Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Ylaanderen. Mo. Z6Z Woensdag 24 Augustus 1887. 27e Jaargang. Binnenlaud. VEKKOCHT. ABONNEMENT: Voor Per drie maanden biimen Ter Neuzen 1,Franco per post: Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82$. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaartot veel verminderden prijs. Hit bhKl verschijnt Din»dng- en Vrijdagavond bij den ultgcver P. J. VAN DE S A M E te Ter Netizen. Jfolitieli Overzicht. Den dag na de eedsaflegging heeft Ferdinand, Vorst van Bulgarije, een proclainatie aan de Sobranja afgevaardigd, waarin hij zicb bereid verklaart ziju leven te wijden aan de welvaart, de grootheid en den roem des lands; hij spreekt daarin van de glorierijke Kouingen van Bulgarije, van bet roemrijke volk, van de handhaving zijner onafhankelijkheid, van regenten en Ministers en hunne wijze leiding van de zaken, waardoor de onafhankelijkheid en vrijbeid is gered en van een dapper leger, dat zicb om zijnen troou zal scbaren. Dat dit document veel stof tot nadenken geeft, spreekt van zelf. Van Rusland, nocb van eenige andere mogendheid wordt melding gemaakt, also! het tractaat van Berlijn uiet bestond. Voor Rusland is de lof aan regenten en Ministers toegezwaaid een slag in t aaugezicht, terwijl de Sultan zijn snuifje zal nemen van die uitingen over onafhankelijkheid en de hennnering aan roemrijke Koningen. Wij hopen maar, dat Ferdinand het met zijne Bulgaren zal kuunen vinden en dat de Europeesche Vorsten hunne handen thuis houden. Zij hebben als voogden voor hun pupil niet veel goeds gedaan; de onderlinge naijver is voor de Balkanstaten een beletsel geweest om zich naar wensch te constitueeren. Ferdinand rekent er nu ook op, dat de voogden zullen zwijgen en den pupil voor meerderjarig verklaren. He oihcieele Norddeutsche, het orgaan van den Rijkskanselier, is echter al aan ft spreken gegaan en zegt, dat de proclamatie niets anders is dan eene onafhankelijk- heidsperklariugdat de reis van den Prins naar Bulgarije en zijn aanvaarden van de regeering iubreuk maakt op het tractaat van Berlijn, en dat Duitschland's staatkunde die schending niet kan goedkeuren. De Bulgaarsche exarch te Konstanti- nopel, primaat van de Bulgaarsche kerk, verklaart Prius Ferdinand voor een usurpator en vermaant de Bulgaren de onwettige regeering van den over- weldiger niet te ondersteunen terwijl Von Giers eene circulaire heeft gericht waarin hij protesteert tegen het overnemen der regeering door den Prins van Coburg aan de groote mogendheden en deze uitnoodigt, zich bij dit protest aan te sluiten. Zelfs dreigt Rusland met toepassing van het oude systeem, n.l. het aankweeken van haat en wraak in de Bulgaarsche Staten, indien de andere mogend heden lijdelijk blijven toezien. Rusland is bijzonder gesteld op de handhaving van het tractaat van Berlijn, terwijl het zelf met zijn oorlogschepen de Zwarte Zee doorkruist en Batoem heeft genomen en versterkt. Te Rome zijn berichten uit Afrika aangekomen. De luitenant Savoiroux, die als laatste gijzelaar der expeditie van Salimbeni nog bij den beheerscher van Abyssinie gevangeu gebleven was, zal tegen 60,000 francs losgeld worden vrijgesteld. De kommandant van Massowa, generaal Saletta, treedt met alle gestrengheid op. Hij heeft nu bevel gegeveu tot terecbtstelling van Mohammed—Noer, een onder de Arabieren zeer gezien persoon, die ten tijde der catastrophe van Dogali de Bachi-bozoeks commandeerde. Het is namelijk gebleken, dat hij geweigerd heeft destijds, met zijne Bachi-bozoeks, de toen te Dogali neergevelde colonne ter hulp te koineu. Ook een Grieksch spion is onlangs ter dood veroordeeld. Dat de berichten, indertijd door Ras-Aloela verspreid, overdreven waren, is voor goed gebleken. Na de slachting werd aan Koning Menelik gemeld, dat 1500 Italianen waren dood- geslagen, terwijl in werkelijkheid het getal der gevallenen 500 bedroeg. Thans wordt er geweldig geklaagd over de hitte aan de Roode Zee. le Massowa teekent Fahrenheit gemiddeld 113 graden in de schaduw, maar nu waren er dagen dat het kwik 122 graden aanwees. De soldaten werpen zich geheel ongekleed op hun veldbed en overdekken zich met natte doeken de ziekenhuizen zijn vol de sterfte is groot, vooral onder de Alpenjagers alle handel en verkeer is geslaakt. De begrafenis van Depretis heeft te Stradella plaats gehad met veel vertoon de hooge geestelijkheid was bij de plechtige teraardebestelliug van den vrijmetselaar niet tegenwoordig. Aan de weduwe en haren zoou heeft de rekenkaraer eene som van 32,000 lire toegekend om in hare behoeftige omstandigheden te voorzien. Hoog worden de verdiensten van den bekwamen Minister opgeheven en zelfs de partijbladen, die hem tijdens zijn leven bestreden, zijn niet karig in het toemeten van lof. Alweer is een gerucht verspreid dat Stanley op zijn tocht door Ceutraal-Afrika door het inlandsche hoofd Tippo zou zijn vermoord en door de zijnen verlaten was. Uit Engeland wordt echter hierom- trent niets naders bericht, erger verontrust men zich daar over de cholera in Britsch Indie, waar in Juni en Juli 70000 personen aan die vreeselijke ziekten stierven. In Ierland is een poging gedaan om den spoor- weg van Ennis te doen springen. Gelukkig is de schade gering, maar jammer dat de daders ontvlucht zijn. Eene groote socialistische manifestatie had plaats op het Trafalgarsquare. Deze eischten in vrijheid stelling van een hunner maats, die door den politieagent Endacott in de doos is geraakt. Nu wordt tegen dezen agent een proces gevoerd vanwege de bekende geschiedenis van Miss Cass en hierin vinden de socialisten grond om voor de onschuld van hun maat te pleiten. In het Engelsche parlement gaan stemmen op ten gunste van koste- loos onderwijs en schoolplicht. Dit stelsel wordt vooral zeer verdedigd door Mundella, die onder Gladstone Minister van onderwijs was. Dat de partij van den ex-premier thans bij elke verkiezing vooruit- gaat, zal Salisbury niet best aan staan. FEU ILL ETON. i) HOOFDSTUK I. ft Sloeg 10 uur van de torenklok en helder weerklonken de toonen door den stillen lenteavond. „Nu moet hij komen." Met deze wroorden stond een heer op van een tusschen twee meidoorns verscholen bank en schreed behoedzaam voorwaarts. Het was iemand van een flinke lengte, niet jong meer en met eene militaire houding. De oude heer scheen op het slaan van tien uur gewacht te hebben, want hij bleef een oogenblik midden op den weg staan, keek rechts en links, luisterde in de richting der stad of vandaar niemand naderde en sloeg daarna een voetpad in dat recht tegenover de bank lag en zijwaarts naar een rivier voerde. Een honderd passen volgde hij dit pad en bevond zich toen aan een steiger in den stroom. Een veerhuis en bootje lagen aan de overzijde. Wie overgezet wilde worden moest roepen van de plaats waar de oude heer nu stond. Deze riep evenwel niet, maar keek slechts nieuwsgierig naar het veerhuisje en het schuitje, als wilde hij zich overtuigen dat beide er nog waren. Niettegenstaande de breedte der rivier kon hij dit bij het heldere maanlicht duidelijk zien. Een oogenblik bleef hij naar den overkant turen en verwijderde zich daarna in de richting der stad, den waterkant volgende welke met dicht struikgewas bezet was, zoodat de waudelaar, gelijk hij zelf verklaarde, geheel gedekt marscheerde. Na ongeveer tien minuten gaaus eindigde het pad bij een poortje, dat toegang gaf tot een tuin. De oude heer luisterde daar even, doch niets hoorende ging hij naar de heg welke het uitgestrekte park omgaf, maakte daarin eene opening en kon toen, hoewel niet geheel duidelijk, de binnenruimte bespieden. Op den achtergrond van den tuin verhieven zich de torentjes van een huis. Zij schenen grillig r gevormd, doch bij het maanlicht kon hij ze niet goed onderscheiden. Eensklaps vernam de oude heer eenig gedruis. In het huis werd een veuster of balkondeur geopend en oumiddellijk daarop weerklonken de toonen van een piano door den stillen nacht. Het waren zonderlinge doch met zekerheid aangegrepen accoorden waaraan men dadelijk den meesterhaud herkende. Slechts kort duurde het voorspel en ging weldra over in eene lieve melodie ter begeleiding van eene zachte vrouwenstem. Onder het ruisen der muziek klonken zachte riemslagen, welke de oude heer, wiens oog en oor niets ontging, onmiddellijk hoorde. ,/Ha zoo mompelde hij. Zoo stil mogelijk verliet hij zijn plaats achter de heg, ging naar de struiken aan den waterkant en sloop behoedzaam tusschen de takken, zoo kort mogelijk nabij het water. Een klein bootje, slechts De schrijver der „Haagsche kroniek" in de N. Gron. Ct. verneemt, dat het plan zou zijn om na de opening der nieuwe zitting van de Staten-Generaal terstond de Indische en Staatsbegrootingen af te doen en daarbij zoo groote zelfbeperking in acht te nemen, dat de beide Kamers nog gelegenheid zouden vinden de grondwetsherziening voor 1 Januari 1888 af te doen. De ontbinding der Kamers zou dan echter niet dadelijk volgen, maar men zou, in verband met de voorbereiding van het werk der kiezerslijsten, eerst in Februari of Maart daartoe overgaan en een maand later de algemeene verkiezingen doen houden voor de Kamer van 104 en de Eerste van 50. De Haagsche correspondent der Midd. Ct. maakt melding van een gerucht, dat in de resi dence loopt. Volgens dat gerucht zou Jhr. De Brauw, Comm. des Konings in Zeeland, de op- volger worden van Mr. Patijn als burgemeester van 's Gravenhage, en zou deze op ziju beurt bestemd zijn om den heer De Brauw als Commissaris des Konings in Zeeland te vervangen. De commissie welke zich gevormd had om aan Dr. Mezger Amsterdams belangstelling te doen blijken, heeft van den dokter de volgende verklaring ontvangen. #Na alles nog eens goed overdacht en overwogen te hebben, kom ik nu tot de volgende conclusie in tegenspraak met iniju vroeger besluit en daarom goed overwogen en goed overdacht. Daar ik van Wiesbaden niets heb aangenomen, wensch ik zulks van Amsterdam evenmin te doen, want ik wil uiet dat het den schijn zoude hebben alsof ik ooit mijn voordeel zoude beoogd hebben. Zoo wil ik positief uiet hebben, noch van regeerings- wege, noch van het stadsbestuur, noch van parti- culiere personen een titel, een waardigheid, eer- betoon, geschenken of ovatien van welken aard of onder welke benamiugen ook zonder dit alles ben ik ge worden wat ik ben. Dezelfde redenen om geen professoraat aan te nemen bestaan nog en nu nog klemmender dan oeger. Aan de commissie mijn hartelijke dank voor de genomen moeitezij gebruike haar veel vermogenden invloed om te verkrijgen dat de stedemaagd beter toilet make en dat zij, die in Amsterdam vertoeven, zich niet hebben te beklagen over de baldadigheid der straatjeugd. Domburg, 21 Aug. 1887. Dr. Joh. G. Mezger.' De Zeeuwsche Propagandaclub van den Bond voor Algemeen Stemrecht zal zich bij de a. s. verkiezing onthouden, maar bij die welke een viertal maanden later plaats heeft met candidaten voor den dag komen. door een persoon geroeid, gleed langzaam voorbij de plek waar hij verscholen zat. Een donkere mannengestalte bestuurde het vaartuigje, doch in het halfduister was deze niet te herkenden. Het bootje moest van den overkant, van het veerhuis, gekomen zijn. Zacbtjes werd ft naar den muur van het park geroeid, bijna recht op de plaats aan, waar de oude heer had staan luisteren en gluren. Tegenover den tuin gekomen liet de roeier zijn riemen rusten en luisterde naar de lieflijke muziek waarvan hij geen toon scheen te willen missen. De oude heer had zich zoover voorovergebogen dat hij als ft ware tusschen de takken boven het water hiug en de geheele rivier kon overzien. De man in het schuitje nam de riemen weer op en voerde het vaartuig uit het midden van den stroom naar den oever aan de parkzijde, waar het tusschen het houtgewas verdween. Er moest dus hier of daar een inham wezen. Nog eenig geplas en daarna werd alles stil. Had de roeier het bootje verlaten Was hij aan wal gestapt en het park binnengegaan Of het huis met de zonderling gevormde torentjes Al deze vragen bleven onbeantwoord. Nog steeds weerklonk het gezang en de pianobegeleiding, doch immer zwaarmoediger was de muziek geworden, als uitte zij het gevoel van een gewond hart, dat klaagt maar niet luid durft klagen. Plotseling werd alles stil. Het lied eindigde - Het bestuur der liberale kiesvereeniging Goes" heeft zich per brief tot de Goesche afge- vaardigden der Tweede Kamer, de heeren A. baron Schimmelpenninck van der Oye en Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman, gewend, met het verzoek het bestuur te willen inlichten omtrent hunne houding bij de Grondwetsherziening in tweede lezing aan te nemen en zulks met de bedoeling, om, wanneer deze beide heeren mochten verklaren, de Grondwetsontwerpen in tweede lezing te willen helpen aannemen, dan aan de kiesvereeniging voor te stellen ditmaal geene candidaten van liberale zijde te stellen. Van baron Schimmelpenninck heeft het bestuur ten antwoord ontvangen dat hij geen vrijheid gevoelt zich over de houding die hij bij de tweede lezing zal aannemen, uit te laten. De heer Lohman heeft op de vraag nog niet geantwoord. - Dezer dagen hebben we medegedeeld, dat een logementhoudster uij Louden te Beekbergen gearresteerd is, daar zij een minderjarig meisje ont- voerd zou hebben. Het meisje is later weder tot haar ouders teruggekeerd en de vrouw weder in vrijheid gesteld. In #Gelria" treffen wij eenige bizonderhedeu aan, die op de zaak een ander licht werpen en waaruit blijkt dat er van ontvoering eigenlijk geen sprake was. Die logementhoudster te Londen, zegt ,/Gelria", is eene hoogst fatsoenlijke vrouw, Hollandsche van geboorte en uit Haarlem afkomstig. Zij is gehuwd met een Engelschman, die te Londen eene goede handelsbetrekking heeft en lioudt zelve aldaar een ,/boardinghouse", dat door gedistingeerde families wordt bezocht. Onlangs bij bloedverwanten te Haarlem zijnde, kwam zij door eene advertentie op de gedachte een huisje te koopen in de buurt van Apeldoorn, om daar door het inademen der drooge lucht genezing te vinden voor de borstziekte, die haar kwelt. Door hare betrekking te Londen, die haar met nette families deed omgaan, ontving zij ook te Beekbergen bezoeken van landgenooten, die dan bij haar hun intrek namen. Dat was ook dezen zomer geschied, waarop toevallig de kennis- making volgde met de jonge Hollandsche, aan welke, zooals boven is gemeld, op haar uitdrukkelijk verlangen, een passende werkkring te Londen is bezorgd. Het bericht dat de jonge Hollandsche goed te Londen was aangekomen, daar vriendelijk opgenomen, maar reeds, om aan het gevraagde ver zoek te voldoen, op de terugreis was, werd dan ook weldra ontvangen. Onmiddellijk werd nu die logementhoudster uit Londen in vrijheid gesteld. Op haar verzoek ge- leidde de cipier der gevangenis haar naar hare woonplaats terug en trof aldaar de beide nog achtergebleven Engelsche jongelui aan: den een een zoon van den //Attorney-general at the High Court of London", den ander student in de me als met een zucht uit saamgeprangden boezem, het accompagnement als met een kreet van onderdrukten toorn. ffDat waren er twee," zei de ouweheer. „Een die speelde en een die zong." Daarna scheen hij over iets na te denken en de oplossing gevonden te hebben, want hij mompeldeJa, ja, dat is het. Maar nu P" Met verdubbelde inspanning luisterde hij weder, maar hoorde niets meer. Alles bleef stil, geen windje bewoog de lucht, geen blad ruischte, de gansche natuur scheen in diepe rust. Doch onder zijn voeteu, beneden in de struiken, waarin de luistervink meer hing dan stond, hoorde hij lichte voetstappen, welke zich naar den inham richtten. ft Sloeg reeds 11 uur in de stad, doch de oude heer bleef onverdroten wachten en werd daarvoor beloond. Weder hoorde hij voetstappen in het park. Zij kwamen van de zijde van het huis en bewogen zich eveneens naar de plaats waar het bootje tusschen de struiken verdwenen was. Het waren lichte, be- hoedzame schreden en, naar de oude heer meende, van twee menschen die nevens elkander liepen. Een zacht gefluister trof zijn oor, doch het ge- sprokene was niet te onderscheiden, want de stemmen klonken zacht en geheimzinnig als het kabbelen van den stroom. Zoo fluistert slechts de liefde. Onderzoekend liet de oude zijn blik over de rivier gaan. Niets trof zijn oog, doch hij wilde zich beter overtuigen, i \El ZEVS< BE I0IRUT.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1887 | | pagina 1