruiuooge met hunne paarden
vau het land huiswaarts keerden, wilde een knaapje
van acht jaar hoogstwaarsehijnlijk een eind mede
rijden op de slede, welke door het eerste tuig paarden
getrokken werd. Om zijn doel te bereikeu, liep
hij dicht langs het tweede span. Een der paarden,
daardoor verschrikt, gaf hem zulk een geduchten
slag tegen het hoofd, dat hij een eind werd weg-
geslingerd en geruimen tijd bewusteloos bleef. Eerst
na vele pogingen gelukte het, hem weder tot be-
wustzijn te brengen. Onmiddellijk werd genees-
kundige hulp ingeroepen. Ofschoou deerlijk aan
het gelaat gehavend, schijnt de toestand van den
knaap bevredigend te zijn.
's Grave ullage, 11 Oct. Tweede Kamer. Inge-
komen zijn de ontwerpen op den zout-accijus en
de wijzigingen in verband met de nieuwe straf-
wetgeving.
Het algemeen debat over de grondwetsherziening
in tweede lezing is aangevangen. De heeren Ver-
meulen, Euijsch en Van Baar hielden de bezwaren
tegen de herzieniug volde heer Wassenaar ver-
klaarde voor de Reform-bill en de additionn. artt.
te zullen stemmen. De heer Van der Feltz con-
stateerde, dat als de anti-revolutionaire partij alleen
die hoofdstukken wilde aannemen, de liberalen zich
hunne stem over de additionn. artt. zullen voor-
behouden. Tegen dit dreigement kwam de heer
Lohman op. De heer Vau Houten verklaarde,
ditmaal voor het hoofdstuk troonsopvolging te zullen
stemmen. De heer Donner betreurde het, dat
hoofdstuk godsdienst ongewijzigd bleef. De Minister
Heemskerk verdedigde de voorstellen als een onver-
breekbaar geheel.
Morgen voortzetting.
RECHTSZAKEN.
Arrondisseineuts-rechtbank te Middelburg.
De rechtbank heeft in hare zitting van 11 Oct.
de volgende vonnissen uitgesproken
G. J. L., oud 11 j., zonder beroep, wonende te
Ter Neuzen, is wegens straatschenderij veroordeeld
tot f 1 boete of 1 dag hechtenis.
W. M. W., oud 11 j., zonder beroep, wonende
te Ter Neuzen, is wegens straatschenderij veroord.
tot f 1 boete of 1 dag hechtenis.
P. de B., oud 24 j., klompenmaker, wonende
te Graauw, is wegens mishaudeling veroord. tot
1 maand hechtenis.
A. M. M., oud 22 j., molenaar te Hulst, is
wegens mishandeling en beleediging veroord. tot
/16 boete of 8 dagen hechtenis.
L. de F., oud 25 j., te Ter Neuzen, is wegens
bedrog veroord. tot 6 maanden hechtenis.
L. H., oud 41 j., werkman te Ter Neuzen, is
wegens mishandeling veroord. tot f 16 boete of
8 dagen hechtenis.
Gedurende de verledene week was de midden-
prijs van het vette vee op de voornaamste markten
van Belgie als volgt
Ossen 58 centimeu tot fr. 0,90; stieren, koeien
en runderen 55 tot 76 centimenalles berekend per
kilo levend gewicht.
Kalveren 65 centimen tot fr. 1,15; vette varkens
fr. 0,88 tot fr. 0,96.
Voor vlas werd per 3 kilo besteed te Aalst
fr. 3,00 tot fr. 3,70; Mechelen fr. 3,86; Ware-
gem fr. 2,88 tot fr. 3,15; Thielt fr. 3,50; Deinze
fr. 3,50 tot fr. 4,75; St. Nicolaas fr. 3,36 en te
Brugge fr. 4,80.
o
Men schrijft uit Etten en Leur, dd. 7 October
Had jl. Zondag de groote slag van Sedan plaats,
(de belhamels wonen voor een groot deel op het
Moleneind, door henzelven Duitschland genoemd,
vandaar die benaming van dit bloedige treffen.)
tfMijne heerenzeide de overste tot de officieren
die hij had doen bijeenkomen, „,gaarne geef ik de
verklaring dat de luitenant Von Willich een uit-
stekend officier is, die het korps tot eer verstrekt.
Hetgeen van morgen is voorgevallen schijnt mij
een veete van privaten aard en ik geloof niet dat
Zijne Majesteit daarvoor een zoo degelijk en kundig
officier zijn ontslag zal geven. Maar de Prins heeft
over 't front van den troep hoogst beleedigende
uitdrukkingen tegen den luitenant Von Willich
gebezigd en dat maakl de zaak, in mijn oog al-
thans, leelijker. Dat was eene beleediging die
alleen door de wapenen kan worden uitgewischt,
maar een Vorstenzoon kan men zoo maar niet
uitdagen. Bovendien kan een luitenant van zijn
regiments commandant geen voldoening vorderen.
Er blijft hem dus niet anders over dan zijn ontslag
te nemen."
(Wordt vervolgd.)
Woensdagavond werd nog een weinig nageklopt.
Thans was het onder de Ettenaars onderliug. Een
hunner kreeg een schampschot vau zijn partijgeuoot
van Zondag; gelukkig bleef het hierbij.
Dat met deze dagen geen dooden gevallen zijn,
is te verwonderen, daar volgens eigen verklaringen
der geneeskundigen de wonden weinig dieper hadden
moeten zijn, om levensgevaar te veroorzaken. Een
der zwaarst gewonden is thans langzaam aan de
beterhand; door groot bloedverlies was hij zoo zwak,
dat men in het begin voor zijn leven vreesde.
Overigens zijn velen niet in staat om te werken.
In de herberg van E. in het Leursche straatje
is alles kort en klein geslagen. De schade, hier
aangebracht, is niet gering. Slechts enkele Leureuaars
moeten binnen geweest zijn, toen men het licht
uitgooide en het gevecht op zijn hevigst was. Een
der getroffenen, half lam geslagen, getrapt en ge-
stoken, die nauwelijks meer loopen kon, werd ten
overvloede wegens dronkenschap bekeurd. Er is
beestachtig gehandeld. Overigens werden er ook
tragi—comische scenes afgespeeld. 's Avonds, na
afloop van het gevecht, kwam een opgewonden boer
uit Etten geheel alleen een herberg bij het spoor
binnen, die hij verlaten waande, met den uitroep:
Waar zijn de Ijeurenaars?" Maar hij was geen
drie huizen daar vandaan, of hem waren reeds
zooveel slagen toegediend, dat hij door het veld
trachtte te ontkomen. Gedurende het gevecht in
de herberg van E. moeten eenigen zich verborgen
hebben onder het biljart, in het buffet en in
de schouw.
Dat de wegen in het geheel niet veilig waren,
blijkt hieruit, dat Dinsdag een persoon even buiten
het dorp op de vlucht moest gaan.
Ook aan de kanten vau Hoeven en Sprunnel
moet men Zondag later in den avond danig huis
gehouden hebben. Er kwatnen zelfs personen achter
de heggen uitgesprougen, om hun slachtoffer goed
en onverwachts te kunnen treffen.
De marechaussees stelden een onderzoek in
hetgeen naar men algemeen hoopt, aanleiding zal
geven tot strenge vervolging der daders, die thans
nog op vrije voeten zijn. Met het oog op de
kermis te Leur, die Zondag aanvangt, en den
revanchelust, die Leur bezielt, zou een versterking
der politie niet overbodig zijn.
Zaterdagmiddag vervoegde zich een persoon
aan een perceel op het Eokin te Amsterdam, voor-
gevende loodgieter te zijn en gezonden te worden
door den pastoor der Boomskerk, met verzoek naar
een lek in het looden dak der kerk te mogen zien,
't welk voor het dak van dat perceel beter was te
bereiken. Het verzoek werd toegestaan, doch men
scheen de zaak niet erg te vertrouwen. Ten miuste
men won inlichtingen aan genoemde kerk in en
vernam daar, dat van een lek aan het dak en bet
gedane verzoek niets bekend was.
Intusschen was de man op het dak der kerk
bezig geweest en had reeds een zak met lood gevuld,
waarmede hij zich, naar het scheen, dacht te ver-
wijderen. Hij merkte evenwel spoedig, dat er onraad
was, want toen hij met zijne buit dacht heen te
gaan, vond hij de deur gesloten. Hij begaf zich
toen weer naar boven, klom van het dak waarop
hij zich bevond op het achterliggende van een perceel
in de Kalverstraat.
Is toen op een binnenplaats van dit laatste perceel
gekomen, bij welks bewoners hij voorgaf van het
dak te zijn gevallen, met het autwoord op de be-
langstellenden vraag of hij zich niet bezeerd had,"
dat dit nog al ging.
Men heeft den slimmerd toen deftig in de Kal
verstraat uitgelaten en is verdwenen zonder een
spoor achter te la ten.
Onder grooten toevloed van belangstellenden,
had Vrijdagavond te Nijmegen een tweede proefrit
met het stoomrijtuig „Noviomagam" op de grind-
wegen plaats. Door den uitvinder van dat rijtuig,
den heer P. van Rijn, waren eenige ingenieurs en
andere deskundigen uitgenoodigd de proefneming
bij te wonen.
Ofschoou geen bepaald oordeel door de deskundigen
werd uitgesproken, daar zij liever de „Noviomagum"
eens op den langen weg wilden zien beproeven,
keerden zij toch zeer voldaan huiswaarts.
Naar wij vernemen, heeft de heer Van Rijn
bereids uit Oost-Indie aanzoek ontvangen tot
overzending van zijn stoomrijtuig, ten einde de
bruikbaarheid voor het vervoer op den gewouen
weg te kunnen beproeven.
In den nacht van Woensdag op Donderdag
zijn te Wijk bij Duurstede twee jongeus uit een
kostschool ontvlucht. Zij hebben omstreeks 2 uur
het gebouw der school verlaten en eene heg, die
den tuin van een boomgaard scheidt, overgeklauterd,
bij welke gymnastische toer zij een toiletdoos met
verschillende beuoodigdheden en eenige sigaren
verloren, die den volgenden dag door de politie
gevonden zijn. Weldra hadden de vluchtelingen
de stad achter zich en begaven zij zich met een
toeibootje de rivier af, doch zijn later weder aan
wal en naar Vreeswijk en Vianen gegaan. Daar
hebben zij plaats genoraen op een bootje naar Utrecht,
vanwaar zij aan hunne ouders hebben geschreven,
dat zij het verkeerde van hunne handelwijze inzagen,
maar dat zij zich bij een club hadden aangesloten."
Uit deze niet zeer duidelijke verklaring leidt men
af, dat zij voornemens zijn met een kermistroep
uit Vianen meetetrekken. Hun sigualement komt
in het jongste politieblad voor en vermoedelijk
zullen de vluchtelingen wel spoedig gesnapt zijn.
Het is van algemeene bekendheid, dat slapen
met open mond zeer nadeelig is voor de gezond-
heid en daaruit verschillende ongesteldheden kunnen
ontstaan.
Dezer dagen spraken wij een onzer stadgenooten
(zegt het Utr. D.) die ons mededeelde, dat hij ge
ruimen tijd had gesukkeld; het was begonnen met
piju in de keel, toen voegden er zich oorsuizingen
bij en eindelijk kwam er een begin van doofheid.
Hij raadpleegde eene specialiteit in oorziekten;
deze verklaarde dat zijne ougesteldheid uitsluitend
het gevolg was van het slapen met open mond en
dat hij zijne ongesteldheid van lieverlede zou zien
verdwijnen, zoodra hij deze kwade gewoonte slechts
naliet. Dit bleek echter gemakkelijker geraden
dan gedaan. Nu heeft onze stadgenoot, op advies
van een auder deskundige, zelf een respirator ver
vaardigd, die hij 's nachts draagt, en daarbij vindt
hij reeds dadelijk veel baat.
Men schrijft uit Dordrecht
Zaterdagavond wandelde een minnend paar in de
buitenwijken van onze stad, die zeer romantisch
schijnen te zijn. Na eene kleine woordenwisseling
sprong het vrouwelijk gedeelte in de sloot, die echter
weinig water maar veel modder bevatte. Een
oogenblik later stond ook haar minnaar in den
poel en alsnu was er voor voorbijgangers een
komisch—romantisch tableau te aanschouwen, dat
veel geleek op Stella, de bekende persoon zonder
onderlijf, maar nu in duplo. Spoedig stonden de
minnenden weer op den kant en vervolgden bespat
en afgekoeld hun weg. Langzamerhand verdwijnen
al die modderpoelen buiten de gemeente en de
dames minnaressen zullen dus een andere manier
moeten bedenken, om de wanhoop, zonder gevaar
voor hun leven, te doen zien.
De wijze waarop men in Engeland geld maakt
schrijft de Londensche correspondent van het
Handelsblad is toch dikwijls benedeu alle critiek.
Wat dunkt u van den wegens dronkenschap ont-
slagen beul Binns, die thans steden en dorpen afreist
en voorstellingen geeft van de terechtstelling van
de giftmengster Berry
Hij bootst de geheele weerzinwekkende voorstel-
ling tot in de kleinste bizonderheden na, en niet-
tegenstaande het slachtoffer van was is, krijgt het
zwakkere geslacht het bij de ontknooping niet zelden
op de zenuwen. Doch daarin schijnt juist de aan-
trekkelijkheid te liggen, en Binus maakt dan ook
prachtige zaken.
Vele dagbladen zijn over deze onzedelijke voor
stellingen zeer verbolgen en eischen dat de overheid
er paal en perk aan stelle.
9 October 1887.
En thans geachte lezers zijn er lezeressen
bij, mij nog liever verzoek ik u met mij eens
een kijkje te nemen achter de schermen. Mocht
het u tegenvallen, 't zou mij spijten, verwonderen
echter niet, want ook mij heeft zoo'n kijkje achter
de coulissen wel eens leelijk teleurgesteld. 't Is
me meermalen gebeurd dat ik in ons Haagje's avonds
vol bewondering naar het tooneel staarde, opgeto-
gen over dat allerliefste gezichtje en die prachtige
buste van een actrice en achter de schermen komende
(ik behoor tot de bevoorrechten aan wie dit wel
eens vergund wordt) ontwaarde ik nu ja,
dat zal ik maar niet verklappen, want dan heb ik
het bepaald bij mijne lezeressen verbruid.
Ik zou u eens vertellen hoe een sergeant-mena-
gemeester zooTi schadepostje dekt, als ik er een
in mijn laatste brief beschreef. Dit uit eigen
middelen te doen zou hem, iu die dagen van 67
centen tractement hard gevallen zijn, dus moest er
wat anders op gevonden worden en dat kon, want
het baantje van menagemeester was destijds zoo
voordeelig, dat de onderofficieren elkaar honderd
gulden en meer aanboden om de menage te mogen
voeren. En dit was ook den compagnies-comman-
danten bekend, want als een sergeant slecht in
zijn kleeren zat, werd hem wel eens de menage
gegeven om zich eens in de bullen te steken. Doch
daarop kom ik terug.
Een paar dagen nadat ik mijn debuut in de
keuken had gedaan, werd mij gecommandeerd om
mee te gaan inkoopeudat wil zeggen om een
wagen te trekken of te duwen waarop het inge-
kochte werd geladen.
Heb je verstand van vleesch, werd me gevraagd
en ik antwoordde, jawel sergeant. Ik wist b. v.
dat je geen biefstuk van een beest zijn kop kon
snijden en dat gezond vleesch er lekker frisch
uitziet enz. Mijn trek- en duwgenooten verklaarden
eenparig, hoegenaamd geen verstand van vleesch te
hebben, 't geen den menagemeester zeer aangenaam
scheen. Bij den slachter gekomen stonden wij
een groot half uur op den luitenant te wachten
die bij den inkoop tegenwoordig moest zijn, en ik
had gelegenheid om in dien tijd mijn oogen eens
te laten rondgaan. Het vleesch dat voor het afwegen
gereed lag, zag er goed uit, alleen viel het mij op
dat er eigenlijk meer beenderen dan vleesch was.
Nog maar altijd liet de luitenant op zich wachten
en eindelijk stuurde de sergeant een man naar
zijn kamer om hem te waarschuwen. Weldra
keerde de soldaat terug met de boodschapde
sergeant most zen gang maar gaan. Daar zag ik
den sergeant tegen den slachter een beweging maken
zooals ik 's avonds ook wel eens deed wanneer mij
een aardig deerntje voorbij liep.
»Manden oppakken jongens", klonk het en wij
gingen achter in de slachterij. Daar lag ook een
partijtje vleesch dat er allesbehalve frisch uitzag,
dit werd afgewogen in de manden gepakt en wij
eanaa—aanacrai. rrsr a*iwr rrr ju.~- zesmstzm****