Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
Paarden- en Veemarkt
No. 2305.
Zaterdag 18 Juni 1887.
BEKENDMAK.1NG.
Kermis of Jaarmarkt
27e Jaargang.
Binnenland.
iBONNEMENT:
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—Franco per post:
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika J,32*.
Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven-
bushouders.
ADYEETENTllN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaur, tot veel verminderden prijs.
wit blad verschtjnt Dinsdas- en Vrljdasravoud bij den uitgever P. J. V A M P E S A Bl I) E «e Ter Rienzen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente ZAAMSLAG maken bekend
1°. dat de gewone jaarlijksche
albier zal worden geliouden op Dinsdap den 5dcn
Juli 1887, aanvangende des voormiddags te 9 uren
en eindigende des namiddags te 3 uren.
Van wege de gemeente worden uitgeloold elf
premien, naar welke ecbter geene mededinging wordt
toegelaten aan de eigenaren van bet grootste getal
paarden en vee, die daarvoor in bet vorig jaar zijn
bekroond, alsmede voor de paarden en het vee,
wegens welke albier reeds vroeger eene premie is
toegekend en voor de paarden en bet vee, na 11
uren aaugebracht.
Geen liedjeszaugers, orgeldraaiers en dergelijken
worden gedurende den tijd der paarden- en veemarkt
toegelaten.
2°. dat de
in deze gemeente zal plaats hebben op Dinsdag
den 5den Juli 1887, tot en met Donderdag den
7den dier maand.
Zaamslag, 10 Juni 1887.
Bur^emeester en Wetbouders voornoemd,
°C. DE BOKX, Voorzitter.
E. H. WORTMAN, Secretaris.
folitieli Overzicht.
Op het Apennijnsche scbiereiland wil men de
kwestie met het Vatikaan gedurig aan de orde
stellcndaar wil een deel der geestelijkheid bet
vroeger aanzien des Pausen berstellen. Zelfs beelt
Boviani de regeering geinterpelleerd over hare
staatkunde ten opzichte van bet Vatikaan, doch de
vertegenwoordiging was met dien ontijdigen uitval
niet gediend, evenmin als de Minister van eeredienst,
die aan het slot zijner veroutwaardiging zeide
,/ltalie kent slecbts een opperhoofd, namelijk den
Koning." Daarop verklaarde de Minister van
binnenlandsche zaken, dat de denkbeelden van zijn
ambtgenoot door bet gebeele Kabinet werden gedeeld.
Op den koop toe verklaarde Crispi, dat de regeering
zicb niet bemoeide met hetgeen in het Vatikaan
omgaat.
In bet Pyreueesche schiereiland zetelt nog altijd
de revolutie, de regeering is dubbel waakzaam. Men
meent dat Zorilla een nieuweu opstand wil uitlokken
om het liberaal kabinet te doen vallen en de
kroou over te halen om de conservatieven weer
aan het bewind te brengen. Om spoedig bij de
band te zijn heeft men de officieren in de kazernes
gelogeerd. Spanje mag geen rust getiieten, alsot
een eeuwige vloek op dat scboone land rust. De
Spaansche gouverneur van de Soeloe—Archipel heeft
een goed werk gedaan met zicb aan het hoofd van
800 man te stellen en zich meester te maken van
een stork vestiugwerk op bet eiland Rampoela, de
laatste versehansiug der opstandelingen. Er werden
aanzienlijke verliezen geleden, doch de bewoners
onderwierpen zicb en de Sultan erkende de Spaansche
souvereiniteit.
Vlak tegenover Spanje op Afrika's noordkust
moet een. treifen hebben plaats gebad tusschen de
Fransche en Marokaansche stammen, waarvan nadere
berichten ontbreken. Hoe de zaken aan den Nijl
zullen loopen nu de Fransche Minister van buiten-
landsche zaken aan de kabinetten heeft doen weten
dat Frankrijk de Engelsch-Egyptische conventie niet
kan aaunemen, dat is nog niet te voorzien.
Wei
is de poging der Fransche regeering mislukt, om
een door de gezamenlijke mogendheden te nemen
besluit tegen die conventie uit te lokkeu, daar
zoowel Italie als Duitscblaud en Oostenrijk het
biertoe strekkend verzoek hebben afgewezen, maar
men legt zicb in Parijs daarbii niet neer, daar de
Fransche gezant te Stockholm, bekend met Egyptische
toestanden en intiem bevriend met Herbert von
Bismarck, naar Berlijn gaat, om op nieuw te appel-
leeren en ook Rusland een spaak in 't wiel steekt.
In den Petit Marseillais" beweert de Fransche
afgevaardigde Adrieux, dat niet Floquet de beruchte
woorden tot den Czaar van Rusland: ,/vive la
Pologne monsieur" zou geroepen hebben, maar
Gambetta. Floquet achtte het destijds niet de
moeite waard, het praatje tegen te spreken. Adrieux
beweert, het van een betrouwbaar persoon te weten,
en voegt er bijToen er later eens kwestie van
was, Floquet tot een hooger post te benoemen,
sprak Gambetta: „Ge weet, hoezeer ik verlang,
dat hij vooruit komt. Als dat ongelukkige „vive
la Pologne" er maar niet was,/Maar dat
is te ergriep Floquet, ,,ge weet toch zeer goed,
dat niet ik het geroepen heb, maar gijHet
is mogelijk, zeer wel mogelijk," antwoordde Gam
betta, „maar ge zult nooit meer de legende kuunen
vernietigen, die zich aan uw naam heeft gehecht."
Id de Fransche Kamer hebben herhaalde stem-
mingen plaats gehad voor de verkiezing van een
lid der begrootiugs-commissie ter vervanging van
Bouvier. Ten slotte werd de opportinist Deluns-
Moutand gekozen met 172 stem men, terwijl op
den radicalen Ballue 159 waren uitgebracht. Ver-
volgens werd het ontwerp over de legerorgauisatie
aan de orde gesteld. De minister van oorlog Ferron,
de 17de sedert 4 Sept. 1870, deelde mede dat
hij twee kleine ontwerpen zou iudienen, waardoor
nog voor het tot stand komen der geheele reor-
ganisatie, de driejarige diensttijd zou kuunen wor
den ingevoerd. De moderne oorlogskunst, zeide de
FEUILLETON
minister, eischte groote legers, alle burgers moesten
eene militaire opleiding verkrijgen, doch voor de
beschaafde klassen zou de diensttijd niet meer dan
twee jaren bedragen, terwijl men zorg zou dragen
de studenten en seminaristen zoo weinig mogelijk
aan hunne studien te onttrekken. De laatste ver-
klaring lokte een heftig protest uit van de uiterste
linkerzijde. Clemenceau verlangde van de regeering
eene duidelijke verklaring, maar toen Ferron zich
gereed maakte om te antwoorden, hield Bouvier
hem terug. Een hevig tumelt volgde, en met
moeite herstelde Floquet de orde.
In Engeland loopen de zaken zoo, dat voor de
feesten ter eere van de Koningin de dwangwet
in beginsel zal zijn aangenomen. Men is niet
zonder bezorgdheid voor den goeden afloop der
festiviteiten. Honderden arbeiders zijn weken laug
in de Westminster-abdij bezig geweest met het
opslaan van tribunes en zeer gemakkelijk zou zich
onder hen een dynamiet-held kunnen bevinden,
die in hoeken en verborgen plaatsen bommen en
helsche machines kan hebben aangebracht. Het
gevaar is te grooter zegt de Pal Mall, omdat de
Parnellisten de plechtigheid niet zullen bijwoneu.
In de zitting der Tweede Kamer van gisteren
heeft de Regeering uit het amendement betrekkelijk
het aan de kamerbewoners te verleenen kiesrecht
overgenomen de bepaling, dat de huurwaarde voor
de personeele belasting minstens het dubbele bedrag
moet zijn van het laagste bedrag, voor vollen
aanslag in het personeel verschuldigd.
Daarna is het amendement ingetrokken. Het
amendement Smeenge tot schrapping van den eisch,
dat het bewijs moet geleverd zijn van de betaliug
der belasting door den hoofdbewoner, is aange
nomen.
Met deze wijzigingen is het geheele Regeerings-
artikel over de voorloopige kiesrechtsregeling
aangenomen met 61 tegen 20 stemmen.
De Kamer heeft de verdere bepalingen betrekkelijk
de uitoefening van het voorloopig kiesrecht eeuigszins
gewijzigd goedgekeurd, en daarna de discussie over
de kiestabel aangevangen. Heden zal de aange-
kondigde interpellatie van den heer Hartogh over
de veroordeelden in zake het paling-oproer in
behandeling komen. (Zie telegrafische berichten
Aangaande de Tjiomas-zaak is na een warm
debat met 51 tegen 25 stemmen besloten tot
behandeling na deafdoeningdergrondwetsherziening.
De Nederlandsche pelgrims, welke ter viering
van 's Pausen jubile de bederaart naar Rome zullen
ondernemen, zullen door Z. H. in plechtige audientie
worden ontvangen tusschen 21 en 30 April 1888.
Door het hoofdcomite is nu een bijzonder comite
benoemd, dat gevormd wordt door twee vertegen-
woordigers van elk bisdom, een geestelijke en een
leek, en zich belasten zal met de leidingder bedevaart.
De katholieken, welke voornemens zijn aan den
pelgrimstocht deel te nemen, worden verzocht de
oproepingen van dit comite af te wachten. Het
Episcopaat van Nederland zal ter nationale audientie
bij Z. H. door een of meer leden vertegenwoordigd
zijn. De Nederl. Kath. Kring te Rome heeft zich
op verzoek van het hoofd-comite tot een Nederl.
feest-comite geconstitueerd.
De Geneeskundige Raad voor Zeeland heeft
besloten de aandacht der regeering te vestigen op
de noodzakelijkheid eener betere statistiek omtrent
de doodsoorzaken der levenloos aangegevenen.
Volgens berieht uit Schevenipgen, i. d. 15
Juni, is het graaien thans algemeeu oudanks de
felle hitte wordt er druk gewerkt. 't Is alsof de
zeeman de schade wil inhalen door de werkstaking
teweeggebracht. De geest is uitmuntend. Men
verwacht dan ook spoedig het vertrek der militaireu.
Hieruil moge blijken dat de onrustbarende berichten
als zouden nieuwe eischen zijn gesteld en de
werkstaking worden doorgezet, op geen goeden
grond steunen.
Uit Atjeh wordt aan de Sumatra-Courant
geschreven
De Atjehers worden ons de baas, en als zij het
nu nog niet zijn, dan is dat eenvoudig een kwestie
van toeval. Onze geconcentreerde stelling levert
voor hen geen bezwaren meer opzij bewegen
zich binnen de linien haast even vrij als daarbuiten,
maar bovendien zijn zij meester van onze rust en
kunnen ons plagen en afmatten zooveel zij maar
willen. Met een handvol gewapende koelies
alarmeeren zij onze gausche positie, en om tegen
eveutualiteiten gedekt te zijn moeten altijd groote
troepenmassa's tegenover een betrekkelijk klein
aantal Atjehers gesteld worden.
Hun in- en aanvallen eindigen tot nog toe altijd
met een terug of aftocht, maar let eens op, hoe zij
steeds nader komen en stouter worden. Het zijn
hun oefeningen in terreinkennis en gevechtswijze,
oefeuingen die blijkbaar van een vast stelsel uitgaan
en een groot eiuddoel op het oog hebben, doch
ons intusscheu afmatten en verliezen berokkeueu.
Let op het treffen tusschen Lamjong en Boekit
Karang in den nacht van den l8ten en den 2den
dezeren op het gevecht van den 4den om en bij
Kandang Radja Bedil. Het is altijd hetzelfde
jammerlied de vijandontsnapt ons, om
kort daarna weer op een ander punt te voorschiju
te treden.
Een feit moet ik u nog mededeelen ten bewijzen
dat het niet alleen de buiten de linie levende
Atjehers zijn die ons afbreuk doen. Na het gevecht
op den 4" werden de lijken der gesneuvelde Atjehers
onderzocht en nu bleek dat bijna alien waren
8)
Winterdalen hield een oogenblik op, terwijl hij zijne
vrouw aandachtig aanzag. Daarna ging hij voort
,/Iu den loop der tijdeu slonk het vermogen der
graven en tijdens het leven van Knud Vonved, den
grootvader van Lars, bestondeu de inkomsten der
familie slechts uit de tolgelden van de Sont. Graaf
Knud nam dienst bij het leger en was reeds generaal
toen in 1766 Christiaan Til den troon besteeg We
gens den haat, dien de Koningin-moeder en de kroon-
prins hem toedroegen, verliet hij echter zijn land en
begaf zich naar Rusland. Zijn vaderlandsliefde
bleef echter onveranderd, en zoo liet hij zijne
beide zonen in Deenschen krijgsdienst treden, waar-
toe Koning Frederik slechts noode zijn toestem-
ming verleende. Later keerde hij ook zelf naar
Denemarken terug.
„Den jongelieden, die de trots van hun vader
uitmaakten, ging het buitengewoon voorspoedig
op dertigjarigen leeftijd was Waldemar vice-
admiraal en Erik overste der artillerie. Beiden
hadden een scboone toekomst. Waldemar huwde
een Zweedsche priuses uit het roemrijke geslacht
der Wasa's die hem een zoon schonk en dien
hij Lars "Vonved noemde. Met de geboorte van
dezen zoon begon het ongeluk, want toen reeds
stierf zijne moeder.
„Het jaar 1801 kwam en met dat jaar
Lars telde toen vijf jaren de oorlog tusschen
Rusland, Zweden en Denemarken aan den eenen
kant en Engeland aan den anderen kaut. Ieder
heriunert zich nog den schrik van den zeeslag van
2 April, toen Nelson en Parker in de Oostzee
waren verschenen om Kopenhageu te belegeren.
Waldemar Vonved commandeerde een linieschip; als
vrijwilliger streed aan boord van het schip zijns zoons
graaf Knud Vonved, wien men geen commando
had willen toevertrouwen. Vader en zoon wedij-
verden met elkander in dapperheid. Bijna was de
slag geeindigd, to.en, M aldemar Vonved, door
een kogel in het hart getroffen, ontzielt ter
nederstorttede oude zeventigjarige vader hief
het lijk van den geliefden zoon op en droeg het
naar de kajuitEenige oogenblikken later
vernam hij, dat zijn zoon Erich, die een batterij
aan de haven commandeerde, eveueens gesneuveld
was
De kapitein zweeg en staarde outroerd voor zich uit.
#Eu Lars Vonved?" vroeg zijne vrouw verlaugend.
„Lars Vonved werd het voorwerp der liefde en
zorg van zijn grootvader, het eenige doel waarvoor
de oude graaf nog leefde. De kleinzoon, de eenige
uit het geslacht der graven van Elsinore, was nog
de eenige band, die hem aan het leven hechtte
uit den knaap een man te zieu opgroeien, den
voor het vaderland ge vallen vader, zijner lange rij
van voorvaderen en den Koningen Waldemar en
Wasa waardig, dat was het doel, dat den grijsaard
voor oogen stond.
„Zoodra Lars Vonved bekwaamheid genoeg be-
zat, kwam zijn grootvader tot den Koning met
hetzelfde verzoek, dat hij eenmaal voor zijne zonen
had gedaan. Hoewel de Koning zich nog niet met
den ouden graaf had verzoend, kon hij niet anders
dan een toestemmend antwoord geven, vooral omdat
hij de dieusten van den vader, die in den strijd
voor hem gevallen was, inaar waarde had leeren
schatten, en zoo trad ook Lars in den zeedienst.
Op de Hercules had de jonge man spoedig gele-
genheid proeven van zijn moed en zeemanschap
te geven, en in elk rapport van den commandant
van de Hercules, dat den Koning werd gezouden,
werd met lof van Vonved gesproken. Voor hij
zijn zeventiende jaar voleind had, was hij luite-
nant-ter-zee.
„De ongelukkige oorlog met Zweden bekroonde
zijn ongeluk. Toen de Koning vrede moest sluiten
met Denemarken, die hem de helft van zijn rijk
kostte waagde de oude Knud met zijn gewone
openhartigheid daartegen te protesteeren. De Koning
werd hierover echter zoo vertoorud, dat hij
bevel gaf den ouden Knud Vonved in hecntenis
te nemen wegens hoogverraadtevergeefs sprongen
de vriendeu van den graaf voor hem bij den
Koning in de breshet prikkelde den vorst des
te meer en hij dreigde hen als zijne medeplich-
tigen op de citadel van Frederikshaven gevangen
te zetten." Winterdalen zweeg een oogenblik, en
ging toen weer voort
„Na een langdurige hechtenis werd graaf Knud
door omgekochte rechters wegens hoogverraad ter
dood veroordeeldtot den dood op het schavot
„Hemeldie arme man riep Amalia ontzet.
ffEn liet de Koning dat vonuis voltrekken?"
„Dat waagde hij niet. Een kreet van verout
waardiging ging door gansch Denemarken, toen dit
vonuis bekend werd, waarbij haat en wraak uit-
drukking en bevredigiug hadden gevonden Onder
den naam van gratie schonk Frederik VI een
leven, dat hij niet het recht had te nemen. Hij
veranderde het doodvonnis in verbanning en verjoeg
buiten de grenzen van Denemarken den man, wiens
voorvaderen voor den Koning Denemarken bezaten.
Zijne smadelijke verbanning werd bekend gemaakt
en op zijn kleinzoon Lars Vonved werden de titels
en waardigheden over gedragen, waarvan de grijsaard
vervallen was verklaard. Doch de liefde tot het
vaderland, buiten welks grenzen hij niet wilde sterven,
deed hem besluiten gebruik te maken van het aan-
bod van trouwe, verknochte vrienden, die hem te
Kopenhagen wilden verbergenen bij dezeu, in de
nabijheid van zijn onverzoenlijken vijand, leeft
sinds dien tijd Knud Vonved."
„Hij leeft, Winterdalen? De oude man leeft nog?
Maar dan zou hij wel honderd jaar zijn!"
MS CHE
X