Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
kermis
No. 2222.
Woensdag 1 September 1886.
26e Jaargang.
0NDER DE SNEEDff 0NTL0KEN.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Eranco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32$.
Men abonneert zich bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushonders.
ADVERTENTIlN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elke regel meer f 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaartot veel verminderden prijs.
nit folad verschijnt Dinsdag- en Vrljdagavond bij den nitgcver P. Jl. VAN DE SANDE te Tee Nenzen.
Burgemeester en Wethouders van
TER NEUZEN' maken bekend, dat de
aldaar zal aanvangen Maandag, 20, en eindigen
Zaterdag, 25 September a. s., en dat bepaaldelijk
geene vergnnning zal worden verleend om lia
Zaterdag nog voorstellingen in tenten enz. te geven
of met open kramen te verkoopen, zullende
alle tenten, kramen enz., zonder onderscheid, ten
spoedigste moeten worden weggeruimd.
Ter Neuzen, 31 Augustus 1886.
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
JPolitieli Overzicht,
Dat een land, waar tooneelen kunnen plaats
hebben als in Bulgarije, niet rijp is voor vrijheid
en zelfstandigheid, behoeft geen nader betoog.
Alexander troostte zich met de gedachte, dat de
Bulgaren hem niet waard zijn. 't Zijn schurken,
zegt een Duitsch blad, voor wie vorst Alexander
moeite en arbeid, ja zijn leven over had. En dat
een Czaar, ook nog het hoofd der kerk, onvermoeid
bezig is met het aanstoken der revolutie, zulk werk
is een vorstenkroon onwaard. 't Is echter nog
niet geheel en al verrussischt om den Balkan heen.
Eene contra-revolutie is te Sofia uitgebroken. De
voorloopige regeering, door de Russische agenten
gevestigd, is reeds weder afgezet. De minister
Karavelofi', vorst Alexanders vertrouwde raadsman,
is niet gebleken een verrader te zijnhij heeft
zonder verwijl van de geestdrift der bevolking en
van het leger in Bulgarije gebruik gemaakt ten
gunste van den overwiunaar van Slivnitza en een
voorloopig bewind aangesteld, waarin men ook
Stamboeloff en andere van Alexanders vertrouwden
opmerkt.
Ruslaud treedt hoe langer hoe brutaler voor
den dag, zoodat niemand onverwacht in T oor zal
klinken, het bericht, dat er te Varno Russische
uniformen verschenen zijn. Het succes te Batoem
en te Sofia behaald, heeft de Russen nog geenszins
tot bescheidenheid gestemd. De Novoje Vremga
waarschuwt zelfs Engeland voor het nemeu van
nieuwe maatregelen om van Egypte een Engelsche
provincie te maken. Duitschland en Oostenrijk
zoo zegt het Russische blad zouden dit wellicht
toelaten, maar zij zijn niet de eenige mogendhe-
den, met welke Engeland rekening moet houden.
De afbakening der Afgaansche grens is ook nog
niet tot haar einde, ofschoon de grenscommissien
zijn ontbonden, en men zich vleit een en ander
door rechtstreeksche onderhandelingen tusschen
Louden en St. Petersburg te kunnen regelen. Het
einde van de zaak moet echter nog komen. Ruslaud
weet uitnemend gebruik te maken van der Britten
toestand. (Zie verder ,/Buiteriland.")
FEUILLETON
10)
'Naar Clementine Helm.
,/Maar zeg mij dan toch wat u zoo wanhopig
gemaakt heeft, Christiaanhet zal u misschien
verlichten," sprak Matthes kalm. //Wat is er dan
nu weder gebeurd?"
Christiaan zag eenige oogenblikken zwijgend voor
zich, met het hoofd op zijn borst gezonken. Ein-
delijk begon hij in zachte, afgebroken woorden tot
zijn ouden vertrouweling over zijn liefde voor Suzi
te spreken en toen van alles wat in verband met
deze liefde gestaan had. Het was geen lang ver-
haal, het was kort en eenvoudig en zonder de
heftige uitbarstingen van een harstochtelijk gemoed.
Maar Matthes verstond deze taal. Hij zag wel dat
dit hart tot in zijn diepste plooien gekwetst en
beleedigd was, en van waar weder troost en geluk
zou moeten komen, dat wist ook hij niet. Maar
hoeveel medelijden hij ook met Christiaan had, boven
alles wat zijn jeugdige vriend hem opgebiecht had
klonk een toon uit, de toon van ongebreidelden
hoogmoed. Dit was altijd Christiaan's ongeluk
geweest en thans dreigde daaruit een onoverkomelijke
kloof tusschen vader en zoon te zullen ontstaan.
Deze gedachten hield Matthes echter voor zich en
hij bepaalde zich Christiaan eenige bemoedigende
Uit Birma komen weder kwade geruchtende
dijken van den Irawaddy zijn doorgebroken en he*
water heeft het gansche dal overstroomd. Ruim
duizend menschen zijn reeds verdronken. Het ver-
zuim om voorzorgen tegen overstroomingen te nemen
is de oorzaak. De Birmaneu waren dit gewoon
te doen.
Dat dit ongeval de haat tegen de Britten weer
vermeedert zal spoedig blijken. Erger nog blijft
voor Engeland de Iersche kwestie. Het Lagerhuis
heeft een aanvang gemaakt met de bespreking van
een door den heer Parnell voorgesteld amendement
op het adres van antwoord op de troonrede. Het
luidt aldusHare Majesteit eerbiedig te
verzekeren, dat wij vreezen, dat tengevolge der
belangrijke daling in den prijs der landbouwpro-
ducten, de Iersche pachters in den aanstaanden
winter de grootste moeilijkheid zullen hebben om
hunne tegenwoordige pacht te betalen, en dat velen
niet in staat zullen zijn aan die verplichting te
voldoendat talrijke uitzettingen daarvan het ge-
volg zullen zijn, waardoor de den pachters bij de
land wet van 1881 toegekende rechten waardeloos
zullen worden gemaakt, onberekenbare ellende zal
ontstaan en de handhaving der maatschappelijke
orde zal worden bedreigd. Wij verklaren ons tegen
elke poging om het verlies voortspruitende uit
onvermogen tot betaling der tegenwoordige pachten
van de eigenaars van het land over te brengen op
de Britsche belastingschuldigen, door eenige uit-
breiding van den aankoop van landerijen met staats-
subsidie en tegen een prijs gegrondvest op de pacht
in een tijd, toen de prijzen der landbouwproducten
hooger waren dan thans.'" Salisbury weet nu dan
ten minste waar 't op staat.
Meer gespannen toestanden tusschen regeering en
volk als in Denemarken laten zich moeilijk denken.
Zondag had te Kopenhagen een uiterst talrijke
volksvergadering plaats in de nabijheid van het
eerste fort, dat bij Charlottenland wordt gebouwd.
Het doel was, een beslist protest aan te teekenen
tegen het versterken van Kopenhage en het daarmede
verbonden vellen van het bosch, de vDyrehave"
genaamd. Het lid van het Folkething, Boyseu,
hield de rede. Een derde deel der inkomsten van
den Staat, zeide hij, werd aangewend ten bate der
landsverdediging en nog was, volgens de conser-
vatieven zelve, het land weerloos, werd Kopenhage
niet versterkt, dan was het met Denemarken gedaan.
De liberalen daarentegen waren van meening, dat
de eerste spade grond, die tot versterkingen werd
aangewend, tot Denemarkens graf werd aangebracht.
De voorgenomen versterkingen, tot welker ver-
dediging de geheele Deensche armee niet toereikend
was, zouden honderd millioen kosten. En gelijk
reeds gebleken was, waren de versterkingsplannen
volkomen onbruikbaar, daar de afstand van de
uiterste forten tot de stad te gering was. Vooral
woorden toe te sprekendaarop maakte hij zich
gereed om naar Fusch op weg te gaan. Voor
dat hij vertrok wendde hij zich echter nog eens tot
Christiaan.
,/Als het nu den rijken boer aan de wilde beek
eens niet naar den zin is, dat zijn zoon hier boven
als schaapherder woont," zeide hij, wat dan,
Christiaan Ge weet dat er weinig met hem te
praten valt."
,/Zeg hem dan dat ik mij bij een anderen boer
als knecht ga verhuren," antwoordde Christiaan
somber. //Op de boerderij van mijn vader zien
ze mij niet weer, voordat hij mij zelf weder terug
roept."
,/Laat dan ten minste den herdersjongen hier
blijven," smeekte de oude man. Maar ook dit werd
door Christiaan van de hand gewezen. //Ik wil
alleen zijn, geheel alleen," riep hij heftig uit en
daarbij bleef het dan ook."
Toen Matthes uit het gezicht verdwenen was,
bleef Christiaan nog geruimen tijd voor de hut
staan met het oog op den door den ouden herder
ingeslagen weg. De zon was opgegaan en verfde de
uitgestrekte bergketen met zachte, lieflijke kleuren,
Een fijne nevel zweefde over de dalen, alles wat
daaronder was bedekkend, en een frissche morgen-
wind streek over de kale hoogten, waarover Chris
tiaan, als het eenige menschelijke wezen ver in
het rond, eenzaam zijn blikken deed dwalen.
Eindelijk haalde hij lang en diep adem en breidde
echter moest ook daartegen geprotesteerd worden,
dat de Regeering, zonder toestemming van den
Rigsdag, aan particulieren het aanleggen van die
werken toestond. Het volkdat deze werken
verdedigen moet, wilde er niets van weten. Ook
tegen de voorgenomen vernietiging van staatsbosschen
zonder toestemming van den Rigsdag moest ge
protesteerd worden. Estrup heeft werk met de
volksvertegenwoordiging en zal op den duur niet
tegen den stroom kunnen oproeien.
In een aantal plaatsen van ons land worden
heden, ter gelegenheid van den zesden jaardag van
Prinses Wilhelmiua, kinderfeesten gevierd. Wij
noemen slechts enkelen.
In Utrecht worden wieler-, turner- en vlieger-
wedstrijden gehouden, in Vreeswijk wordt een feest
gegeven aan de schoolgaande kinderen, evenzoo in
Zalt-Bommel waar er ook nog volksspelen en op-
tochten bij gevoegd zijn. In Doorn heeft ook een
schoolfeest plaats, evenzoo te Meppel en te Krui-
ningen, te Brielle, Dordrecht en Breda. In Vree-
land wordt ook een harddraverij gehouden. In
Zevenbergen een concert en vuurwerk. Oranjewoud
doet mede met de kinderfeesten. In de hoofdstad
wordt een gratis tooneelvoorstelling gegeven. De
residentie laat zich ook niet onbetuigd, terwijl
aldaar ook door de Melkvereeniging in den Saxen-
Weimartuin een kinderfeest is bereid.
Ook wordt feest gevierd te Elburg, Apeldoorn,
Baarn, Soestdijk, Dieren en Delden.
De opening der jacht op klein wild, met
uitzondering van die op fazanten, in deze provincie
is bepaald op Maandag 6 September a. s.
De jacht op fazanten zal worden geopend op
Vrijdag 1 October 1886, en dat de korte jacht
zal geoorloofd zijn dagelijks en de lange jacht op
Maandag, Woensdag en Zaterdag van iedere week,
alsmede op de vier dagen, voorafgaande aan de
sluiting der jacht, alles met uitzondering van de
Zondagen.
Wegens het gebrek aan luitenants bij de ves-
ting-artillerie is door den inspecteur van het wapen
bepaald, dat de officiereu, die aangewezen zijn om
bij de veld-artillerie te worden gedetacheerd op 1
September a. s., eerst den 16 d. a. v die bestemming
zullen volgen, waarmede in verband staat, dat in de
eerste dagen van de volgende maand de aanstelling
der cadetten van de Kon. Mil. Academie tot officier
kan verwacht worden, zoodat dan het gebrek
grootendeels zal ophouden.
Gedurende de maand Juli jl. zijn in de
Rijks-postspaarbank ingelegd f 609,242,77
terugbetaald f 367,520,79|. Alzoo meer ingelegd
dan terugbetaald f 241,721,98. Aan het einde
zijn armen wijd tegen den hemel en de bergen uit.
z/Alleen, alleen, eenzaam en vrij riep hij bijna
juichend. //Hier kan mij geen mensch meer plagen
en ergeren, hier heeft de verworpeling eindelijk rust
gevonden. Daar beneden zal niemand mij missen,
niemand, neen niemand
Weder werd hij nu door de zwarte gedachten
overvalleu, die hem zoo dikwijls kwelden. Lang-
zaam zonk hij op een rotsblok neder en zat hij
somber zich alles weder voor den geest te halen.
Zijn ellende drukte hem op nieuw ter neder en
zichzelf martelend ging hij nauwkeurig alles na,
wat hem in den laatsten tijd al niet gekrenkt en
geergerd had. Ach, en niet alleen in den laatsten
tijd. Zijn gedachten gingen tot op zijn kinderjaren
terug en duizenden nietigheden, die hem gehinderd
hadden, doemden voor zijn geest op.
Maar 't meest van alles keerde zich zijn geest
tot haar, die hem zoo ontzettend veel leed berok-
kend had, die hem zoo onbarmhartig had gekrenkt
en beleedigd. Ware dit er niet bij gekomen, dan
ware alles wellicht nog weer goed ge worden. Hij
had alles willen dragen, gebrek aan liefde en zorg,
hardheid en achteruitstelling, als Suzi hem maar
dit leed niet had aangedaan. Dit brandde op zijn
ziel, dit knaagde hem aan het hart, als moest hij
er aan bezwijken. Hij kon deze liefde, trots alle
smaad welke het meisje hem had aangedaan, niet
uit zijn hart rukken.
Geruimen tijd zat de jonge kluizenaar eenzaam
der maand Juli jl. was ten name der verschillende
inleggers ingesclireven f 7,553,538,61, zoodat het
gezamelijk tegoed der inleggers aan het eind van
Juni jl. bedroeg f 7,795,260,59. In den loop
van Juli zijn 2711 nieuwe boekjes uitgegeven
803 zijn er geheel afbetaald, zoodat er aan het
eind der maand 129,017 in omloop waren.
Zaterdagavond omstreeks 8| uur zijn te
Scheveningen met eigen boot aan het strand geland,
de schipper Frans de Weijmer en vijf opvarenden
van de Belgische sloep O. 76 genaamd Lolo, van
Ostende.
Zij hadden op 32 Engelsche mijlen van de kust
volgens rapport van den schipper gedaan, aan den
commissaire Maritime te Scheveningen, den heer
L. G. Vernee, met hun schip op een wrak ge-
stooten waardoor hun schip lek sprang en door
pompen niet meer boven water was te houden.
Daarna hadden zij het schip moeten verlaten en
waren naar land geroeid.
De arme zeelieden waren uitgeput en hadden
slechts een zeer klein gedeelte van hunne zee-
manskleeding kunnen redden.
De heer Vernee heeft hen, met het oog op de
verbittering, die tusschen de Scheveningsche en
Belgische visschers bestaat, wegens gewelddaden
op zee en daaruit gevolgde processen, terstond in
zijne bescherming genomen, hen van kleeding,
voeding, en goed logis voorzien en voorts den
gezant van Belgie en de autoriteiten te Ostende
per telegraaf van de zaak verwittigd.
Zij zijn per stoomboot naar hun land terug-
gekeerd
Naar men van bevoegde zijde meldt, is de
justitie gemengd in de zaak welke eenige dagen
geleden in de dagbladen de ronde heeft gedaan,
van het zeer onmenschelijk transporteeren van twee
voorloopig aangehouden personen, de gebroeders
Th. uit St. Oedenrode.
Dientengevolge is bereids voor den Rechter-Com-
missaris te 's Bosch gedagvaard en verschenen de
heer Jhr. V. d. Spieghel, oud O.-I. ambtenaar die
betrekkelijk deze zaak in de N. Rott. Ct. van 18
Aug. 11. een ingezonden stuk schreef, hetwelk met
een stuk van gelijken inhoud in hetzelfde blad,
van een „ooggetuige" dat onmenschelijk transport
aan den kaak stelden.
Deze vervolging is ingesteld na een streng onder-
zoek door hoogere autoriteiten, dat tot de uitkomst
heeft geleid dat het verhaal alien grond mist en
tot het volgend relaas is terug te brengen.
De brigade-commandant van de marechaussee te
Veghel ging op onderzoek naar eene zware verwon-
ding. Bespeurende dat de verwondingen aan het
hoofd ernstig waren en de geneeskundige er niet
voor kon instaan dat er geen levensgevaar zou
intreden, hield hij, door genoegzame bewijzen ge-
dekt, de gebroeders Th. voorloopig aan.
voor zijn hut en hij vergat, altijd door zijn ge
dachten gepijnigd, alles om hem heen.
Daar voelde hij eensklaps op zijn neerhangende
hand iets vochtigst en kouds en opziende bespeurde
hij den grooten kop van zijn lieveliugskoe. De
zachte, bruine oogen van het dier waren op hem
gericht, terwijl den kop zachtjes bewoog en een
licht geloei deed hooren.
z/He, ben jij daar, mijn oude Grietje?" zeide Chris
tiaan en streelde het glanzende vel van zijn lieveling.
Daarop bespeurde hij de geheele kudde die zich om
hem heen verzameld had en die alle de koppen, alsof
zij hem iets wilden wenschen, voorwaarts staken.
z/Jelui kom je luien herder even zijn plicht
herinneren, niet waar?" riep Christiaan en verhief
zich van zijn zitplaats. //'t Is goed dat je me aan
't werk roept, dat zal mijn beste troost boven zijn."
Eu snel liep hij naar de hut en keerde met
emmers en juk terug. Met krachtige hand ledigde
hij de voile uiers der dieren en kweet zich met
ijver en vlugheid van zijn taak. De eenzaamheid
deed hem goed en bracht zijn gemoed tot kalmte.
Toen de dag na krachtigen arbeid ten einde liep,
strekte de eenzame alpenherder zich moede op zijn
legerstede uit en alle donkere gedachten waren van
zijn geest verdwenen.
V
Onderhandelingen.
De oude Matthes had met een bezwaard gemoed
Mm*
TER \EI/i:\SI HE COURMT.