Gemengde berichten. Telegrafische berichten. en zonder geld in den zak moet drunken op rekening van liet straks te ontvangeu loon, wat baten dan alle middelen om het drankgebruik tegen te gaan en, wat nog erger is, dikwijls heeft de kastelein het lot van de werklieden op deze wijze in de hand en voorziet sommigen van bier of sterken drank op crediet van toekomstigen arbeid, zoodat vdor het werk is verricht een groot deel van het loon in den zak van den kastelein is gevloeid. Naar aanleiding van naturalisatie-voordrachten is in de afdeelingen van de Tweede Kamer gevraagd, op welke wijze de Nederlandsche regeering zich de zekerheid zal verschatfen dat een persoon niet, na genaturaliseerd te zijn, twee nationaliteiten heeft, niettegenstaande hij een schriftelijke verklariug heeft afgegeven, dat hij, na in Nederland te zijn genaturaliseerd, afstand doet van zijne Zwitsersche nationaliteit. In een Buitengewoon Politieblad wordt ge- signaleerd Charles van Dierendonck, oud 22 jaren, geboren te Maldeghem, lang 1,66 meter, aangezicht vol, oogen blauw, kin rond, haar en wenkbrauwen donkerbruin heeft vermoedelijk eene wond aan het voorhoofd, zijn ringvinger is bijna afgehakt. Hij wordt verdacht van moord en poging tot moord, gepleegd te Maldeghem op jacktopzieners. De officier van justitie te Middelburg verzoekt, op uitnoodiging van zijnen ambtgenoot te Gent, zijne opsporing, aanhouding en bericht. Met 1 Januari aanstaande wordt de jaag- en sleepdienst op het kanaal door Zuid-Beveland, overgelaten aan de particuliere nijverheid. TEH NEUZEN, 7 October 1887. Gedurende de le helft der maand September jl. zijn door het postkantoor alhier de volgende onbestelbare brieven verzonden, aan de adressen van J. P. Meijer, Bay City, en L. de Mertens, Brussel. Door het hulppostkantoor te Zaamslag aan het adres van: P. Kolijn, Den Helder. Door den bisschop van Breda zijn benoemd tot pastoor te Sas van Gent de heer A. G. Blatikers; tot kapelaan te IJzendijke de heer A. Vissenberg en tot kapelaan te Eede de heer J. M. Stoffeleu, priester van het seminarie. De Nederlandsche stoomboot Adriana, van Antwerpen naar Amsterdan bestemd, is door het Deensche stoomschip Yaldemar, van Riga naar Ant werpen, op de Schelde te Pijp Tabak, bij Antwerpen aangevaren, wanrdoor de Adriana dadelijk zonk. Ter eergisteren gehouden openbare vergadering van den Raad van State afdeeling voor de geschillen van bestuur, werd o. a. mededeeling gedaan van een Koninklijk besluit houdende beslissing in zake het beroep van den Gemeenteraad van Hontenisse, van eene resolutie van Gedep. Staten van Zeeland, waarbij aan de begrooting dier gemeente voor 1887 goedkeuring is onthouden. Met handhaving van de resolutie van Gedep. Staten, is het beroep ongegrond verklaard. Ziiainslag. 6 Oct. Door den kerkeraad der Christ, ger. gemeente alhier is, ter voorziening in bestaande vacature, een voordracht opgeinaakt van drie predikanten, waarop achtereenvolgens voorkomen de Weleerw. heeren P. Biesterveld, te Gorkum, A. den Hartogh,te Geesteren,en H. J. Kouwenhoven, te Schoonenbeek Uit genoemd drietal zal door de stemhebbende leden dier gemeente eerstdaags eene keuze gedaan worden. 's Gravenhage, 7 Oct. Tweede Kamer. In de zitting van heden werd beeedigd de heer De Yos van Steenwijk. Iugekomen is een ontwerp-dading omtrent voormalige kloostergoederen van St. Agatha en de conversie-rekening. Dinsdag 14 uur aan de orde. Aangenomen werd het ontwerp tot verlenging der overeenkomst met de Nederlandsche Handel- maatschappij. staan. Ik heb thans ruiterlijk gesproken en verwacht hetzelfde van u." De Regeeringsraad zat in een moeilijk parket. Hij meende evenwel dat het beter was zijn vriend deelgenoot te maken van hetgeen hem bekend was en dus vroeg hij: yHebt ge nooit gehoord dat de luitenant Von Willich reeds verloofd is geweest voor hij kennis maakte met Marianne /pNeen, en ook voor inijn dochter heeft hij dit verzwegen." „Is u ook niets bekend van een kwestie die hij met den Prins inoet gehad hebben?" ,/Volstrekt niets." z/Hebt ge dan ook niet gehoord van een bemin- de van den Prins, eene juffrouw Von Sternfels, die sedert een half jaar in het Inselpark alhier, woont z/Evenmin, doch thans nemen mijn gedachten een bepaalde richting. En meent gij dat Von Willich daar connection mee heeft Wees voorzichtig Rodewald, vooral tegenover Marianne." »Ik merk reeds Helfenstein, geweet meer, kom vertel mij toch alles." De Regeeringsraad deelde daarop mede 't geen hem bekend was, helaas meer dan genoeg voor den bezorgden vader die in diepe verslagenheid met de tranen in de oogen aan zijn arm kind dacht, wier levensgeluk verwoest was. #Laat ons eerst zekerheid hebben, Rodewald," iroostte de Regeeringsraad. komt de grondwetsherziening De Amsterdamsche muggen, beschreven door den Amsterdamschen correspondent der N. R. Ct. Als Mozes indertijd het voorrecht gehad had, deze lieve diertjes te kennen, dan had hij bepaald zijne vrienden, de Egyptenaren, nog op een elfde plaagje onthaald een plaagje, waarvan zij nu nog pleizier zouden gehad hebben. Wie er ons op getrakteerd heeft, weet ik niet, maar mij dunkt, dat moet wel een Atjeher, of iemand die nog erger het land aan ons heeft, geweest zijn Nieuws is hier niets, maar muggenDeur- waarders loopen er voor weg, en dat zegt iets. Hebt ge ze wel eens gezien muggen bedoel ik, niet deurwaarders. Het zijn de elegantste en tee- dertste diertjes, wat deurwaarders in den regel niet zijn, die ge u denken kunt; zoo mager als Sarah Bernard, en met eenen zakdoek gooit gij ze de hersens in, wat ge bij eenen deurwaarder wel laten zult. Als zij vliegen, steken zij de voorpootjes boven het kopje nit, die dan met den langen snavel voor aan den kop zoo'n sierlijk kuifje vormen, dat ge het haast jammer vindt die beestjes te ver- jagen. Over dag leven zij ik spreek nu van het ,/huiselijk" leven der muggen; hunne zeden en gewoonten op het land ken ik niet voornamelijk van glasruiten en plafonds, waartegen zij soms uren lang met onuitputtelijk geduld zitten te soezen. Zij vliegen in allerlei houdingenop den buik, op den rug, op de linker- en rechterzijde, rechtop, staande op de achterpooten, of rechtop, staande op den kop het is eene mug volkomen onverschillig. Zwemmen alleen kan zij niet Des namiddags tegen etenstijd koraen ze met millioenen te gelijk en belegeren uw huis. Staat er eene deur of een venster open, dan trekken zij er stormenderhand in en anders wachten zij met eene volharding, die eenen mensch razend maakt, totdat een der huisgenooten de deur uit- of ingaat of een onvoorzichtige een venster openzet. Sta, of liever slaap dan vastPoog maar niet ze te verjagen of te dooden. Carbol is al eene lekkernij voor hen geworden, schijnt het, want zij storen er zich in het minst niet aan. En dood- slaan Wel, ik ben uren lang op de jacht geweest, met zakdoek en kamerbezem. Iedere slag in de ruimte kostte minstens aan eene mug het leven en iedere streek met den veger langs het plafond ver- nietigde tieutallenmaar ik geloof dat die dieren met den jongsten snik tevens een geheel uageslacht voortbrengen. Er is niets aan te doen Slechts stille berusting voegt hier den mensch stille berusting en krabben. Met stille berusting gaat men naar bed en krabben doet ge den volgenden morgen. Slapen maken zij u in het eerste uur onmogelijk. Zij gonzen u zoo welluidend om het hoofd, dat ge door die zachte muziek zoudt induttenmaar eensklaps voelt ge een zacht gekriebel op de rechter- wang en terwijl gij de hand naar die plaats brengt voelt ge hetzelfde ^kriebel op de linkerwang. En als ge daar dan weer naar grijpt, dan kriebelt het op uwen neus en zoo kunt ge aan het grijpen blijven. Zelfs terwijl ge grijpt, bespringen zij uwe handen, en overal kriebelt het. Welk lichaamsdeel ge ook ontbloot niets is voor die kinderen der duisternis heiligUwe boosheid wordt woede, uwe woede berusting, uwe berusting afgematheid en eindelijk valt ge in slaap. En als des ochtends het daglicht uw gelaat beschijnt, dan zijn de eerste woorden van uwe vrouw,/allemachtig wat hebben ze jou te pakken gehad En ge antwoordt, terwijl ge uwe blikken over haar gisteren nog zoo puisteloos gezicht laat glijden „allemachtig, wat hebben ze jou te pakken gehad Dan komt ge aan het ontbijt en ontmoet uwe kinderen en de meid en alien roepen wederkeerig ,/allemachtig," enz Eene fraaie familie Ge hebt braaf verbieden, ge kunt wel aan het verbieden blijven, dat uwe kinderen niet zoo krabben mogen omdat het zoo leelijk staat. ,/t Is zoo, ik ga dadelijk naar Von Willich." ,/Goed, doch zonder Marianne, wij zullen haar zoolang bezig houden." De heer Rodewald vertrok en mevrouw Helfen stein keerde met Marianne in de kamer terug. „Uw vader is even uit, Marianne, doch zal spoedig terugkomen," en tegelijk gaf de Regeerings raad zijn vrouw een wenk. Spoedig kwam de heer Rodewald terug. Zijn dochter vloog hem tegemoet. ffZijt ge naar hem geweest, vader?" ,/Ja." »En komt ge zonder hem terug?" ,/Ja kindlief, hij was niet 't huis." „Waar was hij dan?" wZijn hospita wist het niet; hij zou vermoedelijk eerst laat 't thuis komen. Voor van daag zullen wij er dus van moeten afzien hem te bezoeken. En morgen „Ook morgen vader?" //Morgen vroeg moet hij naar de parade welke reeds om 9 uur begint." ,/Hebt ge uw naam niet genoemd?" ,/Neen." z/Dan gaan wij morgen ook naar de parade." z/Zal u dat niet te veel schokken, kindlief?" z/Neen vader, ik wil hem zien." Koortsachtig opgewonden ging het arme meisje dien avond naar haar slaapkamer en de verhoogde bios op hare bleeke wangen getuigde van inwen- digen strijd. (Wordt vervolgd.) Het baat niets Gij krabt zelf ook en uwe vrouw krabt en de meid krabt, alles krabt, alleen de olifanten in Artis krabben niet Ik kan me best begrijpen, dat, als die dieren zich Js nachts zoo hebben te goed gedaan, zij op den dag aan een plafond en eene spiegelruit genoeg hebben. Men schrijft uit Etten-Leur het volgende aangaande een kloppartij ter gelegenheid van de kermis Het liet zich reeds vroeg aanzien dat er ongeregeldheden zouden plaats hebben, (het regen- achtige weer dreef de menschen naar de herberg) toen reeds werd men handgemeen, waarop eenige werden *ingerekend." Des avonds omstreeks 7 uur werd het Leursche straatje, anders gezegd stationsweg, onveilig gemaakt door bekende Ettensche vechtersbazen, die nagenoeg ieder passeerend Leure- naar, wiens herkomst bekend was, ter dege onder handen namen. De aloude wrok, die langen tijd sluimerde, werd weer eens gekoeld. Een ooggetuige verhaalt, dat hem, zoodra hij alleen (en niets kwaads vermoedende) uit het dorp den weg naar Leur insloeg, door twee personen een dracht slagen werd toege- diend, waama men hem later met een mes stak. In een koffiehuis in diezelfde straat werd met kruiken en bierglazen geworpen, terwijl men het licht uit- olies of sloeg, zoodat een onbeschrijfelijke verwarring ontstond. Hier ging men met de messen snijden, kerven en liakken. De overmande en verspreide Leurenaars, niet met messen gewapend, werden geducht toegetakeld, of- schoon ook verschillende Ettenaars het moesten ontgelden. Op de hoogte van het kerkhof werd ieder voorbijganger aangehouden en was het er een die »wat lijden kon", dan kreeg hij een goede por. Iemand, die zijn op een barbaarsche wijze mishan- delden makker wilde oprapen, ontving, terwijl hij zich bukte, een snede over het achterhoofd en hals en daarna over de hand. Verraderlijk viel men verschillende personen aan, die niets kwaads in den zin hadden en doodbedaard huiswaarts keerdcn. Een Leurenaar, die, gewaarschuwd door een vriend „dat het er spannen zou", de herherg wilde verlaten, kreeg vlak bij de deur ouverwacht een slag op het hoofd met een bierglas en buitcn gekomen, verklaart hij, was 't alsof men boekweit dorschte, zooveel slagen vielen er. Ook in andere deelen van het dorp was het zeer rumoerig, doch in 't Leursche straatje werd de eigenlijke slag geleverd. Later begon het in „den Doele." De politie was slecht verdeeld. In het dorp bevonden zich een marechaussee en een oude veldwaehter (die welhaast gepensioneerd zal worden), aan het station, waar het rustig bleef, op 10 minuten afstand van het dorp, drie veldwachters en andere marechaussees. Het hoofd der politie werd niet gezien. Groot is de verontwaardiging in de geheele gemeente over deze schandalen. 'tSchreit ten hemel, dat zelfs jongelieden, die niet dronken waren en geen ruzie zochten, zoo nabij het dorp konden worden aan- gerand. 't Is te hopen, dat de justitie een grondig onderzoek zal instellen en dat de daders, wier namen bekend zijn, (er zijn getuigen te over) voor geruimen tijd onschadelijk zullen worden gemaakt. De verwondingen van eenigen waren zoo hevig, dat zij nauwelijks vervoerd konden worden en stellig langen tijd buiten staat zullen zijn om te werkeu. Den voorafgaanden Zaterdagavond had er een huishoudelijk kabaaltje plaats, waarbij de politie, naar men zegt, met pistoolschoten op de vlucht werd gejaagd. Behalve valsche guldenstukken, welke blijkens eene aankondiging, onlangs vervat in de Nederl. Staatscourant, in omloop gebracnt zijn, worden ook valsche rijksdaalders uitgegeven, van de echte bijna niet dan door nauwlettende waarneming te onder- scheiden. Reeds werden zoodanige rijksdaalders te Rotterdam en Amsterdam in beslag genomeu en na een scheikundig onderzoek aan het Munt- College te Utrecht verklaard te zijn valsch en nagemaakt. Op de tramlijn Amsteldijk ontving een der con- ducteurs een valschen rijksdaalder. Bij eene op 4 dezer te Amsterdam gehouden effectenveiling werden o. a. twee aandeelen in de oestermaatschappijde Bank van Yerseke, gevestigd te Yerseke, directeur G. Verburg, groot 1000 elk, tegen 34f pCt. opgehouden. Onder toevloed van een groot aantal nieuws- gierigen werd Woensdagmiddag voor de rechtbank te Amsterdam behandeld, de zaak contra Adrianus Petrus Mutsaer, 18 jaren oud, van beroep metselaar, beklaagd op 29 Augustus 11. den heer Tyler, kapitein van het Leger des Heils, moedwillig twee slagen te hebben toegebracht. De heer Tyler was in den tuin van den heer Govaert's woning en hoorde dezen roepen, blijkbaar om hulp; toesnellende zag hij den beklaagde die een ticket voor de meeting verlangde en zich niet wilde verwijderen, hetgeen tot eene woordenwisseling aanleiding gaf, bij welke gelegenheid beklaagde den heer Tyler met de hand twee slagen in het aan gezicht heeft toegebracht. De toedracht van het voorgevallene werd bevestigd door de heeren Tyler, Govaerts en Paulatra, officieren van het leger des lleils, die op de in Engeland gebruikelijke wijze met het kussen van den Bijbel den eed aflegden. Getuigen verklaren in strijd met bekl. die dronken - schap tot zijne verontschuldiging aanvoerde, dat deze op gemelden datum niet beschonken was, hetgeen ook nog verklaard werd door de getuige jutfrouw \an der Matten, weduwe W. F. Jansen. Het 0. M. requireerde wegens mishandeling 8 dagen gevangenisstraf. Uitspraak over acht dagen. Vervolgens had zich te verantwoorden Coenradus Jansen, 30 j., stucadoor, reeds vroeger veroordeeld, die op 14 September den heer Tyler voornoemd met een hambeen op het hoofd heeft geslagen. Op gemelden datum zat kapitein Tyler te eten toen er gebeld werd en afkomende op het geroep van z/captain come here" zag hij drie personen die wilden binnendringen, onder het vertoouen van hammenbeenderen zeggende: „dat zijn beenderen, gezonden door de socialisten, om soep te koken." Op de aanmauing om zich rustig te verwijderen, volgde ongenoegen, waarna bekl. den heer Tyler met zijn hambeen zoodanig op het hoofd heeft geslagen, dat hij neerviel en eenige dagen onder geneeskundige behandeling is geweest. De bekl. beroept zich ook op den staat van dronkenschap. Den avond voor den dag van het gebeurde zou beklaagde de bijeenkomst verstoord hebben door zijn gedrag. In deze zaak werden gehoord de ge tuigen Tyler en Govaerts, Van der Ililst en juffrouw Van der Matten. Het O. M. requireerde veroor- deeling tot 45 dagen gevangenisstraf. Uitspraak over 8 dagen. Er wordt vaak bij het bijbellezen zoo schrijft de heer H. H. Dieperink Langereis ge- stuit op Bijbelsche munten, in dien zin dat men er de waarde niet van kent. Om hierin te gemoet te komen, volge hier eene opgaaf van de voornaamste meest voorkomende munten des bijbels: 1 talent gouds was omstreeks 67,500, zilvers sikkel gera stater didrachine penning 900,— 1,50 0,75 1,80 0,45 0,024 Er waren echter ook penningen van f 0,30een zilverling was ongeveer f 1,25. Men schrijft uit Berlijn, dd. 1 October, aan de N. R. Ct z/Moord Moor-r-r-r-d schreeuwden de couran- tenloopers een paar dagen geleden en zwaaiden de avondbladen, die zooeven van de pers waren ge komen, als zegeteekeuen omhoog. z/Moord!" akelig woordnog akeliger daad. Daar ginds in het noorden der stad was er den vorigen nacht een gepleegd. Vdor het portaal der Elisabethskerk vond men een stads-nachtwaker aan den tak van een boom opgehangen. Eerst dacht men aan zelfmoordmaar toen men zag dat de man twee doodelijke steken in den hals en een bons op de hersens had gekregen, kon daarvan geen sprake meer zijn. In den omtrek nasporing doende, vond men aan de kerkdeur sporen van poging tot inbraak en op de stoep een weinig lichtbruine snuif. Verscheidene korrels van diezelfde soort en kleur kleefden bij den vermoorde aan de binnenzijde der klep van zijn pet. Nu begrepen de ambtenaren der justitie wat er gebeurd was. De ongelukkige had waarschijnlijk aan de kerkdeur iets van ver- dachten aard zien verrichten, was er naar toe ge- gaan, had toen een handvol snuif in de oogen gekregen en was, terwijl hij daar verblind en hul- peloos stond, door zijne aanranders op de hersens geslagen, en met een mes of dolk gestoken, waarna zij, om hem met voile zekerheid van kant te maken, hem hadden opgehangen. Nu is bij de Berlijnsche misdadigers het plegen van moord geen gewoon bedrijf. Naar evenredig- heid van andere groote steden is het bij hen zelfs iets zeldzaams. Naar de ervaring onzer justitie zullen geoefende boosdoeners, zoogenaamde misda digers van beroep, zich bijna nooit er aan schuldig maken. Wie het doen, zijn gewoonlijk dezulken die pas den weg der misdaad zijn ingetreden, nog nooit voor den strafrechter hebben gestaan en een moord of doodslag begaan om niet door hun slachtoffer te worden verklikt. Volleerde misda digers, zelfs de vermetelsten onder hen, denken er anders over. Zij weten dat op moord eene voortdurende vrees voor ontdekking, een blijvend vooruitzicht op doodstraf of levenslange tuchthuis- straf volgt, en wagen zich niet aan een bloedige daad, tenzij in drift wanneer zij ,/bij den arbeid" onverhoeds worden overvallen en dan hun buit of vrijheid willeu verdedigen. Maar zelfs wanneer zij dit willen, zullen zij de reeds opgeheven hand terugtrekken, zoodra zij zien dat degene die hun in den weg treedt een ,/blauwe" dat wil zeggen iemand van de politie is. Want de Berlijnsche misdadiger van beroep vat de zaak eenigszins phi- losophisch op. Hij wil niet gaarne gegrepen en gestraft worden, maar beschouwt dit als iets natuur- lijks, als iets dat bij zijn bedrijf nu eenmaal te huis behoort. De landman ziet wel eens zijn oogst door storm of hagel vernielen, de koopman staat wel eens voor eene mislukte spekulatie, de tooneel- dichter maakt wel eens fiasco, en zoo denkt de misdadiger kan ook mij wel eens een //ongeluk" trelfen. Daarom schikt hij zich liever bedaard in zijn lot, wanneer zijne sluwheid hem in den steek laat. Geweld gebruikt hij liever niet. En daarom verwekt de thans gepleegde moord zooveel opzien, dewijl het uit alles valt af te leiden, dat die is bedreven door geoefende daders en niet uit nood- weer, maar uit overleg. Derhalve wordt er ook vermoed, dat het eene wraakoefening, ja dat mis- schien de poging tot inbraak slechts een looze streek is geweest om den nachtwacht naar dien eenzamen hoek te lokken, ten einde hem daar van kant te kunnen maken. Golfbrekend vermogen van olie. De vice- admiraal G. Cloue heeft bij de Academie des Sciences een hoogst belangrijk opstel over dit onderwerp

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1887 | | pagina 2