Brimn nit 'tflaaije.
Landbouwberichten.
Gemengde berichten.
Telegrafische berichten.
rechtszakenT
onrustig.
Men schrijft uit Beesd aan de Arnh. Ct.
In ons landelijk dorp Beesd is liet nog steeds
Yerleden jaar is die onrust ontstaan
door een school-kwestie tusschen het lioofd der
school en een zijner onderwijzers, over het weg-
laten van het woord God uit een der versjes, door
de kinderen te zingen. Deze kwestie nam grootere
afmetingen aan, doordien het kerkelijkbestuur zich
er mee bemoeide en een aanklacht van godslastering
tegen het hoofd der school hij den Minister inbracht.
Bij Ministrieele missive werd die aanklacht niet
gewichtig genoeg beschouwd en bleef dus de zaak
zooals zij was, dat wil zeggeu niemand was bevredigd.
De tijd zou echter de herinnering aan die feiten
hebben doen verdwijnen, ware het niet, dat nu die
onderwijzer de zondenbok worden moest voor de
inhumaniteit en het onrecht, zooals men meende,
door hem liier gepleegd. Hij die reeds door
onderwijzers en school—commissie als een goed
onderwijzer was beschouwd, wordt nu als onder
politie—toezicht gesteld, waartoe zelfs een school—
opziener last gegeven heeft. Nu, er is dan ook
op hem nauwkeurig, niet op zijne collega's, achtge-
slagen. Zoo heeft men een tal van gebreken bij
hem ontdekt. Hij kwam, in plaats van een kwart
uur, tien minuten voor schooltijd aanhij had,
in plaats van een lesje er twee op het bord
geschrevenhij, die belast is met J van het getal
schoolleerlingen en zoo in twee lokalen onderwijs
geven moet, hij begaf zich tien minuten te laat
van de eene naar de audere klasse, enz. enz.
Die klachten werden door schoolcommissie en
schoolopziener zoo gewichtig geacht, dat door den
laatste den onderwijzer aangezegd werd, dat hij
ontslag aanvragen moest, daar het hem anders
zou gegeven worden.
Bijna alle bewoners van ons dorp trekken partij
voor den onderwijzer en hebben hiervan blijk
gegeven, in een adres aan den Raad, met zeer
vele handteekeningen voorzien, in de hoop, dat hij
tegenover eene atheistische partij, niet als slachtoffer
vallen zal. Om die reden is aller oog gevestigd
op den Raad dezer gemeente, die binnenkort over
dat te geven ontslag zal te beslissen hebben.
TER NEUZEN, 19 November 1886.
Hoewel de mazelen zich alhier nog dagelijks
uitbreiden zijn dezelve echter tot nog toe van geen
ernstigen aard en is tot heden nog maar een over-
lijden aangegeven. Tot gisteren waren er in 75
gezinnen 132 lijders aanwezig, alien kinderen.
Door het Dagelijksch Bestuur der visscherijeu
op de Schelde en Zeeuwsche stroomen heeft gis
teren alhier de verloting plaats gehad van mossel-
banken en mosselbewaarplaatsen in de Wester—
Schelde, nabij deze haven, en waarbij voor de
banken zich 33 en voor de bewaarplaatsen 31 gega-
digden hadden doen inschrijven.
Bij de verloting der mosselbanken viel no. 62
ten deel aan N. Lauret, te Philippineno. 63 aan
E. A. de Mul, aldaar, en no. 64 aan C. Yerheijke,
te Ter Neuzen. De 29 mosselbewaarplaatsen vielen
ten deelNo. 1 aan J. B. Rammeloo Nz., te
Philippine 2 A. Minneboo, aldaar 3. J. P. Thie-
leman, te Graauw4 J. de Roo, te Bouchaute,
(Belgie)5. A. van Gimst, te Graauw6. A.
Yoerman, te Philippine7. J. Langenhove, te
Bouchaute 8. weezen A. van Hurck, te Philippine
9. A. J. Hulst, aldaar; 10. J. van Gimst, te
Graauw; 11. P. Rammeloo, te Philippine; 12. P.
G. de Klerk, aldaar; 13. F. J. Wijne, aldaar;
14. C. L. Bogaert, te Bouchaute; 15. P. Lauret,
te Philippine; 16. A. Arbroscheer, aldaar; 17.
P. Rammeloo Nz., aldaar; 18. A. Rammeloo Rz.,
aldaar19. A. van Koelen, te Hoek20. P. B.
Minneboo, te Philippine; 21. N. Rammeloo Pz.,
aldaar22. J. F. Rammeloo, te Bouchaute23.
F. Langenhove, aldaar24. P. Rammeloo JFz.,
25. J. de Mul, 26. P. Teerlink, 27. A. van Hurck,
28. V. N. Yoerman en 29 N. Rammeloo Pz.,
de zes laatsten alien te Philippine.
Door het polderbestuur van Walcheren werd
gisteren te Middelburg aanbesteed, het bestorten
van den onderzeeschen oever aan de Noordwatering,
waarvoor 3 biljetten waren ingeleverd, als van
J. Yerkuijl Quakkelaar, te Viissingen, voor f 4997
M. van den Hoek, te Ter Neuzen, voor f 4960
en J. Tollenaar, aldaar, voor /4900; als voren
aan de Zuidwatering, ingekomen 5 biljettenA. M.
Langeveld, te Hardinxveld, voor f 27,287 J. van
Eck, aldaar, voor 26,800; J. Tollenaar, te
Ter Neuzen, voor 25,960; M. van den Hoek,
aldaar, voor 25,850 en J. Verkuijl Quakkelaar,
te Viissingen, voor f 25,000.
Te Middeburg werd gisteren in het openbaar
aanbesteedhet herstellen en veruieuwen van eenige
provinciale waterstaatswerken en wegen in Zeeland
en hun onderhoud gedurende 3 jaren, ingaande 1
Januari 1887.
Ingeschreven werd o. a. voor het
lie perceel, straatweg ter wederzijde Sluis, ra-
ming f 1470 12e perceel, straatweg's rijks groote
weg BreskensNieuwvliet, raming f 731713e
perceelweg SchoondijkeIJzendijke raming
f 4585; 14e perceel, weg OostburgZuidzande,
raming f 1886voor deze 4 perceelen waren af-
zonderlijk geen biljetten ingekomen, maar gecom-
bineerd 4 biljetten, als van de heerenJ. Colijn
Cz., te Groede, voor f 14,500; P. Monje, te
Breskens, voor f 13,668; A. van Male, te Schoon
dijke, voor 13,370 en D. W. Bloem, te Weurt,
voor f 13,330.
15e perceel, weg Ter NeuzenAxel, raming
f 4741, 3 biljetten, van de heeren: M. van den
Hoek, te Ter Neuzen, voor f 4990M. D. de
Putter, aldaar, voor f 4114 en C. van der Ilooft,
aldaar, voor 398816e perceel, weg Walsoor-
denHulst, raming f 8427, 5 biljetten (1 ter
zijde gelegd als niet overeenkomstig het bestek)
van de heerenM. van deu Hoek, te Ter Neuzen,
voor 8900; W. Staal, te Hontenisse, voor f 7998;
P. A. Adriaansens Pz., aldaar, voor f 7993; M.
D. de Putter, te Ter Neuzen, voor f 7945 en
C. van der Hooft, aldaar, voor f 7520; 17e per
ceel, steigerdam met steiger enz. te Walsoorden,
raming f 1084, 4 biljetten van de heeren: M.
van den Hoek, te Ter Neuzen, voor 1200; W.
Staal, te Hontenisse, voor f 960P. A. Adriaan
sens Pz., aldaar, voor f 951 en M. D. de Putter,
te Ter Neuzen, voor f 890; voor perceelen 1517
gecombineerd 3 biljetten, van de heerenM. van
den Hoek, te Ter Neuzen, voor f 14,940; D. W.
Bloem, te Weurt, voor f 13,160 en C. van der
Hooft, te Ter Neuzen, voor f 12,488.
Hulst. Dinsdagnacht 11. is het konijnenstelen alhier
begonnen. Bij een paar bewoners der Korte Bel-
lingstraat hebben de konijnendieven een tiental
konijnen gestolen. 't Is te hopen, dat de daders
spoedig ontdekt worden, opdat niet meer lui er
door te lijden hebben.
's Graveiiliage, 19 Nov. Tweede Kamer. De
Hoofdstukken Middelen der Indische begrooting zijn
aangenomen alsmede het afzonderhjk ontwerp Spoor-
wegaanleg, doch met aanneming van het amende-
ment, waardoor de lijn Tjitjalengka slechts zal loopen
tot Waron Bandreg.
Mede zijn aangenomen de uitzonderingswetten
tot heffing van accijnsen door Hellevoetsluis, Mid-
delharnis, Ylieland, Helder, Urk en Terschelling.
Maandag a. s. voortzetting.
Maandag 29 November komt de Staatsbegroo-
ting aan de orde.
's Gravenliage, 19 November. Benoemd tot
Rijksontvanger te Sas van Gent de beer Yan der
Heijden, thans te Yenraij.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg.
De rechtbank heeft in hare zitting van
19
November het volgende vonnis uitgesprokeu
L. M., oud 23 j., varensgezel, wonende te Ter
Neuzen, is wegens mishandeling veroordeeld tot
f 8 boete subs. 8 dagen hechtenis.
C. B., logementhouder te Ter Neuzen, is
van het tegen hem gewezen vonnis in appel gekomen.
Men schrijft ons:, De meeste landlieden maken
toebereidselen het vee nu naar stal te halen, zoo
zij dat nog niet gedaan hebben. Het weiland
wordt te nat, //het raar raakt er af" en de koeien
beginnen //af te slaan." Klagen doet men echter
niet, want het is half November, het vee heeft een
best najaar gehad en nu behoeft men niet op een
dag of wat langer te zien, want de hooiberg is
goed gevuld. Als het voorjaar meeloopt, kan er
nog wel hooi overschieten. L. C.
De oudste inwoner van Mierloo, zekere Joseph
Meulendijks, is in den ouderdom van 95 jaar over-
leden. Den 5 Augustus 1791 geboren, vergezelde
hij in 1812 Napoleon op den tocht naar Rusland
en woonde daarna den veldslag bij Liitzen en
Bautzen bij in 1815 streed hij te Waterloo en
Quatre-Bras. Steeds vond de man belangstellenden
voor het verhaal zijner krijgstochten en avonturen,
waarbij hij steeds met bewondering over den grooten
veldheer sprak.
Te Maastricht, waar geen hondenmarkt bestaat
en wellicht in een geheel jaar geen enkele hood
in het openbaar wordt verhandeld, zijn nochthans
veertig personen, die als kooplieden in honden
zijn gepatenteerd. Het patent wordt door hen ge-
nomen om de stedelijke belasting op de honden
te ontduiken. Sedert lang reeds zint het gemeente-
bestuur op middelen, om die ontduiking tegen te
gaan, doch tot heden heeft het daartegen geen
afdoenden maatregel kunnen vinden.
De Noordsche schaatsenrijder Harald Hagen,
21 jaar oud, heeft Axel Paulsen uitgedaagd tot
een wedstrijd om het wereldmeesterschap op schaatsen
en om 500 kronen op afstanden van 1000, 5000
en 25000 meter. Hij, die twee- van de driemalen
wint wordt tot overwinnaar verklaard. Axel Paulsen
heeft de uitdaging aangenomen, op voorwaarde,
dat de wedstrijd zoo vroeg zal worden gehouden,
dat daardoor zijne reis naar Amerika niet vertraagd
wordt. Naar alle waarschijnlijkheid zal de strijd
te Christiania op het einde van deze of het begin
der volgende maand plaats hebben.
Axel Paulsen moet van den Nederlandschen
Schaatsenrijdersbond eene uitnoodiging hebben ont-
vangen om aan den internationale wedstrijd te
Rotterdam deel te nemen en Werner, Hagen en
Quillfeldt aan te sporen, mede te komen.
De zangeres mevrouw Nadina Bulitschoff, die
met groot succes te Rio-Janeiro zong bestemde de
opbrengst van haar benefiet-uitvoering tot het
vrijkoopen van verscheidene slaven. De schouw-
burg was stampvol en de edelmoedige kunstenares
werd bij haar optreden met geestdrift ontvangen.
De opbrengst bleek voldoende om 7 slaven vrij te
koopen en mevrouw Bulitschoff gaf nog een concert,
dat haar in staat stelde nog aan twee andereu de
vrijheid te geven. De rijkste Brazilianen brachten
nu geld bijeen om der zangeres voor haar schoone
daad een geschenk aan te bieden. Het werd een
tafel van massief goud, die tot opschrift droeg:
z/Aan de diva der zangkunst en aan de bevrijdster."
Zonder aan de waarde van dit geschenk te willen
afdoen, zij toch de vraag geoorloofd, waarom deze
rijke Brazilianen niet uit eigen beweging eenige
slaven vrij hebben gemaakt.
Prins Alexander van Battenberg denkt er,
naar de omstandighedeu te oordeelen, niet aan
ooit weer naar Bulgarije terug te keeren.
Voor meer dan f 140,000 toch heeft hij thans
het kasteel Charlottenfels bij Schaffhausen gekocht.
Dit werd voor ougeveer dertig jaar gebouwd door
een rijken horlogemaker te Schaffhausen en het
schoone park dat er omheen is aangelegd, loopt tot
aan den Rijn.
Bekend is de bijna een derde (Engelsche) mijl
lange onderaardsche tunnel, welke de trein van
Schaffhausen naar Zurich moet doorstoomen. Die
tunnel ligt onder het park van Charlottenfels.
In het Engelsche kanaal werden dezer dagen,
ongeveer een halve mijl ter hoogte van Sandgate,
6 walvisschen, elk van 40 tot 60 voeten lengte,
gezien. Zij zwommen in de richting van Folkestone.
Men houdt het er voor, dat zij op de haringjacht
zullen geweest zijn en door het ruwe weer uit den
Atlantischen Oceaan verdreven zijn.
Weder een vaster. In de Nouveau Monde
biedt de heer Charles Masson, ridder van het
Legioen van tier en andere orden, den bekenden
Succi aan, tegelijk met hem en op volkomen
dezelfde wijze als hij te vasten. Indien, zegt hij,
Succi werkelijk een menscheuvriend is, is Jt zijn
plicht deze aanbieding aan te nemen.
De heer Masson verklaart veel in Afrika, Midden-
Amerika en elders gereisd en te midden van
Indiaansche stammen verkeerd te hebben en te
kunnen verzekeren, dat er inderdaad een middel
bestaat om verscheidene weken te vasten.
In den schouwburg te Nimes werd eene
ochtend-voorstelling gegeven, en opgevoerd Marie
Jeanne. Op denzelfden tijd zou in de plaats een
ballon opstijgen. Daardoor was de gasdrukking
zoo hoog, dat op een gegeven oogenblik de gas-
pitten in den schouwburg hoog opflikkerden, de
ruiten in het gebouw barstten en er een ware
paniek ontstond. Het publiek haastte zich naar
de uitgangen en verscheidene personen werden in
het gedrang gekwetst.
De vrouw van den directeur, die zich met het
kistje met geld wilde redden, geraakte onder den
voet, en het geld was voor haar verloren.
Acteurs en brandweermannen op het tooneel,
deden moeite, om het publiek gerust te stellen,
wat hun gelukte. Toen de voorstelling weder zou
beginnen, was de schouwburg, eerst slechts matig
bezet, geheel volvelen hadden van de verwarring
gebruik gemaakt, om vrij entree te krijgen.
Toen korten tijd geleden in den laten avond
een postilion in het Saksisch dorpje Gruna aan-
kwam, deed hij de ontdekking, dat de nachtwacht
van een naburig dorp, ook nog tot de lading van
het postrijtuig behoorde. De passagier tegen wil
en dank, die in diepen slaap was, had, voor dat
zijn dienst begon, een slaaphoekje gezocht in den
postwagen.
De slimme koetsier wachtte zich wel, om den
nog slaapdronken nachtwacht bij 't wekken omtrent
zijne plaatsverandering in te lichten. Deze laatste
haastte zich om door een luid hoorngetoet zijn
veronachtzaamden dienst te aanvaarden, en dit lokte
even snel den heuschen nachtwacht van Gruna,
die deze concurrentie met alle gestrengheid van de
wet wilde tegengaan.
De stand van zaken werd nog juist te rechter
tijd opgehelderd, zoodat een twist tusschen de beide
collega's verhoed werd.
Een afgrijselijk ongeluk had in den nacht
van Maandag op Dinsdag plaats op den spoorweg
tusschen Calais en Saint-Omer. De exprestrein
180 stoomde het station St. Omer binnen en de
conducteur vond toen op de loopplank van een
der waggons een hand en een bloedende arm. Hij
waarschuwde terstond den chef, die op een locomotief
den kant uitging die de exprestrein had afgelegd.
Op eenigen afstand van het station Andruick
vond men een hoofd, een 60 meter verder de overige
deelen van een lichaam. Deze werden bij elkaar
gevoegd en men herkende toen den heer George
Wipelies, 34 jaar oud en telegraaf-chef bij de
spoorwegmaatschappij.
Hij was Zondag zijn ouders gaan opzoeken in
een naburig dorp en meende 's avonds laat langs
de spoorbaan naar Andruick terug te keeren, toen
de exprestrein hem achterop was gekomen, had
aangegrepen en op deze jammerlijke wijze gedood.
18 November 1886.
't Moet bij jelui in de residentie 's winters toch
wel verrukkelijk wezen, schreef me onlangs een
vriend, en ik denk er hard over het seizoen in
't Haagje te komen doorbrengen. Daags na ont-
vangst van 's mans brief schreef ik hem een brief-
kaart met deze regelen //Als je van plan bent
om je te vervelen heb je gelijk, maar was het je
doel, je eens te verstrooien, kies dan de residentie
niet, want het is er akelig vervelend." En geloof
me, dit is volstrekt niet overdreven. 't Vorstelijk
gezin is nog altijd op 't Loo en al worden er, al
is de Koning in de stad, tegenwoordig geen diners
of bals meer ten Hove gegeven, toch brengt de
aanwezigheid van het Koninklijk gezin eenige le-
vendigheid te weeg. Ge ziet den Koning, de Ko-
ningin met het Pririsesje nog eens uitrijden; het
paleis, dat nu met zijn neergelaten gordijnen veel
van een meubelpakhuis heeft, ziet er dan weer wat
gezelliger uit; kortom je kunt dan ten minstezien
dat je in de residentie woont.
Met onze publieke vermakelijkheden is't treurig
gesteld. De comedie-voorstelliugen worden zeer
slecht bezocht. Of de keuze der stukken er schuld
aan is, ik weet het niet, maar de leege zalen
maken een allerakeligsten indruk. Met de opera
gaat 't niet veel beter, 't personeel is dun en gaf
de directeur niet geregeld 240 vrijplaatsen per
avond, ik vrees dat ook de meeste rangen onbezet
bleven. Subsidie, en aan het Nederlandsche Too
neel en aan de Opera is geweigerd, en afgaande
op de verklaring van den directeur der Fransche
Opera, dat alleen de maand September van dit
jaar hem een schade berokkende van 2000 gulden,
kan ik veilig aan nemen, dat het Theatre Royale
Fran^ais de la Haye weldra tot het verledene zal
behooren. Een enkel cafe-chantant, van een ge-
halte, dat alleen de zg. vleermuizen er gebruik
van maken, reken ik niet mee en daarmede zijn alle
gelegenheden tot vermaak genoemd. Ik kan u
verzekeren, dat 't hier 's avonds om 10 uur even
stil is als in het kleinste plattelandsstadje. Zeg
ik dus, dat het in de Hofstad tegenwoordig akelig
vervelend is, dan is daarmee zeker geen inbreuk
gemaakt op de waarheid.
Bij gemis aan gelegenheden tot verstrooiing
schijnt men te zoeken naar gelegenheden om bal-
dadige streken uit te voeren. Of de veelbelovende
jongelingschap of een minder gehalte van publiek
er debet aan is, is nog niet uitgemaakt, doch een
feit is het, dat er nu en dan dingen gebeuren,
die men in een dorp met een veldwachter en straten
zonder verlichting zich zou kunnen begrijpen, doch
in een stad als den Haag verwondering en veront-
waardiging wekken. Nu eens wordt er in een der
drukste straten, op geen 20 passen afstand van
een gestationeerd politieagent, een kolossale glas-
ruit van een groot magazijn moedwillig verbrijzeld,
zonder dat de politieman er iets van bespeurteen
andermaal snijdt men de ruiten uit en steelt al
wat voor de hand ligtweer een andermaal wordt
eenjongen beestachtig venninkt; in 'tkort men pleegt
de grofste baldadigheden en altijd leest mende
dader bleef onbekend. Met de inriehting onzer
politie is het dan ook bedroevend. Zoudt ge willen
gelooven, dat b. v. 's middags tusschen 4 en 6
ure twee derde gedeelte der stad zonder politie-
toezicht is, omdat de agenten dan gaan eten en
er geen personeel is om hen geregeld af te lossen.
We hebben hier achttien inspecteurs, doch allemaal
heele meneereu, die men overdag met net geglaceerde
handen ziet rondwandelen op plaatsen waar natuur-
lijk nooit iets gebeurd, die men's middags en corps in
een koffiehuis aantreft en 's avonds op plaatsen
vindt waar politietoezicht minsteus gezegd twijfel-
achtig is. Toen dan ook onlangs in den gemeen-
teraad een der leden verklaarde, dat 't politiewezen
hier veel te weuschen overliet, dat onze hoofd-
commissaris een moralist was en geen politieman,
dat de politie zich bemoeide met zaken waar zij
niet mee te maken had en steeds bij gelegenheden,
waar zij moest tegenwoordig zijn, scliitterde door
haar afwezigheid, kon ik onze gemeente—vertegen-
woordiger geen ongelijk geven.
Naarmate de belangstelling in de openbare ver
makelijkheden afneemt, schijnt die voor de Staats-
aangelegenheden toe te nemen. Dag aan dag zijn
de tribunes in de Tweede Kamer goed bezet. Ik
noem dit een gelukkig verschijnsel, doch betreur
het alleen maar, dat bij velen die belangstelling
wel spoedig verdwijnen zal. Mag men de teekenen
des tijds gelooven, dan loopt ons tegenwoordig
Ministerie op zijn laatste beenen. De debatten
zeggen eenvoudig niets. De redevoeringen zijn
eene aaneenrijging van volzinuen zonder slot of
val en alleen de vermakelijke incidenten geven stof
tot hilariteit. Yerbeeld u een Minister, die men
verwijt dat hij zich met kwinkslagen van de ge-
wichtigste onderwerpen afmaakteen Kamerlid
de ex-afgevaardigde voor Zeeland de heer Keu-
chenius die den voorzitter verwijt dat hij hem
den mond stoptvier motien van orde op een dag
bravo-geroep dat men zou denken een Nilson-
concert bij te wonen; ik vraag u maar eens hoe
het mogelijk is de noodige eerbied voor zoo'n
volksvertegenwoordiging te hebben. En geen wonder
was het dan ook dat dezer dagen, na een speech
van een groot uur, waarvan men te vergeefsch de
bedoeling zocht, van een der tribunes een zucht
van verlichting weerklonk, die alien, zoowel leden
als toehoorders lachend naar de plaats vanwaar het
geluid kwam, deed kijken.
Yan het plan waarvan dezer dagen enkele bladen
melding maakten om den 7 0'1 verjaardag van
Z. M. den Koning hier buitengewoon feestelijk te
vieren, kan ik u verzekeren dat niets bekend is.
Een ander bericht, dat integendeel werd tegenge-
sproken, n. 1. dat de voorwerpen van de model-
kamer der Marine voor een groot gedeelte naar
het Rijks—Museum te Amsterdam worden overge-
bracht, is helaas maar al te waar en als men nu
zoo gaande weg alles wat de Residentie beziens-
waardig oplevert gaat overbrengen zal al spoedig
de tijd aanbreken dat ik eenvoudig zal moeten
verklaren 'tis me onmogelijk een brief te schrijven,