Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2309. Zaterdag 2 Juli 1887. 27e Jaargang. Binnenland. ABONNEMENT: Voor Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elke regel meer 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaa.rtot veel verminderden prijs. Oit bind verschljnt Diusdas- en Vrljdasravoud bij den nlifterer P. J. V A N WE S AN W E te Ter Nenzen. folitieli Overzicht. Servie's vorst is te Weenen aangekoinen. Eerst werd gezegd dat hij daar onvriendelijk zou worden ontvangen, doch toen men in Weenen die geruchten vernam, heeft men zich gehaast van daar te be- richten dat Milan op eene hartelijke ontvangst kon rekeuen en in den Keizer zelf zijn gastheer zou vinden. Van het plan oin den schepter neer te leggen rnoet geen sprake geweest zijn, ook zal het niet zonder gevolg zijn geweest dat de minister- president Ristitch zijne bevreemcTing heeft te kennen gegeven, hoe men er toe gekomen is in hem een tegenstander van Oostenrijk te zien. Hij stond sedert meer dan 25 jaren in persoonlijke en vriend- schappelijke betrekkingtotgraaf Andrassy en hoopte, dat het hem ook zou gelukkeu met een zoo voor- treffelijk en zoo conciliant man als graaf Kalnocky in goede verstandhouding te blijven. //Van mijne svmpathie voor Rusland maak ik geen geheim/ zeide de nieuwe premier, ,/ik heb dat openlijk uitgesproken." Als Ristitch nu met den Russischen wolf kan huilen en met de Ilongaren tevens goed vriend blijven, dan moet hij slimmer dan \on Bismarck zijn, dat staat vast. De Czaar toch wil meester in Servie zijn, de souverein van dat gebied moet zijn zoo'n soort Khedive van Egyptehij draagt kroon en schepter, rnaar wee hem, wanneer hij die teekenen der macht voor iets anders dan speelgoed aanziet. Oostenrijk ziet natuurlijk min der gaarne de uitbreiding van Russischen invloed op het Balkau-schiereiland, terwijl de Hongaren de Russen nooit gelucht hebben. Ristitch moet nu maar aan het werk; groote woorden geveu niet veel, »doen is een ding." Van de te Leipzig veroordeelde Elzassers zijn Koeehtin en Blech naar Maagdenburg, Schiffmann en Trap naar Glatz vervoerd, om aldaar hunne straf te oudergaan. In Parijs protesteert men tegen het vonnis, de meeting van de „Ligue des patriotes" was luidruchtig, zoodat de politie tusschen beideu moest kornen. De Duitsche bladen keuren dat levend houden der kwestie af, zij willen, dat Frankrijk zal bernsten in de toestanden der Rijnlanden, omdat aan het heroveren dier gewesten toch niet valt te denken, en dat de //Ligue des patriotes," die deze herovering ten doel heeft, worde ontbonden. Sommigen meenen zelfs, dat Duitschland er toe komen zal om Frankrijk dien eisch te stellen. Het orgaan van de Rochefort bevat een artikel, waaruit we het volgende vernemen. Tegen het einde van 1886 begon de Duitsche regeering zich ongerust te maken over de reorganisatie van het Fransche leger. Von Moltke en anderen overtuigden den Keizer van de noodzakelijkheid, om zich op eenen oorlog voor te bereiden. Op het beslissende oogenblik echter aarzelde Von Bismarck; hij had vernomen, dat generaal Boulanger al de combinatieu van zijne voorgangers, waarop het Duitsche plan FEUILLBTON 12) „Voor de dochter van overste Orvig is generaal Gam altijd te spreken, zou ik denken," bracht ze hier op beslisten toon tegen in, //dien me aan." Deze toon oefende invloed en verlegen kuchend geleidde de dienaar debezoekster naar het voorvertrek, waar de ongelukkige vrouw uitgeput op een zetel neerzonk en haar kleinen knaap naar zich toe trok. Nog geen halve minuut daarna hoorde zij haastige schreden in het aangrenzende vertrekde deur, die daaruit toegang tot het voorvertrek gaf, werd open geworpen en eensklaps vertoonde zich de waardige, krijgshaftige gestalte van den oudeu generaal, die met uitgestrekte handen de jonge vrouw tegemoet kwam z/Mijn kind, wat mag wel de reden zijn dat ge op dit uur bij den vriend van mijn braven Orvig aanklopt?" vroeg hij op bezorgden toon. Amalia, die, door smart overstelpt en niet in staat om van haren stoel op te staan, bij het ontwaren van den ouden man, die haar zoo menigmaal als kind op den arm had genomen en gekust, in een hevig snikken uitbarstte. Amalia droogde hare tranen en begon vervolgens den generaal hare geschiedenis van den laatsten tijd te verhalen. Bezorgdheid en angst stonden op het gelaat van den generaal te lezen, toen hij hoorde wat het lot van den man der jonge vrouw was van aanval was gebouwd, had omvergeworpen. Generaal Von Schweinitz, de Duitsche gezant te St. Petersburg, had de overtuiging gekregen, dat de Czaar een ongemotiveerden aanval op Frankrijk niet zou dulden, en dat de houding van Boulanger met geestdrift werd begroet. Alles was reeds gereed om binnen tweemaal vier—en—twintig uren de grenzen te overschrijden, toen plotseling tegenbevel kwam. De Duitsche generale staf moest een nieuw plan de eam- pagne ontwerpen. Intusschen werkte Von Bis marck met goeden uitslag te Parijs en te Peters burg. Den heer Grevy werd beduid, dat het verstandig zou zijngraaf De Lesseps naar Berlijn te zenden, en men zorgde tegelijkertijd te Petersburg het gerucht uit te strooien, dat De Lesseps door de Fransche regeering met eene speciale zending was belast. Von Bis marck was tegenover De Lesseps buitengewoon vriendelijk en schijubaar uiterst openhartig. Hij was vol lof voor Grevy, maar beklaagde zicb over de instabiliteit der Fransche regeeringen en vooral over de Karner, die Ferry had doen vallen, ,/dien grooten staatsman, voor wien hij een onbe- grensde bewondering had." Frankrijk zoo ging de Rijkskanselier voort had alles e vreezen van het socialisme, dat in de Kamer door Clemenceau werd vertegenwoordigd. Europa zou niet lijdelijk toezien, wanneer het revolutionaire element aan het roer kwam. Daarenboven is de voortdurende op- positie, door de pers tegen het traktaat van Frankfort gevoerd, op zichzelf eene groote bron van gevaar. In een tweede artikel verhaalt het orgaan, dat graaf Herbert von Bismarck aan Herbette brieven had ter hand gesteld, waaruit bleek, dat alles was gereed gemaakt voor een staatsgreep, waarbij Grevy en de aanvoerders der reactionairen en opportunisten in hechtenis zouden worden genomen. Die brieven waren natuurlijk te Berlijn gefabriceerd, naar Parijs gezonden en van daar als echte documenten naar Berlijn teruggekeerd. Herbette zou in de val zijn geloopen en Grevy en Ferry zouden den Rijkskan selier hun dauk hebben betuigd voor de tijdige waarschuwing. Dat hier waarheid en verdichting door elkander gemengd zijn, lijdt geen twijfel. Grevy en Ferry moeten worden voorgesteld als de gehoorzame dienaren en tevens als de dupes van Von Bismarck. Clemenceau en diens vrienden daar- entegen als de slacht offers eener politiek, die den vreemdeling naar de oogen ziet. De volgende voorstellen, voor ous van veel belang, zullen door de Prov. Staten behandeld wor den (met een eukel woord reeds gemeld) 1°. De wijziging van de grenzen van de werken tot zeewering of oeververdediging van den calami- z/Lief kind riep hij, terwijl hij haar in de rede viel, „uw vader heeft mij bet leven gered, door eenen Zweedschen ruiter den sabel uit de vuist te slaan, dien deze juist op mijn hoofd wilde doen nederdalen mijn leven staat ter beschikking van zijne dochter, en toch vrees ik, vrees ik zeer, dat het in dit geval niet mogelijk is uw man te redden, al bood ik den Koning mijn eigen leven in ruil aan. De Koning is een ridderlijk man, doch met betrekking tot graaf Lars Vonved van Elsinore is hij, naar ik vrees, een onverbiddelijk, onverzoenlijk vijand." z/Excellentie, ik bid u, ik bezweer u bij de vriendschap, die ge voor mijnen te vroeg gestorven vader koestert, zie al uw invloed bij den Koning aan te wenden. Breng mij en mijn kind bij den Koning, opdat ik hem op mijne knieen om genade voor mijn man, voor den vader van mijn kind moge smeeken, en ondersteun gij dan mijn verzoek, zoo hij mijne bede niet verhooren mocht." De generaal beloofde zijn hulp, ofschoon hij er niets van verwachtte, en zeide toen #Ga nu mee naar mijn zuster, die boos zou zijn, wanneer ik Amalia Orvig en haar zoontje niet bij haar bracht. Ge zijt heden onze gast, dan kunt ge morgen vroeg- tijdig met mij naar- den Koning gaan." Amalia nam in dank dit bewijs van toegenegen- heid van den gouverneur aan en volgde hem naar zijne zuster, eene eerwaardige dame, die haar eveneens nog van vroeger kende en die met de har- telijkste deelnemiDg de ongelukkige vrouw en den teuzen Stad Philippinepolder is noodig geworden ten gevolge van de bedijking van den Vergaert- polder. 2°. Yoor de bestrating van den weg van de haven van Philippine tot den grintweg langs het kanaal van Ter Neuzen heeft de Miuister van Wa- terstaat, Handel en Nijverheid een rijks-subsidie van 16500 toegezegd, onder voorwaarde, dat het overige deel der kosten door de provincie en de belanghebbenden gedragen worde. De weg zou een deel uitmaken van een altijd bruikbaren verbindingsweg tusschen de voormalige 4e en 5e districten dezer provincie op Nederlandsch gebied, op de tot stand koming waarvan reeds lang is aangedrongen. Bovendien maakt de weg een kortere verbinding van het station met de gemeente Philippine, van waar tot dusver de producten van landbouw en visscherij werden verzonden over het Belgische station Bouchaute. Ged. Staten stellen voor, op de bekende voor- waarden een renteloos voorschot te geven van f 30200, waarvan de teruggaaf gewaarborgd is door bijdragen van verschillende besturen, terwijl de gemeente door belastingverhooging in het onder- houd zou voorzien. 3°. De behoefte aan genees- en verloskundige hulp in verschillende plaatsen van Zeeland is reeds lang erkend. In verband met de adviezen der geneeskundige ambtenaren stellen Ged. Staten voor, de volgende proviuciale subsidien te verleenen; Hoedekenskerke, tevens voor Baarland en 's Graven polder, voor een geneeskundige f 300 Hontenisse, voor een geneeskundige te Lamswaarde, 200Graauw en Hoofdplaat, voor eene vroed- vrouw, elk f 150. Alles onder voorwaarde, dat het Rijk gelijke som verleene. Door de gemeenten zal dan resp. f 570, f 800, f 200 f 150 worden bij gedragen. Volgens bovenstaande cijfers zou door de provincie f 800 worden verleend. Ged. Staten stellen voor met het oog op nog inkomende aanvragen, voor 1888 f 1000 beschikbaar te stellen als op de staatsbegrooting. Aan de Zw. Ct. word! met zekerheid mede- gedeeld, dat de Minister Heemskerk opnieuw in overleg is getreden met den heer Conrad, inspecteur van den waterstaat, over de aanvaarding der por- tefeuille in de plaats van den heer Van den Bergh. Het is nog onzeker of de heer Conrad aan dien hernieuwden aandrang zal blijven weerstand bieden hij heeft het aanbod in ernstig beraad genomen en zal vermoedelijk zeer spoedig zijn besluit mede- deelen. De herzieniug van de grondwet van 1848 heeft in eerste lezing door de Tweede Kamer der Staten-Geueraal plaats gehad. De Eerste Kamer onderzoekt op dit oogenblik de elf wetsontwerpen, kleinen knaap ontving. Amalia bracht den nacht in het huis van den gouverneur slapeloos door, ter wijl het knaapje aan hare zijde rustte. Den volgenden ochtend trad de generaal in zijne beste uniform en met al zijne ridderorden de ontbijt- kamer binnen en hij zag er zoo ernstig uit alsof het de gewichtigste staatsaangelegenheid gold. z/Wij kunnen gaan, als ge wilt," zei hij tot Amalia. Deze omhelsde de oude dame en steeg daarna in gezelschap van haar kind en den generaal in het rijtuig. Koning Frederik bewoonde het beroemde slot Frederiksborg, op eenige uren afstands van Kopen- hagen aan den straatweg naar Elsinore gelegen. Hier hield hij zich het liefst op, en aan dit slot gaf hij de voorkeur boven de vele andere kasteelen, die hij in Denemarken bezat. Koning Frederik VI was een minzaam Vorst, tot wien zelfs de geriugste zijner onderdanen gemakkelijk toegang had. Zelfs in de residentie was het niet moeilijk, zoo daartoe slechts aanleiding bestond, een audieutie bij hem te ver- krijgen, zonder dat men daarvoor een bizondere bescherming aan het hof noodig had. De Koning had eene wandeling door het slotpark gemaakt en was door den schoonen morgen, misschien ook wel door de goede berichten, die hij had ont vangen, in een opgeruimde stemming gebracht. Na de wandeling had hij zijn ontbijt alleen gebruikt en zich daarna in zijne werkkamer teruggetrokken. Dit was een tamelijk ruim, achthoekig, zeer eenvoudig waarbij even zoovele hoofdstukken der grondwet zijn herzien in de afdeelingen. Men kan rekenen dat tegen 20 Juli de voorloopige verslageu van dat afdeelings-onderzoek alle zijn uitgebracht en dat om dien tijd het debat over de herziening in de Eerste Kamer zal aanvangen. Daar dit hooge lichaam het recht van amendement niet heeft, kan men het er wel voor houden dat tegen begin Augustus de zaak ook door de Eerste Kamer in eerste lezing is beslist. Den laatsten Dinsdag in Augustus volgt de verkiezingen voor de geheele Tweede Kamer. Stel dat deze de gewone najaars— en begrootingswerkzaamheden heeft voltooid, dan zal het allicht Januari worden voor de tweede lezing der grondwet in de Tweede Kamer kan beginnen. Die lezing kan echter spoedig afloopen, omdat zij dan slechts heeft aan te nemeu of te verwerpen (altijd met twee-derde van het aantal leden, dat is dus 59), en geen wijziging kan maken. Reken nu nog den tijd voor de tweede lezing in de Eerste Kamer en dan zou in het voorjaar de grondwets- herziening kunnen bekrachtigd en in April of Mei, volgens het voorloopig kiesregleinent, de nieuwe Staten—Generaal kunnen gekozeu worden. Naar aanleiding van een bericht, voorkomende in het Dagblad, dat door ds. Te Gempt te Hoede kenskerke een werktuig zou zijn uitgevonden om voorwerpen, die op de rails mochten liggen, als 't ware onmerkbaar te verwijderen, hebben wij ons tot de heer Te Gempt gewend om nadere inlichtingeu daaromtrent en daaruit blijkt ons, dat hierbedoeld wordt hetzelfde instrumentdat reeds op de tentoonstelling van nijverheid alhier in 1882 is ingezonden geweest. De heer Te G. zond ons echter nog eene meer gedetaileerde beschrijving van het werktuig, waaraan wij het volgende ontleenen. De toestel bestaat uitwending (het innerlijke is niet voor eene korte beschrijving vatbaar) uit twee schuius vooruitstaande vleugels, waarvan de een den ander een weinig voorbij spriugt. Zoodra een dier vleugels een meer of min zwaar voorwerp ontmoet, wijkt hij op een veer terug, om daarna met onverbiddellijke kracht het voorwerp terzijde te leggen. Elke vleugel werkt op zich zelf en herstelt zich onmiddellijk na zijne volbrachte taak, zoodat het mogelijk zou zijn eene geheele kudde schapen links en rechts ter zijde te zetten, zonder eenige hulp van buiten. De machine beantwoordt aan al de eischen, welke ik mijzelven gesteld had. Men zal misschien zeggen //als er iemand voor de machine lag, zou hij een ontzettenden slag ontvangen." Dit is slechts ten deele waar. Door het terugwijkeu der vleugels wordt de schok gebroken en men ligt of staat toch ook waarlijk niet voor zijn pleizier voor een tram. Verder maakt men wellicht de opmerking, dat de wegen soms door regen en wind zijn uitgehold, gemeubeld vertrek; een uitgesneden eikenhouten tafel, zes zware eikenhouten zetels en in het rond langs de muren hooge, eikenhouten kasten, waarin men honderden boeken kon zien staan, eene een- voudige kachel en een schrijflessenaar, ziedaar alles wat het studeervertrek van den Koning als pronk vertoonde. Op de tafel lagen kaarten, vesting— en veldslagplannen, die bijna alle met aanmerkingen en aanteekeningen van 's Konings hand voorzien waren. Naast den kachel lag een reusachtige Newfoundlander en aan de voeten van den bij de tafel zittenden Vorst rustte zijn lievelingsjachthond. De Koning leunde met beide armen op de tafel en was verdiept in een voor hem liggend, fijnbeschreven blad papier, toen er zacht aan de deur van zijn kabinet werd geklopt. Zonder van het papier op te zien, nam de Koning de zilveren schel, die voor hem stond, en deed deze weerklinkeu. Bijna onhoorbaar ging de deur open en een oud man in kostbare, schoon eenigszins zonderlinge kleedij betrad den drempel. ,/Sire, Zijne Excellence den gouverneur der hoofdstad van Uwe Majesteit, generaal Gam,verzoekt eene audientie z/Otto Gam vroeg de Koning verrast, zonder naar den kamerdieuaar om te zien//wat wil die reeds zoo vroeg op den dag Laat hem binnenkomen." De generaal trad het vertrek binnen, en toen de Koning zich omkeerde om hem te ontvangen, TER \EI ZEYS( HE COIIRAiT. 5,

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1887 | | pagina 1