Algemeen Nienws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2156. YVoensdag 13 Januari 1886. 26e Jaargang. Paul Hubert. Binnenland. ABONNEMENT: Voor Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£. Eden abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- busbouders. ADVERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elke regel meer /0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaartot veel verminderden prijs. F»olitieli Overzicht. Volgens een Weener blad is men in St Petersburg niet geneigd om mede te werken tot herstelling der orde in Bulgarije en Rumelie, tenzij al de personen, die tot de omwenteling te Philippopel hebben medegewerkt, uit hunne regeeringsbetrek- kingen worden ontslngen. De eiscli der Russische regeering is in de eerste plaats gericbt tegen den beer Kuraveloff en de Bulgaarsche Minister-pre sident heeft zich reeds vroeger bereid verklaard om zijn ontslag te nemen, indien daardoor de belaiigen van zijn vuderland konden worden bevorderd. Vorst Alexander is echter weinig geneigd om dit ontslag te verleeuen aan een staatsman, die hem in de ure des gevaars zoo getrouw en vastberaden heeft ter zijde gestaan. Daarbij komt nog dat, naast den Vorst zelf, de beer Karaveloff de meest populaire man in gansch Bulgarije is. De eisch van Rus- land is dus eene reden te meer om het tot stand komen eener verzoening uiterst moeilijk te maken; de Oostersche kwestie zal aan de orde bljven en de mijt van meer brandstof voorzien worden. Grie- kenland speelt op zijn poot en duwt de contractanten het tractaat van Berlijn onder den neus. De diplomatieke veldtocht zou wel eens in een eigeu- lijken veldtocht kunnen ontaarden. De houding van Griekenland gedurende den veldtocht tusschen Servie en Bulgarije heeft velen niet weinig ver- wonderd. Terwijl aan de militaire toebereidselen met koortsachtigen ijver werd gewerkt, bleef het Atheensche Kabinet tegenover Turkije eene onbe- wegelijkheid in acht nemen, die meuigmaal niet slechts van de zijde der oppositie protesten had uitgelokt, maar ook den aanhangers der regeering aanleidiug tot misnoegen gaf. Te Parijs en te Louden was men verbaasd en te Athene geergerd, toen men zag, hoe de regeering geen oogenblik aarzelde de verpletterende verantwoordelijkheid op zich te nemen voor kostbare wapenrustingen, waarin de schatkist niet dan met de uiterste inspanning kon voorzien, maar hoe zij tevens verzuimde ge- bruik te maken van eene zeldzame gelegenheid, van een nooit wederkeereuden sainenloop van omstau- digheden, om met eenige kans op welslagen de worsteling te beginuenop welke zij zich voorbereidde. Somrnigen meenen, dat deze houding is veroorzaakt door het feit, dat de mogendheden met name Duitschland, Eugeland en Frankrijk op het oogenblik, waarop zij te Athene door eene collectieve nota ten gunste van den vrede tusschen- beiden kwamen, zouden hebben toegestemd om de Porte te polsen over een mogelijken afstand aan Griekenland van het gebied, dat wel is waar volgens het oorspronkelijke trace, op het congres van Berlijn vastgesteld, aan Griekenland zou worden toegekend, maar dat feitelijk Turksch gebleven is. Deze stappen van de drie Kabinetten zouden te Konstantinopel alles behalve guustig zijn opgenomen. Itit blad verscliljnt DiiiHdag- en Vrijdaff.ivond bij den uiisevcr P. J. VAN D E S A N l> E te Ter Keazen. FEUILLETON. 2) Deze beweegredenen deed Cecilia echter niet be- slissen, omdat zij reeds lang beslist had, toen haar voogd met zijn verstandige opmerking voor den dag kwam, dewijl zij Paul beminde. Paul was een zeer innemend jonkman. Z jn vrijinoedige, levendige manieren waren geenszins onbevallig, zijn weii.ig ontwikkelde geest was orgineel en men vond hem beminuenswuardig, al was hij ook geen geleerde. Cecilia was lief, frisch, blozend en hlondzij had blauwe oogen en een gelaat, dat zacht was en aan- lokkelijk tevens. Haar twee taut.es schilderden haar trek voor trek, als zij zeiden dat Cecilia zoo mooi was als de godin van de liefde. Zij kwam van de kostschool, toen Paul haar voor het eerst zag. Haar voogd had al lang gedacht, dat beide jongelieden maar met elkander moesten trouwen en was dus zeer blijde, toen hij zag dat er weder- zijdsch genegenheid ontstond. De voogd wilde met trouwen wachteu tot Cecilia meerderjarig zou wezen, maar daar was zij op tegen en Paul ook. Ver- liefden zijn zeiden geduldig en de voogd was vtrstandig genoeg om te weten, dat hij niets beters kon doen dan toegeven, omdat uitstel onvoorzich- tig was bij een hartstocht, die juist door de naaste nabuurschap gevaarlijk kon worden, bij een Het volk van Creta staat tot opstand tegen den Turk gereed en wacht slechts op het sein uit Athene. Grijpen Servie en Bulgarije op nieuw naar de wapenen, dan barst er meer los. In Duitschland zit de economische politiek thans voor, maar daarom behoeft niemand te gelooven, dat de Rijkskanselier niet een oog in 't zeil heett, en de wereldpolitiek mee stuurt. Bismarck is nog altijd den ergste te slim en leidt zijn kamer en zijn volk als waterbeken. Hij heeft nu gelijktijdig drie nieuwe ondernemingen op touw gezet, n.l. de verzorging der invaliede arbeiders; den bouw van een omvangrijk kanalenstelsel en de inrich- ting van een overzeesche stoomvaartverbinding op grootsche schaal. Het brandewijn-verkoop-mono- polie, op welks invoering gere.kend wordt, moet belangrijke sommen in de schatkist werpen om het beuoodigde geld voor de uitvoering van al de plannen mogelijk te maken. ffGeld geldgeldZoo roept de gansche bende." Minder aangenaam zal het den Engel- schen in de ooren treklouken hebben, toen Lord Dufferiu in een uitvoerig financieel bet oog ver- klaarde, dat de batige saldo's op den Britsch- Iudischen dienst tot het verledene zullen gaan behooren en dat de steeds toenemende eischen, die aan de schatkist worden gesteld, vermeerdering van inkomsten noodzakelijk maken, weslialve eene verhooging der progressieve inkomsten-belasting noodig zal zijn. Het tekort werd hoofdzakelijk toegeschreveu aan de toebereidselen, die noodzake lijk werden geoordeeld met het oog op de moge- lijkheid van eene ernstige botsing met Rusland. In het moederland had men het gevaar voor het uitbreken van zulk een oorlog als dreigend genoeg beschouwd, om de reserve op te roepen en de vloot uit te rusten, hetwelk een bedrag van niet minder dan 78 millioen guldens versloud. De onder- Koning wees vervolgens op de uitbreidiug der grenzen van het Engelsch gebied in Azie en de nabijheid van de Russeu in Centraal Azie, wes- halve eene versterking der grenzen gebiedend wordt voorgeschreven. Men schrijft aan de Zw. Ct. omtrent de jongste cngesteldheid van den Minister van Marine Hij schijnt reeds vrij lang aan duizelingen te lijden, zoo zelfs dat bij onlangs in de Eerste Kamer buiten staat zou geweest zijn om te spreken, indien men vrageu tot hem gericht had, hetgeen gelukkig uiet gebeurde. Is hij bij het verlaten van het gebouw gevallen of niet? 't Wordt beweerd, maar ook tegengesproken. Men moet wenschen, dat hij zich een weinig matigen zal, wat zijn werkzaamheid be,treft. Het is bekend, dat er maar zeer weinig offieieren zijn, die in geleerdheid met kolonel Gericke hartstocht, die maar een heg en een sloot over moest. Er zou dus weldra getrouwd worden. Een ge- wichtige zaak, het inneu van een belangrijke geld- som, riep Paul naar Einbrun en men had besloten dat er op den dag van zijn terugkomst bruiloft zou wezen. Na de teekening van het huwelijks- contract was hij afgereisd. Tijdens zijn korte at wezigheid maakte men zijn huis schoon, kocht men den uitzet van de bruid en liet men de roepen gaan, zoodat hij, zoodra hij uit zijn rijtuig zou stappen, onmiddellijk naar het raadhuis en naar de kerk kon gaan. Dit was zoo mooi en zoo goed, dat Paul zich geen zier bekominerde over de bezienswaardigheden van Manosque. Hij had iets veel beters te overwegen; zijn geluk hield hem geheel bezig met het beeld van Cecilia, met welke hij binnen drie dagen zou trouwen. Die gedachten waren hem gedurende de geheele reis trouw bijgebleven en hij wist ook stellig en zeker dat zijn waudeling met die gedachten aangenaam zou wezen, zoodat hij spoedig een uur gesleten zou hebben. Hij giug dus vroolijk en zonder be- paald doel uithij lachte, hij zong en hij praatte somtijds zelfs hard met zichzelf. Nu eens stap'e hij, dan liep hij harder, somtijds stond hij sti1 om een steen naar een boom te gooien, hoewel hij geen twee keeren wierp, als hij zijn doe' miste, omdat zijn eigenliefde niet in het spel kwam Aldus giug hij in een grooten boog rond het kunnen wedijveren speciaal op wiskunstig en nrtilleristisch gebied staat hij zeer hoog aange- schreveumaar het zou jammer zijn, als hij aan die abstracte studien zich nog even vurig bleef wijden, nu hij als hoofd van het Departement nog zooveel andere gewichtige werkzaamheden te ver- vullen heeft, die hij ongetwijfeld op consientieuse wijze volbrengen wil. De Kamer van koophandel te Rotterdam heeft een schrijven gericht a«n den Duitschen Rijksdag, om hem in verband met de Transatlantische stoomvaart te wijzen op de groote voordeelen, welke Rotterdam boven Autwerpen aanbiedt. Voor het gerechtshof te 's Grave nhage deed zich Vrijdagochtend een merkwaardig geval voor E. S., uit Ouddorp, was in hooger beroep geko- men tegen een vonnis der Rotterdamsche rechtoank, waarbij hij wegens mishandeling tot drie maanden eenzame opsluiting veroordeeld was. Vrijdagochtend verscheen hij voor het gerechtshof, Kamer van corr. zaken, aldaar. Door zijn verdediger, Mr. D. S. van Emden, werd aan het Hof medegedeeld, dat in het begin dezer week de broeder van app. J. S. hem, verdediger, had verklaard dat niet zijn veroordeelde broeder, maar hij het misdrijf had gepleegd, dat hij niet wilde, dat deze onschuldig de straf zou ondergaan en hij derhalve voor den rechter wilde verschijnen. Nadat dit door J. S. op schrift was gesteld en onderteekend, ging deze het ook op raad van den verdediger aan den burgemeester van Ouddorp mededeelen. Naar aanleiding hiervan verzocht Mr. Van Emden om de verdere behandeling van het hooger beroep tegen den veroordeelden E. S. onbepaald te willen uitstellen, totdat het aan te vangen rechtsgeding tegen zijn broeder zou zijn afgeloopen. Adv.-Gen. Jhr. Mr. De Savornin Loliman onder- steunde dit verzoek, dat dan ook dadelijk door het Hof werd ingewilligd. Er is verteld, dat op den dag, toen Van Ommeren zijne straf moest aauvangen, een man zich heeft aangemeld, voorzien van eene volmacht van den veroordeelde, om voor dezen te gaan ,/zitten." Hieraan is nog een kleine guitenstreek verbouden, dien men eerst later te weten kwam. De volmacht luide aldus: »De ondergeteekende machtigt houder dezer J. Brouwer, te Amsterdam, om, evenals dit onlangs te Den Haag plaats gehad heeft, de den onderge teekende opgelegde straf in diens plaats te onder gaan, daarvan kennis te geven aan den Minister van Justitie en waar zulks verder zal noodig zijn, en wijders ter zake als boven omsckreven alles te doen, wat de ondergeteekende, zelf tegenwoordig zou kunnen mogeu en moeten, onder verband als naar de wet." stadje en hij trok nog altijd eenig voordeel uit zijn wandeling, want hij vond het aangenaam, toen hij aan tafel kon rusten, en hij zoude zelfs sma- kelijk gegeten hebben, al had men hem ook maar een patrijs van eergistereu voorgezet met een flesch wijn, die men tien jaar lang had vergeten. De nacht was reeds gevallen, toen Paul heel bestoven in de herberg terugkwam. De waard strnd met Claudius aan de deur een pijp te roo- ken en zeide: „Ga maar naar de zaal, mijnheer. De tafel is gereed en men zal u onmiddellijk bedienen." Onmiddellijkherhaalde Paul, terwijl hij tel- kens drie treden van den trap overstapte. Nauwe^ lijks had hij plaats genomen, of het eerste g& recht van zijn avondmaal werd opgedischt door de dienstraaagd Het was geen dikke deern met opgeblazen en glimmende wangen, met een zware gestalte en met groote, ronde, uitpuilende oogen, maar het was een meisje, zooals men ze in de Provence, zelfs in de herbergen van de kleinste gehuchten viudt: een sh.nk en bleek meisje met Grieksche oogen en een Griekschen neus. Want onder den hemel van de Provence is overal poiizie, zelfs in de dieustmaagden in een logeinent En deze, die overigeus Jaautje of Annemie had kun nen lieeten, luisterde naar den naara van Rosina, alsof zij een Spaansche heldiu was. Terwijl Pau zijn werkzame eetlust stilde, keek hij met welbe- hagen naar het jonge meisje, wier geheel zuidelijke Zooals blijkt namen deze heeren een loopje met den Minister van Justitie, die onlangs in de Kamer verklaarde, dat de gevansenschap van een onschuldig officier voor een schuldige, vhet recht zijn loop lad gehad." De kerkelijke strijd te Amsterdam. Ten onrechte meenen velen, dat het een strijd geldt tusschen modernen en orthodoxen, alleen over de weigering tot afgifte van attestation. Het Classicaal Bestuur, waartegen Dr. Kuijper en de zijnen in verzet zijn gekomen, bestaat op een lid na, uit- sluitend uit rnaunen van de rechtzinnige richting. Dit bestuur poogt te beletten, het kerkelijk verband, waarin de Hervormde gemeenteu van het land onderling staan, te verbreken. Dr. Kurper wil elke gemeente ten bate zijner Yrije Universiteit zelfstandig maken en zoo te Amsterdam, waar zijne partij op het oogenblik de meerderheid heeft, het beheer der kerkelijke goederen in handen krijgen. In '69 is op de uitdrukkelijke vraag der Syno- dale Commissie door de Amsterdamsche gemeente verklaard, dat nu het Staatstoezicht op de kerkelijke goederen is afeeschaft, men de goederen der Amster- damsche Kerk op den bestaanden voet in vrij beheer wilde houden. Een kerkelijke commissie beheert thans vrijelijk die goederen, natuurlijk niet zonder eenigen band, maar naar een instructie van den algemeenen Kerkeraad. Die raad heeft echter eenigen tijd geleden de instructie veranderd. Den 14 December heeft hij besloten, dat, ingeval hij geschorst mocht worden, de kerkelijke commissie toch den geschorsten Kerkeraad zou blijven er- kennen. Het Classicaal Bestuur heeft met dat besluit volstrekt geen vrede kunnen nemen. Het heeft de leden, die het genomen hadden, geschorst tot 18 Januari, datum waarop zij dienen te verklaren, of zij willen gehoorzamen. Het besluit is natuurlijk vernietigd. De gronden die het CI. Bestuur hier- voor opgeeft, zijn 1. dat de Kerkeraad zijn besluit niet mocht nemen, als behoorende tot het kerk- verband van de Ned. Herv. Kerk met haar wetten; 2. dat in 1869 de stemgerechtigde lidmaten hebben verklaard te willen behouden het beheer op den bestaanden voet, maar dat nu, door de veranderiug in die instructie, in dien bestaanden voet verande- ring is gebracht. De poging van de geschorste leden, om Maandag in de kosterij der Nieuwe Kerk te vergaderen, werd belet. Toen de koster, die hier natuurlijk in een bizonder moeilijk parket geraakte, aarzelde de hulp der politie in te roepen tegen zijn eigen Kerkeraad, deed Ds. Westhoff het. Woensdag richtte het CI. Bestuur tot dat der Gemeente het verzoek, om gedurende den eersten tijd de Nieuwe Kerk door politie te doen bewaken. Voordat er aan dit verzoek voldaan is, hebben Dr. Kuijper en zijne aanhangers zich Woensdag evenwel schoouheid bij het kaarslicht oneindig won. Hij bewonderde haar schooue gelaatskleur, haar schit- terende oogen, haar witte tanden en haar git- zwarte haren, die zich op haar voorhoofd, als twee ravenvleugels ontrolden en die, de kanten uit haar kapsel buitengewoon goed deden uitkomen. Het gelaat van Rosina, dat van nature zuur en ge- streng was, werd zacht voor Pauls blikken; het gesprek begon met een plichtpleging, die door een kwinkslag werd vervolgdlaugzamerhand ont stond er zekere vertrouwelijkheid tusschen beide jonge lieden en misschien dacht Panl toen heel weinig aan Cecilia, die op dat oogenblik juist haar sluier en haar kroon oppaste. Toen hij ge- daan had met eten, schoof hij zijn bord terug, ledigde hij zijn glas en wierp hij zijn servet op- gerold op tafel. Daarna stond hij op en ging hij naar Rosina, die hij in zijn armen nam en aan welke hij toen een fermen, flinken zoen gaf. Het jonge meisje had geen tijd tot weerstand, omdat de aanval te onverwaclit, te plotseling was, maar zij protesteerde toch door den bios, die haar voor hoofd kwam bedekken, door een toornigen uit- roep en een vijandige houding, welke haar voor een tweede scheriuutseling moest beveilia'en. Paul scheen echter een tweede aanslag te willen wageu, toen een piepende stem de volgende woorJen deed hooren: „Heel mooi!" Rosina en Paul draaiden beiden het hoofd om en zageu Claudius aan de zaaldeur staan. Hij bleef onbewegelijk, met ge. TEH \E17,E\S('HE (OIHWT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1886 | | pagina 1