y
s
•fl
-
n
1 n
Landbouwberichten.
Gemengde berichten.
j.
A
I
Antwerpsche weezen, begeleid door eene onafzienbare
menigte.
Blijkbaar hoogst voldaan over al bet genotene
en niet bet in ins t over de hartelijke ontvangst,
vertrokken de Gentsche strijders te zeven uren via
Ter Neuzen huiswaarts. G. C.
De Zondag te Leiderdorp gebouden gods-
dienstoefening werd geleid door Ds. Klercq van
Koudekerk, wiens rijtuig van de grenzen der ge-
meente, uit vrees voor onaangename ontmoetingen
met kwaadwilligen, door een peloton huzaren werd
geescorteerd. Verder was bij de kerk eenige in-
fanterie opgesteld, teneinde elke rustverstoring te
helpen bedwingen. Een sterke politiemacbt bevond
zich in de kerk.
Tengevolge dezer doeltreffende maatregelen kon
de ringpredikant zonder stoornis den kansel be-
klimmen en zijne rede, naar aanleiding van Lukas
5 84., ongebinderd ten einde brengen. De kerk
was echter slecbt bezet.
Rondom en in de nabijheid der kerk bevonden
zicb vele nieuwsgierigen.
Op dezelfde wijze als de predikant gekomen
was, vertrok bij weer per rijtuig geescorteerd door
huzaren. Te oordeelen naar de houding door som-
migen aangenomen, was deze maatregel zeker niet
overbodig.
Aan den bevelvoerenden offieier der infanterie
werd door den waarnemenden burgemeester na de
godsdienstoefening medegedeeld, dat zijne manschap-
pen wel konden inrukken, daar de orde zonder
deze militaire macht wel bewaard zou blijven. De
marechaussees uit Scheveningen, benevens de rijks-
veldwachters, bleven nog in het dorp.
Zaterdag ocbtend omstreeks half zes is de
goederentrein van Rotterdam nabij bet station
Roosendaal in voile vaart tegen een manoevreerenden
trein geloopen. Ontzetteud was de botsing. Een
tiental goederenwagensdeels geladen, zijn tot
splinters geslagen. De machinist en de stoker
hebben bun leven gered door van de locomotief te
springen, uadat zij alle pogingen badden aangewend
om den trein in zijn vaart te stuiten. Menscbenlevens
zijn gelukkig niet te betreuren.
Over den ongelukkigen Dirk Muilwijk, van
Alblasserdam, door eene kat gebeten en onder
Pasteur's behandeling geweest, wordt aan de N. R.
Ct. medegedeeld, dat op 8 dezer de 13jarige knaap
reeds dol was, en de rijks-veldwachters zijne ouders
en aanverwanten, herhaalde malen hebben moeten
waarscbuwen voor nabijkomen. In rustige oogen-
blikken toonde hij geen bezwaar te hebben tegen
eene overbrenging naar Dordt, omdat men hem bad
voorgespiegeld, dat er een dokter was die hem zou
genezen. Omwonden met dekens, opdat men hem
in bedwang zou kunnen houden, is bij, door twee
veldwachters begeleid, kalrn naar het gemeente-
ziekenhuis aldaar overgebracht en Woensdagavond
onder vreeselijk lijden gestorven. Tijdens de
overbrenging van Alblasserdam naar Dordrecht
bespeurde men bij hem eene groote doodsbenauwd-
heid voor tocht en water.
TER NEUZEIV, 10 Augustus 1886.
Laatstleden Zondag passeerden alhier de Jagers-
verkenners der burgerwacht uit Gent. Bij hun
vertrek naar Ylissingen voerde het muziekgezelschap,
hieraan verbonden, een tweetal stukken uit op de
Provinciale boot, die de Gentenaars onder bet spelen
van ,/Wien Neerlandsch bloed" naar genoemde
stad voerde.
Bij bunne terugkomst werd aan den beer bur
gemeester dezer gemeente eene serenade gebracht,
en vertrok bet gezelschap onder het spelen van
pas-redouble's, en begeleid door eene menigte in
opgeruimde stemming, naar Gent.
Een tiental jagers, die zeker val den tijd badden"
zagen den trein voor hun neus vertrekken en
moesten bier gedeeltelijk overnacbten.
Zooals oxis van eene goed ingelicbte zijde wordt
medegedeeld, bestaat er alle kans dat aan een
reeds geruimen tijd geopperd denkbeeld, tot het
in het leven roepen van eene directe stoomvaart
gebruik om met Katharina eenige blikken en woor-
den te wisselen en zich iets met haar ter zijde te
begeven.
Cbristiaan staarde Suzi andermaal met vorschen-
den blik aan eu toen hij nog steeds de vriendelijke
uitdrukking op haar lief gelaat bespeurde, hield hij
haar aarzelend twee scboone donkerroode anjelieren
voor, die hij half verborgen in de hand had gebouden.
Wil je die aannemen, Suzi vroeg hij verlegen.
tfHet zijn de eersten die uitkwamenik heb ze in
mijn venster gekweekt om voorNeem ze
aan, Suzi
Het jonge meisje bloosde verheugd en keek
Christiaan verlegen aan, als verwachte zij dat hij
er nog iets zou bijvoegen. Maar daar zij nog aar-
zelde om de bloemen aan te nemen, liet Christiaan
snel de hand zakken en zei terneergeslagen
,/Wilt ge ze niet? Nu, dan kan ze krijgen wie
ze hebben wil."
En nijdig wierp hij de anjelieren op den grond.
Maar Suzi bukte zich snel en de mishandelde
bloemen grijpende, stak zij ze in 't haar en zeide
halfluid
„Driftkopwie zegt dan dat ik ze niet hebben
wil?"
En daarbij richtte zij op den haar somber aan-
starenden Christiaan weder een zoo innigen blik,
dat deze zich eensklaps als in den hemel verplaatst
geloofde. Haastig greep hij naar haar hand en
van bier op Zierikzeedoor het kanaal van
Zuid-Beveland, dus aandoende het spoorwegstation
te Ylake, van af beide richtingen, eerlang gevolg
zal worden gegeven, alzoo het plan moet bestaan
bij eenige ondernemers daartoe eene snelvarende
stoomboot in de vaart te brengen. Hoewel er
daaromtrent nog geene voldoende zekerheid bestaat,
achten wij het toch van zooveel belang, om onzen
lezers, en vooral het reizend publiek, daarmede nu
reeds in kennis te stellen.
Het Engelsch stoomschip Windsor, kap. Clark,
van Gent met stukgoederen naar Leith bestemd,
Zaterdag van hier uitgegaan, is dien avond tegen-
over het badhotel te Ylissingen aan den grond ge-
varen en blijven zitten tot den volgenden morgen,
toen het met den vloed, zonder assistentie, met
eigen stoomkracht vlot raakte en de reis voortzette.
Ilulst, 7 Augustus. Heden middag had alhier
het volgende droevig voorval plaats
Een meisje van den werkman P. Smit alhier,
met name Maria Coleta, ruim jaar oud, zonder
toezicht op straat loopende, had het ongeluk onder
een met erwten geladen wagen te geraken, met het
gevolg, hetzelve door een der paarden werd getrapt
en inwendig in de borst zoodanig werd gekneusd
dat zij, niettegenstaande direct geneeskundige hulp
werd ingeroepen, na een paar uren lijdens aan de
gevolgen is bezweken.
Andermaal een les hoe onvoorzichtig het is om
kleine kinderen zonder toezicht op straat te laten
loopen.
Zuiddorpe, 9 Aug. In de heden avond ge-
houden raadsvergadering is tot wethouder benoemd
de heer C. van Waes.
Gedurende de verledene week was de midden-
prijs van het vette vee op de voornaamste markten
van Belgie als volgt:
Ossen 65 centimen tot fr. 1,00; stieren, koeien
en runderen 55 tot 80 centimen; alles berekend per
kilo levend gewicht.
Kalveren 65 centimen tot fr. 1,15; vette varkens
fr. 0,85 tot fr. 0,95.
Yoor vlas werd per 3 kilo besteedte Aalst
fr. 2,85 tot fr. 3,05; Mechelen fr. 3,81; Ware-
gem fr. 2,82 tot fr. 3,21; Thielt fr. 3,80; Deinze
fr. 3,50 tot fr. 4,50 St. Nicolaas fr. 3,81 en te
Brugge fr. 4,27.
Het Hbl. verneemt dat door een zaakgelastigde
van den onlangs uit Erankrijk gebannen Hertog
Yan Aumale onderhandelingen worden gevoerd over
den aankoop van het buitengoed Elswoud, onder
Haarlem. In de omstreken van Brielle zijn de
prijzen der snij- en suikerboonen in jaren niet zoo
gering geweest als thans. Yoor 100 stuks suiker
boonen besteedt men slechts a 2 cent en voor
1000 stuks snijboonen 45 cent. Een land-arbeider
heeft te Assen op een rogge-akker een patrijzennest
gevonden met 22 eieren. De hooioogst is dit
jaar op 't Kampereiland zoo buitengewoon gunstig
dat er enkele landbouwers zijn, die van hun voorraad
pm. 150,000 ponden te missen hebben. Tegen onge-
veer f 12 de 500 kilo's, levert dit een aardig
sommetje op. In de afgeloopen week zijn de
graven der Gorkumsche martelaren te Brielle be-
zocht door 6130 bedevaartgangers. Sedert 1
April dezes jaars zijn te Berlijn 34 socialistische
vergaderingen ontbonden, terwijl voor 80 de ver-
gunning der politie geweigerd werd. Twaalf ver-
eenigingen werden opgeheven en 10 personen de
stad uitgebannen. Te Rio Janiero schijnen de
schouwburgbezoekers op eigenaardige wijze aan hun
geestdrift lucht te geven, althans bij de afscheids-
voorstelling van Sarah Bernhard aldaar voor haar
vertrek naar Buenos-Avres werden te midden van
honderden ruikers, ook hoeden en zwarte rokken
ten tooneele geworpen
Donderdag zag de redactie der Amst. Ct. de
portretten van de vijf dieven, die uit Engeland
die vast in de zijne klemmende, sprak hij met
trillende stem
//Suzi, voor u heb ik de anjelieren opgekweekt,
alleen voor u. O, als je wist Suzi hoe gaarne ik
u mag lijden, hoe ik dag en nacht aan niets anders
denk dan aan u en aan u alleen. Liever dan ik
kan niemand u hebben. Zeg, Suzi, kun je mij
ook niet een weinig lief hebben? Ben ik een
dwaas, of is het waarheid als ik mij somtijds ver-
beeld dat je mij mag lijden?"
Hij had zich tot haar gebogen, hield haar hand
vast en blikte haar met angstige spanning in de
donkere oogen. Zij trok haar hand niet terug en
het hoofd eenigszins verlegen van hem afwendende,
wilde zij hem juist een vriendelijk antwoord geven,
toen haar blik dien van Anton Welters ontmoette.
De jonge borst stond in de nabijheid en keek
Christiaan met nijdige blikken aan.
Half verschrikt, half geergerd, dat anderen van
dit onderhoud getuigen waren, trok Suzi snel haar
hand uit die van Christiaan terug en trad een
schrede achteruit.
Christiaan volgde overbluft de richting van haar
oogen en Anton naast zich ziende, ontwaakte de
hartstochtelijke ijverzucht, waardoor hij reeds zoo
dikwijls geplaagd was, weder in zijn gemoed. Alles
vergetende, trad hij dicht op Suzi toe en greep
snel weder haar hand.
(Wordt vervolgd.)
zouden vertrekken, om eenige Nederlandsche bank-
instellingen met een bezoek te vereeren. Drie van
het vijftal, zegt het blad, hebben echte boeven-
tronies, de beide anderen zien er vrij fatsoenlijk
uit. Zij zijn in buste gephotografeerd met de arinen
over de borst gekruist en de handen uitgespreid;
een van hen heeft het gevangenispak aan. Op de
rugzijde van elk der portretten, die in Engelsche
gevangenissen zijn vervaardigd en door de politie
afgestempeld, staat het sigualement met de uiterlijke
kenteekenen van de boeven.
De correspondent van het D. v. Z. H. schrijft
uit Amsterdam
Wanneer gij de verslagen en mededeelingen van
het oproer alhier, op den dag van Maandag 26
Juli, in de Amsterdamsche bladen nagaat, zult gij
daariu met geen enkel woord gewag gemaakt vinden
van het afrukken van een roode en een zwarte
vlag. Dit werd alleen door mij gezien en daar ik
de namen dezer twee stoutmoedige mannen niet
kende en ze ook niet durfde vragen seinde ik u dat
het geschiedde //door twee welgezinde burgers" enz.
Beide broeders Mens, wier naarn wij des avonds
te weten kwamen, hadden zich, zonder verder door
iemand hunner welwillende buurtgenooten van de
Willemstraat gevolgd te worden, een weg door den
dichten drom gebaand, die op de hooge Zaterdagsche
brug stond om van daar de gracht en vooruit
liggende Lindendwarsstraat goed te kunnen over-
zien. Zonder een enkel woord te spreken klom de
dikste (beiden zijn stevige, brave kloeke mannen)
op de balie van de brug en klauterde hij daarna
bij den lantaarnpaal naar boven, rukte de roode
vlag uit de lantaarn waarin zij geplant was en
slingerde die met den stok in 't water, het zelfde
deed de andere met de zwarte vlag, doch die kwam
niet in 't water terecht, doch werd door socialisten
opgevangen. Terwijl nu de roode vlag aan den
stok in 't water dreef, werden door een langen
jongen steenen opgenomen, die daar ruimschoots
aanwezig waren om door die achter den vlaggestok
te werpen deze naar den wal te doen kabbelen.
Dit werd door den diksten Mens bespeurd en dood-
kalm in zijn bewegingen, doch blijkbaar zeer boos,
liep hij op den jongen toe, en onder de uitroepen
//begin je ge weer met je steenen, is 't nu
nog niet uit diende hij, zonder dat iemand zich
daartegen verzette, den vent een pak slaag toe,
dat hem gewis lang heugde.
Een vriend van mij en ik, die geheel alleen dit
schouwspel van 't begin tot het einde bijwoonde,
zagen elkander verwonderd aan, en wij vroegen
elkander, hoe een man als deze, met zooveel gezag,
met zooveel driestheid te midden van zoo vele
kwaadwilligen durfde optreden. Jammer dat we
niet verder dachten en vroegen naar de namen dezer
dappere mannen, dan ware ons dadelijk hun geheim-
zinnige macht duidelijk geworden.
Nu de gebroeders Mens voor hun kloekmoedig
optreden elke belooning in geld afwijzen (zij hebben
dit dan ook niet noodig), doch, naar men mij uit
de beste bron verzekerd wordt, op middelen bedacht
is, op een meer vereerende wijze hun edel gedrag
te beloonen, nu meende ik boveuvermelde feiten
niet aan de vergetelheid te moeten prijs geven.
Twee fatsoenlijk gekleede personen, waarvan
er een scheel zag, traden Donderdagavond in den
Haag eene tapperij binnen en gebruikten iets.
Eenigen tijd daarna kwam een derde, minder net
gekleed, binnen en vertelde, dat hij ergens had
zitten kaartspelen en o. a. een kunstje had geleerd.
Hij nam toen drie kaarten, waaronder bijvoorbeeld
,/ruitenheer," en na ze eenige malen vlug over
elkander gegooid te hebben, zeide hij tot een der
heeren //Ik wed om een gulden, dat u niet weet
waar thans ruitenheer ligtMijnheer wist het
wel en won. ffNog eens," zeide de laatste inge-
komene, »om een rijksdaalderNu verloor de
andere het. ,/Den moed niet opgeven, mijnheeren
om vijf gulden dat u niet weet waar ruitenheer
ligt't Werd aangenomenen mijnheer won
opnieuw. Toen wist hij den kastelein er toe te
bewegen, om het eens te wagen ook deze won
de eerste maal, doch moest al het geld, dat hij
later op de genoemde kaart zette, zien verdwijnen
in den zak van den sluwen oplichter, om dat later
met zijne beide nandlangers te deelen. De lezer
zal wel begrepen hebben, dat het drietal bij elkaar
hoorde, en men met gevaarlijke bedriegers te
doen had.
Naar de H. Ct. verneemt, wordt aan de
verschillende spoorwegbesturen verlof gevraagd tot
het plaatsen van automatische verkoopers van ver
schillende artikelen aan stations. Deze vernuftig
uitgedachte toestellen moeten aldus zijn ingericht
bij verschillende sleufjes, waarin men geld moet
werpen de prijs staat er natuurlijk bij is
vermeld wat men er voor krijgt. Werpt men het
geld nu in de sleuf dan schuift daardoor een laadje
open, dat de gewenschte artikelen bevat, en zich
van zelf sluit. Bijv. men wenscht een paar sigaren.
Men gooit geld in het daarvoor bestemde sleufje
het laadje schuift uit, men neemt de sigaren en
het sluit zich weder.
Dezer dagen heeft te Scheveningen de ont-
knooping plaats gevonden van eeen bijna ongeloofe-
lijke gebeurtenis. Aldaar werd in een klein logement
een vreemdeling aangebracht, voor wien men het,
met 't oog op den toestand zijner geestvermogens,
geraden achtte de hulp van een geacht genees
kundige, Dr. Yan der Mandele, in te roepen.
Bedoelde vreemdeling was naar Scheveningen ge-
dirigeerd door het Nederlandsche consulaat te Lon-
den, dat hem had overgenomen van een Engelsch
schip, dat uit Australia (Melbourne) binnenkwam.
De bemanning van dit schip had hem meer dood
dan levend drijvende gevonden in den oceaan op
een stuk wrakhout. Na eene liefderijke verpleging
had men uit den drenkeling, in oogenblikken dat
hij helder van geest was, weinig anders kunnen
krijgen dan dat hij betrekkingen te Scheveningen
moest hebben. Tot dergelijke waarneming kwam
ook de genoemde geneeskundige, die er in slaagde
uit zijn mond den naam te vernemen van eene
geachte familie aldaar. Met die wetenschap toe-
gerust, deed hij oumiddellijk de noodige nasporingen,
die tot het resultant leidden dat de vreemdeling de
zoon was van eene te 's Gravenhage wonende we-
duwe, welke tot die familie in nauwe bloedver-
wantschap staat. Reeds zeer geruimen tijd had
bedoelde zoon, fabrikant en gehuwd te Melbourne,
waarheen hij op jeugdigen leeftijd was vertrokken,
de geregelde correspondentie met zijne moeder te
's Gravenhage gestaakt. Uit brieven, door haar
uit Melbourne ontvangen, bleek dat haar zoon op
zekeren dag verdwenen en sedert niet was terug-
gekeerd. Men vermoedde, dat hij zou zijn ver-
dronken, daar hij gewoon was zeebaden te gebruiken.
De moeder waande dan ook reeds haren zoon
verloren, en ziet, thans is hij schier door een
wonder in hare armen teruggekeerd. Door het
feit, dat hij door een Engelsch schip in voile zee
op een stuk wrakhout is gevonden, wordt het
vermoeden zekerheid, dat hem bij het baden in
zee een ongeval is overkomen, dat hij te Melbourne
van den wal is afgedreven, een hem tegendrijvend
stuk hout heeft gegrepen en in dien toestand door
den Engelschman is ontdekt.
De geredde drenkeling, die door zijne betrek
kingen is herkend, verkeert nog steeds in een
toestand van waanzin, maar Dr. Van der Mandele
koestert de hoop, dat eene bizondere verpleging
hem zijne geestvermogens zal teruggeven.
Deze zaak is te Scheveningen het onderwerp
van alle gesprekken, en berichten, bij de be
trekkingen ingewonnen, bevestigen volkomen de
waarheid.
Te Parijs is een brutale diefstal gepleegd bij
de bankiers en wisselmakelaars Allard Co., op
de Place de la Bourse. In de vorige week had
deze firma van een van hare correspondenten, naar
zij gelooft een bankier te Sevilla, een brief ont
vangen, meldende dat een door hem getrokken
cheque van fr. 60,000 weldra ter betaling zou
worden aangeboden door een persoon, wiens hand-
teekening in den brief gesloten was. Maandag 2
Aug. verscheen in den voorraiddag een welgekleed
heer, wiens voorkomen een rijken vreemdeling deed
vermoeden, met een wissel van fr. 60,000, die door
den bankier te Sevilla getrokken zou zijn. De
cheque werd onderzocht en als echt beschouwd.
De listige bedrieger zette zijn handteekening op
de keerzijde en de kassier maakte zich gereed hem
het geld ter hand te stellen, toen de vreemdeling,
waarschijnlijk om meer vertrouwen in te boezemen,
zeide dat hij eenige kleine inkoopen had te doen
en daartoe geen geld genoeg bij zich had, waarom
hij verzocht duizend francs in goud te ontvangen
de rest zou voor hem bewaard worden, totdat hij
's namiddags terugkwam. Zoo geschiedde het, en
te drie uren toen hij zich weder aanmeldde, ont-
ving hij nog fr. 59,000. De heer Allard Co.
berichtte denzelfden dag aan den bankier te Sevilla
dat de fr. 60,000 betaald waren, maar wie beschrijft
hunrie verbazing, toen de bankier per telegram te
kennen gaf, dat hij van fr. 60,000 niets wist en
een cheque van dit bedrag niet had afgegeven.
Onmiddellijk zonden zij naar het hotel, waar de
vreemdeling zijn intrek genomen had, maar daar
vernamen zij, dat hij niet langer dan vier-en-twintig
uur vertoefd had en Maandagavond, in een rijtuig,
naar het Noorderwegstation vertrokken was.
De heer A. van Alphen, bijgenaamd //de
Koningstijgerdooder," heeft weer eens van zich
doen hooren. Toog hij voorheen op jacht verge-
zeld van een of twee trouwe Maleiers, sedert een
dezer metgezellen door een aangeschoten konings-
tijger zoo deerlijk werd toegetakeld, dat hij in het
hospitaal te Kajoetanam, ondauks de goede zorgen
van Dr. Briiningbausen, overleed, thans trekt hij
er moederziel alleen op uit, doch vol vertrouwen
op zijn geweer en gollok. In het N. Pad. Hblad
van den 17 Juni vindt men daarvan het volgend
staaltje vermeldOnlangs werd den heer Yan
Alphen te Kiambang medegedeeld, dat een koe
door tijgers was verscheurd. Onmiddellijk koos
hij nabij het aas een goede hinderlaag en begaf
zich 's avonds geheel alleen er heen. Omstreeks
i uur in den nacht verscheen een tijgerpaar
V. A. koos de grootste van beide uit en zond op
dezen een kogeleen vervaarlijk gebrul en een
sprong hoorde hij, toen werd alles weer stil. Hij
verliet zijn veilige plaats niet wat ook zeer
roekeloos zou zijn geweest; hij waakte nog lang,
zoo lang, dat hij in den dommel geraakte. Naar
berekening omstreeks 4 uur in den morgen, ont
waakte hij door eenig geritsel en een sterk snuiven.
Vdor hij klaar wakker was, zag hij niet ver van
hem weder een tijger waar hij onmiddellijk op
schoot. 's Morgens zijn schuilplaats verlatende
voud hij een doodgeschoten tijger bij het aas; zijn
zoeken naar den tweede bleef vruchteloos. Vier
dagen daarna op een aaslucht in de nabijheid af-
gaande, vond hij de doode tijgerin reeds tot ont-
binding overgaande.
Aan den ingenieur H. Waldorp, vroeger te
Nijmegen, thans te Buenos-Ayres woonachtig, is
in Duitschland patent verleend, voor een toestel,
dat de ambtenaren op spoorwegstations in staat
V*
I*—-V