Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2157.
Zaterdag 16 Januari 1886.
26e Jaargang.
Binnenland.
Paul Hubert
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per post: Voor
Nedcrland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82*.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTlEN:
Grootere letters
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer /0,10.
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
■lit bind verschljnt DitiMdns- en Vrljda®avond blj den nltttever P. J. A 1% P E b A K i> I. te lie Kenzen.
lPolitielt Overzicht
Men zegt dat de groote mogendhedennaar
aanleiding van den tragen gang der onderhandelingen
tussclien de beide oorlogvoerende mogendheden,
zoowel te Sofia als te Belgrado den dnngenden
raad hebben gegeven om aan beide zijdeu zoo
spoedig mogelijk een aanvang te maken met de
demobilisatie. Ook zou zulk een raadgeymg naar
Athene gezonden zijn. Engeland en Italie moeten
sterk voor de demobilisatie zijn evenals Irankrijk,
omdat al deze mogendheden nog al lets te doen
hebben buiten hunue respectieve grenzen.
In Birrna gaat het John Bull maar mets te
voordeelig. Het gausche land is in opstand. De
Birmanen hebben het plundereu van steden en
dorpen gestaakt en rooverbenden trekken nu tegen
de Engelscheu op, ook de twee pretendenten, die
koning Thebau willen opvolgen. In de lheems-
stad zelf is men 't ook op verre na met eens over
de te volgen gedragslijn met betrekking tot de zoo
diep ingr.ipende Iersche kwestie. De doortastende
en omvangrijke plannen van Lord Randolph Gur-
chill hebben in het Kabinet schipbreuk geleden,
waardoor een conflict met de Parnellisten onver-
mijdelijk wordt. De eisch, aan Spanje gesteld om
op de Carolinen op denzelfden voet als Duitsckland
te worden behandeld, is toegestaan, mits de En
gelscheu afzien van het oprichten van een kolen-
stationmaar pas is de Yaphistone in de doos en
heeft Bismarck zijn allerfijnst spel afgespeeld om
daarvoor door den Paus met de hoogste orde, de
Christus-orde bekroond te worden, of een meuwe
historie van denzelfden aard doet zich voor. De
Duitschers hebben op de Samoa-eilanden (ten
noorden der Vrieudschaps- en Teuga-eilanden ge-
legen) troepen aan land gezet en deze bezet. Zij
beleedigden den koning en de opperhoofden en
haalden de vlag van Samoa naar beneden, waarop
de koning is gevlucht, doch de bewoners grepen
naar de wapenen en de Duitsche kooplieden zouden
vermoord zijn geworden, indien de Engelsche en
Amerikaausche consuls niet tusschenbeule waren
gekomen, welke laatsten echter protest hebben aan-
treteekend tegen de handelingen van Bismarck's
landzoekers. Of de Duitsche Premier liier ook
weer een decora tie uit Rome aan verdienen kan
De gunst te verwerven, al is het langs omwegen,
van een zeker deel zijner natie, dat zou den eer-
lijken Makelaar bijzonder te pas komen om te
reuseeren bij de discussien over het braudewijn-
monopolie, dat den politieken toestand in Duitsch-
land geheel beheerscht. Komt die brandewijnwet,
dan volgen er eene reeks edit Pruisische straf-
bepalingen ter voorkoming van ontduiking. Ziehier
een paarNiemand mag zonder geleibiljet een
flesch met meer dan een liter spiritus vervoeren;
in een huis waar spiritualia verkocht worden mogen
alle vertrekken, grenzende aan het lokaal waar
de verkoop geschiedt, dus ook die door derden
bewoond worden, zelfs bij nacht en ontijden door
kommiezen worden doorzocht.
Aan de Seine zit nu weer een Ministerie van
kranige lui en van gemengde politieke beginseleu.
Als men nu maar eene meerderheid uit de bonte
volksvertegenwoordiging kan vinden, dan is men
klaar voor dit pas. Een nieuwe indeeling der
departementen van bestuur heeft de koloniale zaken
gebracht bij den Miuister van marine. Een afzon-
derlijk departement voor kolonien zal niet worden
gevormd, maar de lauden, die onder Fransch pro-
tectorant staan, zullen door het Ministerie van
buiteulandsche zaken worden beheerd. Klaarblijke-
lijk wil De Freycinet voor zich zelf de leidiug der
zaken behouden in Tongkin, in Anam, in Tunis en
op Madagascar. Nu men moet De Freycinet be-
wonderen over zijn volharding, menigeen zou het
mandaat tot vorming van een Ministerie tieumaal
neergelegd hebben. De intransigenten hebben hem
al hun haat, hun wrokhun kleingeestigheid
doen zien, zoodat hij de menschelijke natuur van
haar leelijksten kant heeft kunnen aanschouwen.
Een zonnestraaltje door de retell van de Kabinets-
luiken is welkom. De inventaris van de te Hue
in beslag genomen schatten is thaus opgemaakt.
Hij bevat o. a.: 1300 kilo goud, 600 baren zilver,
80 zilveren taels, 35780 piasters, 1200 sopeken
van verschillende grootte. Het bedrag, 14 a 15
millioen francs, zal echter niet naar Fraukrijk over-
gemaakt worden, maar voor de organisatie van
Anam worden besteed.
Als de machine nu maar geregeld gaat loopen
en zonder horlen en stooten. Het heeft er bij de
buurlui wel aan, dat alles glad van stapel zal
gaau. Te Carthagena is weer een standje gemaakt
door de soldaten, die zich trachtten meester te
maken van het kasteel St. Julien. De aanvallers
zijn echter teruggeslagen en hebben de vlucht ge
nomen op een gereed liggend vaartuig. ,,Leve de
repubiiek 1" klonk het over de wateren der Middel-
landsche zee.
De Minister van binnenlandsche zaken heeft
thans inlichtingen aan de Tweede Kamer toege
zonden in zake de klachten van ingezetenen tegen
den burgemeester van Andel De hootdgrief, dat
de burgemeester der gemeente schade zou berokkend
hebben door het grasgewas niet te verkoopen, be-
toogt de Minister, dat volkomen ongegrond is. De
burgemeester heeft daarbij niet in strijd met de
wet gehandeld en de schade voor de gemeente is
te wijten aan de raadsleden. Het optreden van den
Cominissaris des Konings acht de regeering volkomen
gerechtvaardigd, waar het Andelsche gemeentebe-
stuur zich eenvoudig onthield van medewerking,
De regeering beschouwt het als haar plicht, om in
een dergelijk geval op te treden voor de handhaving
van het gezag en in het belang der gemeente.
In navolging van hun Zuid-Bevelandsche vak-
geuooten, hebben de Noord-Bevelandsche landbouwers
ook besloten tot het oprichten van een suikerbie-
tentelers-bond. In een vergadering, daartoe te W is-
senkerke gehouden, waarbij afgevaardigden der
overige gemeenten op dat eilaud tegen woordig waren,
is vastgesteld, dat de prijs voor het zaaien van
Duitsch wit zaad minstens f 12,50 de 1000 kilo
moet zijn en voor de gewone minstens /ll, dat
de betaling bij elke levering moet geschieden en
dat er 50 kilo minstens te gelijk moet gewogen
worden.
Aan boord van het eergistermorgen vau
Queensborough te Vlissingen aaugekomen stooin-
schip Willem Prius van Oranje heeft zich op de
uitreis, Maandagavond 11. de bijzonderheid voorge-
daan, dat bij het overslaan eener stortzee een
gansche school haringen op dek werd geworpen,
waarvan er een vier en twintig tal voor de kluis-
gaten liggen bleven en door de bemanning voor
goedeu buit verklaard werden.
Uit Breda schrijft men d.d. 13 Januari:
De smokkelarij van tabak op de Belgische grenzen
wordt op groote schaal en met eene buitengewone
stoutheid gedreven. De douanen zijn niet in staat
of niet talrijk geuoeg om het smokkelen tegen te
gaan, daar de smokkelaars gewapend zijn en een
buiteugewone sluwheid aan den dag leggen. Wel
is waar, schieten de douanen op de paarden, die
voor lichte karren gespauuen zijn, doch men heeft
ze met een ijzeren dekkleed orahangen, waarop de
kogel afschampt. Om de smokkelanj tegen gaan,
zou men een geheel leger van douanen langs de
grenzen moeten opstellen.
Men schrijft uit Nijmegen aan de N. R. Ct.
Dezer dagen zijn de autoriteiten van het 5e
regiment infanterie aldaar tot de ontdekking ge
komen, dat in de magazijnen een groot aantal
patroonhulzen, die aldaar bewaard werden om te
gelegener tijd te Delft in 's Rijks magazijnen te
worden ingeleverd, outbraken. Men spreekt zelfs
van 5 h 6000 kilogram. Een soldaat, die juist
een partijtje verkocht, werd op de daad betrapt
Naar men verneemt, moeten ook onderofficieren
aan den verkoop van hulzen, die hadden behooren
ingeleverd te worden, schuldig zijn. Er is een
streng onderzoek naar deze feiten ingesteld
Men meldt, dat het op de Hinder gestrande
schip Olivier Madeleine plat op zijde is geslagen.
Vele schuitjes wenden pogingen aan om het te
naderenenkelen zijn reeds met campeche hout te
Hellevoetsluis aangekomen. Ook zijn eenige stuk-
ken van het wrak te Ouddorp en Goedereede aan-
gespoeld.
Men schrijft omtrent den moord te Heenvliet
aan de Amsterd.
Tusschen Heenvliet en Zwartewaal ligt beneden-
dijks eene oude hofslede, toebehoorende aan den
heer C. Kwak te Heenvliet. Deze wordt bewoond
door den bedrijfboer van den geuoemden heer
Kwak, en door een arbeider S. Kwak met diens
jonge vrouw en huisgezin.
Zaterdagavond verspreidde zich in de buurt het
gerueht, dat de vrouw van genoemdeu S. Kwak
met afgesneden hals in de schuur gevonden was.
De rijksveldwachter vau Nieuwersluis, eene buurt-
schap onder Heenvliet behoorende, stelde een onder
zoek in en waarschuwde den burgemeester, die
terstond de justitie te Rotterdam kennis gaf. Daar
geen spoor van een moordenaar te ontdekken was,
dacht men eerst nog eenigszins aan zelfmoord
ofschoon de verschrikkelijk verminkte toestand
van het lijk dit vermoeden eigenlijk geheel buiteu
sloot.
De justitie kwam Zondagmorgen ten tien uur,
deed het lijk schouwen, ondervroeg den bedrijfboer
en zijne vrouw, die samen met Kwak de hoeve
bewoonde, maar ontving geenerlei licht, en ging
dus onverrichter zake terug, behoudens het visum
repertum van het lijk, door twee geneeskundigen
opgemaakt.
Maandagmorgen kwam de justitie terug, en begaf
zich eerst naar Brielle, alwaar zij met den kanton-
rechter en den cominissaris van rijkspolitie een
onderhoud haden vertrok toen opnieuw naar
Heenvliet. Daar komende vond zij juist den dader
door den burgemeester gearresteerd.
Wat was er gebeurd?
De dader oudste zoon van den genoemden be
drijfboer, Bevaart genaamd, was 's avonds naar een
oom geloopeu, die op eenigen afstand in den polder
woont. Hij was zeer ontdaan en gaf, als reden
daarvoor op, dat buurvrouw met afgesneden hals
in de schuur gevonden was. De houding van dien
jongen 22 jaar oud kwam dien oom toch
zoo verdacht voor, dat hij, hoorende dat de justitie
onverrichter zake vertrokken was, zich naar den
burgemeester begaf, om hem op dien jongen attent
te maken. Niemand had op dezen nog presumptie
gehad, omdat, toen de justitie de ouders ondervroeg,
deze van het bestaan van den jongen zelfs niets
afwist.
De burgemeester liet hem terstond halen, en had
hem juist tot bekentenis gebracht, toen de justitie
aankwam.
Het verdere onderzoek heeft toen geleerd, dat
deze onverlaat met het voornemen om de vrouw
tot ongeoorloofde gemeenschap te bewegen, naar
hare woning was gegaan, en voor alle zekerheid
het broodmes had medegenomen, vast voornemens
om haar, indien zij dit niet wilde toestaan, te
vermoorden, daar hij anders de wraak van haar
FEUILLETON.
3)
Paul dacht glimlachend aan zijn prachtig ver-
sierde trouwkamer, waarna hij een brief van Cecilia
uit zijn brieventasch haalde. Al een week lang
was die brief zijn laatste gedachte geweest vdor
hij ter ruste ging. Maar dien avond las hij voor
de eerste inaal den brief niet geheel ten einde.
Bij de tweede bladzijde werd hij eenigszins duizelig;
zijn hoofd werd zwaar en er zweelde een wolk
voor zijn oogen, die hem het lezen belette. 1 aul
maakte zich echter niet ongerust over die onge-
steldheid, omdat hij zoo iets wel meer had gehad.
Hij schreef het toe aan de vermoeienissen van de
reis en hij meende dat de sl3ap alles wel zou
verdrijven.
Te midden van den nacht werd hij wakker. Ai-
schuwelijke droomen en ijselijke smarten hadden
hem gekweld. Zijn hoofd en zijn lichaam gloeiden;
al zijn leden deden hem zeer. Hij verliet zijn bed
en hij zocht lang op den vloer naar zijn schoenen.
"Vervolgens wilde hij weten hoe lang zijn pijnlijke
slaap had geduurd. Hij zocht tastende naar den
schoorsteen en hij greep zijn repetitiehorloge. Hij
drukte op de veer, maar het horloge sloeg niet,
omdat hij het opwiudeu had vergeten. 'ioenging
hij naar het raam, dat hij openzette. De nacht
was duister, sombere, laagzweveude wolken maakten
het uitspansel koolzwart. Er scheen geen maan en
er waren geen sterren, zoodat het pikduister was.
De lucht was zwaar en drukkend, hoewel er nu
en dan een met regen bezwangerde luchtstroom
merkbaar was.
Paul leunde tegen de scherpe kanten van het
raara. Weldra gevoelde hij groote zwakte; zijn
knieen knikten, zijn ademhaling werd moeilijk en
hijgend. Omdat hij liulp wilde roepen ging hij
naar den muur, waar hij de schel zocht. Zijn
handen gleden langs het behangsel, maar zij raakten
de schelkoord niet. Hij wilde scbreeuweu, maar
zijn stem weigerdehij wilde zich naar zijn valies
slepen, zijn pistolen nemen en schieten om hulp
te krijgen, maar hij had er geen kracht voor; hij
viel weer achterover op zijn bed. loen scheen het
hem alsof de zoldering inviel en zijn borst verplette
hij uitte nog een doffen kreet en viel daarna in zwijrn.
De dag brak aan toen Paul weer bijkwam. Hij
lag met zijn beenen uit het bed en hij had eenige
moeite met het opstaan. Ten gevolge van de ijse
lijke kwellingen, die hij gedurende den nacht had
gevoeld, was hij nog zeer terueergeslagenhij ver
keerde in een staat van doffe w ezenloosheid Hij
was moede en dof; zijn denkbeelden waren verward.
Het was hem alsof er een klok in zijn hoofd luidde
en in zijn geest heerschte diepe, onbeschrijtlijke
droefenis. Toen hij zich kleeddc, kwam het hem
voor dat hij mager was geworden, dat zijn beeuen
en zijn armen dunner waren dan gewoonlijk. Hij
zocht naar een spiegel, omdat hij er in kijken wilde
maar er was er geen. Vervolgens sloeg hij zijn
blikken op het bed; hij zag, dat het nat bezweet
was, en dat er hier en daar een bloeddruppel op
lag. De dofheid, die op zijn verbeelding rustte,
liet geen onrust in hem opkomen over die teekens
en over de verandering, die hij ondergaan kou hebben.
De frissche morgenlucht lokte hem weer naar het
venster, dat open was blijven staan. Hetonweder
was voorbijgetrokken, het uitspansel was helder
en de lucht zuiver. De bladeren sidderden zacht
en voor hem strekten zich lacheude, vreedzame
velden uit, die met olijfbootnen overdekt waren.
In de verte zweefdeu over het landschap morgen
nevelen, die met hun grauwen, lichten damp den
voet omgaven van de bergeu, welke zich aan den
gezichtseinder verhieven. Dat tooneel wekte hem
weer op en toen hij het lachende veld zag, kreeg
hij lust in een flinke wandeling. Het venster was
maar een voet of zes van den grond. Hij klom
er in en met een sprong lag hij op handen en
voeten in het gras. Gij stond op, en begon te
loopen. Dicht bij het huis zag hij Rosina. Hij gaf
haar een teeken met zijn hand, maar het meisje
seheen te schrikken, want zij liet den tip van
haar voorschoot los, die zij juist vol zuring had.
Hij beraerkte ook op eenigen afstand een boer,
die ook verbaasd scheen Deze maakte ten miusten
allerlei gebaren, waarbij hij zeer hard riep, maar
Paul lette daar niet op, en liep ijlings verder.
Nadat hij een kwartier snel en in het voile
honderd had geloopeu, werd hij moede en hij ging
uitgeput op het gras liggen aan den oever van de
Duranie. Daar bleef hij ongeveer twee uren liggen
rusten. Zijn hoed had hij afgezet, terwijl hij aan
eenige kruiden rook. De hevige en smartelijke
aanval van ongesteldheid, dien hij had ondervonden,
kwelde zijn hoofd nog aanhoudend, zoodat het
denken hem nog uiterst moeilijk viel. Het kwam
hem voor, dat hij sinds den vorigen dag tal van
jaren ouder was geworden. En als hij aan Cecilia
dacht, dan meende hij dat zij al lang zijn vrouw
was en de zoen, dien hij aan Rosina had gegeven,
leefde nog maar in zijn herinnering als een dwaasheid,
die hij in zijn jeugd had gepleegd. De zon ging
nu achter hem op en hij sidderde, toen hij zijn
schaduw in het gras zag zweven. Die schaduw
had een zonderlinge gedaaute, geheel de zijne niet.
Hij bracht de hand aan zijn gelaat, dat hem oud
en ontvleescht voorkwam; hij greep naar zijn haren,
die hem minder vol toesclienen. Hij zuchtte„0,
mijn God, wat zou dat toch wezen?" En hij
stond opomdat hij zich in den nabijzijuden
waterspiegel eens wilde bekijken.
Maar hij was nauwelijks opgestaan of daar werd
geroepen Daar is hij Daar is hijEn
een groep boereu, die met stokken en geweren
gewapend warenstormde op hem los. Paul
draaide zich niet eens om. Eenige steenen vielen
TER fElZEfSCHE <01 RUT.