Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2275.
Zaterdag 5 Maart 1887.
27e Ja&rgang,
Binnenland.
0)1 BiSi
3,40
3,50
5,25
5,32
5,351
5,40,
5,45,
5,511
6,0l
6,55
8,24*
8,35
9, it'
9,15
9,22
9,30.
9,3!
9,33-
i 10,01
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Eranco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVEBTENTllN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elke regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Bit blad verscliijnt Uin<tdas> en Vrijdagavond bij den uitgever P. J. VAN DE SANDE te Ter Neazen.
Bij de/.e courant belioort een bijvoegsel.
folitieli Overzicht,
De verkiezingen in Elzas—Lotharingen worden
door de Russische pers druk besproken. Vrij
algemeen wordt de vrees uitgedrukt, dat de
Rijkskanselier in het daar geleden echec een
voorwendsel zal zien om op de Rijkslanden een
regime toe te passen, dat tot een conflict met
Frankrijk zou kunnen leiden. De Nevoie Vremya
zest//De verzoeking zal voor den rijkskanselier
zeer groot zijn, maar hij zal zich ongetwijfeld
bedenken met het oog op de afwachtende houding
van het kabinet van St. Petersburg. De meuwe
politiek van Rusland, die hierin bestaat, dat men
zich door de Bulgaarsche zaken niet laat afleiden
van hetgeen in het Westen zal voorvallen, zal
derhalve eene nuttige uitwerking hebben.' Het
blad zegt verder, dat Von Bismarck, als hij den
oorlog begint, noch te St. Petersburg, noch te
Pariis onvoorbereide lieden zal vinden.
Volgens den heer Dilke kan Husland meer dan
6 millioen soldaten onder de wapenen breugen en
bezit het meer ruiterij dan Duitschland en
Oostenrijk samen. De weg naar Konstantinopel
staat voor Rusland open, zegt hij, men stelt zich
in Europa wel voor, dat Oostenrijk of een
verbond van Balkanstaten Rusland zou kunnen
tegenhouden, maar dan houdt men geen rekening
met de ontzagwekkende uitbreiding van het
Russische leger sedert 1878. Thans aan Rusland
den oorlog verklaren zou van den kant der
Duitschers een zelfmoord zijn, zoo vervolgt de
schrijver, daarom blijft men te Berlijn vriendschap-
pelijk tegenover den Czaar, hoe gaarne men den
despoot van Oost—Europa uok in de knijp zet.
Het bericht, dat de Keizers van Rusland en van
Oostenrijk 22 Maart te Berlijn zouden komen, wordt
niet bevestigd. Eerstgenoemde stuurt echter zijn
oom, Grootvorst Michael, die ook den vorigen
Czaar herhaaldelijk aan het Pruisische Hof vertegen-
woordigde en een groot voorstander van een goede
verstandhouding tusschen St. Petersburg en Berlijn
is. Voorts verwacht men er den Prins van Wales,
den Kroonprins en de Kroonprinses van Zweden,
een Prins van Italie, den Koning van Saksen, den
Groothertog en de Groothertogin van Baden, den
Groothertog van Hessen en andere regeereude vorsten.
Na de onrust der laatste tijden verwacht men te
Berlijn en misschien niet ten onrechte dat
deze bijeenkomst van zooveel gekroonde hoofden en
aanstaande vorsten het vertrouwen op het voort-
duren van den vrede zal herstellen.
De Ministerieele crisis in Italie duurt voort.
Koning Humbert is een warm voorstander van het
samengaan met Duitschland en Oostenrijk en heeft
het zoowel Depretis als Robilant tot voorwaarde
gesteld, dat deze staatkunde het richtsuoer moest
FEUILLETON
worden voor elke nieuwe Ministerieele combinatie.
Het is echter de vraag of het, zouder Kameront-
binding, mogelijk zal zijn voor deze politiek eene
meerderheid te vinden. Robilant heeft die taak
evenmin kunnen volbrengen als Depretis en den
Koning medegedeeld, dat hij de vorming van een
Kabinet aan anderen moest overlaten. Goede raad
is nu duur, want op dit oogenblik kan een Ita-
liaansch Kabinet niet bestaan zonder de samenwer-
king van de rechterzijde met een goed deel van
de linker. Eene Parlementsontbinding acht Hum
bert zeer gevaarlijkzij zou aan de buitenlandsche
staatkunde van het Koniukrijk eene door hem niet
gewenschte richting geven. Eindelijk hebben de
Italiaansche Kabinet-formeerders nog te kampen met
eene zeer eigenaardige moeielijkheidKoning Hum
bert wil evenmin als zijn vader Israelieten in het
Ministerie opnemen. Door het weren van den po-
pulairen, talentvollen staathuishoudkundige Luzzati
is ditmaal de poging mislukt om een Kabinet samen
te stellen.
In Eugeland maken de socialisten nog al veel
bewegingvooral in de hoofdstad. Zondag j.l.
kwamen ze in optocht uit verscheidene wijken de
Kathedraal van St. Paul binnen en maakten er
groot rumoer. Een sterke politie-macht hield hen
in Jt oog, zoodat de orde overigens niet is ver-
stoord geworden.
De sterke arm schijnt bij voortduring noodig
te zijn om de verstoorders der orde tot hun plicht
te brengen. In ons land beginnen de broederen
op elkaar in te hakken en moeten de leiders het
vooral ontgelden. //Wie wind zaait, zal storm
oogsten," dat ondervinden thans die leiders op
maatschappelijk zoowel als op kerkelijk terrein. Men
drijft den spot met de vredestichters en wanneer
men het zoover gebracht heeft, dan is ook de tijd
gekomen, dat alle welgezinden met afkeer en heilige
veroutwaardiging vervuld zijn tegenover de rust-
verstoorders en de handen ineen slaan, niettegen-
staande verschil van richting op politiek of kerkelijk
gebied, om de verbrekers van orde en wet paal en
perk te stellen. Tot hiertoe en niet verder!
1)
Naar het Engelsch
Eindelijk heeft de stoomtram in Westelijk
Zeeuwsch Vlaauderen de geheele baan afgelegd
verleden week werd een bezoek gebracht aan Mal-
deghem, doch slechts bij wijze van proefneming.
Men berekent, dat op het einde dezer maand de
weg voltooid zal zijn.
De vorige week had een der machinisten verzuimd,
zijne locomotief van water te voorzien. Men weet,
welke gevolgen dit verzuim kan hebben.
Hierop volgde ontslag van den betrokkene.
Tot nogtoe bleef het gelukkig bij twee offers,
die de tram in het begin van dit jaar eischte.
//Sergeant, men heeft je aangewezen den gevan
gene Scales te begeleiden. Ik raad je, hem scherp
in 'toog te houden, want hij is tot alles in staat
en indien hij er maar even kans toe ziet, laat hij
je zitten," zeide mij onze adjudant.
wHeel goed, adjudant."
tfHier is je instructie," zeide de ofhcier, terwijl
hij mij het bevelschrift overhandigde, waarbij mij,
onder bedreiging der zwaarste straffen, indien ik
de orders niet stipt nakwam, gelast werd den sol-
daat Jeremia Scales dood of levend naar de
militaire gevangenis van het district te brengen.
Ik groette den ofhcier en keerde me juist om,
ten einde het vertrek te verlaten, toen de kolonel
binnenkwam.
z/Goeden morgen, kolonel," zei de adjudant. //Deze
sergeant moet Scales escorteeren en ik waarschuwde
hem juist, dat hij met een loozen vos te doeu heeft."
,/De drommel hale dien kerel," bromde de kolonel.
,/Toch schijnt de schelm weer bij mij terug te komen.
De krijgsraad, waarvoor hij terecht stond, veroor-
deelde hem, en zeer terecht wanneer men let op
zijn verleden, om uit den dienst ontslagen te
worden, zoodra hij zijn tijd had uitgezetenen nu
trekt de generaal waarschijnlijk op hoog bevel -
juist dat gedeelte van de straf weder in, waarmede
de dienst alleen kon gebaat worden. Gedureude
rnijn twintigjarigen diensttijd heeft de ondervinding
mij geleerd, dat het altijd zoo gaat. Yerleden
voorjaar bv., tijdens de groote afdanking, waren
wij gedwongen oppassende kerels naar huis te zenden,
die oneindig veel beter waren dan deze knaap. Nu
de Eransch-Duitsche oorlog aan de orde is, trachten
de autoriteiten vrijwilligers voor de garde te werven,
opdat de regimenten weder voltallig worden. Men
schijnt wel het uitvaagsel in dienst te nemen, ten
minste te oordeelen naar de kerels, die ze mij sturen.
Buitendien men slaat geen acht op de aanwijzing
van den krijgsraad, het schuim van ons leger als
eerloos weg te zenden, en men laat de schelmen
bij hun korps blijven. Ja, sergeant," aldus besloot
de bevelvoerende ofhcier zijn betoog, terwijl hij zich
tot mij wendde, /;je krijgt daar een onverbeterlijken
kerel voor je rekening en als je niet scherp toe-
ziet, zal hij je nog in ongelegenheid brengen."
Ik groette de beide ofheieren, verliet de kamer
van den ordonnans en begaf me naar rnijn kwartier
om eenige toebereidselen voor de reis te maken,
want we moesten te voet acht mijl langs de zeekust
afleggen. Toen ik klaar was, begaf ik mij naar
de kamer van den soldaat, die aangewezen was mij
te vergezellen j ik wilde de zaak eens met hem
overleggen. Deze man was herkomstig uit Wales,
hij heette Williams en was een oudgediende, wiens
Men gaat dan ook op alle mogelijke wijzen voor-
zichtig te werk. Het schrikken van paarden komt
zeldzamer voor nu onder het rijden slechts gebeld
wordt, terwijl vroeger ook het schrille gefluit zich
looren deed.
Het gunstige weder van den afgeloopen winter
droeg er niet weioig toe bij, om het aanuemeren
werkvolk zooveel mogelijk naar den zin te maken.
G. C.
Naar het Rott. Nieuwsbl. verneemt, meent
men, en lang niet zonder grond, op het spoor te
zijn van den schrijver der adressen van het bulletin,
dat op 's Konings verjaardag werd verspreid, althans
treffende overeenkomst heeft men ontdekt tusschen
de hand dier adressen en het schrift van iemand
uit Rotterdam. Het bulletin zelf is ook aan enkele
drukkers ter bezichtiging gegeven. Tot heden
oopen de meeningen dezer vakmannen uiteen. Een
lunner acht het niet on waarschijnlijk, dat ook de
drukker in Rotterdam moet gezocht worden.
Uit Leiden wordt gemeld, dat Woensdag op
de hoeken der straten publication waren aangeplakt,
waarin samenscholingen van meer dan vijf personen
op de openbare straat werden verboden, en patrouilles
de stad doorkruisten.
Des middags zag men een beschonken persoon
in de Paradijssteeg op het dak der woning waarin
den vorigen avond de ruiten waren ingeslagen,
jezig met dit af te breken en de pannen op straat
te werpen. Niettegenstaande het angstgeschrei der
zich alleen in de woning bevindende huisvrouw en
de dringende vertoogen der omstanders, ging de
woesteling met zijn vernielingswerk voort, tot het
een passeerend heer gelukte, hem van boven te
doen komen.
Ook liepen in de buitengemeenten van Leiden
geruchten, dat de socialisten, die buiten Leidens
veste wonen, 's avonds bezoek zouden ontvangen.
Ook daar waren maatregelen genomen. De burge-
meesters waren met politie op hun post, en op de
Singels werd gepatrouilleerd. Circa half 9 kwam
langs de Heerenbrug de eerste oploop. De heer
Parmentier, die als burgemeester van Leiderdorp
optrad, posteerde zich op de brug en wist aan de
voorhoede te beduideu, dat hij hen niet kon toelaten.
Met een //leve de burgemeester van Leiderdorp
werd de terugtocht aangenomen. Later werden op
hetzelfde punt nog invallen beproefd, maar eveneens
teruggezonden. Buiten de Plantage en de Zijlpoort
stonden huzaren gereed.
Men verhaalt, dat zich Maandagavond in de
Looierstraat te Leiden een bende vertoonde voor
de woning vau een socialist. Deze hing daarop
terstond het portret van Z. M. den Koning voor
de glazen, dat door hem en zijne vrouw, ieder met
een lichtje in de hand, werd bijgelicht. Dit was
echter niet voldoendede man moest op verlangen
der menigte naar buiten komen en een liedje ter
diensttijd bijna verstreken was. Hij was letterlijk
de held van een honderdtal gevechten. Zijn onder
vinding als soldaat dagteekende reeds van den
tweeden oorlog tegen de Sihks, toen hij nog een
jongen was. Hij woonde vervolgens de expedition
bij tegen de Kaffers, in de Krim en in Indie,
tijdens de demping van den opstand aldaar. Het
laatst van alle maakte hij de expeditie naar Abes-
sinie mede, ongeveer twee jaar voor het tijdstip,
waarop ik dit schrijf. Ik deelde Williams al de
opmerkingen mede van den kolonel en den adjudant
betreffende onzen gevangenemaar de oudgediende
deed alsof hij de zaak zeer licht opnam.
(,Nu, sergeant, ik heb wel taaier karweitjes ge-
had," zeide hij en voegde er toen bij, terwijl hij
naar zijn Suidergeweer wees//ja, laat hem maar
eens beproeven het hazenpad te kiezen; hij loopt
niet ver, dat beloof ik u."
De gevangene, Scales, was een man van onge
25 jaar met een weerzinwekkend uiterlijk
veer
Hij was eerder lenig en vlug dan krac'ntig gebouwd
maar toch was hij de schrik van al de vredelie
vende manschappen wegens zijn dierlijke en wraak-
zuchtige geaardheid. Hij had drie jaren lang ge
diend en was al dien tijd voortdurend in moei
lijkheid geweest. Toen het regiment van eene
expeditie terugkeerde, kwam hij terug met een
zeer slecht boekje; en de slechte naam, waarin hi
stond, werd later door zijne daden bevestigd.
Bij de afdanking zou men hem stellig naar huis
eere van den Koning zingen en een ffLeve de
Coning aanheffen, waaraan door hem voldaan
werd. Toen was het volk tevreden.
Eergistervoormiddagte 11 urenwaren er
weer eenige anti-socialisten voor de woning, waar
ze den vorigen avond de ruiten hadden ingeworpen,
en voerden daar een gesprek met den bewoner.
O. a. verweet men den man, dat de socialisten de
psalm- en gezangboeken verbrand hadden en den
godsdienst wilden afschaffen. Men kon zoo werd
jezegd niets beters doen dan zulke onverlaten
ophangen. Een oud moedertje, van over de 70
jaren, stemde ten voile met deze meening in, door
uit te schreeuwen //Ja hangen, dat moesten ze
De socialist trachtte zich te verdedigen, o. a. met
te zeggen, dat hij niet aansprakelijk was voor
letgeen door sommige socialisten misdreven werd.
Ja," werd er toen geroepen, ,/jij bent ook een
vervloekte socialist. Wij hebben je naam ook
gevonden op de lijst bij TegelaarOphangen
moesten wij je, zoo'n ongeloovigeOnder dit
alles bleef de man bedaard, en daaraan alleen had
lij 't te danken, dat de samenscholing zonder
landtastelijkheden afliep.
Omtrent den diefstal in het postkantoor te
St. Oedenrode meldt men nader
De dieven hebben eerst getracht een paneel uit
de deur te zagen, hetgeen hun slechts gedeeltelijk
gelukte. Daarna hebben zij eene ruit uitgesneden
en zoodoende de blinden aan den binnenkant van
let raam opengebroken.
Nadat het raam er geheel uitgelicht was, hebben
zij de brandkast naar buiten gedragen en op eene
stootkar geplaatst, die zij uit het karhuis van
zekeren C. Kemps weggehaald hadden. Zij hebben
toen de kast, zooveel mogelijk over den berm van
den weg rijdende, naar eene weide gebracht, zeer
kort bij bewoonde huizeu op den Lindendijk, en
daar door middel van voorhamers, welke zij bij den
smid Kapal gestolen hadden, een gat in de deur
geslagen, het slot er uit gebroken en den inhoud,
ongeveer f 1300, medegenomen. Een bankbiljet
van f 25 en een van f 10, zoomede een aan-
geteekenden brief aan het adres van H. W. v. d.
Hagen, heeft men op de weide laten liggen. De
dieven schijnen op hun gemak te werk te zijn
gegaan, daar men in het kantoor eene flesch, nog
gedeeltelijk met jenever gevuld, en de overblijfselen
van de tabak vau den directeur vond. De
marechaussee is druk bezig om de daders op het
spoor te komenheden waren zij in Schijndel en
Vechel om nasporingen te doen omtrent de herkomst
van de flesch, waarop een etiket </Echte Schiedamsche
Jenever" geplakt was. Naar men verneemt, heeft
de bediende in het station te Bokstel Zondagmorgen
drie personen, die geheel wit bestoven waren
(wellicht door het krijt, waarmede de kast opge-
vuld was) het station zien binnenkomen.
hebben gezonden, maar vriend Scales was gedeser-
teerd. Juist bij het ontstaan van de paniek, die
veroorzaakt werd door de verwikkelingen tusschen
Erankrijk en Pruisen, was hij gepakt en naar zijn
korps teruggebracht. Hij kreeg twee maanden ge-
vaugenisstraf en werd toen weder in dienst gesteld.
Geen drie dagen later werd er in de kamer van
een ofhcier ingebroken en al zijn kostbaarheden
ontvreemdmen vermoedde dat Scales hierin be-
trokken was met een makker, die in een even
slecht blaadje stond. Deze laatste deserteerde met
den buit, maar men nam Scales gevangen, als
verdacht van medeplichtigheid aan dezen diefstal,
en leverde hem over aan de burgerlijke overheden.
Wegens gebrek aan de noodige bewijzen werd hij
weder op vrije voeten gesteld. Vervolgens sloeg
hij een onderoffleier, en voor dit vergrijp werd hij tot
negen maanden gevangenisstraf veroordeeld. Volgens
den krijgsraad moest hij daarop uit het leger
weggejaagd worden, maar gelijk wij reeds hoorden,
daelit de districts-commandant daar anders over.
Geen wonder inderdaad, dat de achtenswaardige
kolonel verontwaardigd was over het vooruitzicht,
dat zulk een man weder zijne plaats in de gelederen
zou hernemen. Zulke kerels breugen het regiment
in minachting, vooral waar de militairen met de
burgers in aanraking komen.
In den namiddag verschenen Williams en ik in
de provoost. Wij waren beiden in marschtenue en
hadden ieder tien patronen en het rantsoen voor den
TEK \EimS( HE (01 RAM
Iir-