Telegrafische berichten.
Gemengde berichten.
Pestilentie heeft zich een even droevige vijand
getoond als de oorlog, en in plaats van de drie
woorden waarmede Cesar zijn veldtocht beschreef,
kan de Atjeh—oorlog worden verteld metram pen,
ziekte, dood.
De natie heeft even overvloedig hare schatten
inoeten storten als zij haar bloed moest verspillen,
en het verwondert ons niet, dat het gouvernement
gesidderd zou hebben bij de jaarlijks terugkomeude
offers, welke de oorlog na zich sleept.
De tijd is gekomen, dat het prestige van de
Nederlanders in Oost—Indie moet hersteld worden,
of de kolouies inoeten worden opgegeven. Het
alternatief berust bij het volk.
Men meldt uit Vlissingen aan de G. Ct.
Een van de velen, die Zondag een bezoek brachten
op het thans in de tweede binnenhaven alhier
liggende naar Oost—Indie bestemde oorlogsschip
,/Vaii Speijk," was de heer Jacob Hobein, de wel-
bekeude held, die, zooals men weet, tijdens den
Belgischen opstand, toen hij als matroos op de
Nederlandsche vloot diende, het koene stuk be-
stond, eene wegdrijvende sloep na te zwemmen en
onder een hevigen kogelregen de daarop wapperende
driekleur uit 's vijands handen te redden.
Hobein, gekleed in voile uniform (hij werd in
1879 gepensioneerd als opper-stuurman bij de
marine) en met een zestal groot—model eerversier-
selen op de borst, begaf zich 's morgens aan boord
van de //Van Speijk/' waar hij met de hem ver-
schuldigde eerbewijzen werd ontvangen en geruimen
tijd vertoefde met den kommandant en de verdere
officieren van den //etat-major" van het oorlogs
schip.
Na het einde van zijn bezoek liet de komman
dant der //Van Speijk" den grijzen held in de
door twaalf matrozen geroeide groote sloep stad-
waarts brengen, terwijl de aan dek geschaarde be-
manuing, toen die sloep afstak, te zijuer eere een
driewerf hoera aanhief.
Het aantal vreemdelingen, dat Dinsdag te
Amsterdam was, wordt op ruim 200000 geschat.
Eergistereu was het zeker nog dubbel zoo groot.
De treinen waren alien stampvol eu reeds in den
oclitend was het zoo druk op straat als op het
drukste uur van den druksten dag in het jaar.
Wat Amsterdam aan de versiering ten koste legde,
is op geen duizenden te ramen. Een denkbeeld
kan men zich echter vormen, wanneer men weet,
dat de sommen, die de verschillende buurt -comites
te verwerken hadden, sameu een totaal vormen van
bijna drie ton. Voeg daartoe nog wat door vele
particulieren buiten de buurt-comites om is gedaan
en men kan veilig een bedrag van een half millioen
als totaal stellen.
De justitie te Utrecht ging Donderdagavond
huiszoeking doen bij een commies der posterijen,
den heer K., teneinde een onderzoek in te stellen
naar een vermisten brief met aangegeven gelds-
waarde, uit Maarssen over Utrecht naar Rotterdam
verzonden. Zooilra zich de justitie had aangemeld,
ging de heer K. even naar een ander vertrek en
benam zich daar het leven.
Men leest in de Staats-Courant
Blijkens op 10, 11 en 12 dezer van den gou-
verneur-generaal van Nederlandsch-Indie ontvangen
telegrammen is op 4 dezer eene bende van 150
vijanden binnen onze linie in Groot-Atjeh tre-
slopen.
Na een hevig gevecht met onze troepen vluchtte
de vijand, die 33 dooden bekwam, waarvan hij er
zeventien op het terreiu achterliet. Aan onze zijde
sneuvelden vijf minderen en werden gewond dertig
minderen, alsmede drie officieren, kapitein Buys en
de luiteuants Cornelius en Van Deveuter, de beide
eerstgenoemdeu zeer licht. Van de gewonde mi-
litairen zijn er later nog zeven overleden. De
toestand der overigen was gunstig.
Aan boord van het stoomschip "Prinses
Amalia," van Amsterdam naar Batavia, ontstond
den 10den April des avonds brand tusschen de lading
in het achterruiin toen het zich in het Suez-kanaal
bevoud, op de hoogte van Nort Lighthouse (kilometer
100). Men slaagde er in den brand te blusschen,
doch niet voor dat de lading in het achterruim
beschadigd, het tusschendek gedeeltelijk verbrand
en de bezaansmast er uit gevallen was. Het gaat
door naar Suez om aldaar te repareeren.
Wanneer het gerucht zich bevestigt, zegt
het Vad hangt het vaste corps opzichters van den
waterstaat een donderbui boven het hoofd, die
velen in hun bevordering zeer zal achteruitzetten.
Genoemd corps, waarvan alien bij vergelijkend
examen worden aangesteld, is verdeeld in 4 klassen,
welke thans een bezoldiging genieten van 1000,
f 1200, f 1500 en f 1800. Zij zijn belast met
de uitvoering van rijks-waterstaatswerken en staan
hij op en snelde naar de spreekbuis. ,/Olie op
het vuurEen dichte rook steeg in dikke wolken
uit den schoorsteen op, de schroef begou het water
nog heviger te zweepen.
Wat was dat? Een wonderlijk schurend, knagend
geluid. //Het komt I" riepCarlos, buiten zich zelven
van vreugde.
De aangezichten der mauschappen gloeideu van
gemoedsbeweging. Eerst een fluitend geluid en
eene zachte trilling, die zich door het geheele schip
voortplante. De Taxilus ging vooruit, langzaam,
langzaam, maar nu reeds sneller. Hoera, daar
gaat ze brulden alle steminen en de stoomboot
schoot achteruit in het diepe water."
(Wordt vervolgd.)
de heeren ingenieurs ter zijde in het opmaken van
bestekken, begrootingen eu rapporten. Nu de
aanleg van de Staatssporen nagenoeg geeindigd is,
komen er vele opzichters, die alien een tijdelijke
aanstelling hebben, buiten betrekking en thans doet
het gerucht de rondte, dat velen van deze in het
corps opgeuomen zullen wordendit zou evenwel
niet plaats hebben onderaan de ranglijst, maar tus
schen anderen in, zoodat de bevordering vau velen
daardoor geschaad zal worden.
DE AMSTEUDAMSCHE FEESTEX.
Woensdag 13 April 1887, die datum zal
geen enkelen Amsterdammer, geen enkelen vreem-
deliug die de feesten bijwoonde, ooit uit het geheugen
gaan. En geen wonder't was een Oranje-feest
bij uitnemeudheid, een leest zooals slechts zelden
is gevierd
Na den geheelen dag in alle wijken der stad
met evenveel geestdrift te zijn ontvangen, bezochten
H. M. de Koningiu en H. K. H. Priuses Wilhel-
mina de galjoot aan de schilderachtige bocht van
de Heerengracht. 't Kostte heel wat inoeite om
door de dicht opeengedrongen, jubelende menschen-
menigte te komen, maarde aanhouder wint.
Bij het kolossale vaartuig gekomen werd H. M.
bij het opkomeu van de brug geleid door den heer
Mr. Th. Stuart, en bij het betreden vau het dek
werden haar en der Prinses prachtige ruikers aan-
geboden door mej. A. J. Korthals. De muziek
der schutterij, pas teruggekeerd van de parade op
den Dam, had zich met moeite een weg gebaand
naar het schip en plaats genomen achter op de
campagne, waar zij het Volkslied aanhief.
De dames Van Tienhoven-Hacke, Van Eeghen-
Van Loon en J. J. Kluppel—Van Hasselt en mejuf-
vrouw A. J. Korthals namen de honneurs waar;
de Voorzitter van het uitvoerend bestuur der hoofd-
commissie, de heer Bergsma, de secretaris Mr. Th.
Stuart, en de heer Gosschalk, lid van de commissie
en ontwerper van het schip, bevonden zich aan
boord, evenals de heer A. Vos Rzn., die met zooveel
beleid en zorg het werk uitvoerde.
De gondeltocht, die voor het schip eenigen tijd
had gewacht, ging nu met voile muziek voorbij,
onder het oorverdooveud gejuich der menigte. De
opvarenden brachten hunue eerbiedigen groet, de
roeiers salueerden met de riemen, de vlaggen werden
op en neer geheschen, 't Was als't ware een schouw-
spel uit het 17e eeuwsche Amsterdam, aandoenlijk,
maar hartverheffend tevens.
Toen de gondeltocht voorbij was, daalde H. M.
de plecht at naar het benedendek, waar Haar door
eenige Marker visschers voor het Prinsesje een
antieke zilveren lepel werd aangeboden ter herin-
nering aan den onvergetelijken ieestdag. Het be-
vallige Prinsesje dankte op allervriendelijkste wijze
voor dit eigenaardig geschenk.
De Kouingin gaf bij herhaling Hare hooge in-
genomenheid te kennen met deze schitterende hulde
en lang duurde het eer na het vertrek der rijtuigen,
dat onder een daverend gejuich plaats had, terwijl
de muziek opnieuw het volkslied speelde, de
menigte zich had verspreid.
De tocht naar en het schouwspel op de galjoot
behooren tot de merkwaardige feiten van dit schoone
Amsterdamsche feest, dat door zoovele duizenden
naar de hoofdstad gekomen Nederlanders mee werd
gevierd.
Des avonds prijkte het Noordsche Venetie in
een zee van licht. Wei waaide het vrij hevig,
maar 't deed slechts op enkele plaatsen schade aan
het welslagen der verlichting. De gasilluminatie
voor het Nieuws van den Dag en die van de
Magere Brug vielen, helaas, ,/in 't water."
Een beschrijving te geven van de feestvreugde
die allerwege heerschte zou even onmogelijk zijn
als de liehtjes te tellen die ter eere van onzen
geeerbiedigden Koning waren ontstoken. 't Was
een onafgebroken gezang vau uationale liederen,
van Oranje boven! Leve Willem III! waaraan
geen einde scheen te komen. Amsterdam heeft
zichzelf overtroffen in zijn uiting van uationaliteits-
gevoel en van liefde voor het Oranjehuis. Onze
zoo geliefde en schijnbaar onvermoeide Koningin
was daarvan herhaaldelijk getuige.
Niettegenstaande de lange tochten gedurende den
dag, nam H. M. met de Prinses des avonds in
open rijtuig een weg van ruim 2 uur door de feest-
viereude stad.
Haast in elke straat was de verschijning vau
H. M. het teeken tot het ontsteken van Bengaalsch
vuur. De tocht van de Vorstelijke personen was
een ware triomftocht.
Op sommige punten van de stad, voornamelijk
op het Rembrandtplein, was loopen bijna onmogelijk.
Men schoof als 't ware over de straat. Maar wat
nood, men had immers geen haast men dacht aan
niets anders dan aan feestvieren
Het gezang ging over in een luid en algemeen
gejuich toen het Vorstelijke rijtuig met Koningin
en Prinsesje onverwacht op het Rembrandtplein
verscheen. Te midden der dicht opeengedrongen
door het electrisch licht fel beschenen menschen-
massa, reed het rijtuig stapvoets van Amstelstraat
naar Utrechtschestraat en nog lang kon men in
de verte de opgewonden menigte de Koningin
hooren begroeten.
Ons bestek laat niet toe al de versieringen
eens alzonderlijk te gaan bespreken. Geuoeg zij
het wanneer wij het herhalen dat het feest boven
verwachting is geslaagd en de Vorstelijke familie zeer
zeker de aangenaamste herinneringen aan Amsterdam
en zijne inwouers zal medenemen.
Nog lang nadat de Koningin met het Prinsesje
onder aanhoudend gejubel naar het Paleis op den
Dam was teruggekeerd, duurde de feestvreugde
voort, en het vertrek van duizenden en nog
eens duizenden vreemdelingen scheen aan de drukte
op straat niet in het minst afbreuk te doen.
Heel Amsterdam was dan ook op de been en
dat wil wat zeggen A.
TER NEUZEN, 15 April 1887.
Woensdag herdacht de heer J. L. van IJssel-
steijn den dag, waarop hij voor vijftig jaar in dienst
van het Rijk trad. Niet te verwonderen dus, dat
velen die den achtenswaardigen grijsaard kennen
dien dag met hem vierden. De belangstelling, de
vele bewijzen van waardeering uit deze stad en
uit den vreemde waren groot en, voegen wij er bij,
ten voile verdiend.
Des avonds werd den jubelaris door het muziek-
gezelschap Apollo eene serenade met fakkellicht
gebracht.
an het werkzaam leven vau dezen ijverigen
ambtenaar kunnen "wij het volgende mededeelen
Den 13 April 1837 trad hij als vrijwilliger in
dienst bij het korps artilleristen, en werd het vol
gende jaar tot sergeant bevorderd. Hij bleef in
dienst tot Mei 1842 toen hij op verzoek en krachtens
bizondere vergunning van den Minister van Oorlog
ontslagen werd, daar destijds voor hem geene voor-
uitzichten bestonden tot het verkrijgen vau den
ofliciersrang.
In Juni van 't zelfde jaar werd hij aangesteld
tot opzichter van 's Rijks Waterstaat en wel te
Bath en later verplaatst naar Kruiuingen. Bij de
reorganisatie van de opzichters van 's Rijks Water
staat werd hij benoemd tot sluismeester te Sas van
Gent, en in 1858 als zoodanig overgeplaatst naar
Ter Neuzen, waar hij gedurende 14 jaren tegelijkertijd
belast is geweest met het opzicht over de kanaal-
werken. Sedert Juli 1869 bekleed hij tevens de
betrekking van Commissaris der loodsen enontvanger
der loodsgelden.
Den l,ten April 1876 werd hij aangesteld tot
Rijkshavenmeester alhier.
Hij viere nog menigmaal dezen dag!
Jl. Woensdag werd alhier, door de notarissen
C. J. A. Fercken te Ter Neuzen en L. Meijlink
te 's Gravenhage, iu het openbaar in raassa ver-
kochteen woonhuis, schuur, erf en water als
weiland, en 95 hektaren 42 aren 45 centiaren
vischwater, uitmakende het noordelijke deel der
Othensche kreek, zoomede het vischwater genaarad
de Broil, tusschen de Spuikreek en Othensche kreek,
alles in de gemeente Zaamslag.
Verkocht voor 8000,aan den heer Simon
Zijlmans, te Antwerpen.
Bij het deze week te Middelburg gehouden
examen voor onderwijzer, zijn o. a. geslaagd de
heeren J. Jansen, te Ter Neuzen, P. L. Los, te
Ter Neuzen, J. C. Jansen, te Lamswaarde, en P. C.
de Moor, te Axel.
Met ingang van 1 Mei a. s. is benoemd tot
commies-ontvanger te Budel, in Noord-Braband,
de heer M. Setteur, thans als zoodanig werkzaam
te Philippine.
De heer J. M. van den Driessen Mareeuw,
sumumerair ten postkantore te Vucht, heeft met
goed gevolg het examen afgelegd voor commies der
posterijen.
Westdorpe. Jongstleden Dinsdag namiddag is
onder deze gemeente uit het kanaal van Ter Neuzen
naar Gent opgehaald, een reeds tot ontbinding
verkeerend lijk van een onbekend manspersoon,
naar gissing 40 a 50 jaren oud.
Niets werd bij het lijk gevonden, dat tot eenige
ontdekking der herkomst van den ongelukkige
kon leiden.
's Gravenhage, 15 April. Ecrste Kamer. Aan-
genomen de grensverandering eeniger gemeenten,
de wettelijke bepalingen op de bevolkingsregisters,
eene wijziging in de bepaling op teloor gegane
schuldbrieven, alsmede vrijstelling van het patent-
recht van alleen of met vrouw en kinderen werken-
de handwerks- of ambachtslieden. De Kamer is
tot nadere bijeenroeping gescheiden, nog nietafge-
daan is de onteigening der sluiswerken te IJmuiden.
REGHTSZAKEN.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg.
De rechtbank heeft in hare zitting van 15 dezer,
het volgende vonnis uitgesproken
F. S., oud 16 j., arbeidster te Ter Neuzen, is
wegens mishandeling en smaad veroordeeld tot f 8
boete of 8 dagen hechtenis.
Maandag, reeds vroeg in den morgen, waren
de marechaussees te Bergeik vier Belgische stroopers
op het spoor, zonder echter in de gelegenheid te
zijn hen te vatten. Den ganschen ochtend hielden
zij hen in het oog. In het begin van den namiddag
zagen zij de vier personen een alleenstaand huis
binnengaan, waar zij heu weldra volgden. Daar
geraakte de politie handgemeen met de stroopers,
die zich hardnekkig verweerden. In deze worsteling,
die geschiedde met het geweer in de hand, werden
twee schoten gelostwaardoor slechts een der
marechaussees ernstig aan de hand werd gewond. Een
der stroopers, een drijver, ontvluchtte; de drie
overigen werden gevat en Dinsdag gevankelijk naar
Den Bosch overgebracht. Nadat zij ieder eene
borgtocht van fr. 125 gestort hadden, werden zij
weder op vrije voeten gelaten.
De heer H. F. van Renterghem te Goes heeft
reeds eenige maanden een stoomtjalk in de beurt-
vaart en zal ook zijn andere tjalk van een stoom-
machine laten voorzien. Natuurlijk trekt dit de
aandacht der schippers, die ook gaarne vooruit
willen. Sommigen hebben dan ook een onderzoek
ingesteld, of het mogelijk was eene machine in
hun vaartuig te plaatsen. Doch het schijnt dat
een houten schip, vooral op de Zeeuwsche stroomen,
op den duur niet tegen de machine bestand is, wijl
het schip bij ruw weer te veel geslingerd en daar
door uit elkander geschud wordt. Op de binnen-
wateren zooals in Holland zou het beter gaan.
Men verwacht dan ook niet dat deze onderneming
hier in Zeeland door andere zal gevolgd worden.
Onlangs overleed te Parijs een persoon, die
zoo gelukkig was geweest, gedurende zijn leven
20,000 portretten van Napoleon I machtig te
worden eu het vorig jaar stierf te Amsterdam
een arme vrouw in de meest behoeftige omstandig-
heden, die bij nader onderzoek in het bezit bleek
te zijn van een zeer groote hoeveelheid halve-
stuiver-stukkenVoor die muntstukken had zij
steeds een groote voorliefde, welke zoo sterk was,
dat zij liever van gebrek oinkwam, dan ze uit
te geven.
Deze beide laatsten zijn ook verzamelaars.
Als men er eenmaal liefhebberij voor krijgt, dan
schijnt een grens moeilijk te stellen. Men zij dus
gewaarschuwd.
Op den 1" Paaschdag is een Rotterdamsch
gezelschap een treurig ongeluk overkoraen. Drie
personen vertrokken des morgens omtrent 7 uren
met een roeibootje, voorzien van zeiltuigage, uit de
Leuvehaven en zetten koers naar den Hoek van
Holland, alwaar het bootje door de branding op het
Zuiderhoofd werd geslageu. Nadat het vlot was ge
komen, hebben twee personen, de gebr. O., de reis
voortgezet, ondanks de waarschuwing vau hun reis-
genoot, die aan wal was gebleven. Het vaartuigje
dreef zeewaarts en was spoedig uit het gezicht
verloren.
Daar tot heden niets van deze personen bekend is,
zijn beideu waarschijnlijk in de golven omgekomen.
De een was gehuwd en vader van kinderen de
andere weduwnaar.
Er is in de laatste tijden zooveel van het
paleis van Gatchina gesprokeu, dat wij niet kunnen
nalaten, onze lezers in nadere kennis te brengen
met deze woniug van den Keizer aller Russen.
Gatchina is gelegen tusschen de twee zomer-
verblijven van Tzarkoe-Selo en Kraanoe-Selo en
werd door Czaar Peter den Groote gebouwd
Keizerin Catharina schonk het later aan haren
gunsteling prins Orlowdie het prachtig liet
versieren en na wiens dood het door grootvorst
Paul betrokken werd. Sedert dien tijd werd het
nog slechts zelden bewoond.
Gatchina heeft den vorm van een uitgestrekt
vierkantop elken hoek verheft zich een toren.
Het paleis, of liever gezegd kasteel, heeft drie
verdiepingen, waarvan de eerste op marmeren pilaren
rust. Het inwendige levert niets belangwekkends op.
Een prachtig park, doorsneden van eene rivier
en twee kleine meren, omringt het kasteel. Dit
park, alsook het groote bosch daarachter, zijn door
een hoogen muur omgeven. Het oprichten van
dezen reusachtigen, urenlangen muur heeft fabel-
achtige sommen gekost.
Onnoodig hierbij te voegen, dat het toezicht
in het kasteel en rond het park buitengewoon
streng is. Al de wegen, die naar Gatchina leiden,
zijn door patroeljes afgezet, welke ieders papieren
eischen. In het stationdat alleen voor het
gebruik van het hof dientheerscht dezelfde
strengheid. Personen, welke niet tot den keizerlijken
dienst behooren, mogen noch in-, noch uitstappeu
te Gatchina.
Rond den muur van het park zijn op elke vijt en
twintig meter schildwachten geplaatst, die alle uren
worden afgelost. Niemand mag iu het kasteel
treden, hoe goed hij er ook gekend weze, dan
op vertoon eener kaart, wier kleur elke week
verandert. Wat raeer is, het is verboden aan al
degenen, die het kasteel bewonen, welken raug
zij ook bekleeden, hunne deur 's nachts of over
dag te sluiten, opdat het hoofd der zekerheidspolitie
elk oogenblik in staat zij, eene huiszoeking te
doen.
Men ziet dat de voorzorgsraaatregelen goed en
deugdelijk genomen zijn. De Czaar wil wel, dat
men hem bewake, doch hij wil echter geen afstand
doen van zijne gewone verinaken wandelen, jagen,
visschen en varen. Hij gaat dikwijls alleen in
het bosch jagen, doch zonder dat hij het weet, is
hij dan langs alle zijden door veiligheids-agenten
omringd.
Het Keizerlijke paar doet herhaaldelijk uitstapjes
per rijtuig of gaat eenige uren te St. Petersburg
doorbrengen. Daar wil de Czaar evenmin een
militair escort en geeft steeds blijkeu van buiteu-
gewonen moed.
Nog geen maand geledeu zag men hem tusschen
de menigte indringen tijdens een brand, die in
een der smalle straten der hoofdstad woedde.
De omstreken van Gatchina hebbeu den aanblik
van een waar kamp en wanneer men aldaar met
den spoorweg voorbij rijdt, zou men niet willen
gelooven, dat dit gansche leger slechts dient om
een man te bewaken de Yorst van 240 millioen
onderdanen.
En toch is het zoo