Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
L
I
No. 2258.
Woensdag 5 Januari 1887.
27e Jaargang.
DE BAANWACHTER.
feuilleton.
Binnenland.
n
ABONNEMENT:
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post:
Nederland 1,10. "Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32$.
Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
partot veel verminderden prijs.
nit bind ver*ehlj|nl Itinwdas- en Vrijdagavonil foijden^I—mil.
folitielt Overzicht.
Terwijl meu van den eenen kant uit Frankrijk
meldt: „Nooit is de publieke opinie meer tegen
oorlog geweest dan thans," schrijven anderen De
wind^waait uit den oorlogshoek." Men meent te
kunnen verzekeren, dat de Minister van Oorlog
kennis heeft gekregeu van een door het Duitsche
departemeut van oorlog aan het bestuur van bet
Roode Kruis gezonden instructie, om de ambulances
in gereedheid te brengen. Men voegt hieraan toe,
dat' Duitscbland's eigenlijke bondgenoot Italie is,
waaraan Bismarck niet slechts Nizza en Savoye,
maar ook Corsica en Provence heeft beloofd. Roche-
fort beweert, dat de nederlaag van 1870 het gevolg
was van een ouverwachten aanval. Tegenover een
millioen soldaten konden wij hoogstens 250000 man
stellen, zegt hij, maar thans zijn wij ruim van
geschut voorzien en kunnen 1300000 man in net
vuur brengen en de Bazaine s, de Bouibaki s, de
Trochu's zijn niet meer in het leger. De Martin
blaast het vuur ook aan, door een Rus sprekende
in te voeren. „Ja, wij willen den oorlog"
zegt deze »en het volgende jaar zal met voorbij
gaan, zonder dat het daartoe gekomen is. En tegen
wien zullen wij ten strijde trekken P Waarschijnhjk
tegen Oostenrijk, maar met Oostennjk begmnen
we slechts om ous later met Duitschland te ineten,
want Duitschland is de vijand 't Is gelukkig dat
Boulanger thans alle snorkende phrasen vermijdt
en overal, waar het pas geeft, er op wijst, hoe
noodzakelijk het behoud van den vrede is voor
de Fransche republiek. Eenige officieren spraken
over het wenschelijke van den oorlog en de Minister
verzocht hen zich te matigen. Het was hem
persoonlijk aangenaam, hen zoo te hooren spreken,
want zij redeneerden als soldaten; maar naast het
leger, dat natuurlijk den oorlog wenschte, stond,
het land en dit verlangde den vrede. De ware krncht
en de hartstocht voor een oorlog zou het land slechts
dan vinden, wanneer het wist dat Irankrijk in-
plaats van zelf aan te vallen, alles gedaan had
om het land voor de rampen van den oorlog te
bewaren. ,/Gij zult u verwonderen," zeide de
Minister, „een vredelievende Boulanger is voor u
iets nieuws, maar toch is het zooals ik u zeg. Het
is o-eheel iets anders, of men zijn leven waagt, dan
wel of men de verantwoordelijkheid draagt en de
leiding in handen heeft." Vroeger had de generaal
den oorlog gewenscht, wat daarvan ook het gevolg
mocht zijn. Thans was hij overtuigd, dat een
oorlog te verschrikkelijk was, om eene uitdagmg
daartoe vaderlandslievend te kunnen noemen. Doch
dit zou hem niet verhinderen, zich bij voortdurmg
ijveric met de militaire organisatie bezig te houden.
Wij voor ons zagen liever dat alle Oorlogsministers
zich met afschaffing der legers ijverig bezig hielden.
De Zwitsersche afgevaardigden hebben hunne
zittingen gestaakt en wel tot 12 April. De beide
wetgevende licharaen hebben eene wet op den
landstorm aangenomen. Dit nieuwe bestanddeel
van het leger zal alle weerbare mannen van 17 tot
50 jaren omvatten, voorzooverre deze nog niet in
het actieve leger of in de lafcdweer zijn opgenomen,
waardoor de legersterkte met ongeveer 100,000
man wordt vermeerderd. Ook de wet betreffende
het alcohol-monopolie is aangenomen, waardoor de
prijs der alcoholische dranken aanzieulijk wordt
verkoogd en het gehalte verbeterd.
Uit Belgrado meldt men, dat het Servisch
kabinet, in strijd met het advies van den minister
van oorlog, besloten heeft, de Servische adspirant-
officieren voortaan ter opleiding niet meer naar
St. Petersburg, maar naar Weenen te zenden. Alweer
een steen des aanstoods voor den Czaar aller Russen.
De verstandhouding tusschen Oostenrijk en Rusland
zal er niet beter op worden. Maar wat heeft ook
de alliantie der drie keizers in den loop des tijds
gegeveu. Wat is de vrucht geweest van de bijeen-
komsten te Skiernevicz, te Kremsier en te GasteinP
De ,/Coup de main" van eenige avonturiers te
Sofia was voldoende om niet slechts een wettig
gekozen en met toestemming der mogendheden
regeerenden vorst van den troon te stooten, maar
ook om in geheel ons werelddeel angst en zorg te
doen heerschen, daar hetzelfde Rusland, dat, het
gebouw van den vrede zou bekronen, zijn wil
stelde tegenover dien van gansch Europa, en zonder
zich te bekorameren om de door verdragen ge-
waarborgde zelfstandigheid der Bulgaren, de wereld
plaatst voor het alternatief, om zich naar dien wil
te voegen, of om zich aan de ouafzienbare ellende
van een grooten oorlog bloot te stellen.
De vredebond was niet slechts onmachtig om
Rusland van deze politiek terug te houden, maar
zijn eigen bestaan wordt bedreigd, want niemand
kan zeggen, of de in den laatsten tijd tusschen
Rusland en Duitschland gewisselde vriendschaps-
betuigingen ten doel hebbenRusland op den
bodem der verdragen te doen terugkeeren, dan wel,
zonder acht te slaan op het verzet van Oostenrijk
en van de andere belanghebbende mogendheden, den
wil van Rusland tot eene wet voor Europa te
maken.
In Duitschland is men van regeeringswege nog
altijd druk bezig om de kans tot aanneming der
legerwet te vergrooten, zelfs hooggeplaatste personen
uit Weenen bemoeien zich met een en ander.
1) NAAR HET FRANSCH.
I.
Het stormde dien avond geweldig en de wind
joeg de fijne en droge sneeuw in wolken voor
zich uit; nu en dan was er een oogenblik van
kalmte, dat maar al te spoedig werd gevolgd door
een nieuwe vlaag. Dan hoorde men de onheil-
spellende stem der vertoornde natuur in dat lang-
gerekte gefluit, dat iemand eerst recht het hoekje
van den haard doet waardeeren, wanneer men kalm
thuis zit.
Het baanwachtershuisje No. 38, op den spoorweg
die van Parijs naar Bern door de Jura loopt,
scheen vooral de woede van den storm op te
wekken. Het lag aan de helling van den berg,
aan den ingang van eene smalle bergengte, waar
door de wind zich gierend een weg baande, terwijl
hij de hooge pijnboomen, welke er omheen stonden,
als rietjes" boog. De eenige hinderpaal die niet
voor hem week was dat kleine huisje zelve, en
deze stoutmoedigheid prikkelde zijne woede des te
meer hij deed de ronde om deze nederige woning,
trachtte de pannen weg te slingeren, de luiken
uit hunne hengsels te lichten en de deur te doen
openspringen.
Nader wordt aan het Vad. medegedeeld, dat
er op dit oogenblik in Limburg acht gemeente-
besturen aanschrijving van de Ged. Staten hebben
ontvangen, om tegen 1 Jan. 1887 het aautal
onderwijzers der openbare lagere scholen in over-
eenstemming te brengen met het Kon. besluit van
IJdele poging, nuttelooze moeite de pannen
en luiken hielden zich flink en de goed gesloten
deur weerstond op hare stevige hengsels iederen
aanval.
Daar binnen rookte een man zijn pijpje bij den
haardwaarvan de flikkerende vlam de kleine
keuken bij tusschenpoozen verlichtte. Hij zat op
een lagen stoel, met de voeten op de plaat en den
elleboog op zijn knie geleund en luisterde al
droomende naar het loeien van den storm. Een
eentonige bezigheiddenkt menigeen misschien;
maar wat anders te doen, wanneer het daarbuiten
pikdonker is en de sneeuw valt en men daar
alleen zit, aan het einde van eene vallei, ver van
elke menschelijke woning Welk een vreemd
leven leidt toch zoo'n baanwachter, die daar als
vergeten en eenzaam leeft in het gebergte op den
grooten weg der beschaving. Den geheelen dag
en dikwijls den geheelen nacht ook, vliegt de
wereld hem als een schaduw voorbijde treinen
die groote stroom der menschheid vervoeren
in alle richtingen de reizigers die uit alle
wereldstreken komenen hij, de vrijwillige ban-
nelingslaat eenzaamonbewegelijk en onver-
schillig dat koortsachtig en onophoudelijke gaan
en komen gade. Een baanwachter moet een wijsgeer
worden.
Gingen deze en dergelijke gedachten misschien
door het brein van Benoit Dinet, toen hij daar in
het hoekje van den haard zijn pijpje rookte?
3 Oct. 1884, en dat zeven van die besturen ook
daarna weigerachtig zijn gebleven aan dit bevel
te voldoen.
Een deel van het werk bij den dijkval te
Wissekerke, namelijk het verhoogen van den be-
kenden spekdam tot zeedijk, is ten einde gebracht
en ter oplevering gereed. Een verbazende hoeveel-
heid groud is daaraan gebruiktwant niet alleen
dat genoemde verhooging voldoende zou zijn geweest,
maar ter verkrijging eener basis van genoegzame
breedte moesten een paar putten aan den kant,
wier bodem 3,20 M. beneden gewoon peil lagen,
worden aangevuld. De loodrechte hoogte, van den
putbodem tot de dijkkruin, bedraagt juist 8 M.
Dat deze kolos met zijn rijswerk (nu vlechtrijs,
later steekrijs) en bekramming een gunstigen iudruk
maakt, behoeft geen betoog. Tengevolge dezer
beeindiging ziin thans verscheidene werklieden be-
dankt. G. C.
De Internationale hardrijderijen op schaatsen
vanwege den Nederlandschen Schaatsenrijdersbond
te Slikkerveer te houden, zullen plaats hebben op
Vrijdag en Zaterdag 7 en 8 Januari e. k.
De ijsvlakte voor den wedstrijd bestemd, een
ondergeloopen buitenpolder met een halven meter
water is 30 hectaren groot en in voortreffelijken
toestand, geen sneeuwijs maar spiegelglad zooge-
naamd „zwart" ijs.
De inschrijvingen sluiten 5 dezer. Er is deel-
neming uit het buitenland. Ilagen komt zeker
en Paulsen wellicht.
De heer F. Gedeking, hoofd der school aan
de Schelpkade te 's Ilage, is naar men meldt,
benoemd tot particulier onderwijzer van H. K. H.
Priuses Wilhelmina.
De Vorstelijke leerlinge outving gisterenochtend
de eerste les van Haren onderwijzer.
Morgen, 5 Januari, zal, volgens de N. R.
Ct., de weduwe Schrop, geb. Van Graafeiland, te
Rotterdam, haar lOO34™ verjaardag vieren. De
levensloop dezer vrouw is zeer merkwaardig. Als
militaire waschvrouw en marketentster haren man
in het leger volgende, heeft zij gedurende 25 jaren
gediend en vele veldslagen bijgewoond. Zij werd
eerst door de Engelschen en later door de Russen
gevangen genomen, wist uit hare krijgsgevangen-
schap" te ontkomen, doch werd weder gevangen
genomen en trad toen in Russischen dieust; daar
onderscheidde zij zich zoodanig, dat zij van Keizer
Alexander I het Kruis vervfierf. Zij werd bij
Waterloo gewond.
In Duitschland zou zij geheime depeches over-
brengen; zij werd door twee uhlanen aangevallen,
doch wist den een met een pistoolschot neder te
vellen en den ander met een geduchten houw over
de wang het hazepad te doen kiezen.
De oude heldin leeft thans met hare 70jarige
dochter, die haar trouw verzorgt.
De vlam knetterde vroolijk, de oude klok, aan
den muur, liet zijn regelmatig tik-tak hooren en
een zwart hondje, dat vlak bij het vuur op den
haard lag te slapen, rekte zich nu en dan eens
geeuwende uit, als om te toonen, hoe welbehagelijk
hem die warmte was. Het was er rustig en warm
in dit vreedzame binnenhuisje, dat juist hierdoor
eene scherpe tegenstelling vormde met den orkaan,
die daar buiten woedde.
De klok, welks wijzers op dit oogenblik nauw-
lettend door den man werden gadegeslagen, sloeg
negen uurde trein van Parijs moest voorbij
komen. Hij stond op, klopte de asch uit zijne
pijp, trok een dikke kapotjas van blauw laken aan,
ontstak zijn lantaarntje met de roode en groene glazen
en ging naar buiten. Op twintig schreden van
het huisje kruiste een rijweg de spoorbaan;
de man sloot de boomen, maakte zijn lantaarn
aan den seinpaal vast en wachtte, terwijl hij zich
zooveel mogelijk tegen den wind trachtte te be-
schutten. De storm woedde nog altoos voort, de
sneeuw had reeds de rails onzichtbaar gemaakt en,
daar ze horizontaal werd voortgejaagd, was weldra
zijne kapotjas met een witten mantel bedekt.
Plotseling begon het hondje, dat ouder gewoonte
zijn meester gevolgd was, luide te keffen.
„Stil toch, Fidelhet is de wind."
Maar Fidel wilde niet zwijgenhij liep in de
richting van den wind en zijn geblaf verdubbelde.
De baanwachter, wien dit gedrag en deze ongewone
vdor
en te
deta-
K.
-
deze
voor-
)AM
De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft
een voor het bizouder onderwijs niet onbelangrijke
beslissing genomen, nl. toegestaan dat te Arcen en
Velden (Limb.) het hoofd der openbare school ge-
lijktijdig als hoofd eener bizondere school aldaar
werkzaam zij. De Minister is van oordeel, dat
het hoofd slechts de school te besturen heeft en
dit bestuur zich ook tot meer dan een school kan
uitstrekken.
De Koningin heeft met het Prinsesje
het Huis ten Bosch bezocht, welk buitenpaleis
thans eenige verbouwing ondergaat, naar men zegt
in verband met plannen van het koninklijk gezin
om er een gedeelte van den aanstaanden zomer
door te brengen.
Met den terugkeer van de Koninklijke familie
in de residentie is de Fransche gouveruante Mile
Leotard niet meer toegevoegd aan Prinses Wilhel
mina en naar Frankrijk terugkeerd. De Engelsche
gouvernante Mis Saxton Winter neemt thans bij
de Kroonpriuses haar plaats weder in.
De Kouing, de Koningin en Prinses Wilhelmina
verschenen Zaterdag op de Nieuwjaarsreceptie ten
hove, waar alle Ministers, de president der Tweede
Kamer, en de hofwaardigheidsbekleeders aanwezig
waren.
- Der traditie getrouw, is op Nieuwjaarsavond
wederom de Gysbreght van Aemstel in den Stads-
schouwburg te Amsterdam ten tooneele gebracht,
thans in het 250ste jaar van zijn leven.
Het „Huis" was tot aan den nok gevuld met
toeschouwers en de lieve jeugd was talrijk ver-
tegenwoordigd.
Men schrijft aan het N. v. d. D. uit Noord-
BrabantGeraakt het feest van St. Thomas, den
21 December, in vele plaatsen tegenwoordig meer en
meer op den achtergrond, geheel anders is dit met den
S., het feest der ounoozele kinderen. Hier draagt
het feest, als men het zoo noemen mag, den
naam van „Allerkinderen," waarschijnlijk omdat
hoofdzakelijk de jeugd daaraan deelneemt, en ook
omdat zoowel de kinderen der gegoeden als die
der minder bedeelden er het hunne toe bijdragen.
Op vele plaatsen gaat de dag onopgemerkt voorbij,
doch de eigenaardigheidin sommige plaatsen
daaraan verbonden, is wel vermeldenswaardig.
Men ziet de kinderen door de straten waudelen
en zingen in costuums, die den lachlust opwekken
van elken voorbijganger. Stel u voor, om eeu
voorbeeld op te noemen een jongen van 12 h
13 jaar met een hoed op van „vader," zoo oud
en groot mogelijk (de hoed namelijk), een vest aan
van denzelfden eigenaar, groote klompen aan de
voeten, en, om het toilet te voltooien, een lange
Duitsche pijp in den mond. Onmogelijk is bet,
bij het gezicht daarvan zijne lachspieren te bedwingen.
Voeg daarbij een meisje met moeders rauts en
koppigheid ten hoogste verwonderden, nam zijn
lantaarn en volgde hem. Nauwelijks had hij tien
schreden gedaan of hij bleef plotseling stilstaan
Daar lag eene zwarte massa op den weg tusschen
de beide rails en de trein was in aantocht. In
een sprong was Dinet er bijhet was een menschelijk
wezen, eene vrouw in een ouden omslagdoek, die
reeds half door de sneeuw bedekt was.
Wat doe je daar? sta op!"
¥Laat mij," zeide zij met een flauwe stem en
zonder zich in het minst te bewegen.
,.Je hier laten Maar, ongelukkige, de trein
komt."
„Ik weet het, ik wacht er op; ik wil sterven."
ffSterven o neen in elk geval hier nietsta
op, zeg ik je, in 's hemels naam, sta op daar is
de trein."
De wind bracht inderdaad een scherp gefluit
nader en reeds zag men flauw, ondanks de sneeuw,
het schijnsel van de twee vurige oogen van de
locomotief. De baanwachter, helaas, had maar een
arm en hij had wel zijne beide handen noodig
gehad om de vrouw op te richten en haar van
de baan te brengen. Hij maakte nu van de uood
een deugd, sloeg zijn eenen arm om haar midden
en slingerde haar met een bo veil menschelijke
krachtsinspanning op zijde. Het was meer dan
tijd de trein kwam in voile vaart aan en ging
als een bliksemstraal voorbij met zijn wolk van
lichten, vonken, rook en sneeuwvlokken, die dooy
t. zal
js 2
sen-
de-
ien
j een
ten
lers,
nari
bij
lags
van
Her.
te
.87,
de
ten
|es-
der
(en
be-
ri
e-
J-
\S-
en
»L
TER \ElZENSCHE COIRWT
D.