Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Ylaanderen. No. 2170. Woensdag 3 Maart 1886. 26e Jaargang. DE SCHOONE SIRENE. Binnenland. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postVoor Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32|. Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADYERTENTIEN: Yanltot 4 regels /0,40. Yoor elke regel meer /0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Kit bind verschljnt Dinsdag- en Vrijdagavoud bij den ultsevcr P. J. VAN l> E S A W D E te Ter Neuzen. Op Vrijdug den 5 Maart 1886, voormiddag 9 uren, zal in bet gemeeutebuis, in het openbaar, belioudens goedkeuring van den gemeenteraad, voor den tijd van zeven jaren, worden VEKPACHT: De grasetting van het aan de ge- meente toebehoorend eind zeedijk van den Kleine Huissenspolder, en van den daaraan grenzenden nol, te zamen groot 3,40,51 hectaren. De voorwaarden van verpacbting liggen ter inzage ter secretarie der gemeente. Zaamslag, den 19 Februari 1886. De Burgemeester en Wethouders, M. v. KERKVOORT, L° Voorzitter. E. H. "WORKMAN, Secretaris. folitieli Overzicht. Te Athene zet men de krijgstoerustigen voort, en hoe meer tijd er verloopt, des te moeilijker zal bet der Grieksche regeering vallen, zich terug te trekken en aan de eischeu der uiogendheden te voldoen. Ook aan Turkije worden, door de noodzakelijkheid om maatregelen te nemen tegen een aanval van Griekenland, zware offers opgelegd Heden of morgen kan het gebeuren, zegt een blad, dat Engeland zicb in voile zee meester maakt van de Grieksche vloot. Wie kan de ge- volgen overzien, die zulk eene gebeurtenis, welke Griekenland aan Engeland prijs geeft, na zich zou slepen Het blad betoogt dan, dat Griekenland zijn steun en toevlucht hij Rusland moet zoeken en van dit rijk in de toekomst meer zal kunnen verkrijgen dan van zijne tegenwoordige beschermers. Dit kleine lichtstraaltje in het donker doet ons zien, waarom de Hellenen, die een land bezetten dat men op de kaart van Europe onder den duim houdt, zoo brutaal durven optreden. De nieuwe bedenkingen door Rusland tegen de overeenkomst tusschen Bulgarije en Turkije ingebracht, zijn door den Russischen gezant aan de Porte medegedeeld, die tot antwoord gaf, dat van haren kant niet meer toegegeveu werd, waarna de gezant zijn nota in den zak stak en vertrok. De termijn van den wapenstilstand tusschen Bulgarije en Servie is verstreken. Hoe zal het kumen John Bull zou zoo gaarne Creta inpakkea en zal het doen ook, zoodra de oorlogsvlam op grooter terrein uitbrcekt. FEUILLETON. 10) ALPHOASE DAUDET. Het was moeder Louveau, die in de open lucht op een vuurtje van takkebossen het middagmaal bereidde. Mimile stond naast haar en verloor den veelbelovenden ketel geen seconde uit het oog. Klein zusje rolde en kroop over den grond en Louveau en Equipage zaten een pijp te rooken. Op een avond, tegen het uur van het souper, zagen zij iemand uit het bosch kornen, recht op ben af. ,/Kijk, daar is Maugendre." Ja, het was de timmerman, maar erg oud en grijs geworden. Hij had een stok waarop bij steunde en scheen niet dan met moeite adem te halen. Hij kwam naar Louveau toe en reikte hem de hand. „Hoe gaat het? Ge zijt dus bij mij weggegaan, Frans p" De scbipper, zicbtbaar verlegen, stamelde eenige onverstaanbare woorden. i/O, ik neem bet je niet kwalijk." Hij zag er zoo vermoeid en afgemat uit, dat moeder Louveau hem meewarig aanzag. In Albion schijnt het thans wat rustiger te zijn. De Londensche pers keert zich vrij algemeen tegen de politie, die zich bij de meetings in alles niet wel heeft gedragen. Zelfs heeft het hoofd der politie, sir Edmund Henderson, zijn ontslag moeten vragen. Zooals de leider der Tory—democraten met vuur spreekt over de eenheid van Engeland, debatteeren de Pruisen in den Landdag over de Polonisatie, d. i. de Germanisatie der oostelijke provincien. Bismarck heeft zeker die Polonisatie zeer overdreven voorgesteld, zonder twijfel met het doel om de aandacht van zekere onderwerpen van binnenlandsche wetgeving af te leiden. Wanneer het den Rijks- kanselier in zijne binnenlandsche Staatkunde niet naar den zin gaat, dan bestijgt hij het „Reichs- und Staatspferddan schildert hij Duitschland als omgeven door benijders en belagers en verteerd door den meer en meer voortwoekerenden kanker van den partijstrijddan treedt hij op als de Cassandra, die den ondergang der nationaliteit, de verbrokkeling der met zooveel inspanning tot stand gebrachte eenheid voorspelt. Wij zuilen spoedig zien wat van de hangende kwestieu komtvan de brandewijnwet, de socialistenwet, de verduitsching der Polen en de keikelijke politiek. Dat het echter den Polenfresser wel ernst is met zijne Polonisatie, mag men voor vast aannemen, anders zouden er nu al geen dertigduizend personen zonder vorm van proces over de grenzeri gezet zijn rustige burgers van onbesproken gedrag; die volkomen in hun onderhoud voorzagen, maar wier misdaad was, dat zij hunne Duitsche nationaliteit niet konden bewijzen. T Is kras! De onlangs wegens hoog- verraad veroordeelde oud-kapitein Sarauw heeft in zijnen val den redacteur van het Kieler Tageblatt, Prebl, meegesleept, die, om zijne briefwisselingen met den veroordeelde, in hechtenis is genomen. Van gevangennemiug gesproken. In Frankrijk heeft de administratie der gevangenissen een begin gemaakt met de voorwaardelijke invrijheidstelling, als middel om herhaling van raisdrijven te voor- komen. De wet, in Nov. 1885 van kracht ge worden, machtigt de administratie om die gevan- genen, welke naar gelang der gevallen de helft of drievierden van hun straftijd volbracht hebben, voorwaardelijk in vrijheid te stellen. Deze invrijheidstelling wordt definitief, als de begunstigde op het oogenblik, waarop zijn nominale straf eindigt, door zijn gedrag heeft bewezen, dat hij de gunst, waardig was; zoo niet, dan kan hij weer worden gevangen gezet om den geheelen duur van zijn straftijd te ondergaan. Aan twintig vrouwen is de gunst verleend. Zij zijn met hare toestemming naar Nieuw-Caledonie ingrscheept om daar in vrijheid gesteld te worden. Die twintig vrouwen zijn ge- kozen uit een lijst van 45. De veroordeelden Zonder zich aan het knorrige gezicht van haar man te storen, bood zij hem een bankje aan om te gaan zitten. ,/Ge zijt toch niet ziek, hoop ik?" „Ik heb een zware koude gevat." Hij sprak langzaam en met zachte stem en deelde hun vervolgens mede, dat hij plan had weder naar zijn oude woouplaats te Nievre terug te keeren. //Ik heb mijn zaken aan kant gedaan. Ik ben nu rijk; ik heb geld, veel geld zelfs. Maar wat heb ik er aan? „Mijn verloren geluk kan ik er niet mede terugkoopen." Frans stond met een norsche uitdrukking op het gezicht te luisteren. //Hoe ouder ik word," ging Maugendre voort, ,/hoe harder mij de eenznamheid valt. Yroeger deed de inspanning van den arbeid mij nog wel eens mijn verdriet vergeten, maar nu is de lust tot werken ook al verdwenen. Ik heb nergens meer lust in. Daarom zal ik maar naar mijn eigen land teruggaanmisschien zal mij dit afleiding geven." En onwillekeurig liet hij zijn blik op de kindereu rusten. Juist op dat oogenblik kwamen Victor en Clara met takkebossen beladen de boschlaan uit, en zoodra zij Maugendre in het oog kregen wierpen zij het hout op den grond en suelden naar hem toe. wegens diefstal en die van onzedelijk beroep zijn terzijde gesteld. Acht kinderen vergezellen hunne moeders op de reis naar de kolonie. Drie der aldus in vrijheid gestelde vrouwen zuilen in Nieuw-Cale donie haar mannen vinden, vroegere veroordeelden die thans gouvernementsgronden bebouwen. Zaterdag jl. had, in de Koninklijke fabriek van Stoom— en andere Werktuigen te Amsterdam, eene proefneming plaats met de Schonberg's Feuer- Losch-Flasche, die door een aantal belangstellenden en technici werd bijgewoond. De proef werd op tweeerlei wijze genomen. Eerst werd een houtmijt in brand gestoken, waar- boven eene flesch was opgehangen. Nadat de vlatnmen ellen huog zich verhieven ontplofte de flesch, zoodat haar inhoud zich over het vuuruit- spreidde en dit in een oogwenk uitdoofde. De tweede maal werd het vuur, nadat het geruimen tijd gebrand had, zoodat zeer hooge vlammen zich konden verheffen, met eene flesch Feuertod ge- bluscht. Rook noch vonken waren te zien. De heer J. van 't Lindenhout, directeur der weesinrichting te Neerbosch, zal, naar aauleiding van dringende verzoeken om in Amerika mededee- lingen te doen omtrent den weezenarbeid, binnen kort derwaarts vertrekken Hij is reeds bezig met het nemen van voorbereidende maatregelen voor deze reis. Op een vraag, hoe lang de gespannen toe- stand te Kootwijk en Yoorthuizen nog zou moeten bestendigd worden, werd door een lid van het Classicital Best uur te Amsterdam geantwoord dat Zondag 28 Februari vermoedelijk nog rustig en kalm zou voorbijgaan aangezien de regeering nog slechts een pnar dagen officieel kennis droeg van de bestaande wauorde van zaken, doch dat zeker op 7 Maart aan de onwettig verklaarde predikanten Van den Bergh en Iloutzagers het optreden in de kerk van het Ned. Her v. Kerkgenootschap door den sterken arm zal worden belet. Uit Maastricht schrijft men In den laatsten tijd wordt in deze streken de smokkelhandel in vee op groote schaal gedreven; het binnensmokkelen is er een bedrijf geworden. De eigeuaar van het vee weet wat hij voor den invoer van elk stuk aan den smokkelaar te betalen heeft en ook wat hij bij mogelijke aanhouding en verbeurdverklaring van dezen ontvangt. Te Smeermaas en op den Bilzenerweg heeft een huis een achterdeur naar Belgie en een voordeur naar Nederland. Dat het bij zulke toestanden voor de rijksambtenaren moeielijk valt dit smok- kelen tegen te gaan is te begrij pen, te meer wanneer men bedenkt, dat geene overtreding kan gecon- Zijn begroetiug was hartelijk als altijd, en zich vervolgens tot Louveau wendende, die er somber naast stond, zeide hij met een zucht r/Gij zijt gelukkig, gij, met uw vier kinderen. Ik heb er helaas geen meer. Maar ik mag niet morren het is mijn eigen schuld." Hij was opgestaan en al de anderen volgden zijn voorbeeld. Yaarwel, Victor. Blijf altijd vlijtig en werkzaam en wees een steun voor uw ouders. Dat zijt gij verplicht." Hij liet beide handen op zijn schouders rusten en zag hem een langen tijd aan. „Te denken dat als ik mijn kind nog had, het nu ook zoo'n jongen zou wezen." Louveau, die tegenover hem stond, zag hem met een zeker ongeduld aan, als wilde hij zeggen /,Zou je nu haast weggaan." Maar toch, op het oogenblik dat de timmerman hem tot afscheid de hand reikte, gaf Frans aan een plotselinge opwelling van medelijden gehoor. ,/Blijft ge niet een bord soep met ons eten, Maugendre Hij vroeg dit met zekere aarzeling en op een toon, die niet bizonder aanmoedigend klonk. De oude schudde het hoofd. wDankje, ik heb geen honger. Het geluk van anderen, ziet ge, stemt soms nog treuriger wanneer men heel veel verdriet heeft." En zwaar op zijn stok leunende, ging hij langzaam heen. stateerd worden, indien de ambtenaren niet gezien hebbeD, dat het vee over de grenzen is gevoerd. Bedenkelijk is voorts die toestaud voor de gezoud- heid van den binnenlandschen veestapel, daar het op die wijze ingevoerde vee aan geen onderzoek is onderworpen. De gevolgen zijn dan ook niet uitgebleven. Verleden jaar toch brak op drie plaatsen in Limburg eene besmettelijke ziekte onder het vee uit, zonder dat de herkomst van de ziekte kon worden nagegaan. In het midden van Januari stierven zeer kort achter elkaar vier jonge kinderen van zekeren B., fabrieks-arbeider te Helmond, en wel ouder zeer vreemde verschijnselen. Kort daarop overleed eene buurvrouw onder dezelfde omstandigheden. De vijf doodden werden begraven, doch spoedig daarop kwamen er onbestemde geruchten in omloop, die er van spraken, dat de overledenen geen natuur- lijken dood waren gestorven. Vrijdag zijn alsnu de vijf lijken op last der justitie opgegraven en gerechtelijk geschouwd. Bepaalde resultaten heeft het onderzoek nog niet opgeleverd, maar het schijnt echter vast te staan, dat de vijf overledenen door vergif zijn om het leven gekomen. Sommigen spreken van eene herhaling van het Leidsche drama. Met zekerheid is hieromtrent echter nog niets bekend. De vier overleden kin deren waren ingeschreven in het Waalwijksche begrafenisfonds. Voor twee hunner was elk f 12, voor de twee anderen elk f 9 uitgekeerd. Het publiek verkeert in groote spanning. Arrestatien zijn nog niet gedaan. Aan het station der Nederl. Rijnspoorwegmaat- schappij te 's Hage staat een spoorwegrijtuig, voor- zien van een noodseintoestel, ten behoeve van passagiers, die wegens gevaar, bij ongevallen of om andere noodzakelijke redenen den trein willen laten stoppen. Te dien einde bevindt zich buiten het rijtuig, boven het portierraam, een gespannen koperdraad. Aan dezen draad trekkende, stopt de trein plotse- liug. De zijde aan welke de draad loopt, is in den waggon door de punt van een pijl aangewezen. Deze noodrem, alleen te gebruiken voor treiuen met den Westinghouserem in werking, is aan het einde van iederen wagen bevestigd. De lucht, die zich in de buizen, aangesloten met het Westing- housetoestel onder het rijtuig, bevindt, wordt afge- sloten door middel van een kraan, boven aan den trein zichtbaar. Die kraan met een dun touwtje aan een ijzeren staafje vastgeliecht, om beweging gedurende het rijden.te voorkomen, is verbonden met het koper draad langs den buitenwand gespannen. Een flinke ruk aan den draad is voldoende om het touw te verbreken, de kraan opent zich en de lucht ontsnapt, waardoor de trein tot stilstand wordt gebracht. Louveau sprak dien geheelen avond geen woord. 's Nachts bleef hij onophoudelijk het dek op en neer loopen en 's morgens ging hij uit, zonder iemand iets te zeggen. Hij begaf zich naar de pastorie, die vlak aan de kerk grensde. Het was een groot vierkant gebouw, met een plaats er voor, en een uitgestrekte moestuin er achter; op het plein voor het huis liepen een aantal kippen en achter op het graspeik hoorde hij het loeien van een koe. Louveau voelde zich heel wat verlicht nu hij tot een besluit gekomen was. T'oen hij het hek openmaakte zeide hij bij zichzelven, dat als hij er straks weer door ging, hij van al zijn zorsren verlost zou zijn. Hij vond mijnheer den pastoor in zijn eetkamer in een middagslaapje verzonken. Hij had juist gedaan met eten en was, het hoofd over zijn gebedenboek gebogenrustig ingesluimerd. Door het binnenkomen van Louveau wakker geworden, legde hij een teeken bij de bladzijde, deed het boek dicht en verzocht den scbipper, die met zijn pet in de handen stond te draaien, te gaan zitten. r/Hoe gaat het, Louveau, en wat hebt gij mij te zeggen Hij antwoordde, dat hij mijnheer den pastoor raad kwam vragen en liefst de geheele geschiedenis van voren af aan wilde vertellen. TEK \EI /iEVS('HE COIMNf DOOR

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1886 | | pagina 1