Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
Woensdag 16 Februari 1887.
27e Jaargang,
Binnenland.
BE BAANWACHTER
5,25
.5,32
5,35
5,40
5,45
5,50
6,03
6,55
8,24
8,35
9,10
9,151
9,22
9,30
9,32
9,35
A.BONNEMENT:
Per dne maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amenka 1,82*.
Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven-
bushouders.
A.DVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elke regel meer 0,10. Grootere letters
word en naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot bet plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
vcrMcliijut Uinsdax- en Vpljdagarond bljj den ..Hgever P. V A N E S A M E te Ter Meuzen.
wat bet
t»olitieli Overzicht,
De bericbten uit oostelijk Europa zijn,
Balkan-scbiereiland aanbelangt, van met zoo groute
beteekenis. Uit Boekarest wordt nu weer gem^
dat de inbecbteuisneming van Bendereilc s.onjmst
is De Porte heeft kracbtige maatregelen geuomen
tegen de woelingen der op baar grondgebied ver-
blijf houdende Bulgaarscbe emigranten en hee
verscheidene in hecbtenis genomen. Iweeinvloed-
riike ledeu van de oppositie m Bulganje, Burrno
en Balebenoff, hebben aan honne aanhangers in
de provincie eene circulaire gezonden, waann zij
het optreden van Zankoff afkeurenan verklaren
niets meer met bem gemeen te hebben. Voort-
vluchtige officieren hebben te Odessa eene ver-
gadering gebouden, waarvan het resultant is geweest,
dat aan den regent Stamboeloff te Sofia is verzocht
om af te tredeu, terwijl den Bulgaarschen officieren
is berinnerd, dat een oorlog met Rusland noodlotti?e
gevolgen zou hebben. En Zankoff heett in zijn
ultimatum aan de Porte inedegedeeld, dat zijne
partii in regentscbap en Mimsterie de meerderheid
verlangtdat de officieren, die aan de samenzwenng
tegen Vorst Alexander deelnamen, zullen worden
teruggeroepen en in bun rang herste ter wij
daarentegen al degenen, die aan de oinwentebng
in Oost-Rumelie deel namen, van bunne ambten
zullen worden ontzet. Verder moet de Minister
van Oorlog een Rus zijn, en de constitute worden
berzien. Geen kleinigheid, voorwaar
Uit Jacobim's nota blijkt, dat het V atlkaan er
groot belang in stelt, dat bet centrum der regeenng
gunstig gestemd is omtrent het septenaat. Leest
men tusschen de regels, dan zou men geneigd zijn
te gelooven, dat van bet septenaat een soort ban-
delsartikel voor de meuwe Pruisiscbe kerkelijk-
politieke wet moet worden gemaakt. W indtborst
beeft echter op den partijdag van het centrum
verklaard, dat het centrum alle red en bad om zicli
over dit schrijveu te verheugen, daar de hieilige
Vader bad verklaard, dat deze partij zich m hooge
mate verdienstelijk had gemaakt en dat baar voort-
bestaan noodig en wensehelijk was. Verder bad
de Paus de 'oelangrijke stelling uitgesproken, dat
in de vraagstukken van wereldlijken aard het centrum
stemmen kan naar zijne volkomen vnje overtuiging.
De berkiezing van de leden werd daarna op den
partijdag als wensehelijk gesteld. De heer Von
Franckenstein, onder-voorzitter van den Rijksdag,
de scbrijver van den brief, die de nota van Jaco-
bini heeft uitgelokt, beeft zich in denzeltden geestauit-
welaten en geconstateerd, dat de Paus in zuiver
politieke vraagstukken niet meer dan een wensch
kan uitspreken en bet centrum volgens eigen m-
zicbt mocbt handelen. Ofscboon eerst wegens
redenen van gezondheid, het plan hebbende opgevat
om rust te gaan nemen na de ontbmding, stelde
bij zicb nu echter met het oog op de omstandig-
FKTJILLETQN
beden weder verkiesbaar. De voorzitter der ver
gadering, waar Von Franckenstein sprak, prees de
oppositie van het centrum tegen het septenaat
als „den schoonsteu lauwer in den rijken krans van
den strijd voor de handhaving der volksrechten, en
als een bewijs dat het centrum tegenover Rome geen
geboorzaamheid „perindc ac cadaver" toepaste.
//Het centrum," zoo besloot bij, //geeft den Paus
wat des Pausen is, mnar ook den volke wat des
volks is." Van den kant der regeering werkt men
ook door. Von Moltke verklaarde aan eene de-
putatie van couservatieve kiezers, dat de toestand
zeer ernstig was en machtigde de lui (natuurlijk)
om hiervan voort te praten en de stadbouder van
Elzas—Lotharingen, vorst Hobenlohe, beeft de nieuwe
onderdanen des Duitscben rijks gezegd, dat zij bij
de aanstaande verkiezingen de beste gelegenheid
hebben op het beboud van den vrede te werken.
Zoolang zij niet toonen geheel en al Duitschers te
zijn, zoolang kan bet laud niet hopen met andere
Duitsche Staten gelijk gesteld te worden. Dat is
slim gezegd
In de Fransche Kamer zijn ter sprake gekomen
de door den Minister van Oorlog aangevraagde
buitengewone credieten. Het belangrijkste artikel
was, dat den Minister van Oorlog en Marine een
crediet van ruim 117 millioen uit de buitengewone
middelen werd toegestaan, en wel 71 millioen voor
nieuwe geweren, 15 millioen voor kazernes en
verdedigingswerken en 31 voor de marine, 't Ging
zonder discussie door het opsteken der handen.
Hoe verstandigWat zou men er aan den anderen
kant des Rijns van zeggen?
Onze kleine buurlui schijnen zicb ook onrustig
te maken. Minister Beernaert beeft een wetsont-
werp ingediend, waarbij de buitengewone uitgaven
voor dit jaar worden vastgesteld op 49 millioen
francs. Hij zeide voor de artillerie alleen wel 100
millioen noodig te hebben en bovendien dacbt hij aan
de versterkingswerkeu voor Luik en Namen. Hij
wilde echter alles in eens niet vragen. Die man
schijnt nog al goed Of de belastingschuldigen
ook zoo over hem denken.
J ustitie heeft tbans
de adressen
inlich-
de
De Minister van
ting verschaft aau^aande de adressen over
bekende zaak van het verdwenen Limburgsche meisje.
Men kent de historie, en weet, dat zekere Meesen
haar uit bet klooster bad gebaald, en hoe beweerd
werd, dat het meisje van dezen was weggeloopen.
Merkwaardig is wat Meesen daaromtrent ver-
haalde. Hij heeft namelijk medegedeeld, dat hij
op aanraden van de R.-K. kapelaans te Gulpen,
de heeren W. H. Voncken en A. de Wever, besloot
het kind niet aan den predikan't De Groot af te
geven, maar bet bracbt bij zekeren P. Wielders,
te Nuth, en later bij de ecbtelieden Cruijen, te
Schin op Geul, vanwaar zij door een ondergescbikte
van pastoor Voncken werd overgebracht naar het
klooster aldaar, er een dag verbleef en toen door
een kloosterzuster werd weggebracht naar Trier,
vanwaar zij in Maart 1886 ten huize van Ivuborn,
te Mertert, in Luxemburg, een broeder van de
overste van bet klooster St. Pieter, werd gebracht.
Deze nam op verzoek van die overste, die weder
handelde ingevolge opdracbt van pastoor oncken,
het kind tot zich, dat na eenige diensten gehad
te hebben bij een ingenieur te Luxemburg kwam
te dienen, vanwaar bet bij baar moeder, de weduwe
Gimpel, is teruggekeerd. De Minister verzekert,
dat het aan pogingen der justitie om het kind op
te sporen niet heeft ontbroken dat die opsporingen
zeer werden bemoeilijkt door bet heen en weer
trekken van het kinddat de verblijfplaats van
Anna eerst op 19 Oct. 1886 werd ontdekt doordien
pastoor Voncken toen aan de justitie scbreef en daarbij
verklaarde uit Christelijke naastenliefde aan dat kind
een onderkomeu te hebben moeten bezorgen, en
wel ter voorkoming van den zelfmoord, waarmede
het meisje gedreigd bad, indien het tot baar moeder
of tante werd teruggebracht. Hij besloot daartoe
te eerder omdat hij geen kennis droeg van een
formeele volmacht tot uitlevering van het kind,
dat sedert vele jaren reeds door haar moeder
verstooten en door haar tante verlaten was.
Voorts deelt de Minister mede, dat de justitie
nog in deze zaak werkzaam is en onderzoekt in
hoeverre er termen bestaan om de handelende
personen gerechtelijk te vervolgen.
Ten slotte meent de Minister eenige onjuistheden
te kunnen weerleggen, die omtrent de overste
van een klooster enz. in de adressen zijn mede
gedeeld.
In het bisdom Haarlem zal de verjaardag
van Z. M. den Koning dit jaar op bizondere wijze
kerkelijk worden gevierd. De bisscbop beeft zijn
wensch te kennen gegeven, om op den 19 Februari
een plecbtige mis met den lofzang Te Deum in de
kerken te doen plaats hebben.
De sloep Eendracht, van Pernis, werden in
de vorige week, terwijl zij in de nabijbeid van
Doggersbank de visscherij uitoefende, door de Bel-
gische sloep Van Baelen, tbuis beboorende te
Antwerpen, onder meer een paar lijnen vischwant
ontroofd, waartegen de Pernisser visscher zich toen
niet kon verzetten, wijl de sloep aan de beug lag,
waarvan de kaper zich natuurlijk wel vooraf had
overtuigd. Toen de Eendracht eergisteren te Nieuwe-
diep binnenkwam, ontmoetten de opvarenden daar
echter, zeker wel tot bun genoegen, de Van Baelen,
waarmede zij op zulk een onaangename wijze bad-
den kennis gemaakt. Zooals is te begrijpen, werd
de kennismaking nu voortgezet, thans minder ten-
genoege van de Belgen, want ofschoon zij al bun
best deden om hun onschuld te betuigen, werden
de geroofde voorwerpen ontdekt en door tus-
schenkomst van de politie aan den eigenaar terug-
gegeven.
Door den voorzitter van den gemeenteraad
te Rotterdam was tegen Zaterdag eene zitting
uitgeschreven (ingevolge art. 40 der gemeentewet)
op schriftelijk verzoek van de leden belegd, ter
behandeling van „een nader voorstel in zake de
brandweer." Dit voorstel werd aangenomen en de
heer Vening Meinesz verklaarde daarop zijn verzoek
om ontslag te zullen intrekken en zijn ambt te
zullen blijven bekleeden. Het oudste lid de heer
Van der Hoop, bedankte den heer Vening Meinesz
voor dit besluit en wenschte de geiueente Rotterdam
daarmede geluk. Deze rede werd door den Raad
staande aangehoord en luide toegejuicht. Daarna
werd de vergadering gesloten.
De Ned. Sport meldt: ,/Het bestuur van
den Ned. Schaatsenrijdersbond heeft een bezoek
gebracht aan de banen te Slikkerveer, na welk
onderzoek besloten is den onlangs uitgestelden
wedstrijd van Profesionals Donderdag a. s. te doen
plaats hebben. Hoewel de National Skating
Association wegens de vele reeds gedane uitgaveu
geen gelden meer beschikbaar had om Engelsche
mededingers naar Slikkerveer te zenden, zullen
evenwel de heeren George (Fish) Smart, James
Smart, George See en Isaac See door vrij willige
bijdragen van de leden der club in staat gesteld
worden mede te dingen. De ruime deelneming
aan deze bijdragen is vooral te danken aan de nette
wijze, waarop de Engelschen laatst te Slikkerveer
werden ontvangen, toen zij, niettegenstaande hunne
te late aankomst, hoewel buiten hunne schuld,
toch ter mededinging werden toegelaten. Ook de
heer H. Hagen zal, volgens een zooeven ontvangen
telegram uit Hamburg, mede tegenwoordlg zijn.
De strijd tusschen Friezen en Hollanders zal scherp
zijn, zoodat wij gerust kunnen voorspellen dat de
bezoekers duizenden hopen wij een dag vol
emotie zullen beleven."
Jhr. Mr. L. Schorer en zijn echtgenoote,
vrouwe E. H. R. Plaat, te Kuilenburg, hebben
ter nagedachtenis van hun overleden zoon, een
fonds gesticht onder de benaming van het Adolf
Schorer-fonds waarvan de inkorasten volgens
statuten uitsluitend moeten worden gebezigd tot
het uitoefenen in de gemeente Kuilenburg van
de weldadigheid in den ruimsten zin des woords.
Het beschermheerschap over genoemd fonds, door
de stichters aangeboden aan den commissaris des
Konings in Gelderland, is door dezen welwillend
aangenomen.
12)
NAAR HET FRANSCH.
Dinet wachtte op den trein en stond daar
onbewegelijk, met de wanhoop in het hart Maar
waarom vielen zijne blikken eensklaps op die plek,
waar hij nog geen zes maanden geleden Marie had
vinden liggen Waarom trok hem die plek als
met een onoverwinnelijke toovermacht aan
Ja, daar lag ze, daarhet is zoo dood
eenvoudig Men legt zich neder, men wacht
en men lijdt niet meer. Ja, daar lag ze met
dekieine naast haarde kleine, Dinet's
KonijntjeWaaraan denkt ge, ongelukkige Goede
God, vergeef mij, ik wordt nog krankzinnig
De trein flooten toen hij de sluitboomen
voorbij stoomde, stond de wachter op zijn post.
Het blijft nooit bij een ongelukzegt het
spreekwoord. Den volgenden dag hakte hij bout,
toen het rijtuigje van den dokter voor het huisje
stil hield. Zijn hart stond bijkans stil. Dokter
Dusaux kwam er alleen uit.
„Goeden dag, vriend. Wat nieuws? Maar wat
scheelt er aan? Je ziet er zoo vroolijk uit als
een schelvisch, die op het drooge ligt.
„Ik ben ternedergeslagen."
„En dat waarom, bid ik je?"
„Ik weet het nietIk kan de gedachte
maar met van mij afzetten, dat nu haar man
dood is, zij mij het kind zal afnemen."
„Jou het kind afnemen je weet niet wat ge
ze"t, dwaaswaarom zou zij het terugnemeu ge
weet niet, dat zij het bij ons niet hebben kan.
Komaan, die rimpels weggevaagdals dat alles
is, dan kunt gij gerust zijn maar, ik kwam
eens met je pratenZij heeft je nu bepaald
een bezoek gebracht na den dood van den
anderen, dat was heel natuurlijkmaar nu ze
weduwe ismoeten wij nog meer den schijn
vermijden dan vroegergij begrijpt, dat is eene
kiesche zaak. Kort en goed, ik zeg niet, dat zij
nooit meer terug zal komenmaar voor het
oogenblik moet gij er maar liever niet meer aan
denken, gij hebt de kleine, dat is je voldnende."
Dinet was bleek geworden en antwoordde niet.
ffMaar wat scheelt er toch aan ik zou op mijn
woord denken, dat je van je stokje wilt vallen.
,,0 dokter
„Welnu, wat zou dat? ik ben dokter, ten minste
zoo zegt men, en wat verder
,,Ik heb dingen gehoord o, dingenmen
vertelt, dat zij met den lansier gaat trouwen.J
I „Den lansier! Welken lansier?"
Met Jan, den neef van uwe keukemneidmet Jan,
die op uw paard pastZeg dokter, is het w aai
De dokter bastte in lachen uit. //A ha nu ben
ik erzit 'em daar de knoopKwelt je
dat
ffJa, dat is het."
„Maar mijn arme jongen, laten we nu eens
een ernstig woordje spreken. Hoe kunt ge nu
denken, dat zij al gaat trouwen? Volgens de wet
moet zij nog een jaar wachten, te rekenen van den
dag van het overlijden haars mans, en dan laat
men toch eerst wat gras groeien over het graf
van dien armen ventVoor den drommel,
men wacht toch tot de man koud is eer men een
tweeden neemtEn gesteld dan nog, indien
nu eens het onmogelijke gebeurde en zij het wilde,
staat haar dit niet vrij Heeft zij je iets beloofd
NietWelnu, dan kan ze immers doen wat haar
goed dunkt, zij is haar eigen meesteres, zij kan
je nemen of niet, dat is haar zaak. Haar
eerste proef is zoo ongelukkig uitgevallen, dat zij
zich wel tweemaal mag bedenken eer zij een
tweede waagt. Komaan, wees bedaard, mijn jongen,
de eerste plicht eens mans is het hoofd te bieden
aan het lot en geen kamp te geven. Bovendien
ben ik er immers ook nog om voor je belang te
waken en ben ik je vriend niet?"
Hij greep zijn hand en drukte die hartelijk,
keek hem eens flink in de oogen en zeide
„Dinet zorg maar goed voor Konijntje en toon,
dat je een man bentis dat afgesprokeu
v Ja, afgesproken."
„Dan tot weerziens."
Daar zat Dinet bij het vuur, met zijn pijpje
in den mond, evenals op dien avond, toen wij
kennis met hem maakten. Hij liet zijn elleboog
op zijn knie rusten en peinsde. Het weer is
somber, zware wolken drijven over de toppen der
bergen en nu en dan kletteren de regenvlagen tegen
de ramen van het huisje. Onze vriend let er niet
op, ook zijne stemming is somber en is zoo zeer in
overeenstemming met de natuur daar buiten, dat
eenige regendroppels hem niet deren. Eerst hadden
de woorden van den goeden dokter hem eenigszius
gerust gesteld, maar sedert twee dagen, nu hij
weder alleen is met zijne gedachten, worden deze
hoe langer zoo somberder. Zeker," zegt hij bij
zichzelven, binnen het jaar kan zij niet hertrouwen,
maar wie verhindert haar zich te verloven
Waarom komt anders Dr. Dusaux opzettelijk hier,
om mij te vertellendat zij hier niet meer
zal komen? Daar steekt wat achter, dat is zeker
die oude Josephine heeft er de hand in Ik,
arme invalide, tel immers niet medeen toch
zou zij het bij mij zoo goed gehad hebben
Op dit oogenblik gaat er een schaduw voorbij
het raam, de deur gaat open en Marie, blakende
van jeugd en gezondheid, komt binnen, met een
glimlach om de lippen.
,Goeden dag, vriend Dinet."
„Wat, zijt gij het? Goeden dag."
vJa, ik ben het; ik kom de kleine eens eep
\H1 ZEVS( HE COUBAH1T.
Oil blad
(S L O T.)