Landbouwfeesten te Hulst.
Telegrafische berichten.
verkrijgen. Toen tegen hoogwatertij verschillende
bemanningen zich gereed maakten tot vertrek,
werden zij daarin bemoeilijkt door een zeshonderd
tal andere matrozen, die zich op het strand hadden
verzameld. De bemoeilijking bestoud daarin, dat
zij liunne kameraden eerst trachtten over te halen,
om niet te vertrekken en toen deze daaraan geen
gevolg gaven, de roeren der tot vertrek gereed
liggende schuiten afhaalden en de trossen doorsneden.
Intusschen was de politie hiervan verwittigd,
waarna de commissaris van politie, de beer Vernee,
met beschikbare manschappen van politie en
marechaussee zich naar het strand begafom
verdere ongeregeldheden te voorkomen.
Men slaagde er dan ook in de groote menigte,
die zich vooral in de nabijheid van het Kurhaus
opeengehoopt had, in ontzag te houden. Eene
gelukkige omstandigheid was ook, dat inmiddels
het getij was verloopen en de schuiten niet meer
konden vertrekken.
Daar het zich laat aanzien, dat de visschers
wellicht hunne pogingen om hun kameraden tegen
te houden dezen middag of nacht zullen herhalen,
heeft de commissaris van politie, ondersteund door
de reederij—vereeniging //De Eendracht" den bur-
gemeester verzocht de militaire macht te requireeren,
in verband waarmede verschillende autoriteiten
gisterenochtend te Scheveningen zijn gekomen.
De grenadiers zijn aan 't strand langs de geheele
vloot verspreid, terwijl in secties gepatrouilleerd
wordt, daar het tegen 3 ure hoog water is. Ten
2 ure is de burgemeester verschenen.
Het hoogwatertij te Scheveningen is afgeloopen
zonder dat eene visschersschuit vertrokken is.
Aan 't politiebureel had ten 2 ure eene conferentie
plaats tusschen den burgemeester, den Procureur—
Generaal, den Officier van Justitie, den plaatselijken
kommandant van Den Haag, den hoofdcommissaris
van politie, den commissaris van politie te Sche
veningen, den heer A. Hoogenraad, lid van den
gemeenteraad en president der reederij-co mraissie
#De Eendracht" en den commandant der troepen
te Scheveningen.
Gister zijn 40 grenadiers geconsigneerd en blijven
in het verkooplokaal.
Ofschoon eene groote menigte der visschers -
bevolking, zoowel mannen als vrouwen, aan't strand
aanwezig is, blijft het rustig.
Te Washington heeft jl. Donderdag de onder-
teekening plaats gehad eener nieuwe overeenkomst
tusschen Nederland en de Vereenigde Staten van
Amerika, tot regeling der uitlevering van misdadigers.
TER 1VEUZE1V, 7 Juni 1887.
Gedurende het loopende jaar zijn aan den
spoorweg alhier de volgende zeeschepen ingekomen
om aldaar te lossen of te laden:
Januari
24
11 s., 5 r. ij., 3 p., 2 k.,
2 m., 1 1.
31076
Februari
20
13 s., 3 r. ij2 in., 2 k.
26695
Maart
28
15 s., 6 m., 2 r.ij., 2 k.,
2 h., 1 p.
39530
April
46
17 m., 14 s., 5 r.ij., 4h.,
3 p., 2 k., 1 1.
73722
Mei
34
12 s., 9 m., 6 r. ij., 4 h.,
2 k., 1 w.
49743
152
220766
Uitgevaren zijn in: Januari 19, Eebruari 19,
Maart 23, April 42 en Mei 31 zeeschepen.
Door het Provinciaal kerkbestuur van Zee-
land werden voor de vergadering der Sjnode van
18871890 benoemd als ouderling de heer J.
Dieleman Wz., te Ter Neuzen, lid van genoemd
kerkbestuur, en tot diens secundus de heer J. van
der Bent, te Brouwershaven, lid van het classicaal
bestuur van Zierikzee; door de beide gekozenen is
die benoeming aangenomen.
Gedurende de eerste helft der maand Mei
is door het hulppostkantoor te Axel de volgende
onbestelbare brief verzondeu, aan het adres van
mej. Joh. Frank, te Middelburg.
Bij besluit van Z. E. den heer Gouverneur-
generaal van Nederl.-Indie is bevorderd tot le
luitenant de 2e luit. der infanterie H. M. Baron
Collot d'Escury, thans met verlof in Nederland.
Hulst. Zaterdagavond 11. omstreeks 10 uur,
bracht de harmonie alhier bijna een ieder op de
been. Een paar stukjes speelde zij voor 't eerst
op de nieuwe muziektent. Dien dag hadden de
werklieden de laatste hand er aangelegd. In den
volsten zin mag die tent een sieraad voor Hulst
heeten. Omgeven door dubbele rijen van mooie
kastanjeboomen, maakt het op de markt een schoon
effect. Vooral de kap, rustende op 8 pilaren, is
kunstig afgewerkt. Niet alleen alle eer aan den
maker, den heer L. de Smet te Temsche, van dit
kunststuk maar ook hulde en erkentelijkheid aan
den gemeenteraad van Hulst zij men verschuldigd,
voor het daarstellen van zulk eene prachtige kiosk.
in de meest verschillende havens der wereld had
ontmoet en van wiens trouw en bruikbaarheid hij
de beste meening koestarde.
(Wordt vervolgd.)
KantOil Oostbur"'. De hoofden der openbare
en bijzondere scholen in dit arrondissement hebben
eene missive van den schoolopziener ontvangen,
waarin zij verzocht worden zich ernstig voor te
bereiden tot de beantwoordiging van vragen aan-
gaande schoolverzuim om veld— en huisarbeid,
over te leggen in het begin van 1888. Zorgvuldig
houden van nauwkeurige aanteekeningen wordt
beleefdelijk verzocht.
Schoondijke. De heer Geertsema Beckering,
laatst predikant te Oosterzee in Friesland, deed
Zondag 5 Juni zijne intrede alhier naar aanleiding
van 2 Korinthen 4 vers 13, na bevestigd te zijn
geworden door Ds. Krol te Groede.
Iliermede is de vacature, ontstaan door het ver
trek van Ds. J. Visser naar Ursem, vervuld.
Waterlandkerkje en Nieuwvliet zijn in deze ring
nu nog vacant.
Borssele, 4 Juni. Heden had de aaubesteding
plaats van de onderhoudswerken ten behoeve van
het calamiteuse waterschap Ellewoutsdijk en den
calamiteusen polder Borssele.
Hiervoor hadden ingeschreven de heerenP. A.
van de Velde, te Ter Neuzen, voor f 25940C.
F. van Fraeijenhove, te Ter Neuzen, voor f 25683;
A. van der Beek, te Zaamslag, voor 24983J.
de Jonge, te Kapelle, voor f 24473; Joh. Lin-
denbergh, te Wemeldinge, voor f 24442; J. Tol-
lenaar, te Ter Neuzen, voor f 24407C. D. Bolier,
te Scherpenisse, voor 24175; A. van Popering,
te Bruinisse, voor f 23796 C. Bolier, te Bruinisse,
voor f 23687D. Tholens, te Ter Neuzen, voor
f 23673; D. Tholens, te Ter Neuzen, voor/23373;
C. de Wilde, te Kattendijke, voor f 21990, en
Jac. Jansen, te Ter Neuzen, voor f 21765.
Behoudens nadere goedkeuring is het werk aan
den minsten inschrijver gegund.
Zoo was dan eindelijk de voor de oude veste
zoo merkwaardige dag aangebroken. De vreemde-
ling die dit schoon stedeke, dat „van Maurits moed
en Spaansch verraad kan getuigen en beurtelings
voor Spanjes en Hollands macht moest buigen" zal
zeker bij zijn intrede een aangenamen indruk
gekregen hebben. Een echte Junizon bescheen het
feestvierende Hulst. Heden, maandag, reeds overal
de onmiskenbare voorteekenen van a. s. feestviering.
Alom, allerwege de nationale driekleurvreemdelin-
gen komen aan en zoeken huisvesting in de reeds
gevulde logementen.
Van de eigenlijke tentoonstelling natuurlijk nog
niet veel nieuws. Het terrein de meesten onzer
lezers bekend is schoononder het lommer van
schoone boomen worden daar de //eerste" der
werktuigen voor den landbouw, de eerste onder de
schoone viervoeters die onze landbouwers helpen
of doen leven geexposeerd. Waarlijk het ijverige
bestuur der afdeeling Hulst, de heer Vogelvanger
als Voorz. en de heer Van Waesberghe als secretaris
heeft eer van zijn werk en voegen wij dit er bij,
door ruime toezending, vergoeding voor den belang-
loozen arbeid.
Bij de beproeving van de Vlas-, Braak- en
Zwingelwerktuigen konden alleen belanghebbenden
tegenwoordig zijn hiervan is dus niets te melden,
evenmin als van de vergadering van het hoofdbestuur
des avonds te 7 uur in //de Wapens van Zealand."
Des avonds werd de eerste dag besloten met een
schoon concert door het muziek- en zanggezelschap
onder 't genot van eene echten lenteavond hoorden
velen de schoone toonender ijverige muzikan-
ten op de nieuwe kiosk, een sieraad van het
marktplein.
Heden, Dinsdagwas de stad door tal van
hooggeplaatste vreemdelingen bezocht. Allen te
te noemen is onmogelijk, T zal voldoende zijn
een paar namen aan te geven n.l. den heer Buls,
burgemeester van Brussel, en den heer De Brauw,
Commissaris des Konings in onze provincie. Te
tien ure begon de vergadering der afdeeling waarvan
hieronder een kort verslag.
De vergadering was talrijk bezocht. Aanwezig
waren de heeren J. Moolenburgh te Zierikzee, algem.
Voorz. J. M. Kakebeeke te Goes, Vice-Voorz. M.
Volkrijk Liebert te Middelburg, algem. Penningm.
J. H. Snijders te Middelburg, algem. Seer., alsmede
de heeren L. J. Dorst en A. J. de Wit Andriessen
afgevaardigden van de afdeeling Tholen de heeren
T. J. Voorbeijtel en Geschiere van de afdeeling
Walcherende heer P. de Keijzer voor Noord-
Bevelandde heer E. v. d. Bosch voor Heinkens-
zandde heer J. van Gorssel voor Kruiningen
de heeren P. Fruijtier en P. Moes voor Hulst.
Verder waren tegenwoordig de heeren
Jhr. Mr. W. M. de Brauw, Commissaris des
Konings, twee leden der Gedeputeerde Staten J. H.
Bybau en Mr. D. A. Berdeuis van Berlekom, Jhr.
Mr. J. Roell, lid der Eerste Karner voor Zeeland
de heer Buls, burgemeester en Andre, schepen van
Brussel, de heer Lako, leeraar der landbouwschool
te Wageningen, de heer Moll, enz. enz.
I. Opening der Vergadering door den Voorzitter.
De Voorzitter opende om 10 uur de vergadering
en heette de leden welkom. Ofschoon de tijd
beperkt was, wenschte toch de Voorzitter op het
doel te wijzen van de landbouwtentoonstelling.
Tevens hoopte hij dat de medewerking der leden
moge leideu tot de bloei van den landbouw. Daarop
werden de notulen voorgelezen.
Door de afwezigheid van den heer V. d. Have,
nam de heer Waesberghe-Janssens het woord om
het onderwerp „zou een wederinvoering van heng-
stenkeuring wenschelijk wezen," in te leiden. De
heer Waesberghe meende de opmerking te mogen
maken, dat sedert de opheffing van de keuriug het
paardenras niet is aehteruit gegaan en dat, ingeval
de keuring moest in T leven geroepen worden, de
landbouwer met vele moeilijkheden te kampen zou
hebben. Om echter het paardenras te veredelen
was de heer Waesberghe van meening, dat de land
bouwer daartoe zelf moest meewerken door het
uitloven van premien. Ter voorkoming van het
heffen van hoog dekgeld moest er een matig tarief ge-
steld worden. De korte maar pittige redevoering van
den heer Waesberghe werd algemeen geaplaudiseerd.
II. Voorlezing van de notulen der vorige Alge-
meene Vergadering.
In fraaien en kernachtigen stijl werden de notulen
der vorige Algemeene vergadering door den Algem.
Secretaris voorgelezen.
III. Mededeeling van ingekomen stukken.
Ingekomen waren o. a. een schrijven van den
heer Commissaris des Konings in Zeeland, waarbij
hij mededeelde dat hij gaarne van de uitnoodiging
tot bijwoning der Tentoonstelling zal profiteeren,
alsmede een brief van denzelfden inhoud van de
heeren leden der Ged. Staten, en van den Burge
meester en de Wethouders van de gemeente Hulst.
IV. Mededeeling betreffende het Verslag omtrent
den toestand van de Maatschappij en van den Land
bouw en de Veeteelt in Zeeland over dejaren 1881
tot en met 1886.
In de eerste plaats wenschte de Voorzitter te
bespreken een voorslel van de dorpsvereeniging
Wolfaartsdijk om een betere indeeling te hebben
tot het aaugaan van een contract bij den verkoop
van suikerbeeten. Tevens sprak hij over het ver
edelen van het paardenras, door een verplichte
hengstenkeuring weer in 't aanziju te roepen, en
om dit te verkrijgen een geldelijke subsidie van de
Provincie te verzoeken. Om den rijtoer niet te missen
werden zaken van minder gewicht onbesproken
gelaten.
V. Verslag der commissie, belast met het on-
derzoek der rekening over 1886.
Met algemeene stemmen en onder dankbetuiging
werd de rekening over 1886, voorgelezen door den
heer Mr. F. van Dam, goedgekeurd.
VI. Mededeeling van de namen der beoordeelaars,
belast met de keuring der bij den wedstrijd en de
tentoonstelling in te zenden voorwerpen.
De Voorzitter doet mededeeling van de namen
der beoordeelaars, belast met de keuring der bij de
tentoonstelling ingezonden voorwerpen. Tot keur-
meesters waren gekozenvoor den wedstrijd van
vlas-, braak- en zwingelwerktuigen de heeren
Moll, secretaris der Maatschappij van Vlasindustrie
te Rotterdam, De Guinemore, te Kortryk (Belgie),
Lako, te Wageningen, J. A. Pateer, te Hontenisse,
en P. Moes, te Ter Neuzen; voor de paarden de
heerenJoseph Vaal, te St. Jansteen, P. Fruijtier,
te Hontenisse, en Mazure, veearts te Middelburg;
voor het rundvee de heerenJoseph van Linden,
te Kruispolder (Hontenisse), A. B. Plasschaert, te
Koewacht, en Risch, veearts te Scherpenisse; voor
schapen, varkens, geiten, konijnen en pluimgedierte
de heeren: G. F. Willemse, te Hontenisse, Jac.
de Poorter, te Zaamslag, en Charles Steijaert, te
Graauw.
VII. Vermelding der afdeeling, waarin de Al
gemeene Vergadering in 1888 zal gehouden worden.
Er werd bepaald dat de Algem. vergadering het
volgende jaar zal plaats hebben in de afdeeling
Heinkenszand, waarschijnlijk te Goes.
VIII. Bespreking van de volgende onderwerpen
1°. Zou eene wederinvoering van verplichte
hengstenkeuring in het belang van den landbouw
kunnen worden geacht
Door den heer L. van Waesberghe-Janssens
te Hulst werd hierover 't volgende gezegd
z/Tot voor weinige dagen, Mijne Heeren, vleide ik
mij dat dit onderwerp hier zou worden ingeleid
door een daartoe allerbevoegdst persoon, ik bedoel
ons geacht en verdienstelijk medelid, den heer Van
der Have te Ouwerkerk, Voorzitter van de Afdee
ling Zierikzee dezer Maatschappijdan te vergeefs,
die hoop is niet vervuld geworden en daar ik nu
toch ten zeerste zou betreuren, indieu dit onderwerp,
van een zoo groot actueel belang voor den landbouw
hier onaangeroerd moest blijven durf ik de vrijheid
nemen eenige weinige oogenblikken uwe welwillende
aandacht en toegevendheid in te roepen ter behan-
deling van de gestelde vraagzou eene weder
invoering van verplichte hengstenkeuring in het
belang van den Landbouw kunnen worden geacht.
In" de eerste plaats dan Mijne Heeren raoet ik
u als mijne meening meedeelen dat ik weinig heil
verwacht van die zoogenaamde weldaden die door
politie maatregelen, door dwangmiddelen worden
opgedrongen en het komt mij ook voor dat de
vroeger bestaande verplichte hengstenkeuring al
zeer luttel resultaat moet hebben gegeven, aange-
zien ik vermeen dat de opheffing daarvan in 1851
zonder het minste verzet heeft plaats gehad.
In de tweede plaats Mijne Heeren heb ik de
overtuiging, dat sedert de opheffing van de verplichte
keuring ous paardenras volstrekt niet is achteruit-
gegaan, de keur van landbouwpaarden, morgen ten-
toongesteld zullen u zulks ten overvloede bewijzen.
In de derde plaats Mijne Heeren meen ik, dat
een Provinciaal Reglement, de verplichte hengsten
keuring voorschrijvende, tal van strafrechterlijke
bepalingen diende te bevatten en ook van bepa-
lingen zoodanig in strijd met de vrijheid van houders
van paarden, dat er nimmer eene meerderheid in
de Staten van Zeeland zal worden gevonden, bereid
om een dergelijk Reglement in het leven te roepen.
Heb ik daar zooeven gezegd, dat ik meende dat
ons paardenras in de laatste jaren niet was achteruit-
gegaan, dan bedoel ik niet dat het overbodig zijn
zou te trachten onze paarden tot meer volmaaktheid
te brengen, neen Mijnheeren ik acht maatregelen
tot verbetering van het ras dringend noodzakelijk.
Maar in de eerste plaats om daartoe te komen
moeten de paardenfokkers zelf meewerken, door
inschrijving van hunne paarden in het paarden-
stamboek voor Nederland.
In de tweede plaats diende het Provinciaal
Bestuur en zoo mogelijk de Maatschappij van Land
bouw jaarlijks aanzienlijke premien uit te loven
voor goedgekeurde hengsten, met bepalingen ter
voorkoming dat een goedgekeurde hengst te vroeg
aan den algemeenen dienst worde onttrokken en
ter voorkoming van het heffen van een te hoog
dekgeld.
Ter voorkoming dat een goedgekeurde hengst te
vroeg aan den algemeeneu dienst in een aan te wijzen
kring of district worde onttrokken, zou het mijns
inziens voldoende zijn de premien trapsgewijze uit
te betalen, bijvoorbeeld eene eerste premie bedraagt
f 500,daarvan zou bij de eerste keuring onmid-
delijk f 150,kunnen worden uitgekeerd, het
jaar daarop bij de 2de verschijning ter keuring weer
f 150,het derde jaar bij de 3de verschijning
ter keuring als het bewezen is dat de hengst in
het bepaald district met vrucht heeft dienst gedaan,
de resteerende f 200,
Ter voorkoming van het heffen van een te hoog
dekgeld diende een billijk tarief desbetreffende te
worden vastgesteld.
Laat mij hier nog bijvoegen Mijne Heeren dat
ik alleen wenschelijk acht dat mannelijke fokdieren
worden gekeurd en geprimeerd, bij keuring van
merrien toch zou ik vreezen dat dezelve te veel door
vreemde kooplieden zouden worden opgekocht en
buiten 's lands gevoerd.
Ziedaar Mijne Heeren wat ik meen hetgeen als
doeltreffend tot meerdere verbetering van het paar
denras kan worden aangewend gaarne onderwerp
ik deze beschouwingen aan beter oordeel."
De Voorzitter deelde mede, dat de iuleider tot
punt 2°. „Bestaat er aanleiding, den werkkring der
Maatschappij wijziging te doen ondergaan?" ontbrak.
Daarom was het dat de voorzitter het woord voerde,
doch hij betreurde dat dit punt op de agenda
staat, wijl dit niet in ieders macht is te bespreken.
Wenschelijk was het dat de een of andere wijziging
in de onderafdeeling kwam, zeide de voorzitter.
Daar niemand dit punt inleidde werd overgegaan
tot het volgende punt.
3°. De wenschelijkheid van het heffen van inko-
mende rechten op vreemde granen.
De heer F. Hombach nam nu het woord op over
de wenschelijkheid van het heffen van inkomende
rechten op de vreemde granen. In een fraaien en
ongekunstelden stijl toonde de heer F. Hombach aan
dat de bodem van Amerika tot verrijking van den
landbouwer voert, over den goeden grond daar en
de gemakkelijke wijze van aankoop van landerijen,
het vervoeren en verkoopen van granen in die
streken tot welvaart leidt. Bleef de invoer van
vreemde granen, dan zag de spreker in, dat de land
bouwer ten gronde moest en was het dus wenschelijk,
om het invoeren tegen te gaan, inkomende rechten
op de vreemde granen te heffen.
(Te midden der voorlezing werden de debatten
gestaakt, om den Commissaris des Konings die met
den trein van 11 uur was gearriveerd namens de
vergadering welkom te heeten.)
De heer F. Hombach eindigde zijne redevoering
met den wensch en de aansporing om den invoer
tegen te gaan, de handen ineen te slaan en een
request aan de Kamers te zenden, teneinde, om den
slechten toestand van den landbouw te verbeteren,
bescherming aan den Staat te vragen. Deze rede
voering oogstte een daverend applaus in.
IX. Mededeelingen en voorstellen van leden
betreffende de belangeu van Landbouw en Yeeteelt.
Daar niemand eenige mededeelingen of voorstellen
heeft in te brengen werd dit punt onbesproken
gelaten.
Uit hoofde van het vergevorderde uur werd de
vergadering gesloten. Bij de sluiting bedankte
de Voorzitter de vergadering voor de betoonde
belaugstelling in de hoopdat de gehouden
gedachtenwisseling tot nut en voordeel moge strekken
van den Zeeuwschen landbouw.
Hierna maakte ieder zich gereed voor de reis
naar Axel en Zaamslag.
In het volgend nummer volgt het verslag der
verdere feestviering en de uitslag van den wedstrijd.
Nog hoorden wij,
dat aan het muziek- en zang
gezelschap te Hulst ieder f 35 en aan de andere
muziekgezelschappen ieder f 25 is verleend door
de landbouwmaatschappij.
Ook vernamen wij dat aan den maaltijd, morgen
te houden, 80 leden en genoodigden zullen deel-
nemen. De spijskaart belooft veel
's Gravenhage. 7 Juni. Tweede Kamer. De
discussie over de addit. artt. der grondwet is heden
aangevangen. De motie-Mackay om de provinciale
staten na de invoering der herziening te ontbinden
is ingetrokken. Het amendement-Van der Kaay
om voor de gemeenteraden het bestaande kiesrecht
voorloopig te behouden is met 44 tegen 32 stemmen
verworpen.
De discussie is aangevangen over het amendement-
Van der Feltz om voor gezeten werklieden in de
steden het kiesrecht uit te breiden.
Morgen voortzetting.
Maand.
Getal.
Geladen met:
K. m. inhoud.
In deze Volom beteekenen de letterss. stukgoederen,
r. ij. ruw ijzer, p. pikkolen, k. kolen, m. minerie, h. hout,
w. wijn, 1. ledig.