Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2296.
Woensdag 18 Mei 1887.
27e Jaargang,
Een briefje in de Tnilerien.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post
Nederland f 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,82$.
Men abonneert zieh bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Uit blad verachijnt Uinttdag- en Vrijdsigavond bij den aitgcver P. J. V A M 1) E 1 N D E te Ter Nenzen.
JRolitiekt Overzicht,
Kaulbars is te Berlijn en praat met Von Bismarck.
"Waarover, dat mag Joost weten. Alle reporters
en interviewers worden onbarmhartig afgewezen,
en zoodoende hangt er niets aan de klok. Wij
hebben weinig acbting voor dien Kaulbars en
ronduit gesprokenhet valt ons tegen dat de
Rijkskanselier dien vent ontvangt. Te gelijkertijd
is Graaf Herbert naar het land der Britten afgereisd,
juist niet naar Londen maar naar Dublin, om daar
14 dagen lang de gast te zijn van den onderkoning
Lord Londondery.
De zittingen van den Duitschen Rijksdag worden
zeker interessant, Richter, de leider der Duitsch-
vrijzinnigen, verklaarde zich tegen het brandewijn-
ontwerp. Richter meende ook, dat de regeering
mis was in de becijfering, want terwijl zij de
inkomsten, die zij van het ontwerp verwachtte, op
96 raillioen Mark begrootte, stelde hij die op 150
millioen daarbij gerekend de opbrengst der suiker-
belasting, dan zou de natie den belastingdruk met
200 millioen zien vermeerderen. Kon men de hoogere
belasting op het gedistilleerd laten samen gaan
met een vermindering der belasting op de eerste
levensbehoeften, dan zou de partij eene gehecl
andere houding aannemen, zei Richter. Men zou
den landbouw tegemoet willen komen, maar feitelijk
bevorderde men slechts de belangen van 3 of 4000
stokers van aardappel-spiritus. Richter, Windhorst
en Hasenclever kunneu zich schrap zetten zoo ze
willen, het regeeringsontwerp zal in 't einde de
stemmenmeerderheid hebben.
In de Elzas heeft men ook weer een boosdoener
ontdekt. Het is de heer Grad, lid van den Rijksdag,
die beschuldigd wordtdat hij zich in zijne
redevoeringen tijdens de verkiezingscampagne schul-
dig heeft gemaakt aan beleediging van sergeant-
majoors van het Duitsche leger. Is het niet
ijselijk De stadhouder Ilohenlohe zegt, dat het
waar is en zal misschien wel adviseeren dat die
schoelje over de grenzen moet worden gezet.
Dat zou afgevaardigde nommer twee zijn. Dan
nog dertien en al de „afgevaardigden-prutestler"
waren uitgezetIlohenlohe maakt zich zoo populair
bij de Fransehe Duitschers als poes in het honden-
theatre.
In Italie slaapt de politiek, maar als zij wakker
wordt is er niet veel gunstigs te voorzien. De be-
grootings-kwestien wekken veel bezorgdheid. Men
vraagt nieuwe belastingen en wil die, tot wier op-
heffing was besloten, continueeren. In het noorden
des lands wordt veel bijgedragen tot de belastingen,
het zuiden betaalt weinig en vraagt spoorwegen,
van daar strijd. De Afrikaansche kwestie is mede
lastig en vraagt veel geld. De afstand tusschen
het Vaticaan en het Quirinaal blijft even groot en
de invloed der clericalen verderfelijk, van het ver-
leenen van concession is geen sprake. Er zou een
FEUILLETON
Op een schoonen herfstmorgen wandelde Linval,
de beroemdste danser uit Parijs, in de Tuilerien.
Hij vond een open briefje met den volgenden
inhoud,/Indien hij, die dit briefje vindt, een
goede daad wil verrichten, zoo moet hij in de straat
Saintonge no. 140 naar Eugene de Mirande vragen.
Wie aan dit verzoek om bijstand voor een
ongelukkige moeder geen gevolg wil geven, mag
dat ten minste aan geen auderen beletten, maar
legge het briefje weer daar, waar hij het gevonden
heeft." Linval neuriede juist een nieuwe aria,
neurieend las hij het briefje, slingerde het met zijn
wandelstok weg en ging voort.
De tweede, die het briefje zag, was een eenvoudig
gekleed, bejaard man, een ambtenaar, die in allerijl
naar zijn kantoor ging, omdat hij ongaarne te laat
kwam. Toch nam hij den tijd om het briefje te
lezen, waarua hij zijn schouders optrok, omhoog
keek en het weer netjes op den grond legde, terwijl
hij mompelde //Dat is niet voor mij geschreven."
Op hem volgde een pachter der belastingen, een
tevreden man, die dagelijks schatteu verdiende en
daarom met verachting neerzag op anderen. Eerst
schopte hij het briefje met den voet weg, maar hij
werd nieuwsgierig, raapte het op en las het, onder
storm onder de nationaal-gezinde Italianen ontstaan,
wanneer door het Vaticaan de minste tegemoet-
koming werd gedaan. Dan nog de sommen, die
gevraagd worden voor legerversterking, die noodig
is volgens Depretis op het voorbeeld van andere
staten, ten einde den invloed op de Europeesche
politiek niet te verliezen. Magliani, Minister van
financien, verklaarde zelfs, dat de voorgestelde be
lastingen nog niet eens genoeg zouden opbrengen,
waarom hij desnoods schatkistbiljetten zou uitgeven.
De commissie heeft nu met 8 tegen 5 stemmen
zich tegen de continuatie der tienden verklaard en
zoodoende zit ook het Italiaansche Kabinet tot over
hals en ooren in moeielijkheden.
In Frankrijk staan Kabinet en Kamers al zoo
dwars tegenover elkaar, ook al om de dubbeltjes
of liever om de francs. De begrootings-commissie
is in openlijken strijd met het kabinet. Op voorstel
van den radicaal Pclletan, die het vuur opende, is
het geheele budget stoutweg door het kabinet terug
gezonden. Het schijnt er om te doen te zijn den
Minister van financien den kraaien-marsch te laten
blazen. De slimme Picardier is niet de echte
financier, maar Globet, zijn landsman, wil hem
houden, daarom zal hij nog eens gelegenheid hebben
met de commissie in overleg te treden. Een crisis
is op handen, zoo staat het.
Over de Bulgaarsche zaken, waarmee Rusland
zoo nauw is verbonden, vernemen wij thans weinig
of niets. Wel is er sprake van een nieuwen can-
didaat voor den troon, en wel vorst Wilhelm van
Nassau, maar men zegt zoo veel, dat later weer-
sproken wordt. Wilhelm is kolonel van een
Oostenrijksch dragonderregiment. Hij is de zoon
van hertog Adolph van Nassau, wiens land in 1866
door Pruisen is geannexeerd. Eene verzoening
tusschen de hertogelijke familie en de Hohenzollern
heeft plaats gehad in 1885, bij gelegenheid van het
huwelijk van de jongste dochter van den hertog
met den erfgroothertog van Baden, kleinzoon des
Keizers
In de Nieuwe wereld zijn het Mexico en Brazilie,
die thans de aandacht trekken. In het eerste land
zal eene grondwetsherziening plaats hebben, hoofd-
zakelijk om den president te kunnen behouden,
die volgens de thans fungeerende wet niet her-
kiesbaar is. Porfiro Diaz is in 't oude goudland
zeer gezien, omdat hij veel gedaan heeft tot aan-
moediging van handel en nijverheid en tot ver-
betering der financien. In het tweede is de slaven-
handel nu aan kant. Volgens een vroeger register
waren er in 1885 nog wel 1,768,000 slaven. Na
aftrek der zestigjarigen en der intusschen gestorvenen
had er dus nog wel een millioen moeten overblijven.
Dit cijfer zal echter lang niet bereikt worden, want
er hebben vooreerst talrijke vrijlatingen in massa
plaats gevonden, terwijl ook op vele plaatsen de
slavernij in een vier- of vijfjarig huurcontract voor
een spotlach vluchtig door, waarna hij het in
duizenden stukjes fecheurde, terwijl hij 'oromde
,/Dat is een scbelmstuk."
Den volgenden morgen lag er weer zulk een
briefje op dezelfde plaats. De eerste, die het las,
schreef het aangegeven adres in zijn portefeuille en
lei het briefje weer op zijn oude plaats. Daarna
nam een jong pas getrouwd paar het briefje op.
De vrouw, Julia, sprak //Laat ons eens derwaarts
gaan. Wij kunnen maar weinig geven, doch dikwijls
is zelfs de geringste gift voldoende om een arme
voor wanhoop te behoeden. Kom, laat ons derwaarts
gaan."
Zij giugen. Nadat zij in de straat Saintonge het
aangeduide nummer hadden gevonden, hoorden zij,
dat het bewoond werd door een oud geneesheer,
die zeer rijk genoemd werd en die een eenige,
knappe dochter had. Zij klommen een mooien
trap op naar een smaakvol gemeubileerde kamer op
de eerste verdieping en vroegen naar Eugene de
Mirande. Een schoon, bevallig gekleed meisje
verscheen en bracht haar gasten in een salon,
waarin de grootste orde neerschte. Het jonge paar
begreep niet waar de behoeftige moest wezen en
Julia zei: „Ik vrees dat men ons misleid heeft.
Wij hebben een briefje op de Tuilerien gevonden,
waarin uw adres stond. Wij meenden hier armen
te vinden, die onze hulp noodig hadden, maar alles
wat wij hier zien, doet ons meer aan genot dan
aan armoede denken." Eugene antwoordde
loon veranderd is, waarbij de meesters afstand ge
daan hebben van hun recht om de slaven te ver-
koopen of te tuchtigen. Vele slaven zijn in den
werkmansstand opgenomen of drijven eenigen klein-
handel. Mestelaars, timmerlieden, ook schoen- en
kleermakers, stoelenvlechters en smeden, zijn meest
zwarten. Het dagloon staat er, al naar gelang van
vak en bekwaamheid, tusschen drie of vijf gulden.
In vergelijking met de kosten van de levenswijze
hebben deze loonen dezelfde waarde als in Europa
f 1,50 of f 2,50daarentegen ontvangen werklieden
die pas aankomen veel geringer loon. Dat onze
zwarte broederen nu maar toonen de vrijheid waard
te zijn, dan maken zij menig blanke beschaamd.
Het schriftelijk gedeelte van het examen ter
verkrijging van de akte van bekwaamheid als hoofd-
onderwijzer en hoofdonderwijzeres zal plaats hebben
op 21 en 22 Juni e. k.de mondelinge examens
zullen aanvangen op 11 Juli daaraanvolgende. De
commissien, met het afnemen dezer examens belast,
zullen zitting houden te Breda, Arnhem, 's Gra-
venhage, Amsterdam, Leeuwarden en Zwolle.
In de comm. te Arnhem is o. a. tot lid benoemd,
de heer J. Vermeulen, direct, der R. H. B. S. te
Middelburg.
De Staats-Ct. van Zaterdag bevat een advies
der Landbouw-commissie betreffende maatregelen
tegen knoeierijen in den boterhandel en aangaande
regeling van het landbouw-vakonderwijs.
Betreffende het eerste is het resultaat der
overwegingen dat de Commissie tot het besluit is
gekomen dat het belang van den Nederlandschen
boterhandel dringend vordert dat zoo spoedig
mogelijk een wet tot stand worde gebracht welke
op de volgende grondslagen zou moeten berusten
1°. Onder het woord boter wordt verstaan dat
vetartikel, welks bestauddeelen uitsluitend uit melk
verkregen zijn 2°. Surrogaten van boter
worden niet als boter, noch onder een gelijkluidenden
naam bijv. butter of butterine, noch onder een
samengesteld woord waarin het woord boter voorkomt,
in den handel gebracht3°. De vaten of
verpakkingen, waarin voornoemde surrogaten ver-
kocht of verzonden worden, moeten voorzien zijn
van den voor het surrogaat verkozen naam in
duidelijk zichtbare letters, terwijl die zelfde naam
ook vermeld moet zijn op de facturen, de vracht-
brieven en cognossementen, die de verzendingen
der surrogaten moeten vergezellen4°. Verder
zal moeten worden voorgeschreven dat alle handelaren
in surrogaten van boter zorg moeten dragen dat
de door hen voor hun artikel gekozen naam
duidelijk leesbaar voor het publiek geplaatst is
voor hunne verkoophuizen of winkels; 5°. Op
openbare marktplaatsen voor den verkoop van boter
eenigszins verlegen, dat zij de beschermster was
van een ongelukkige vrouw, die zeer veel medelijden
verdiende, maar te hooghartig was om zelf iets te
vragen. Julia wenschte die vrouw te kenuen en
zei Ook mij is armoede niet vreemd. Voor mij
behoeft zij niet te blozen." Eugene weigerde
echter een naam te noemen, omdat, volgens haar,
de ongelukkige zoo beschroomd en wantrouwig
geworden was, dat een vreemde haar vertrouwen
onmogelijk kon winnen. Julia vroeg nu Heeft
zij kinderen //Drie. Haar man, die met noeste
vlijt karig den kost voor alien verdiende, is nu juist na
een lange, kostbare ziekte overleden." „0, hoe
treurigHoe oud zijn de kinderen?"//Nog zeer jong.
Het oudsteis een meisje van vijf jaar." //Ook weldra
hoop ik moeder te worden," zei Julia. //Dus zult gij
wel begrijpen, hoezeer mij die kinderen ter harte
gaan. Als mijn eigen kind mijn moederlijke zorgen
niet vorderde, zou ik ze gaarne bij mij nemen. Maar
nu kan ik niets doen, dan u een pakje met kleedij
en allerlei kleinigheden zenden, want nu dat
gezin door u ondersteund wordt, zal er aan de
voornaamste levensbehoeften wel geen gebrek
zijn."Eugene dankte haar hartelijk uit naam
van de onbekende en beloofde, dat zij Julia's ge-
schenk zou bezorgen, wier naam en woonplaats door
haar werden opgeschreven. Nauwelijks was het
jonge paar weg of er trad een jonkman binnen.
Hij zeide tegen Eugene,/U zoek ik niet, maar
Eugene de Mirande." //Die ben ik." De
bestemd zal het verboden moeten zijn surrogaten te
verkoopen, ten verkoop aan te bieden of voorhanden
te hebben 6°. Op de nakoming van al deze
voorschriften zal een behoorlijke preventieve controle
moeten worden uitgeoefend.
Het tweede advies betreft de vraag, of het
wenschelijk is vakscholen van Staatswege te sub-
sidieeren, naar aanleiding der adressen van de
Friesche maatschappij van landbouw en de maat-
schappij van W eldadigheid om subsidien resp. voor
een op te richten zuivelschool en een op te richten
bosch bou wschool.
De commissie is van oordeel, dat de oprichting
en inrichting van vakscholen moest worden over-
gelaten aan het particulier initiatief. Aan den
anderen kant echter is het onderwijs een zaak
van algemeen nut en behoort het tot die belangen
waarvan de behartiging tot de eerste plichten van
den Staat wordt geacht te behooren. De betrekking
van den Staat tot de vakscholen zal derhalve
behooren te zijn, dat de Staat aan die inrichtingen,
opgericht door particuliere krachten, geldelijken
steun zal moeten verleenen.
De uittocht naar Noord—Amerika neemt dit
jaar enorme verhoudingen aan. Te New-York
kwameu in Januari 8000, Februari 11000, Maart
•31,000 en in April meer dan 37,000 landverhuizers
aan, te zamen toen reeds 3000 meer dan in het
geheele jaar 1886. Het waren meest Ieren, Zweden,
Noren, Denen en Duitschers.
In de vorige week werden te New-York door
12 stoomschepen op eenen dag 10,000 landverhuizers
aangevoerd. Het hoogste cijfer van aanvoer op
eenen dag was 8000.
In de laatste jaren is de bevolking van Cocksdorp,
op het eiland Texel, met de helft verminderd, door
landverhuizing.
Te Goes maken zich vrijgezellen gereed om de
reis naar Noord-Amerika te ondernemen, terwijl
te Wemeldinge een gezin ook op het punt staat
daarheen te gaan.
Mossels. Er zijn mensehen, die maar slecht
kunnen tegen 't gebruik van mossels.
Zij moeten zich daarvan geheel onthouden.
Anderen kunnen de mossels doorgaans goed
verdragen, maar weten soms van eene opzwelling
tengevolge van een zoogenaamd giftig exemplaar.
Over dat giftig zijn bestaan verscheidene lezin-
gen sommigen schrijven het toe aan een spoedig
bederf door de warmte, anderen aan krabben.
De juiste oorzaak moet men zoeken in de voort-
teling. De eitjes waardoor de mosselen voorttelen,
bevatten op 't punt van rijpwording bestanddeelen,
die min of meer nadeelig zijn voor den mensch.
Die voortteling begint in voor'oarige jaren in
't laatste van Maart, doorgaans in April, zeker in
Meizij eindigt in Augustus, September.
Van daar, dat door de ondervinding geleerd,
jonkman stond even verbaast als Julia en kreeg
dezelfde inlicbtingen. Onverwijld bood hij zijn
hulp aan en zeiHoe wel ik niet rijk ben, toch
kan ik, omdat ik ongetrouwd en zuinig leef nog
al eenig geld overhouden, waarmede ik armen kan
ondersteunen." Maar mijnheer," antwoordde
Eugene, //met geld alleen is men niet altijd geholpen.
Als men zijn best wil doen- om de belangen van
ongelukkigen te bevorderen, helpt men dikwijls beter
dan met geld." Heeft uw vriendin dan iets
anders noodig. Zeg het mij dan en omdat gij het
vraagt, zal ik alles voor haar doen, wat in mijn
macht staat." //Vergeef mij dan een onbescheiden
vraag, die ik u doen moet, omdat ik anders mijn
beschermelinge niet kan helpen. Zoudt gij mis
schien ook vrijen toegang hebben tot den minis
ter „Neen, mejuffrouw. Mijn vader heeft
een klein buiten bij Parijs, waar wij gelukkig en
tevreden leven, zoodat wij geen jacht behoeven te
maken op de gunst der grooten. Wij zijn zoo rijk,
dat wij wel nooit met een minister zullen behoeven
te spreken. Maar als uw beschermelinge misschien
iemand noodig heeft, die haar belangen bij den
minister moet voorstaan, dan ben ik volgaarne tot
dien dienst bereid. Wat wil zij van den minister p"
#Maar een kleinig'neid. In het belang van
's lands verdediging beeft men een plantsoen, dat
haar man met groote kosten had doen aanleggen,
omvergehouwen en nu wil zij schadevergoeding
gevraagd hebben." (Slot volgt.)
TER \EI m.M HE <0111 i VI