Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
f 000
No. 2248.
Woensdag t December 1886.
26e Jaargang.
I 0 L L E N.
DE DEU11 VAN 11ET TORENTJE.
Binnenland.
bij inzet en opbod,
ABONNBMBNT:
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post:
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32^.
Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elke regel meer f 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
]aartot veel verminderden prijs.
nit
bind verschljnt Dinsdag- en Vrijdagavond bl| den ultgcver P. VAN D E S A N P E te Ter Neazen.
PR07INCIE ZEELAND.
Op Dinsdag 14 December 1886, nam. 2 uur,
zal, onder nadere goedkeuring, door den Burge-
meester van Hulst, ten Raadhuize dier gemeente,
ten overstaan van. den Notaris Mr. J. vail
Deinse, worden overgegaan tot de openbare ver-
pachting,
van de tollen op de wegen van TER NEU
ZEN naar AXEL en van HULST naar
WALZOORDEN.
De verpachting zal geschiedeu voor den tijd
van drie jaren, In te gaau 1 Mei 1887.
De voorwaarden liggen ter lezing ter Provinciale
griffie van Zeeland en ten Gemeentehuize te Hulst,
Axel, Ter Neuzen, Hontenisse en Sas van Gent,
alsmede aan de voormelde tollen.
Op die plaatsen kan ook iuzage worden ver-
kregen van het tarief, van de Koninklijke besluiten
en Provinciale bladen omtrent de tollen en van
eene handleiding tot toepassing van bet tarief,
welke aan iederen pachter ten gebruike zal worden
gegeven.
Middelburg, 26 November 1886.
Gedeputeerde Staten van Zeeland,
DE BRAUW, Voorzitter.
E. FOKKER, Griffier.
JPolitieli Overzicht.
Veel geschrijf is er in de laatste dagen geweest
over de vraag, aan wie de Russische regeering de
bescberming harer onderdanen in Bulgarije heeft
opgedragen. Niet aan Duitsckland, zeiden vele
Fransche bladen, maar aan Frankrijk. Uit St.
Petersburg wordt nu gemeld, dat tengevolge van het
vertrek van generaal Kaulbars en alle Russische
consuls uit Bulgarije en Oost—Rumelie, de regeering
die bescherming in Bulgarije heeft opgedragen aan
Duitschlaud en in Oost-Rumelie, waar geen Duitsche
consuls zijn, aan Frankrijk. Nog altijd schijuen
de Franschen prijs te stellen op intimiteit met den
Czaar, zeker uit autipathie tegen John Bull. De
Fransche gezant heeft lange conferentien met Von
Giers gehad en zijne vrouw en dochter zijn door
den Czaar en de Czarina met veel ouderscheiding
ontvangen. Misschien is Frankrijk bestemd om
voor den thans zoo zenuwachtigen opgewonden be-
heerscher aller Russen de kastanjes uit het vuur
te halen.
FBUILLETON.
Maar wie zal Koning zijn in Bulgarije? Dat
mag -Joost weten en misschien Von Bismarck ook.
Men - zegt, dat de Italiaansche regeering aan de
overige mogendheden het voorstel heeft gedaan om
de candidatuur van den Vorst van Mingrelie goed
te keuren, mits Rusland de geldigheid der tegen-
woordige Sobranja erkent. Engeland echter wil
zijn toestemming alleen geven, wanneer de Bulgaren
zelveu zicb voor hem verklaren. Oostenrijk is
volstrekt niet op den Miugrelier gesteld, bovendien
zegt het, dat de aanstelling van dien Vorst zonder
toestemming van de Sobranja vergeefsche moeite
zou zijn. Uit een en ander valt op te maken,
dat 's mans kans om te promoveeren tot Bulgaarsch
Vorst niet groot is.
De Duitsche Rijksdag is geopend. In de eerste
plaats wordt gedacht aan de vredelievende gezind-
heid des Keizers en aan de groote waarde van den
driekeizersbond, maar toch ook aan de uitbreiding
van het leger, waardoor er geen geringe lasten op
de schouders der Germaneu zullen worden gelegd.
Zij vordert toch eene uitgave van 25 millioen
Marken in eens en van eene even groote som jaar-
lijks, waarbij niet eens gerekend is op de millioenen
die noodig zijn voor kazernes en magazijnen. Ook
geeft de troonrede duidelijk te verstaan, dat de
Rijksdag zal worden ontbonden, indien hij op
financieele gronden den eisch tot legeruitbreiding
verwerpt, terwijl de Keizer nu reeds de hoop uit-
spreekt, dat het volk bij de nieuwe verkiezingen
een beter gezinden, d. i. een meer gewilligen
Rijksdag zal samenstellen. Dat is een stok bij de
deur, want veie partijhoofden zien tegen eene ont-
binding wel wat op, dat weet men op Friedrichs-
ruhe. Reeds met het volgende jaar denkt de re
geering de legeruitbreiding in praktijk te brengen,
waarvoor 50 millioen moet bijeengebracht worden.
Van waar die koinen zullen, wordt niet gezegd
wel wordt gezegd, dat de regeering niet denkt aan
belasting—hervormingen, tenzij het volk bij de ver
kiezingen zicb uitspreekt. Als motief voor de
legeruitbreiding geldt het Westersche spook, de
revanche—oorlog en tevens de legersterkte in Rus
land. Over de Bulgaarsche kwestie geen woord.
Kinderen moeten alles niet weten. Vragenmogen
zij echter later welOf de Rijksdag door deze
bangmakerij zal getroffen worden, dat staat te be-
twijfelen, omdat in elk geval eene ontbinding voor
voor de deur staat. Wordt de legeruitbreiding
afgekeurd, ontbindingwordt zij goedgekeurd, maar
worden later de middelen tot bestrijding der kosten
afgestemd, ontbinding. Men zou dus zeggen tot
den Rijksdag: Haal direct maar de streep door
de rekeningnaar huis gestuurd wordt ge toch.
In de Fransche Kainer hebben de Ministers
van marine en oorlog het erg warm. Met groote
meerderheid worden de door enkelen voorgestelde
besnoeiingen op hunne budgetten aangenomen.
2) NAAR HET ENGELSCH.
Eerst was ik over deze ontdekking zoo verbaasd,
dat ik mijne ziutuigen begon te wantrouwen. De
zoldering zweetde naar het scheen als een andere
doodkist van Mohamed in de lucht. Ik sloeg er
met mijn stok tegenop den klank afgaande was
zij zwaar en stevig, als de muren, maar de trillende
toon scheen eerder uit staal dan uit steen te komen.
Het scheen wel een stevig blok ijzer. Maar dat
kon immers niet waar zijn.
Daar ik letterlijk niets van deze ontdekking
begreep, plaatste ik mij op den grond van de cel.
Met den rug tegen een der muren en mijne
voeten tegen den tegenoverligger.den muur, was
het mij een troost te ontdekken, dat deze houding
dragelijker was dan ik verwachtte. Ik hoopte zelfs
te kunnen slapen en zoo in de armen der vergetelheid
een gedeelte der uren te kunnen doorbrengen, die
voor mij zoo traag zouden verloopen. Weinig
vermoedde ik, wat mij alsdan zou wekken. Slaap
Helaas, geen slaap was mij beschoren.
Op dit oogenblik deed een luid gedruis mij
schrikkenhet scheen uit de zoldering boven mijn
hoofd te komen en stoorde plotseling de stilte der
Sadi Carnot, die de knotsslagen der commissie van
rapporteurs heeft uitgehouden, zal nog onder de
speldeprikken der Kamerleden bezwijken. Zijn
onder—secretaris van financien en drie collega's van
dezen hebben het werk reeds gestaakt en hun
ontslag genomen, zonder echter zooveel lawaai te
maken als de werkstakers te Gent, wien de voor-
genomen manifestatie is opgezegd. Alle samen-
scholingen zullen uiteen worden gedrevenhet
garnizoen is in de kazernes geconsigneerd en de
geheele burgerwacht opgeroepen. Tot nog toe is
alles rustigniettegenstaande de aaukomst van
werklieden uit Rijssel (Lille) in Frankrijk, die bij
Desmet zullen arbeiden onder bedekking der
militaire macht.
De Londensche correspondent van de N. R.
Ct. schrijft
Ik wenscli de aaudacht te vestigen op eene
belangrijke reeks van opstelleu waarmede de
Manchester Guardian een begin heeft gemaakt,
naar aanleiding der pogingen die in het werk
gesteld worden om het groote scheepvaartkanaal
tusschen Manchester en de zee alsnog te verwe-
zenlijken.
Die opstellen zijn uit de pen van een particulier
verslaggeverdoor de redactie der Manchester
Guardian uitgezonden om de voornaamste scheep-
vaartkanalen van Europa uit eigen aanschouwing
te beschrijven.
Hij heeft met Frankrijk een begin gemaakt en
is toen naar Belgie gegaan, waar hij nu de
westelijke kanaleu en havens schddert. Het artikel
aan Gent en Ter Neuzen gewijd, is voor Nederland
niet onbelangrijk. Het gaat, evenals de andere
opstellen, van een schetskaartje vergezeld.
Van Ter Neuzen zegt de schrijver, dat het is
quite an active little place met veel handel en
een aangenaam logement, veel door jagers bezocht.
Maar een Liverpool van Gent'' is het niet, zegt
de auteur. Antwerpen is dat.
De antwoorden van de Regeering, vergezeld
van gewijzigde voorstellen betreffende de nadere voor-
loopige verslagen omtrent de Grondwetsherziening,
zijn reeds Vrijdagavond verschenen.
Omtrent de regeling van het kiesrecht ontleenen
wij daaraan het volgende:
Art. 76 der Grondwet wordt vervangen door het
volgend artikel
„De leden der Tweede Kamer worden rechtstreeks
gekozen door de mannelijke ingezetenen, tevens
Nederlauders, die de door de kieswet te bepalen
kenteekeuen van geschiktheid en maatschappelijken
welstand bezitten en den door die wet te bepalen
leeftijd, welke niet beneden drie en twintig jaren
mag zijn, hebben bereikt.
eenzaamheid. De groote torenklok van de hoofd-
kerk sloeg het uur. De toonen volgden elkander
langzaam, plechtstatig, welluidend, maar dreunend
op. Toch hoorde ik ze hier in mijne gevangenis
niet dof gedempt, en als uit de verte, maar met
een helderheid en duidelijkheid, alsof ze vlak bij
waren. Klaarblijkelijk moest mijne tijdelijke ge
vangenis vlak onder den klokkentoren zijn gelegen.
Hierbij bleef het echter voor het oogenblik en ik
maakte er geene andere gevolgtrekking uit.
Lang zat ik in gepeins verzouken en berekende
hoeveel uren er nog voor mijne mogelijke bevrijding
moesten verloopen. De kathedraal zou den vol
genden morgen hoogst waarschijnlijk niet voor 9
of 10 uur worden opengezet. Mij bleven dus
vijftien uren over, waarin ik mijn geduld kon
oefenen en die ik maar zoo goed mogelijk moest
trachten door te komen.
Wat kroop de tijd voorbij Welk een eeuwigheid
scheen het te duren, eer de klok het volgende
kwartier sloegeen, twee, drie, vier en toen het
uur 7. Nauwelijks was de laatste slag weg-
gestorven of daar begon het klokkenspel.
De tonen bereikten mij even duidelijk als ik
het uur had hooren slaanzij speelden het
avondlied.
Plotseling deed eene zeer zonderlinge gedachte
mij de oogen naar de zoldering opslaan. Zooals
ik nu zat, kon ik juist de flauwe lichtschemering
daar in de hoogte bespeuren tusschen de zoldering
Van de uitoefening van het kiesrecht ziju uitge-
sloten zij, wien dat recht bij rechterlijke uitspraak
is ontzegt; zij die in gevangenschap of hechtenis
zijn; zij die bij rechterlijke uitspraak de beschikking
of het beheer over hunne goederen hebben verloren;
zij die in het burgerlijke jaar, voorafgaande aan de
vaststelling der kiezerslijsten, van eene instelling
van weldadigheid onderstand hebben genoten, en,
voor zoover de kieswet, hetzij zeker bedrag van
den aanslag in eene of meer rijks directe belastingen,
hetzij het bezit van een of meer groudslagen van
zoodanigen aanslag als vereischte van kiesbevoegdheid
stelt, zij die hun aanslag in die belasting of be
lastingen niet hebben voldaan."
Omtrent de additioneele artiken zegt de regeering
dat zij gevolg gegeven heeft aan den wensch, dat
in de Grondwet voorloopige bepalingen ointrent het
kiesrecht zouden worden opgenomen.
Zij meent dat daarin kwalijk kan worden vast-
gehouden aan den census zooals die thans bestaat.
Immers, blijft men daaraan vasthouden de bekende
vraag wat onder „plaatselijke gesteldheid" is te
verstaan, zou de reeds zoo dikwijls ondervonden
moeilijkheden opleveren, en het is zeer twijfelachtig
of het thans gelukken zou, die op bevredigende
wijze te beantwoorden.
Bij de keuze van een ander stelsel heeft de
regeering in het oog geliouden:
lo. dat deze voorloopige regeling geschikt behoort
te zijn voor onverwijlde toepassiug, en
2o. dat in de gegeven omstandigheden eene
ruime uitbreiding van het kiesrecht voor de Tweede
Kamer der Staten—Generaalwelke gedureiule
eenigen tijd van kracht kan blijven, wenschelijk
moet worden geacht.
Men kan aannemen dat het aantal personen, die
naar den nieuwen grondslag het kiesrecht zullen
verkrijgen, geraamd kan worden op pi. m. 300,000.
Thans bedraagt het aantal kiezers voor de Tweede
Kamer 136,234 dat der kiezers voor de gemeen-
teraden 222,125.
Omtrent het stemmen der kiezers en de stem-
opneming schenen geen nieuwe regelen noodig te
zijn.
Voor de verkiezing van 100 leden der Tweede
Kamer is het grondgebied des Rijks verdeeld in
enkelvoudige districten, gemiddeld eene bovolking
van 43,360 zielen bevattende (de bevolking op 1
Januari 1886 bedroeg 4,336,012 zielen), behoudens
uitzonderingen voor de gemeenten, die eene be
volking van meer dan 45,000 zielen hebben, voor
welke meervoudige districten ziju gevormd. De
uitbreiding van het aantal leden der Tweede Kamer
tot het nieuwe grondwettige getal van 100, breugt
vauzelf de noodzakelijkheid met zich om het aantal
leden der Eerste Kamer dadelijk op het cijfer van
vijftig te brengen.
De Regeering heeft, na rijpe overweging, gemeeud
en de wanden, maar de zoldering zelve was geheel
in de duisternis verborgen.
Ik stond nu langzaam op, en mijn vermoeden
bleek juist te zijn. Zooals ik verwachtte kon ik
niet langer recht op staanmijn hoofd stiet nu
tegen de zoldering. De voile waarheid openbaarde
zich plotseling aan mijn geest. Nu zag ik duidelijk
de verklariug van hetgeen mij vroeger verwonderd
had en in verwarring bracht. Ik zag waarom de
zoldering de wanden niet aanraakteu en waarom
ze van stevig ijzer was gemaakt. Ze zakte
langzaam naar beneden.
Ja ze zakte. Gedurende het uur, dat ik
hier gezeteu had, was ze voile vier duim gezakt.
Maar de ontdekking, die ik nu deed, wel verre
van bij mij eenige verbazing te wekken, openbaarde
plotseling het geheele geheim mijner gevangenis.
Ik bemerkte nu, dat de zwarte massa, welke ik
voor de zoldering had aangezien, inderdaad niets
anders was dan het massieve en reusachtige gewicht
van de groote klok. Ik zat opgesloten onder in
de schacht, waarin het gewicht daalde. Het zware
blok van massief metaal zakte met eene snelheid
van vier duim per uur. In minder tijd dan ik
noodig heb, om dit neder te schrijven, vloog mij
dit alles door het hoofd. In vijftien uur doorliep
het gewicht een ruimte van vijf voet. Lang voor
dat ik op hulp kon hopen, had het reusachtige
gewicht mij bereikt en mij tegen het steenen
plaveisel mijner eel verpletterd.
Ik zal niet beproeven te beschrijven, wat er bij
deze ontdekking in mij omging. Dikwijls zeer
dikwijls heb ik in den loop van mijn leven
gelegenheid gehad om op te merken, hoe waar bet
gezegde is,/Talloos en vreemd zijn de paden,
die ons naar de vallei des doods brengen." Weinig
dacht ik, dat ook ik eenmaal een nieuw bewijs
voor deze waarheid zou leveren. Hoe afschuwelijk,
niet waar. Daar hing dat zware gewicht boven
mij. Langzaam maar zeker daalde het. En in
de duisternis en in de stilte van den nacht zou
het blijven zakken totdatEn daarboven in
den zachten glans der ondergaaude zon speelde het
klokkespel nog steeds het avondlied.
Tot hier had slechts de snelheid, waarmede alles
was geschied, indruk op mij gemaakt. Het avontuur
was wel onaangenaam, maar had op zich zelve niets
onheilspellends. Wat was echter de onaangenaam-
heid van mijn nachtverblijf, vergeleken bij den
afschuwelijken dood, die mij wachtte.
Eenige minuten lang bleef ik bewegingloos en
trachtte mij te vergeefs vertrouwd te maken met
het zonderlinge, maar doodelijke gevaar, dat mij
bedreigde. Ik weet niet meer, hoe lang het wel
duurde, eer ik het gebruik mijner vermogens in
zooverre terugkreeg, dat ik weder denken kon.
Eindelijk deed ik mij zelven geweld aan en begon
te onderzoeken welke weg tot redding mij nog
open stond. Ik wijdde al mijne oplettendheid aan
de ruimte tusschen het gewicht en den muur,
O
TEK MimSI HE (OIKWT.
VAN