Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
IV 0. Z61
Zaterdag 13 Augustus 1887.
27e Jaargang,
Art. 19 4.
ABONNEMENT:
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Eranco per post:
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elke regel meer f 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaartot veel verminderden prijs.
nit bind verHchijnt Dlnsdas- en Vrijdagiivoud bij den ultsevee P. X. V A N D E S A M l» E te Ter INeuzcn.
Gelijk wij in ons vorig nummer hebben gemeld,
is het gewijzigd voorstel-Schaepinan, betreffende
het onderwijs, met groote meerderheid van stemmen
vetworpeu in de Eerste Kamer.
Wij zijn geen tegenstanders van eene onderwijs-
wetregeling, waarbij den voorstanders van de bi-
zondere school gelijke rechten worden verleend als
den voorstanders van neutraal onderwijs.
Wij waren ook niet gekant tegen eene wijziging
van het desbetreffend grondwetsartikel Onzes in-
ziens kon de taak en verplichiing der overheid ten
deze beter worden omschreven dan in de derde
alinea het geval was. De absolute opvatting van
het woordje ,/Overal" zouden wij uiterst bespottelijk
hebben gevonden, indien ook de daaruit gevolgde
absolute toepassing haar geen aanspraak had ge-
geven op de benaming van treurig, onrechtvaardig
zelfs. Waut die absolute toepassing heeft juist den
onderwijsstrijd in 'tleven geroepen.
Ook de weglating van het distinctieve openbaar",
gelijk door 't amendement-Greeve was geschied,
hielden wij voor eene verbetering, waardoor aaD
den eisch van reclitsgelijkheid, inzouderheid van
subsidie, voor zoover daarvoor in eene grondwet
plaats is, werd tegemoetgekomen.
Maar wat in de grondwet niet ontbreken mocht
en mag, is de tweede alinea,/De inrichting van
het openbaar onderwijs wordt, met eerbiediging van
ieders godsdienstige begrippen, door de wet gere-
geld." Dat grondrecht mocht niet worden prijs-
gegeven.
Had men die alinea behouden, wij gelooven dat
op 't terreiu der grondwet althans de verzoening
ware bereikt. En vooral met het oog op de ge-
tuigenissen harer beste woordvoerders in en buiten
de Kamer komt het ons onbegrijpelijk voor, dat
de rechterzijde zich op dit stuk zoo onverzettelijk
heeft betoond.
Indien wij iets gelooven raoeten, dan zou het
dit zijn, dat sommige voorstemmers zich om de
verwerping niet dood zullen treuren.
In de Tweede Kamer woog die uitlating bij de
heeren Vermeulen en Ruisch zwaar genoeg aan-
vankelijk, om het met zichzelven niet eens te zijn
of zij er een wissel op den onbekenden wetgever
(want meer bevatte 't voorstel niet) voor zouden
aannemen. En het is die wissel nog niet geweest,
die het lid Vermeulen en zijn vrienden heeft be-
wogen voor te stemmen, maar, zooals bij verklaarde,
de lust om op dit terrein eens eene overwinning
te behalen op de linkerzijde. Niet om de knikkers,
maar om de eer van het spel.
Inderdaad, zoo wordt een gewichtige staatkundige
daad, als eene grondwetsherziening geacht worden
mag, tot een spel misbruikt en verlaagd.
En als men dan diezelfde leden en ook hun
FEUILLETON.
23)
Erederik reikte hem de hand en deed hem opstaan.
,/Gij hebt mijn leven gespaard, toen ik in uwe
macht wasik heb geen recht meer op het uwe
jSire, spreek het woord van vergiffenis, van
genade uitIk wil met mijn Koning volkomen
verzoend zijn
„Wees voortaan mijn vriend, Vonved, gelijk ik de
uwe zijn wil. Ge zult weer in Denemarken zijn, wat
uwe vaderen waren al hunne titels, waardigheden
en inkomsten zullen voor altijd op u en uwe
nakomelingen overgaan. De genade van den Koning
zij Koninklijk. Zijt ge tevreden, Vonved
„Nog niet, uwe majesteit."
wWat verlangt ge nog?" vroeg Erederik verbaasd.
;/Ik kan mijne genade niet aannemen zonder dat
ook zij, die hun lot aan het mijne verbonden
„Ik begrijp u,"zei de Koning. ,/Uwe manschappen
zullen beloven brave burgers van ons land te worden,
en hun rerleden zij vergeten."
Majesteit, zij zullen u dankbaar zijn, gelijk ik dat
ben. En generaal Gam?"
„Die dolle dwarskop p" riep de Koning en bijna
geestverwauten van de Eerste Kamer hoort bekenner
dat art. 194 zoo zwart niet is als het van hunne
zijde in den laatsten tijd werd afgeschilderd en dat
let op den keper beschouwd of bij eenigen goeden
wil tegemoetkoming aan hun billijke eischen niet
in den weg stonden als men daarbij voegt de
verklaringen van de zeven iiberale voorstemmers,
dat het oud artikel evenmin waarborgen gaf, dat
let voor de openbare school niets meer was dan een
papieren dam of beschutting, wanneer kwaadwilligen
daartegen optraden, dan zou men willen vragen
pourquoi tant de bruit pour une ommelette In
dien men van do eene onzekerheid, onveiligheid
in de andere' overgaat, waartoe dient dan de ver-
andering of wijziging Dan hangt immers ook nu
alles van den gewonen wetgever der toekomst af,
waarin gij zooveel vertrouwen stelt, op wien gij
hoopt, van wien gij alles verwacht
De voorstemmers hebben geantwoord, dat 't
terrein van den onderwijsstrijd ten minste zou be-
perkt worden, dat hij zou gestredeu worden, zij't met
meer of minder bitterheid, buiten de grondwet om.
In gemoede, wat voordeel zou dat geven Zal
die ,/ellendige" en „rampzalige" strijd er minder
ellendig en rampzalig om zijn? Zal hij minder
onze gansche politiek, ons poliliek leven beheerschen
en bederven Zal hij ophouden te zijn de vlieg
die de zalf bederft
Heeft de grondwetgever van '48 of de wetgever
van '78, de grondwet of de schoolwet de rechtson-
gelijkheid in het leven geroepen Zegt gij
het leden der rechterzijde, die weleer bij monde
uwer kundigste woordvoerders in de schoollitteratuur
u daartegen steeds op art. 194 beriept Zegt gij
het ook Iiberale leden, die nu van een papierendam
wawelt,, waardoor niets beschermd, niets gewaarborgd
wordt tegen een kwaadwilligen wetgever
Deze waarborg stond er ten minste onmisken-
baar met even zoovele woorden in te lezen, dat
de wetgever van den neutralen Nederlandschen staat
het onderwijs had te regelen met eerbiediging van
ieders godsdienstige begrippen. Daarmede werd
voldaan niet alleen aau een liberalen eisch of een
eisch der liberalen, maar ook aau den eisch vervat
in art. 12 van 't anti-revolutionair program, aan
een eisch .ook door katholieke schrijvers, door 't
Mandement der Nederlandsche Bisschoppen gesteld.
Dien waarborg, een grondrecht der natie, wildet
gij prijs geven, zonder iets op het verleden te
winnen. Alleen voor de eer van het spel, om op
eene overwinning te kunnen roernen, zooals de heer
Vermeulen zei.
Zonder iets te winnen. Want en dit is o. i.
de eenige lichtzijde van dit ouvruchtbaar debat,
de eenige winst het werd ter linkerzijde zoowel
als ter rechterzijde (aau gene thans het meest in
tegenstelling met vroeger) erkend niet alleen dat
velen uwer grieven billijk waren, dat er inderdaad
had hij gelachenop hem ben ik eigenlijk in het
geheel niet boos geweest. Doch ook, wat hem
betreft, zult ge tevreden gesteld worden."
tfGeen woorden alleen, sire, zullen mijn dank
voor uwe genade bewijzen evenals onze voorvaderen
zal ik mijn geheele leven slechts dit eene doel voor
oogeu houden trouw mijn dienst jegens mijnen
Koning te vervullen."
„Ik geloof u, Vonved, en het deert me slechts,
dat we elkaar niet vroeger hebben gekend. Luister.
Ik heb flinke zeelui voor de vloot noodig. Dat
gij een voortreffelijk scheepsbevelhebber zijt en dat
uwe manschappen voorbeeldige zeelieden zijn, heb
ik van alle kanten vernomen. Gij alien zult uwe
roeping niet missenik geef u bij deze het bevel
over een der schepen mijner vloot en geef u al uwe
manschappen, die in den zeedienst willen treden op
uw schip."
ffSire, onze voorvaderen zullen van uit den hemel
welgevallig onze verzoening aanschouwen."
„Geve de Hemel er zijn zegen toe," antwoordde
de Koning, »En laat ons nu voor heden van
elkaar scheidenbinnen weinige dagen zien we
elkaar weer in Kopenhagen."
Vonved maakte eene buiging en verliet den
Koning en het park. Ook Erederik keerde onmiddellijk
naar zijn slot terug.
Drie dagen na deze ontmoeting in het park van
rechtsongelijkheid bestond, maar ook dat men
art. 194 verkeerd had opgevat en even verkeerd
lad toegepast.
De voorstanders der neutrale school verklaarden
zich bereid subsidie te geven aan de bizondere,
eeu billijk schoolgeld te heft'en op de openbare school,
en zonder dat hij tegenspraak ondervond, kon de
Minister van Binnenlaudsche Zakeu in de Eerste
Kamer verklaren, dat uw hoogste eisch in beginsel
moest worden toegegeven en 't openbaar onderwijs
slechts een aanvullend karakter hebben kon. En
voor de toepassing dezer voor de bizondere school
zoo milde beginselen stond het ongewijzigd artikel
194 niet in den weg. Nog eens zoo luidde het
aan beide zijden der Kamers, aan de liukerzijde
nog het meestMein liebchen was wilst du
noch mehr P"
Ons dunkt, dat de rechterzijde beter, voorzich-
tiger had gedaan, met op die goede geziudheid in
te gaan.
Wij hebben overwogen, of die voor het bizonder
onderwijs zoo gunstige interpretatie van art. 194
door eene motie niet grondwettelijke kracht had
kunnen erlangen, waarvan de toekomstige wetgever
terstond de vruchten oogsten kon. En zoo dat al
niet geschieden kon, had de rechterzijde daarvan
akte kunnen nemen voor de toekomst. Zij is niet
zonder verwachting, dat de verraeerdering van het
aautal kiesgerechtigden haar ook de meerderheid
in de Tweede Kamer brengen zal.
De herkozen goedgezinde verklaarders van het
artikel zouden dan bij eventueele herziening der
schoolwet hun woord van gisteren niet hebben
herroepen.
En nu?
Door weglating van de hepaling, dat bij wette-
lijke regeling bij 't openbaar onderwijs ieders gods
dienstige begrippen moeten worden geeerbiedigd,
heeft zij een wantrouwen opgewekt, alsof het der
rechterzijde met de rechtsgelijkheid niet volkomen
ernst is.
Aan dat wantrouwen schrijven wij het toe, dat
er van de linkerzijde geen enkele ernstige poging
gedaan is om het voorstel van Schaepman voor
zich aannemelijker te maken.
Wij zouden nog altijd willen, dat door school-
geldheffing en subsidie der bizondere school het
bestaan gemakkelijker werd gemaakt. Maar wij
vreezen, dat dat wantrouwen de kansen daarvoor
niet heeft verbeterd.
De boom der vrijheid, waarvan Dr. Schaepman
sprak, is niet enkel getooid met bloesem. Meer
nog, hij is beladen met goede vruchten. Maar
het wantrouwen, zal der rechterzijde nog ettelijke
jaren doen toeroepen handen af.
Nog eens wij betreuren het. Maar de rechter
zijde, die de eerbiediging van ieders godsdienstige
begrippen wegliet, stellen wij verautwoordelijk.
Frederiksburg baadde het Koninklijk paleis te
Kopenhagen in een zee van lichtde receptiezalen
van het paleis waren voor een groot feest ten hove
in orde gebracht. Door de geheele residentie had
zich het gerucht verbreid, dat de Koning een bal
ten hove gaf, gelijk het sedert den dag, waarop hij
de regeering aanvaardde niet gezien was en wel
iets ongewoons de geruchten waren ditmaal niet
overdreven.
De edelste zonen en dochteren van Denemarken,
waren tot dit schitterende feest uitgenoodigd.
Staatslieden, generaals, aanzienlijken, geleerden met
hunne vrouwen en dochters, moesten luister aan dien
avond bijzetten. De schitterende uniformen der
officieren van leger en vloot, de praclitige kleederen
en ridderorden der eerste waardigheidsbekleeders des
lands zag men hier tusschen de verblindend schoone
toiletten en juweelen der dames. Er vormden zich
overal in de rijke zalen groepen en welluidend
klonk de heldere lach der schoone Deensche vrouwen
boven de diepe basslemmen der oude mannen uit.
Slechts den stond aan het uiterste einde der zaal
alleen, somber en ernstig naar het bonte gewoel
starend die sombere blikt schrikte ieder af, die lust
had, een gesprek met hem te beginnen. 't Was Otto
Gam, de vroegere gouverneur der hoofdstad, die tot
dit oogenblik nog geen opvolger had gehad, en wie
de uitnoodiging tot het feest ten hove onver
klaarbaar had geschenen, zoodat hij slechts op de
dringende beden zijner zuster besloten had, dit bi
lJolitieli Overzicht.
Natchevitch heeft thans ook Ebentlial verlaten,
maar Prins Ferdinand is er gebleven. Men zegt,
dat de Hertog van Coburg geweigerd heeft aan
zijn zoon machtiging te verleenen tot aanvaarding
der Bulgaarsche kroon, en dat het rapport van
Natchevitch, omtrent zijne bijeenkomsten met den
verkozen vorst, het regentschap geheel heeft ont-
moedigd. Rusland blijft hechteu aan het zenden
van een gouverneur en heeft als zoodanig Vorst
Imeritinski op het oog; maar de Bulgaren zijn
van zoo'n tweeden druk Mingrelier volstrekt niet
gediend. Of de besluitelooze Coburger hun heil
zal aanbrengen, dat staat ook te beduchten, mis-
schieu was het beter naar een minder aarzelende
persoonlijkheid om te zien. Vrees voor Rusland
behoeft hen niet terug te houdennoch Oostenrijk,
noch Italie, noch Engeland zal dulden dat de
Russische uniformen den Donau oversteken, dit
dunkt ons zeker, al is er dienaangaande niets
officieels bekend. De Serveu schijnen weer wat
hoop te hebben op de verzoening van het Koninklijk
echtpaar, doch daartegenover staat, dat de Minister
Ristics zich verbonden heeft, te zorgen, dat de
scheiding tot stand komt. Men weet nu weer te
verhaleu, dat de Koningin naar eene Oostenrijk-
sche badplaats zal gaan, en de Koning met zijn
zoon op reis is naar Budapest, als ook dat de
geestelijkheid tegen de regeering intrigeert.
Dat de Czaar de weduwe van Katkoff zijne
deelneming heeft betuigd, was te gissen, en dat
de begrafenis te Moskou met veel vertoon plaats
heeft gehad evenzeer. Door den Eranscheu ex-
Minister Lockroj werd voorgesteld, dat ter eere
van Katkoff de vlaggen te Parijs halfstok zouden
worden uitgestoken, terwijl de socialistische Cri du
Peuple de houding der Parijsche pers schandelijk
noemde, op den Czaar schimpte en Poolsche
socialisten protesteerden tegen de verheerlijking van
Katkoff in Frankrijk.
Terwijl het duel tusschen Eerrj en Boulanger op
zich laat wachten, zijn de directeur der Republique
Framjaise en die van den Evenement aan 'tbakkeleien
geweest, of liever, ze hebben op elkaar geschoten.
De eerste is in de linker borst gewond. De leider
der extreme gauche in de Fransche Kamer, de heer
Clemenceau, heeft met een vijftigtal zijner groep-
genooten een wetsontwerp ingediend. Zij willen
afschaffing van alle erfenis in de zijliniehet over-
dragen aan den Staat van alle erfenis „ab intestato"
d. i. zonder testament, het stellen van regelen voor
den verkoop der goederen, die uit deze beide bronuen
aan den Staat komen, zoowel als van de domeineu
en gemeentegrondenhet opleggen der verplichting
aan de koopers om hunne goederen zelf te Sewonen,
te bebouwen of te exploiteereu. Door het afschaffen
van erfelijklieid in de zijlinie worden niet enkel
neven, maar ook broeders en zusters onterfd; de
te wonen. Van alle kanten hield men de oogen op
hem gericht, want het heftig tooneel tusschen hem
en den Koning was ruchtbaar geworden en, zooals
dat gewoonlijk gaat, door het gerucht nog met
harder kleuren geschilderd dan werkelijk het geval
was geweest.
Intussclien naderde het uur, waarop Zijne Majesteit
Frederik VI zou verschijnen, en in inspanning keek
men van tijd tot tijd naar de zaaldeur, die toegang
verleende tot de vertrekken des Kouings. Vooral de
dames waren ongeduldig, daar het haar te lang
duurde voor ze wisten met wie Zijne Majesteit het
bal zou openen.
Eensklaps werd de deur der zaal geopend en met
luider stemme riep een in deftige liverei gekleede
bediende: Zijne Majesteit de Koning!"
Een diep, eerbiedig stilzwijgen heerschte oogen-
blikkelijk in de zaal, en in twee rijen schaarden
zich de heeren en dames naast elkaar.
Frederik trad binnen; de edelste hoofden bogen
zich, en minzaam groette de Vorst naar rechts en
links zijne onderdanen. Aan het einde der rij
stond Otto Gam.
Waarom zijt ge niet in uniform, generaal, en
waarom zonder degen vroeg de Koning.
,/Majesteit, ik ben niet meer in dienst, en mijn
degen is gebroken, gelijk ik het zelf ben."
,/Dan moet ge eenen nieuwen degen hebben,
generaal, want de gouverneur onzer hoofdstad heeft
een zwaard noodig."
TER \EI ZEVSCOE (01 RAM
(SlO T.)