Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
BBKBaBKAEinre.
No. 2263.
Zaterdag 22 Januari 1887.
27e Jaargang.
DE BAANWACHTER.
s
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32£.
Men abonneert zicji bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
AD YEETENTIlN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elke regel meer f 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Bit bind verschijnt Ulnsdat- en Vpijdaffavond bij den nitgever P. J. VAN »E SANDE te Ter Nenzen.
Bij deze courant belioort eeu bijvoegsel.
In den loop der inaand Eebruari a. s. moeten,
ter voldoening aan art. 8 der betrekkelijke veror-
dening, alle mannelijke ingezetenen, wonende in
de kom der gemeeute, geboren in het jaar 1856,
en ook die van ouderen leeftijd, voor zoover zij
hun 50e jaar nog niet ziju ingetreden, die in het
vorige jaar zich in de gemeente hebben gevestigd,
ter gemeente—secretarie aangifte doen om voor de
dienst bij de braudweer te worden ingeschreven.
Die deze aangifte verzuimen worden, onvermin-
derd de daartegen bedreigde boete, ambtshalve
ingeschreven, of, wanneer het verzuim eerst na
de loting wordt ontdekt, zonder loting in dienst
gesteld.
Ter Neuzen, 21 Januari 1887.
Burgemeester en Wethouders aldaar,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
Politick. Overzicht,
De teerling is geworpen. Bij het begin der
zitting nam Von Moltke het woord om eene
verkeerde opvatting van zijne eerste rede te voor-
komen, dathij steeds onveranderlijk bleef vasthouden
aan de overtuiging, dat het toestaan van de door
de regeering gewenschte legeruitbreiding voor eeu
korter tijd dan zeven jaren //tot niets nut was.-"
Thans echter stelt men het voor, alsof de Rijksdag
slechts een ornament is aan het gebouw der eonheid,
een versiersel, dat men naar willekeur Gothisch
of Byzantijnsch kan maken Die ornamenten wil
de kauselier niet missen een beetje parlemeutisme
is in de mode. Hij heeft dat noodig om de
Regeering te dekken. Het constitutioneele moet, al
mag het eigenlijk in schijn bestaau, der Regeering
de verantwoordelijkheid afnemen, als het er op
aankomt meer geld uit te geven en nieuwe be-
lastingen in te voeren. Volgens het ideaal van
den Rijkskanselier moet de Rijksdag een ,/geld-
bewilligungsmachine" zijn, die overeenkomstig den
eisch der Begeering werkt." Ten slotte verklaarde
Bichter, ouder bijval van de linkerzijde en het
centrum, dat hij en zijne partij ook na de ontbinding,
zouden blijven ijvereu voor de voile zelfstandigheid
van den Bijksdag. 'tWas ook geheel in den
geest van bet kleine, leelijke manneke met zijn
kikvorschoogen en zijn atzichtelijk grooten mond,
den Windthorst, het hoofd der ultramontaanselie
partij, wiens figuur zoo koddig afsteekt tegenover
den reus Von Bismarck, als de beide kampioenen
tegenover elkaar staan in den Rijksdag. on
Bismarck kreeg zijn vet, en niettegenstaande de
FEUILLETON
6) NAAR HET ERANSCH.
Op zedelijk gebied was de hersehepping misschien
nog grooter; de veiligheid die zij genoot, de reine
atmosfeer waarin zij ademde, de welwillendheid,
waarmede heur haar nieuwe vrienden omringden,
badden haar gemoed tot kalmte gebracht. Haar
hart gaf zich geheel over aan de zachte aandoening
der dankbaarheidhet ontlook, evenals de bloem op
de zachte aan raking der zonnestralen, en zij was
zoo gerust, dat zij er zelfs niet aan dacht, dat
aan dit geluk weldra een einde moest komen. Even
als een kind genoot zij het heden, zonder zich te
bekommeren om de toekomst. En die toekomst
bracht haar honger, verlatenheid, een leven zonder
tehuis, een weg zonder doel. Armen en ongeluk-
kigen zijn in den regel weinig mededeelzaamde
smart kweekt onverschilligheid. De Muzelmau
gelooft aan het noodlot, zijn godsdienst brengt dit
mede; de arme ook, maar bij hem is het de kracht
der gewoonte. De mensch, die gelukkig is, leeft
voortdurend in angst, dat hij zijn geluk zal verliezen;
de ongelukkige kan niets verliezen, de dag van
morgen kan niet somberder ziju dan die van heden,
en hij vraagt met den dichte- //wat zal de
aanwezigheid der bekende roode portefeuille die
de keizerlijke boodschappen pleegt te bevatten eu
ook het besluit tot ontbinding verborg, de meer-
derheid bleef staan. Met 183 tegen 154 stemmen
zegevierde de oppositie. Onmiddellijk daarop kwarn
de keizerlijke boodschap //de Rijksdag is ontbonden"
uit de portefeuille. Eene nieuwe verkiezing staat
voor de deur en de leuze zal moeten zijn
,/septennaat of triennaat." Kan hetdwazer? De
clericale ,/Westfaler" meent, dat de Regeering na
de nieuwe verkiezing niet zal gesterkt zijn. In
onveranderde sterkte zullen het Centrum, de Polen
en de Elzassers terugkomen zegt het blad, terwijl
de sociaal-democraten hun aantal met een heel of
half dozijn zullen zieu vermeerderd. Bismarck
zal 't wagen, minder kan het niet worden, omdat
de meerderheid nu toch ook onwillig is om naar zijne
pijpen te dansen.
En de Fransche pers? Alle bladeu erkennen
dat Bismarck waarheid heeft gesproken met te zeggen
dat geen Fransche regeering na 1871 het verlies
van Elzas-Lotharingen heeft willen beschouwen als
een feit, waaraan nooit meer iets te veranderen zou
zijn. Noch eenige regeering, noch de openbare
meening zal de hoop opgeven om voor het vader-
land het bij den Frankforter vrede afgestane grond-
gebied terug te krijgen, maar juist niet door een
aanval van onze zijde. Wij wapenen ons zoo goed
als wij kunnen, naar uw voorbeeld, maar slechts
voor de verdediging, niet voor den aanval.
De Fransche militairen mogen zonder toestem-
ming der militaire autoriteiten geen verblijf houden
in de door Duitschland geannexeerde provincien
aan den Rijn en dit is den Franschman eene her-
innering aan de woorden door Von Bismarck //Wij
zullen dwingen om het eerste schot te doen."
Het Vorstje tusschen de Zwarte bergeu wapent
zich van top tot teen en betaalt met roebels, en,
ofschoon hij verklaard heeft geen aanval in den zin
te hebben, maakt hij de Porte vrij wat ongerust.
De zaken der Bulgaren schijnen wat te rusten.
Uit het land der Britten meldt men, dat lord
Dillon het hoofd heeft gebogen voor het Iersche
//plan of campaign." Hij heeft niet alleen aan de
pachters eene vermindering van 20 pCt. op de pacht
toegestaan, maar ook er in toegestaan alle uitge-
zette pachters weer op te nemen. De rijkaard
heeft 500 pachters en had de vorige week orders
gegeven tot het instellen van 400 vervolgingen tegen
zijn onwillige pachters. Men zegt, dat andere lords
Dillon's voorbeeld zullen volgen. Lord London
derry, de onderkoning van Ierland, gaf op verzoek
zijner pachters, om hunne pacht te verminderen,
ten autwoord, dat hij hun wel de pachthoeven ver-
koopen wilde, maar hun geen deel der pacht kan
schenkeu. De pachters besloten toen hem het
vijftienvoudig bedrag der pachtsom als koopprijs
aan te bieden, maar verzochten hem tevens om
van morgen brengen?" De rijke klemt zich aan
het leven vasthet is zoo schoonDe arme ver-
laat dit leven zonder hartzeerhet is zoo moeilijk.
Maria Deschamps scheen hare ellende en haar
man vergeten te zijn. Zoolang haar kind in ge-
vaar verkeerde, had. zij noch van hare plannen,
noch van haar vertrek gerept, maar toen de dokter
haar mededeelde, dat het meisje spoedig hersteld
zou zijn, begreep zij, dat zij gaan moest. Maart
was in het land, de warme zonnestralen beschenen
de vensters van het huisje en in het tuintje staken
de sleutelbloemen reeds hare goudgele kopjes om-
hoog.
z/De lente komt," zeide zij, Hen wij kunnen nu
wel beiden gaan."
z/Goed, goed, daarover zullen wij later wel eens
praten," autwoordde dokter Dusaux, „ge hebt nog
volstrekt geen haast." Wanneer hij naar zijn rijtuig
ging, vergezelde hem de baanwachter altijd, en van
dat oogenblik maakten beiden gebruik om elkander
datgene te zeggen, wat de vrouw niet hooren mocht.
tfDinet," zeide de dokter op zekeren dag, „de
kleine is weer beter en de vrouw kan bij jou niet
blijvendat zou niet gaan. Ik had gehoopt, dat zij
niet wettig gehuwd was en dat men dandien
schelm van een koopman in kurken zou kunnen
wegcijferen. Maar ik heb er onderzoek naar gedaan
en het huwelijk staat wettig geb >ekt bij den bur-
gerlijken stand van het plaatsje, dat zij genoemd
heeft. De man is nu wel cen aarts-dronkaard, een
nog zijne weigering van het verlagen der pacht in
overweging te nemen.
Dat Stanley zich gereed maakt om naar Afrika
te gaan, ten einde Emin—bey te gaan verlossen,
dat men in Belgie werkstaking aan de orde stelt
en dat de oude heer Von Moltke bij vergissing
voor het bekende amendement stemde, waarom hij
luide uitgelachen werd, vermelden wij slechts ter
loops, aangezien de ruimte in ons blad geen verdere
uitweiding gedoogt.
Benoemd tot leden van den militieraad in
Zeeland, lichting 1887, tot voorzitter graaf Van
Lijndentot plaatsvervanger Mr. D. A. Berdenis
van Berlekom, leden der staten van Zeeland, tot
lid W. J. Sprenger, wethouder, en tot zijn plaats
vervanger, Mr. A. P. Snouck Hurgronje, raadslid
van Middelburg.
De miliciens der lichting 1886, behoorende
tot het wapen der infanterie, voor zoover zij niet
door het lot voor het blijvend gedeelte zijn aange-
wezen, zullen den 30 April met onbepaald verlof
vertrekken, terwijl de overigen den 12 Sept. in
het genot van dat verlof zullen worden gesteld.
De termijn verstreken zijnde, welke de wet
den heer Domela Nieuwenhuis heeft gelaten om
van zijn in het hoogste ressort uitgesproken straf
gratie te verzoeken, ontving de leider der socialisten
Dinsdagavond aan zijn woning het bericht, dat hij
zich Woensdagvoormiddag te 10 uren aan het parket
van den officier van justitie had aan te melden om
naar de voor hem bestemde gevangenis te worden
overgebracht. Aan die opdracht heeft de heer D. N.
niet voldaan, tengevolge waarvan de politie zich
oinstreeks 11 uren heeft begeven naar het lokaal
Walhalla in de Westerbaenstraat, waar hij in een
socialisten-vergadering het woord voerde. Men
heeft den veroordeelde toen verzocht zich vrij willig
iu arrest en in een gereed staand rijtuig te begeven,
waaraan hij zonder tegenstand heeft voldaan. Hij
is hierop naar het huis van verzekering overge
bracht, van waar hij later naar de cellulaire gevan
genis te Utrecht zal worden getransporteerd.
Nog wordt gemeld, dat tegen den heer F. Domela
Nieuwenhuis proces-verbaal is opgemaakt, omdat
hij verdacht wordt art. 131 van het Wetboekvan
Strafrecht te hebben overtreden, door Zondagavond
aldaar, toen hem door de socialisten voor zijn woning
een serenade werd gebracht, hun te hebben aan-
gezocht in optocht te gaan naar de gevangenis en
daar eeu serenade te brengen aan Croll. Optochten
nu mogen zonder vergunning niet gehouden worden.
Onder de Haagsche socialisten was Maandag
avond een strooibiljet verspreid met de oproeping,
zooveel mogelijk bij de vrijlating van Croll uit
landlooper en een strooper; hij zal nog wel eens in
deze of die sloot omkomen, maar het is en blijft
haar man; van dien kant is dus niets te beginnen.
Gij moet er eens over nadenken biunen twee of
drie dagen kon ik terug; wanneer u de een of andere
gelukkige gedachte invalt, deel mij die dan mede
Maar, hoe is hetBen je stom geworden Tot weer-
ziens, mijn jongen."
VI.
De baanwachter was wel niet stom geworden,
maar hij wist lettterlijk niet wat te antwoorden
ook hij had zich zorgeloos aan het gelukkige heden
overgegeven, en geen zorgengekend voor de toekomst.
Men zegt wel eens, dat de mensch zich eene slechte
gewoonte spoediger eigen maakt dan eene goede
is dat wel zoo P Zonder zich duidelijk rekenschap
van zijne gevoelens te geven en blind voor het
gevaar, dat hij liep, had onze baanwachter er zich
spoedig aan gewend, niet langer alleen te zijn.
Eene lieve vrouw zat aan zijn haard en het
vooruitzicht, bij zijn tehuiskomst dat jonge en
eerlijke gelaat te aanschouwen, deed hem bij zijne
ronde den stap verhaasten. De avouden vieleu hem
minder lang, de tijd ging sneller voorbij en nu
de kleine herstelde en hem aan zijn baard begon
te trekken, kwam hij tot de ontdekking dat een
kind, dat al lachende groote oogen opzet, bizonder
mooi is.
Ieder goed man houdt van kinderen. Dinet
het huis van bewaring, op Dinsdagochtend 10 uur
aan de gevangenis tegenwoordig te zijn.
Kort voor tien uur verzamelde zich's morgens een
groote menigte, 300 a 400 man, voor de gevangenis,
om op Croll te wachten. Precies te 10 uur zag
men dwars door de menigte een man loopen, die
daar hij zijn gelaat verborgen had, niet herkend
werd en in een rijtuig plaats nam. Een bekend
socialist plaatste zich op den bok van het voertuig,
en toen eerst begreep men, dat Croll er in zat.
Onder luide kreten zette het rijtuig zich in bewe-
ging, terwijl de menigte onder het zingen van de
bekende liederen het rijtuig volgde, dat stapvoets
naar //Walhalla" reed.
De hoofdinspecteur van politie Van Bunge, die
met eene kleine macht agenten deze manifestatie
bijwoonde, verbood intusschen het zingen, waaraan
bereidwillig voldaan werd.
Het komische van deze//betooging" was intusschen
dat Croll reeds in den vroegen morgen uit de
gevangenis ontslagen was en te 8 uur hoog en
droog te huis zat, zoodat de //ovatie" aan een
verkeerd adres bezorgd is. Of men heeft zegt het
Vad. met opzet een //onherkenbare figuur" voor
Croll laten doorgaan, om de voorgenomen manifestatie
niet geheel in 't water te doen vallen, of Croll
is op het gerucht der manifestatie van huis toege-
sneld om present te zijn.
Woensdagmorgen werd wederom door de op
het Enkhuizer zand in het ijs vastgeraakte visschers
de noodvlag geheschen. Door de goederenboot van
Enkhuizen op Stavoren werd beproefd, een weg door
het ijs te banen, maar dit bleek weldra onmogelijk.
Daarna staken tien mannen in twee booten van wal,
van een ruimen voorraad levensmiddelen voorzien,
daar zij geen zekerheid hadden, voor het vallen van
den nacht de vaartuigen te zullen bereiken. Nu
eens de booten over het ijs voorttrekkende, dan
weder in open water roeiende, zetten de kloeke
mannen hun gevaarvollen tocht voortna ongeveer
vier uren worstelens, mocht het hun gelukken, de in
nood verkeerenden te bereiken.
Onderwijl zag men met behulp van verrekijkers
twee menschen zich van de gestrande vaartuigen
verwijderen, blijkbaar met het doel den vasten
wal te bereiken. Na ongeloofelijk veel moeite, nu
eens over het broze ijs voortkruipende, dan weder
loopende, kwamen zij te Oosterleek aan wal.
De visscher is van plan, een boot te koopen en
zich daarmede weder naar zijn vaartuig te begeven,
ten einde, mocht het blijken dat zijn bodem, als
het ijs begint te schuiven, niet te behouden is,
een middel te hebben om zijn leven en dat zijner
knechts te redden.
Men schrijft aan de Arnh. Ct.
De instructie tegen den in hechtenis zijnden
ontvanger van het polderdistrict Herwen en Aerdt
en Pannerden is nog niet afgeloopen. Er zijn nog
kende dan ook geen grooter genot, dan de kleine
op zijn knieen te nemen ondanks het jaloersche
gebrom van Fidel en haar om zijn leelijke
gezichten te laten lachen. Eerst sloot hij een oog,
dan het andere, klapte met de tong, blafte, miauwde
eu Root, zoo dwaas mogelijk. De kleine, die zoo
iets nog nooit gehoord hadstrekte reeds de
armpjes naar hem uit, zoodra zij hem bemerkte,
en bedelde om eene liefkozing. Dat alles zou nu
uit zijn de moeder zou weer den grooten weg
opgaan, het kind zou hem nog eens voor het
laatst toelachen en dan zou het huisje weer
even stil, de haard weder verlaten zijn, hij zou
weer alleen wezen en met Fidel zijn alleenspraak
hervatten. Kwam hij van zijne eenzame wandelingen
langs de baan terug, dan zou bij in de verlaten
keuken geen vriendelijk licht meer van verre zien
branden.
Arme kerel, daaraan had hij niet gedachthij
wist nog niet welk eene leegte een heengaan in
het hart kan achterlaten //dat kende hij nog niet."
Toen dus het rijtuigje van den dokter den hoek
aan den weg was omgeslagen vond hij voor de
eerste maal zijns levens de natuur minder schoon,de
zon minder schitterend, de madeliefjes minder fraai.
Een oogenblik bleef hij onbewegelijk staan luisteren
naar het gerinkel der bellen, dat iu de verte wegstierf,
toen ging hij met een diepe zucht naar het huisje
terug. Hij wilde de deur openen maar iets ongewoons
beklemde zijn borstde moed ontzonk hem, hij
TER NEBZENSCHE rOIIIUT.