Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2267. Zaterdag 5 Februari 1887. 27e Jaargang, DE BAANWACHTER. Binnenland. 5,50 6 00 6,12 6,34 6,57 7,19 8,30 5,25 5,82 5,35 5,40 5,45 5,50 6,03 6,55 8,24 8,35 9,10 9,15 9,22 9,30 9,32 9,35 0 11,00 30 8,30 ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32^. Men abonneert zich bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven- busbouders. ADVERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaartot veel verminderden prijs. Hit blad verschijjnt Dinsdag- en Vrijdagavond bl| den nltgever P. J. VAN DE SANDE te Tee Nenzen. Bij (leze courant behoort eeu bijvoegsel. folitieli Overzicht, Men verhaalt, dat de Sultan aandringt op de tenuitvoerleggiiig van art. 11 van het tractaat van Berlijnhet slechten der Donau-vestingen. Wie den zieken man dit ingeblazen heeft wordt niet gezegd, maar zeker is dat ze nog niet geslecht zijn en dat alle groote mogendheden het tijdstip van slechting juist nu niet even geschikt achten. Wenden wij thans onze blikken naar de Spree, dan wordt onze aandackt getrokken door twee zaken, nl. de verkiezing en het opgeschroefde oor- logsgevaar, zeer nauw aau elkaar verwant, althans volgens onze opinie. Wat de eerste betreft, Von Bismarck schijut de hoop op te geven om de Duitsch vrijzinnigen te bekeeren van de dwaling huns wegs. Ofschoon hij hen in zijne laatste rede- voeringen niet meer bepaald tot de vijanden des rijks rekende eene onderscheiding, die voor Polen, Denen, Elzassers, Welfen en sociaal-demo- craten weggelegd bleef herinnerde hij toch telkens weder met scherpe woorden, hoe de geestverwanten van Eugen Richter alles hadden tegengewerkt, wat de regeering had gedaan om de eenheid en de grootheid van het rijk te bevorderen en stelde hij deForschrittspartij voor als eene verzameling van heimelijke republikeinen. Echter heeft hij de hoop niet opgesjeven, om een deel van het centrum voor de planned der regeering te winnen en daartoe weder de oude methode aangewend. Hij heeft, in eeu woord, den Paus tegen Windthorst uitgespeeld. 't Ging over de vredelievendheid van den Paus, waarvan men een schitterend bewijs zou ontvangeu nog voor den afloop der verkiezingen. In eeu Beiersch blad kon men lezen, dat de Paus de Katholieke geestelijkheid zou noodzaken hare rnede- werkiug aan de oppositie te onthouden en dat Von Bismarck daarvoor het offer zou brengen volledige opheffing van de Meiwetten. Kon het den Rijks- kanselier gelukken tweedracht te zaaien tusschen Windthorst en het centrum, dan zou hij gewonnen spel hebben. Men mag echter veronderstellen, dat het centrum wel achter de coulisen heeft gekeken, aangezien het niet de eerste maal is dat zulk een rol gespeeld wordt. Winnen zal Von Bismarck het zeker, maar altijd na eerst achter de schermen met Windthorst gehandeld te hebben. Voor wat hoort wat. In den Pruisischen Landdag heeft Windthcw\st .kranig gesproken over het samengaan met de Freisinniga partij bij de verkiezingen en in bedekte termen geweaa#: op de inzichten van den Kroonprins als niet strekkena'e in erenwijdige rich- ting met de regeering. Men weet nu te verhalen, dat in het Keizerlijk paleis, na het nemen van het besluit van den Rijksdag, een zeer heftig tooneel is voorgev alien en er sprake was van troonsafstand FEUILLETON. 10) NAAR HET FRANSCH. 5 11,45 45 7,IS. wKom eens hier, dat we eens praten kunnen, ik heb haastIk heb me in de moeder van Konijutje niet vergist. Wel, wel, nu en dan komt een diagnose toch eens precies uit. Het is een beste vrouw, zoowel wat het hoofd als het hart aan«aat, zij doet haar uiterste best om zich te beschaven en, op mijn woord, het gelukt haar uitstekend; ze is reeds de rechterhand van Josephine. Alles zou dus zoo goed gaan, als wij het maar wenschen konden, zonder die satanscheu mau j in ben nog altoos bang, dat hij te avond of morgen komt opdagen en zijne vrouw en kind opeischt zij moest hem maar eens bij toeval tegenkomen en dan hadt ge de poppen aan het dansen die schelm van een vent, moge de duivel hem halen. En nu tot ziensals gij heel verstandig zijt zal ik haar nu en dan eens hier brengen, maar niet te dikwijls, het gaat met de genoegens als met de geneesmiddelen, men moet er niet te veel van hebben, dat weet gij." „Ja, dat kenneli wij." Helaasde arme invalide had enkel uit gewoonte gezegd: j/dat kennen wij"; want toen het rijtuig vertrokken was, vroeg hij zich laug en smartelijk door den grijzen Monarch. Misschien een en al verkiezingsmanoeuvres. „Mundus vult decipi Von Bismarck zei voor een dozijn jaren, dat de invloed des Pausen voor Duitschland gevaarlijk was, in hem zag hij een vreemdeling, gekozen door prelaten, voor meer dan de helft Italianen, een man met een programma, dat lijnrecht indruischt tegen dat van den staat, en nu heet het: //De Paus is een man des vredes en des behouds en hij is er niet mede gediend, dat in de bestaande auto- riteiten bres wordt geschoten en gewerkt wordt aan de omverwerping van het Duitsche rijk." De wereld is een speeltooneel, elk speelt zijn rol. O, diep- zinnige, door gewone menschenkinderen, zelfs door goden niet te bevatten slimheid Wat aangaat de kans op oorlog inhetWesten? Nieuwe repeteer-geweren worden ingevoerd, 71000 man van de reserve zullen worden opgeroepen om schietoefeningen te houdeu met deze nieuwe moord- tuigen, die in een oogenblik verscheideue soldaten naar de andere wereld kunnen helpen, in Frankrijk meent men dit te kunnen doen door 't nieuwe plofmiddel Boulanger wordt voorgesteld als een anderen Nap, enz. enz. enz., maar misschien louter verkiezings-manoeuvres. In de Fransche Kamer werd het voorstel tot afschaffing van het budget van eeredienst met 340 tegen 180 stemmen afgewezen en de begrooting aangenomen. In het Apennijnsche schiereiland spelen de Afrikaansche zaken thans een hoofdrol, de aanval der Abysiniers op Massowah namelijk, doch achter de Krupp-kanonnen acht men zich veilig genoeg. In dat zelfde Afrika hebben de Britten ook weer een lastig zaakje met Natal. Met de vermelding, dat te Belfast weder ernstige ongeregeldheden hebben plaats gehad, de politie met steenen werd geworpen, revolverschoten werden gelost en een vijftigtal belhamels werden ingerekend, verlaten wij het eilaud der Britten en met de aanstipping, dat de regeeringspartij in Denemarken zeven leden bij de verkiezing heeft gewonnen, maar desniettemin staat tegenover de oppositie als 26 tot 76, sluiten wij ditmaal ons overzicht. De Deiftsche Ct. meent dat een schier hope- looze toestand door de enquete aan het geheele Nederlandsche volk is blootgelegd. Het geheele volk wordt er in zekeren ziu voor aansprakelijk, want terwijl er wel uiemand in ons land is, die geen diep medelijden heeft met die slachtoffers van de nijverheid, kan thans niemand meer zeggen dat hij er geen kennis van draagt. Wij mogen niet berusten en zeggen//wat zijn die menschen, wat zijn die kinderen ongelukkig!" Er moet iets gedaan worden wij moeten dit doen uit menschen- af, hoe een genoegen toch schadelijk kon wezen. De weken, die nu volgden, brachten hem het vroegere gelu'k niet; over dag floot hij niet meer en des nachts droomde hij van gansche escadrons lansiers; de aon van zijn geluk was bewolkt. Goede vriend, waar blijft nu uwe wijsbegeerte? Gij hadt er nooit aan gedacht, dat die vrouw de uwe kon worden, zij behoort een ander toe, zij is gehuwd, zij is een fatsoenlijke vrouw, wat raken uw al de lansiers van de wereld. Zij zal noch bij u in liuis komen, noch bij eeu anderwat raakt u dus die Jan, die een eerlijke jongen is en dien gij nu reeds verafschuwt, ofschoon ge beweert alle menschen lief te hebben Loop heen, dwaas," zou de dokter tot je zeggen. Twee maanden zijn verloopeu: Konijntje maakt het goed en groeit dat het een lust is. Het loopt ook aardig wat voor haar geen konijntje deed op zijn achterste pootjes en, wat nog zonderlinger is, het begint reeds eenige woorden zeer duidelijk te zeggen. Het is een geleerd konijntje. Toch is haar leermeester altoos treurig en afgetrokken; hij zou er alles in de wereld voor over hebben, om eens even eeu kijkje in de stad te nemen en met zijn eigen oogen dien vreeselijken lansier te zien, die hem dag en nacht in zijne verbeelding vervolgt en hem ondanks den afstand van den slaap beroolt. Maar hoe zal hij de kleine zoolang alleen laten daar is geen denken aan, en bovendien dan nog liefde, niet uit menschlievendheid. De verandering in den toestand der arbeidende klasse moet geen werk zijn van philantrophie, maar een uitvloeisel van ons besef wat wij als menschen verplicht zijn jegens onze naasten. Wij zeggen nietzoo wij, welgestelden en bemiddelden, daarin geen veran dering brengen, zal het volk zelf die met geweld ons afdwingen, want zoo de arbeidende bevolking den tegenwoordigen toestand met geweld omver wierp, omdat er te hard moet gewerkt worden voor te weinig loon, dan verwachten wij daarvan alleen, dat er in het geheel niet zal worden gewerkt, om dat er geen werk zal gevraagd worden, als kapitaal en vermogen zijn verwoest, en de weelde en wel- vaart hebben opgehouden te bestaan. Dan zal er in het geheel geen loon meer verdiend worden. Maar er zijn schikkingen mogelijkniet alle patroons toch bejegenen hunne ondergeschikten op gelijke wijze. Er zijn industrieelen, die het welzijn van hen, waarvoor zij in zekeren zin geroepen zijn te zorgen, beter behartigen. Men kan dus allereerst de misbruiken tegengaan, om dan voor den meer norrnalen toestand te zorgen, tot leiddraad nemende hetgeen door de enquete aan het licht zal zijn gebracht en waarschijnlijk ook voorgelicht door hetgeen de werklieden zelven naar aanleiding van die enquete in overweging zullen geven. Als de wil er is, zal ook de weg gevonden wor den en de enquete kan en zal tot gids strekken op dien weg. Omtrent den op 22 Januari jl. bij aankomst te Queeusborough van de mailboot Willem Prins van Oranje vermisten passagier waarvan reeds in de dagbladen werd melding gemaakt wordt het volgende signalement medegedeeld. De vermiste is de heer J. C. Benteijn, 45 jaren, notaris te Tholen. Zijn hoofdhaar is zwart met grijs, oogen en knevel zwart, gelaat lang en geei- achtig bleek, mond groot, lengte middelmatig moedervlek op de borst; draagt een gouden bril met glazen zonder montuur; en een gouden trouw- ring kleedingdikke lakensche fantasiejas en vest met donkere ruitendonkere of zwarte nieuwe winterpantalon, lederen bottines, zwarte overjas met dubbele rij knoopeu, bonte wintermuts, zwarte glace handschoenen met bont gevoerd, wit katoenen en fianellen ondergoed, linnen hemd, gekeperde onder- broek en borstrok, alles gemerkt J. C. B. of J. B. Wijders droeg hij een gouden cylinderhorloge, waar- aan een kettinkje van Russisch zilver bevestigd is, een rood lederen zakportefeuille en een zwart lederen portemonnaie. De burgemeester van Tholen verzoekt bij eenige ontdekking draadbericht. Woensdagmorgente 11 uur, togen de werkeloozen, te Amsterdam, weder op weg om met het prachtige weer een wandeling te maken, eerst een stortvloed van harde woorden van den dokter te trotseeren neen, dat gaat niet, dat zou hij nooit wagen had hij nu maar een vriend aan wien hij om raad kon vragen Fidel is wel zijn vriend, maar die verstaat klaarblijkelijk niets van de geheimen des harten hem te raadplegen zou vergeefsche moeite zijn arme, arme Dinet. IX. Het had acht uur geslagendokter Dusaux had na een drukken en vermoeienden dag juist gesoupeerd, toen er gescheld werdMarie kwam binnen. z/Daar is een boodschap van het gasthuis, of mijnheer eens komen wil." z/Goed, zeg dat ik dadelijk komen zal." Hij verorberde zijn laatste stukje brood, dronk zijn glas leeg, zette zijn hoed op en ging de deur uit, tot groot verdriet zijner vrouw, die het erg hard vond, dat zij haar man des avonds nog niet eens voor zich alleen had. In de gang van het gasthuis kwam hem de directrice reeds te gemoet. z/Goeden avond, moeder, wat is er, is de geopereerde z/Neen, dokter, daar gaat alles naar wensch het bloed vloeit niet meermaar de politie heeft ons zooeven een landlooper gebracht; men heeft hem naast zijn kar aan den zoom van den weg vinden liggen de agent zeide, dat het een koopman in barken is." naar het Rijks Museum, om van daar naar den heer Hovy te gaan, die zooals werd verteld, Dinsdagavond een 400 brooden had uitgereikt. Yoor het park stelde de massa zich op. De Raambrug was afgezet door de politie die de menigte hoopte te verspreiden. De troep trok echter rechts af en wilde den Builensingel langs gaan, doch ook daar schoten weldra een iOtal agenten met een inspeeteur toe, die geruimen tijd de stroom tegenhielden en slechts kleine groepjes lieten passeeren. Een groot gedeelte wist de politie echter te verschalken en maakte een omweg door het weiland, langs den Varkensgang, het kerkhof de Liefde over en kwam langs het Bleekerspad weder bij de overigen. Dat het aan scheldwoordeu tegen de politie, vooral uit den mond der vrouwen, niet ontbrak, kan men begrijpen. Aaneengesloten trok men toen verder langs hes Museum dat men wilde bezoeken. Van der Stadt kwam de menschen echter waar- schuwen dat er politie was opgesteld (het gebouw was niet gesloten) en men trok toen de Spiegel- gracht op, langs Ileerengracht en Amstel naar de Nieuwe Heerengracht waar de heer Hovy woont. Daar deze niet thuis was ging men verder naar de brouwerij aau den Kadijk, waar een commissie f 60 voor eeu brooduildeeling ontving. Op den terugtocht deed men de Kalverstraat weder aan en vertoonde men zich aan de beursbezoekers door om het Commandantshuis te trekken. Van daar ging het weder naar het Volkspark, waar een brooduitdeeling plaats vond. Op den tocht ontving een vrouw van een heer 3, waarvoor direct brood werd gekocht, dat aan de hongerigen werd uitgereikt. Ook van enkele bakkers ontving men eenige brooden, die met graagte werden verslonden. Het was treurig te zien, hoe de talrijke vrouwen de handen uitstrekten naar brood. De commissie is bij den Centraal-Diamantbond in het gebouw Adamas verzocht, om een gift voor brood in ontvangst te nemen. De troep was op somrnige oogenblikken stellig een duizend mannen en vrouwen groot. Dinsdagnacht had in het hotel du Croix te Zeist een brutale diefstal plaats. Twee heeren K., broeders, een van Amsterdam en de andere van Assen, die wegens een sterfgeval in de familie naar Zeist waren gekomen, brachten in dit hotel den nacht door. Hunne slaapkamers waren naast elkaar, aan de achter- of tuinzijde, en onder de ramen bevindt zich het dak der warande. 's Morgens werd een van hen wakker, meenende dat er aan zijn deur geklopt werd, hetwelk later bleek te zijn geschied om ondergeschikten in het hotel te wekkeu. Willende zien hoe laat het was, ontstak hij het Dokter Dusaux trilde van het hoofd tot de voeten. »Hoe heet hij „Dat weten wij niet, hij heeft geen papieren bij zich en hij ijltmen kan niets uit hem krijgen. We hebben hem in de vrije kamer gelegd." z/Laat hem mij eens zien." De zieke, iemand van ongeveer dertig jaar, zat in zijn bedhij rook sterk naar den brandewijn, zijn haar was in wanorde, de oogen stonden wild, hij zwaaide met de armen en sprak in zichzelven hij beefde over het geheele lichaam. Soms keek hij strak voor zich uit en slaakte dan angstkreten jMuizen, muizen Er zijn er duizenden bij duizenden, zie eens hoe ze loopen, daar komen ze terughelp, helpen de ongelukkige verjoeg met afsehuw de heirlegers van knaagdieren, die hij over zijn bed zag loopen. //Delirium tremens," zeide de dokter, eer hij nog vlak voor het bed stond, //maar bovendien is hij nog benauwd ook laat ons eens zien." Hij onderzocht den zieke zoo goed en kwaad diens opgewondenheid dit toeliet, en vervolgde toen z/longontsteking, dat hoort er zoo bij er moet bij hem gewaakt worden, moeder, geef hem een bad en wat cognac, ik kom morgenochtend vroeg terug." De dokter keerde peinzend naar huis terug. z/Wie is toch die man," zeide hij bij zichzelven //zou het mogelijk die schelm van een man zijn TER \EIViEVSCHE (01 RUT iT-><a*aX3 -

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1887 | | pagina 1