Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2203. Zaterdag 26 Juni f 886. 26e Jaargang. AANBESTEDING. aanbesteden Wegen en voetpaden in de gemeente AXEL. De hertogin van Nusseldorff. Binnenland. ABONNEMMT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82$. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- busbouders. ADVERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elke regel meer /0,10. Grootere letters wordeu naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaartot veel verminderden prijs. Kit bind werachljnt Din«das- en VHjd.igavond bij den ulleever P. d. V A M D E S A M P E te Ter iVenzcn. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van TER NEUZEN zullen op Donderdag, 1 Juli a. s., 's morgens 11 urea, op het gemeentehuis, in het openbaar, bij enkele insclirijving, A AN BESTED EN: de levering van PETROLEUM voor de straatverlichting gedurende 1886/87. De betrekkelijke voorwaarden liggen ter inzage op de gemeente-secretarie, alwaar ook eene verze- gelde bus tot het ontvangen der inschrijvingsbil- jetten is geplaatst. Ter Neuzen, 25 Juni 1886. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN zullen "op Donilerdsiff, l Juli a. s., 's morgens 11 ure, op het gemeentehuis, in het openbaar, bij enkele iuschrijving, het maken en vernieuwen van eenige bestrating, en het maken van riolen en putten aldaar. Plaatselijke aanwijzing geschiedt IHiistl.ig, a. s., 's morgens 9 ure. Bestek en voorwaarden liggen van af Maandag te voren op de gemeente—secretarie ter inzage. Nadere inlichtingen kunnen worden verkregen bij den gemeente-bouwmeester. Ter Neuzen, 25 Juni 1886. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris. Gedeputeerde Staten van Zeeland maken bekend, dat de ligger der wegen en voetpaden in de ge meente AXEL door hen ingevolge art. 20 van het Reglement op de wegen en voetpaden in Zeeland, Provinciaal blad no. 85 van 1881, ambtshalve gewijzigd is vastgesteld dat hun besluit tot vaststelling van dien ligger he den aan Burgemeester en Wethouders vau FEUILLETON. Zeer vroeg op een kouden morgen in de maand November 1793 volgde een groote en gemnkkelijke berline, welke door drie galoppeerende postpaarden werd getrokken, den schilderachtigeu weg langs den Donau, op ongeveer drie uren afstands van Weenens uiterste voorsteden. Geen enkel uitwendig kenteeken kon buiten op het rijtuig den rang en de hoedanigheid doen verinoeden van de twee reizigers, die het bevatte. En toch zou het oog van een nauwlettenden opmerker hebben kunnen ontdekken, dat er onder de dubbele laag verf, met welke men onlangs de paneelen scheen bedekt te hebben, nog sporen zichtbaar waren van rijke wapensehilden. Achter in het rijuig zat een man van omstreeks veertig jaar met wit gepoederd haar. Zijn gelaat droeg den steinpel van de vriendelijke dei'tigheid van den spotziekeu trots, die de thans verloren gegane type vormden vau de groote heeren van het Fransche hof. Een mantel, onder welken een blauw lint zichtbaar werdverborg zijn prachtige kleeren zorgvuldig. Naast hem lag een jonge vrouw op kussens uitgestrekt. Zij was hoogst zwanger en haar gegeneerde positie scheen haar veel te doen lijden. De eerste stralen van de opgaande zon verlichtten het landschap, dat zich voor hun oogen AXEL is gezonden ter aankondiging binnen vier werkdagen na ontvangst op de ter plaatse ge- bruikelijke wijze en herinueren belanghebbenden voor zooveel noodig aan art. 23 van het voornoemd Reglement. Middelburg, 25 Juni 1886. Gedeputeerde Staten voornoemd, BUTEUX, W<1 Voorzitter. E. FOKKER, Griffier. folitieli Uverzicht. De Prinsenwet geeft nog altoos veel beweging. Men zegt, dat de Fransche gezanten te Louden, Weeneu en Berlijn hun ontslag zullen nemen om als senatoren tegen de verbanning te kunnen stemmen. De beraadslagingen zijn reeds aange- vangen. Het rapport der commissie is verschenen en luidt tegen de verbauniugswet. In 1870, zegt het rapport, is het den Prinsen van Orleans ver- oorloofd naar hun land terug te keereu en sedert de Prinsen der familie Bonaparte in Frankrijk hebben verblijf gehouden, is bij herhaling een alarm ontstaan, dat tot het Parlement is door- gedrongen. In 1883 heeft de regeering zich bereid verklaard, den Prinsen hun rang in het leger te outneinen. Het Congres en de Kamers hebben de noodige maatregeleu genomen, om die vorsten onverkiesbaar te maken voor het Parlement en voor het Presidentschap der Republiek. Ein- delijk heeft de Kamer eene motie aangenomen, waarbij de regeering tot taak werd gesteld, over de haudelingen der Prinsen te waken. Alle voor- stellen, die verder wilden gaan en op verbanning aandrongen, zijn tot nu toe verworpen, laatstelijk op verzoek der regeering. Zal men nu zulk een voorstel moeten aannemen Verder wijst het rapport op de inconsequentie der regeering, die onlangs nog de Prinsen door haren gezant te Lissabon liet gelukwenschen; op het doellooze der verbanning, daar een bauneling zijne manifesten uit het buitenlaud binnen de grenzen kan brengen, en op de ernstige gevolgen die de wet tengevolge kan hebben met betrekking tot de versrandhouding met het buiten- land. Daarom verwerpt de commissie het ontwerp. In- tusschen is de uitslag der stemming in den Senaat zeer onzeker. Met de Fransche bisschoppen is de Minister van eeredienst het ook uiet eens. De eersten willen een kerkelijk congres te Toulouse bijwonen en nu heeft Globet de heeren opmerkzaam gemaakt dat tot bijwoning de toestemming des Ministers noodig is en dat achteu, de geestelijke opzieners juist niet. De Minister heeft hen gewaarschuwd en gezegd, dat overtredirig der bepalingen geheel voor de ver- antwoordelijklieid van den aartsbisschop zal komen. Het conflict met Engeland over eene vlaghijscherij op de Nieuwe Hebriden loopt met een sisser af. De Freycinet he At verklaard, dat men alleen den ontplooide. De reiziger stak zijn hoofd buiten het rijtuig, en vroeg naar den naatn van het kasteel, dat men nu juist reehts van den weg kon zien tevens vroeg hij waar men al was. ,/Twee uren ten noorden van Weenente Kloosterburg I" riep de koetsier. „En dat kasteel behoort aan de hertogen Vou Nusseldorff!" //Ik kan onmogelijk verier reizen," zeidejonge vrouw tegen haar reisgenoot. „Vriendlief, laat bij de eerste herberg de beste stilhouden. Ik gevoel dat miju krachten mij verlaten." De vreemdeling gaf nu zijn bevelen aan den koetsier en het rijtuig bleef voortrollen. De zachtste en aangenaamste gewaarwording die een reiziger kan hebben, is zeker de gewaar wording, welke hij verkrijgt, als hij na een somberen, regenachtigen nacht aan een rustplaats komt. De geest wordt gedurende de reis door een menigte zoo verscheiden voorwerpen bezig gehouden, dat men zich onmogelijk tot een zaak kan bepalen. De gedachten ontstaan, volgen elkander snel, hoopen zich overvloedig op en schijnen vervolgens te vluchten met den weg, dien men achter zich laat Men zou kunnen zeggen, dat de reiziger zijn gedachten een voor een op den grooten weg zaait en dat zij aan elken grenssteen of mijlpaal toe- beliooren, dien hij voorbij trekt. Van den geh elen warrelklomp gewaarwordingen blijft dan niets over dan een onbegrensde, onbeschrijflijke droomerij, die onderhouden wordt door het eeutoouig geratel van moord op Fransche onderdanen gepleegd wihle straffeu, maar dat men overigens de onafhankelijk- heid van dit gebied zou respecteeren. Geene an- nexatie had plaats gehadheeft de Minister- President aan den Engelschen gezant gezegd, maar in het belang van de handhaving der orde waren de Nieuwe Hebriden tijdelijk bezet. Als de Frau- schen het voorbeeld van John Bull volgen, die Egypte ook tijdelijk heeft bezet, dan kan die bezetterij jaren duren. In het huis van John zelf is alles in rep en roer, maar dat is oud nieuws. De politici reizen het land af om de steinmers hunne inzichten als de eenige goede voor te bouden. De grijze Premier reist tot Edinburgh door en wordt met uitbuudig gejuich begroet. Chamberlain heeft gesproken te Birmingham en de suprematie gehandhaafd van het rijksparlement, dat samengesteld moet zijn uit ver- tegenwoordigers van alle deelen van het Yereenigd Koniukrijk. Jesse Collings, de bekeude radicaal, wiens motie het laatste ministerie Salisbury den hals brak, heeft een open brief aau de laudbouwende arbeiders in Groot Brittannie gerieht en daarin gewaarschuwd tegen de vereeritig van zeker groot man en zijn Home-Rule." Lord Churchill heeft een manifest aan zijne kiezers gezonden, een sterk gepeperd document, waarin die leider der Tory- deinocrateu opkomt tegen ,/de eigenzinnigheid, de onbegrensde zelfzucht en de voor een oud man dwaze ijdelheid" van den Premier, aan welke eigen schappen de tegeuwoordige crisis uitsluitend is toe te schrijven. Ten slotte raadt hij den kiezers om Gladstone geen uiterst gevaarlijke dictatoriaie macht te verieenen. Van een crisis in Engeland en de daaropvolgende verkiezingen hebben de bewoners van ous kikkersland geen recht begrip. De ver- kiezing van een kandidaat, 't zij hij slaagt of niet, komt den belanghebbende in elk geval op 10 a 12 mille te staan. De Italiaansche Minister graaf Robilant heeft aan de leden, die hem vroegen hoe de regeering inzake de vermoording der expeditie van Porro daeht te handeleu, medegedeeld dat zij nog geen besluit had genomen. De kosten eener militaire expeditie naar Harrar worden op 25 millioen lire geraamd en het ministerie heeft wijselijk besloten voorshands geen avontuurlijke politiek te drijven a la Atjeh en Karthoem. Aan den Balkan draaft de Battenberger door, wijzende op succes en symphatie en hoe dikker woorden deze Alexander ontboezemt, hoe hooger de andere opspringt van kwaadaardigheid, en hoe meer hij den stokebrand Zankoff aanport om het gezag van den Battenberger te ondermijuen aan beide zijden des Balkans. Het verzamelen van troepen langs de Proeth houdt aan en dit ver- ontrust ook de Porte niet weinig. Hierbij de twee gezonden nota's aan Mohammed's zoon met aan- de raderen en door de niet minder eentoonige keelgeluiden, met welke de koetsier de panrden aanzet. Het rijtuig had echter het eerste huis van het dorp bereikt. Het was een ruime en mooie hoeve, van welke het zeer nette uiterlijk den welstand van haar eigenaar betuigde. De koetsier hield stil. „0, ho! juffrouw Gruber* O, homoedertje riep hij, »hier zijn reizigers I" De deur gins< open, en een jonge vrouw trad naar buiten met een zuigend kind op den arm. Toen zij het portier opemle, zeide zij ,/Het is bier geen herberg I" Maar toen zij de jonge dame zag, op wier gelaat smart en zielsangst te lezen stonden, voegde zij er bij ;/Weest echter toch welkom. Mijn man en ik, wij hebben uog nooit gastvriiheid aan iemand geweigerd." vGij zult er edelmoe lig voor beloond worden," antwoordde de vreemdeling. ffDaar maak ik mij niets bezorgd over," zeide de" boerin, terwijl zij een arm gaf de dame, welke zij uit het rijtuig hielp, waarna zij haar naar een ruime en gemakktdijke kamer bracht, waar weldra een goed* bed en een goed vuur gereed waren Nadat de vreemdeling het noodige schrijfgereedschap had gevraagd, verzoeht hij juffrouw Gruber, of zij hem alleen bij zijn vrouw wilden laten. Danrna ging hij op de vensterbauk zitten, en hij haalde een brief uit zijn zak, dien hij tweemaal aandachtig overlas, terwijl er eenige tranen uit zijn oogen drang om betaling der oorlogskosten, oude schuld van den laatsten RussischTurkschen krug gevoegd, dit maakt, dat de Sultan zich niet weinig verontrust. Zelfs vreest men voor een aanval in Klein—Azie, waarom Erzeroem en andere grens- plaatsen worden versterkt. Die zieke man zit eeuwig in 't lijden, nooit is er voor hem eenige verademing. Uit Bad-Wildungen wordt gemeld, dat de gezondheidskuur, die Z. M. de Koning aldaar oudergaan heeft, wederom gunstige gevolgen heeft gehad, en de behandelende geneesheer den gezond- heidstoestaud des Konings hoogst bevredigend acht. De agenda voor de zoroervergadering van de Provinciale Staten van Zeeland, welke aanvangt op Dinsdag 6 .Juli a. s., bevat o. a. de volgende punten Onderzoek van de geloofsbrieven van de her- kozen en nieuw gekozen leden. Benoeming van drie leden van Gedeputeerde Staten tengevolge vau de aftreding der heeren Mr. N. J. C. Suouck Ilurgronje, J. A. A. Fransen van de Putte en J. 11. C. Heijse en de benoeming van een lid der Staten, bedoeld bij art. 89 der Provinciale wet. Eene mededeeling zal wordeu gedaan naar aan- leiding van het adres van den heer C. van der Bent om subsidie voor een stoomtramweg van Ilulst naar Walzoorden. Met betrekking tot dit verzoek om een subsidie uit de provinciate fondsin van miustens f 100U0 gedurende 33 jaren, voor een stoomtramweg van Hulst naar Walzoorden, deelen ged. staten mede dat zij den adressant te kennen gegeven hebben dat in geen geval kan gedacht worden aan het verieenen van subsidie, zoolang ged. staten de uit slag niet bekend is van door hem aan te wenden pogingen tot het bekomen van bijdragen van de naastbelanghebbeuden bij den aauleg van den tram- weg en tot het aangaan van een overeenkomst be- treffende het postvervoer. Daar de adressant het ged. college nader verzoeht heeft de aanvraag tot de najaarsvergaderitig aan te houden, nemen ged. ged. staten zich voor later en het verzoek en hun voorstel aan de staten over te leggen. In behandeling komeu voorts o. a. de volgende voorstellen van gedeputeerde staten: tot wijziging van het bijzonder reglement voor het bestuur en beheer der waterkeering van den calamiteuseu stad Philippiuepolder; en tot het verieenen van eene bijdrage in de kosten van verbeter ng der haven van Philippine. Dit voorstel strekt om aan die gemeente een stroomden. Daarna greep hij een pen, en hij schreef de volgende woorden Mijn zoon Reeds ver was ik met uw moeder van Frankrijks grenzen toen ik uw brief ontving. Die brief heeft mijn smarten niet gestildmaar in tegendeel verineeruerd. Gij, mijn zoon, gij, eerst soldaat van de Republiek, onder tie bevelen vau den graaf De BironEn gij durft nog verontschuldigingen inbrengen Gij zegt., dat u de dankbaurheid, welke gij verschuldigd waart, aan den hertog Van Lauzun, medegesleept heeft in de partij, welke hij volgt. Maar hebt gij wel bedacht, ongelukkige, wat gij verschuldigd waart aan uw Koning, aan uw familie, aan u zelf? Nu een goddelooze omwentelmg uw Koningen uit hun paleizeu heeft verjiagd, nu een noodlottige storm den troon van de oude Konin gen onzer vaderen heeft weggesleurd, was uw plaats bij de puineu van dien verbrijzelden troon. Hendrik, gij beweert, dat ik zonder de oogluikende bescher- miug, die gij mij verleendet, Fraukrijk onmogelijk zou hebben kunnen verlaten. Maar ik wist niet, mijn zoon, dat het schandelijk verraad, dat gij hebt gepleegd, moest dienen om het hoofd vau uw vader te besehermen, om zijn uitwijking te begunstigen. Zoodra ik dat vernomen had, wilde ik naar Frauk rijk terugkeeren en mijn hoofd voor de balie van die bloedrechtbank brengen, voor welke gij strijdt, gij, HendrikDan zou ik miju beulen toegeroepen TER UiimSIEE (01RWT. 1) sS*

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1886 | | pagina 1