Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2312. YVoensdag 13 Juli 1887. 27e Jaargang, VBRKIEZIWG. Binnenlarid. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven- busbouders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elke regel meer /0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Bit bind verschijnt Dlusdag- en Vrijdagavoud blj den ultgever P. X. VAN »E S A N E te Ter Neuzen. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken bekend dat de inlevering van stembriefjes ter verkiezing van vier leden van den gemeenteraad voor de ver- vulling der plaatsen van de heeren Mr. J. P. DronkersC. J. A. Fercken, A. C. N. Grenu en J. C. Harte, die met September a. s. aan de beurt van aftreding zijn, zal plaats bebben op Dinsdag, 19 dezer, van 's morgens 9 tot 's na- middags 5 uren, op bet gemeentehuis. Ter Neuzen, 7 Juli 1887. Burgemeester en Wethouders vooruoemd, J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secrelaris. Burgemeester en Wethouders van IIOEK makeu bekend dat de inlevering van stembriefjes ter verkiezing van drie ledeu van den gemeenteraad voor de vervulling der plaatsen van de heeren Adriaan Dieleman, Meeuwis de Regt en Jacobus van Wijck, die met September a. s. aan de beurt van aftreding zijn, zal plaats hebben op Dinsd.lg, 19 dezer, van 's morgens 9 tot 's namiddags 5 uren, op het gemeentehuis. Hoek, 9 Juli 1887. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris. I-»olitieU Overzicht- Wie wind zaait, zal storm oogsten, dat onder- vindt ook Bismarck thans. De internationale on- verdraagzaamheid gaat al verder en verder. Duizenden Polen heeft Bismarck van de grenzen verwijderd, talrijke personen verbannen, vrouwen, kinderen en grijsaards over de limieten gejaagd en thans doet men in Rusland desgelijks. De Duitsche grond- bezitter moet zijn eigendom voor eene kleinigheid verkoopen, omdat het hem niet wordt toegestaan in Rusland te blijven; de Duitsche fabrikaut zal genoodzaakt zijn zijne fabriek op Russischen bodem te sluiten, de Duitsche werkman wordt verjaagd en de Duitsche invoer verboden. Een Duitscher is in Frankrijk in een vijandelijk land, aller oogen zijn wantrouwend op hem gericht, hij wordt be- schouwd als spion, als schuldige van het ongeluk der natie, als de concurrent der Fransche industrie, als de barbaar zouder behoeften, die door mede- dinging het loon van den Franschen arbeider ver- laagt. In Rusland is de Duitscher evenzeer de FEUILLETON. 15) Amalia rukte, als hadde een adder haar gestoken, zich eensklaps van haar man los en sprong op. ffVonved!" riep zij, „zoudt ge daartoe in staat zijn Vonved trok haar weer naar zich toe. //Hoe kunt ge me zoo misverstaan, Amaliavele Waldemars zijn een gewelddadigen dood gestorven, doch nooit heeft een van die alien de hand aan zijn leven geslagen. Neen, geliefde, luister goed naar wat ik u zeggen zal." En weer fluisterde hij haar eeuige woorden in het oor, zoo zacht dat zelfs iemand, die naasl hem zou gezeten hebben, het niet had kunnen verstaan." „Zult gij het doen, Amalia?" vroeg hij daarna luide. „Met Gods hulp, ja." „God zij geloofdzeide Vonved uit de volheid van zijn hart. Toen Amalia de citadel had verlaten, ijlde zij, bijna zonder te weteu, welken weg ze insloeg, naar het binnengedeelte van Kopenhagen. Ze werd door kwellende gedachten gepijnigd en was ternauwernood bij machte, aan deze gedachten dezelfde richting te geven. Plotseling bevond ze zich op het prachtige raria onder de vreemdelingen. Hij mag geen stoffen uit zijn land laten komen ter bewerkiug, geen Duitsch werkman gebruiken. Alsof Rusland en Frankrijk hebben saamgespannen om den militairen staat langs dezen weg klein te maken. Rampzalig voorzeker! Maar Bismarck is begonnen, wat anderen hem nadoen. Dat nu de stemming in Duitschland prikkelbaar is, laat zich denken. Een veldtocht tegen de Russische papieren wordt ondernomen. Het publiek wordt gewaarschuwd, zijn kapitaal aan eene regeering toe te vertrouwen, die tegenover de Duitschers zoo handelt. De Czaar moet voelen, dat de glans van zijne kroon verbleekt, wauneer hem de rijkdommeu van het Duitsche volk ont- houden worden. Zoo legt men het toe op ver- nietiging der volkswelvaart en de volken moeten boeten voor de misslagen der Staatslieden. Moge er spoedig een machtige stem uit de volkeren opgaan, opdat die aankweeking van interna tionale on verdraagzaamheid de kop wordeingedrukt. In de Fransche Kamer gaat het aardig. Met 467 tegen 41 stemmen gaf zij hare goedkeuring aan het artikel der militaire wet, waarbij de duur van den dienst op drie jaren wordt bepaald, doch tocn men kwain met het voorstel om jongelieden met twee jaren te kunnen ontslaan, indien zij blijk gaven voldoend militair onderwijs te hebben genoteu, en de Minister zich daartegen verklaarde, verwierp men dit voorstel met 319 tegen 223 stemmen. Daarop leide de rapporteur zijn ambt neer. Rouvier diende een gewijzigd budget in, waaruit blijkt dat noch de leeningnoch de nieuwe belastingen behoeven door te gaan, daar het nieuwe kabinet het evenwicht tusschen inkomsten en uitgaven hersteld heeft, louter door bezuiniging. Kamer en Seuaat hebben ook aangenomen het ontwerp om de invoerrechten op buitenlandsch gedistilleerd na 30 November a. s. van 30 op 70 fr. per liter te brengen. Rouvier heeft de inkomsten 13 millioen fr. lager geraamd en daarentegen 43 millioen aan nieuwe bronnen van inkomsten ge- vonden. Het herziene budget door Rouvier bedraagt 130 millioen fr. minder dan dat van zijn voorganger. Vive Rouvier Op het Pyreneesche schiereiland gaat het weer Spaansch toe. Tengevolge van de verhooging van den accijns op het vleesch had er een standje te Valencia plaats. Eenige groepen vrouwen en kinderen trokken met roode vaandels door de straten. De beambten namen de vlucht en eene botsing ontstond op het plein, waar zich het paleis van den kapiteiu—generaal en de kazerne der infanterie bevinden. De slachterijendoor het gemeente- bestuur ingericht, zijn verwoest. De troepen hebben van de vuurwapeneu gebruik gemaakt, terwijl na een charge van de cavalerie de orde is hersteld. In Engeland zijn de feesten nog niet ten eiude. De Koningin heeft ten aanschouwe van al de nog plein Amaliaborg, waar juist voor een der paleizen de wacht werd afgelostde luide commando's en de zware slagen der naastbijzijnde torenklok, die acht uur sloeg, herinnerden haar weer aan het doel waarmee ze op weg was. Het duister was reeds ge- vallen, voor ze de wijk, waarin Nyhavn lag, had bereikt, en daar ze bovendien in dat gedeelte den weg niet goed keude, moest ze eenige keereu vragen, voor ze de straat, die ze zocht, had gevonden. Einde lijk zag ze het huis n". 18 voor zich, waar juist een oud man met een arm op het punt stond de ven sterluiken te sluiten. Ze vroeg hem naar den sergeant Jetsmark en op zijne aanwijzing ging ze naar de plaats van het huis, waar hij, dien ze zocht, in het achtergebouw op de bovenste verdieping woonde. Amalia klom, langs de muren tastend, de donkere trappen van het achterhuis op en zocht op de bovenste verdieping naar de deur. Eindelijk vond ze er eene en klopte. Eene oude, kleine vrouw, met eene lamp in de hand, deed open en vroeg met eene ruwe stem de vreemde, wat zij begeerde. „Woont hier sergeant Karel Jetsmark?" luidde de wedervraag. „Wat moet je van hem hebben?" vroeg de oude met eene schreeuwende stem, terwijl ze wantrouwend de vreemde bekeek. wLaat de vrouw binnenkomenriep eene bevelende stem uit een aangrenzend vertrek. „Ik ben hier Op dit bevel geleidde de oude Amalia brommend door eene nauwe gang naar een vertrek of liever te Londen vertoevende vreemde Vorsten en Prinsen en duizenden toeschouwers den eersten steen gelegd voor het Rijks-Instituut te South-Kensington, be- stemd voor eene doorloopende tentoonstelling van de voortbrengselen uit de Indische kolonien en het Vereenigd Koninkrijk. In het Lagerhuis deelde Sir James Fergusson mede, dat de Eugelsch-Turksche overeenkomst betreffende Egypte nog niet in't ge- reede was. De tijd, toegestaan voor beraad, was verloopen, maar den Sultan was toegestaan de ge- legenheid tot onderteekening der conventie, zoolang Wolff nog te Konstautinopel is. In het Hooger- huis gaf de Premier te kennen, dat Wolff nog deze week Konstantinopel zou verlaten. De heer Atherley Jones kwam aandragen met eene machts- overschrijding der politie. Een fatsoenlijke jonge dame is door een agent op straat in hechtenis genomen en genoodzaakt een nacht op het politie- bureau door te brengen, onder voorwendsel dat zij op den openbaren weg voorbijgangers met onzede- lijke voorstellen zou hebben lastig gevallen. Of- schoon van alle zijden de gunstigste getuigenissen binnenkomen ointrent miss Cass, wil de rechter niets van dat alles hooren en heeft, hoewel miss Cass in vrijheid latende, een vlek op haar karakter geworpen. Van daar dat het gevalletje in het Huis kwam, nadat de Minister Matthews geweigerd had eenige nota van een en ander te nemen. De re geering is nu evenwel genoodzaakt er nota van te nemen, daar de vertegenwoordiging met meerderheid van stemmen haar daartoe noodzaakte. Matthews zal nu nadere inlichtingen moeten geven of afstappen, waarop veel kans is. De Engelsche pers is vol van het incident en geheel op de hand van den interpellant. De berichten van Soestdijk blijven gunstig. Z. M. de Koniug bevindt zich bijzonder welwaar- schijnlijk keert de vorstelijke familie in September naar den Haag terug, wan neer Z. M. persoonlijk de zilting der nieuwe Kamers zal openen. Het zeilvaartuig „Schelde" van de visscherij- politie op de Schelde en Zeeuwsche stroomen wordt ingericht tot het voeren van electrisch licht voor de bewaking bij nacht. Dit electrisch licht wordt niet op de gewone wijze, dadelijk van de electrische machine, verkregeu, doch uit een hoeveelheid accumulatoren, die in het achterschip geplaatst worden. De inrichting wordt geleverd en gesteld door de Ned. Maatschappij voor electriciteit en metallurgie te 's Hage, terwijl de heeren Dr. Kaiser te Leiden en Bottemanne te Bergen op Zoom, met het toezicht en de beproeving van een en ander belast zijn. De N. Rott. Ct. bevat het volgende inge- naar eene dakkamer, die de grootte eener zaal had, doch door het naar alle kanten hellende dak, dat tegelijktijdig als zoldering voor het vertrek diende, alleen juist in het midden iemand van gemiddelde lengte gelegenheid gaf rechtop te staan. In een hoek van het vertrek stond een eikenhouten ledikant, waarover wollen dekens lagen uitgespreid buiten dit waren eene kachel, eene commode, een eikenhouten kast, een dennenhouten tafe! en ettelijke stoelen van beukenhout al de meubelen dezer woning; alles verried de armoede, die hier heerschte. Naast de kachel zat een grijsaard in een oude dragonderuniform en met een berenmuts op het hoofd; hij rookte uit een lange pijp en hield een boek op zijne knieen, waarin hij bij het flauwe schijnsel van een olielampje zat te lezen. Toen Amalia binnentrad vergenoegde hij erzich mee zijn pijp uit den mond te nemen en onderzoekend keek hij naar de, in haren sluier gehulde, onbekende, wier gestalte noch gelaat hij kon onderscheideu. Op norschen toon vroeg hij wat ze verlangde. „Zijt gij Karel Jetsmark?" #Zoo heet ik." //Ilebt gij bij de dragonders op Fiinen als onder-officier gediend /■/Jawelwaarom vraagt ge dat „Ik moet zekerheid hebben dat ge werkelijk diegene zijt, dien ik zoek." ,/Welnu, ik ben Karel Jetsmark. Wat wilt ge van mij?" zonden stuk, onder het mottoeene rectificatie, van Dr. J. M. Hoogvliet, leeraar aan het gymnasium te Doetinchem. Aan alle belangstellenden heb ik de eer bij dezen mee te deelen, dat ik in strijd met hetgeen door de bladen is medegedeeld, na rijp beraad besloten heb niet naar Afrika te vertrekken en de negertalen van den Kongostaat voorloopig o n b e- oefend te laten. Redenen, die mij tot dit besluit brengen, zijn de volgendele. het buitengewoon lastige van de conjugatie en de syutaxis der boven- vermelde talen 2e. de ongastvrijheid en de slechte manieren der Kongo-negers3e. de vrees om door tijgers of krokodillen te worden opgegeten4e. de buitengewone duurte der aardappelen en wortelen, zoodat de Leidsche hutspot zelfs op 3 October een onbereikbaar ideaal zou ziju5e. het verre en vermoeiende van de reis6e. de moeilijkheid om in dat klimaat room- of vanille-ijs te bewaren 7e. het pijnlijke afscheid van vrienden en betrekkingen in het moederland, en eindelijk 8e. (last not least) het feit, dat het geheele bericht, eergisteren door de „Rotterdammer" en gisteren door tal van andere bladen medegedeeld, niets anders is dan een ver- zinsel, eene aardigheid, die de een of andere „vemufteliug" zich te mijnen koste veroorloofd heeft. Ik blijf, mijnheer de Redacteur, u dankende voor de verleende plaatsruimte en in kalme berusting afwachtende, in welke andere onherbergzame oorden de heeren journalisten in het vervolg nog zullen goedvinden, mij eene betrekkiug te bezorgen." Bij gelegenheid der kermis of jaarmarkt te Putten (Belgische grens) zijn onaangenaamheden ontstaan tusschen Puttensche en Woensdrechtsche jongens (grootendeels polderwerkers), waarbij het schoone geslacht eene hoofdrol speelde. Dit heeft aan enkelen van eerstgenoemde ge- meente aanleiding gegeven om ter Woensdrechtsche kermis lucht te geven aan hunne verontwaardiging. Gewapend met ijzeren ringen, die door raiddel van eene veer aan de handen worden bevestigd, hebben zij, verhit door drauk, tweespalt gezaaid en met behulp van dat wapen er rechts en links op ingehakt. Bij het algemeen gevecht, dat hierop volgde, zijn vrij ernstige wonden aan weerszijden toegebracht. Yan doodelijk treffen is geen sprake. Het aan- vankelijk bericht dat een persoon gedood en, zooals later te Bergen op Zoom werd medegedeeld, drie personen aan bekomen verwondingen overleden waren, kunnen wij ten stelligste tegenspreken. Geen enkele verwonding is zorgwekkend, hoewel het aantal gekwetsten, of beter gezegd „toegeta- kelden", vrij groot is. De onmiddellijk toegesnelde bereden marechaussees hebben bij deze gelegenheid een der daders in handen gekregen, die daaren- boven nog veertien dagen gevangenisstraf te onder- gaan had. Amalia trad langzaam op hem toe, en toen ze vlak voor den oude stond, liet ze haren sluier valleu. Nauwelijks had de oudgediende het fijne gelaat en de bevallige kleeding zijner bezoekster gezien, of hij veranderde eensklaps van gedrag tegenover haar hij sprong op en vroeg de dame om vergiffenis, dat hij haar zoo onbeleefd had ontvangen. „Ik heb u niets te vergeven," bracht zij er tegen in. vIk ben hier gekomen om een hoogst gewichtigen dienst van u te vragen. Het geldt hier leven of dood van een man, dien hij vereert." „Wat verlangt ge van mij Amalia zag naar de dichtbij staande vrouwde man begreep den wenk, nam zijne levensgezellin kort en goed onder den arm, schoof haar de deur uit en grendelde deze toe. „Welnu, mevrouw, u kunt vrijuit spreken," zeide hij, „niemand hoort ons." „Ik moet een man zien, die voor de wereld dood is, maar voor u leeft." 't Was Jetsmark aan te zien, dat hij terstond volkomen begreep, wien de vreemde bedoelde. ,/Wie heeft u hierheen gezonden vroeg hij. „De graaf van Elsinore." Jetsmark onderdrukte eenen kreet van verrassiug. Onderzoekend bleef zijn oog op de dame rusten en hij vroegWelke graaf van Elsinore Men zegt, dat hij dood en zijn geslacht uitgestorven is." „Dat zegt menmaar ge weet dat men dikwijls zegt wat niet waar is." TER \EimS(HE COlKiYT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1887 | | pagina 1