Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2136.
Woensdaii; 4 November 1885.
25e Jaargang.
OSSCHBLDIG VEROORDEELE.
Binnenland
ABONNEMENT:
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post:
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouder9.
ADYERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elke regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Dlt bind verschijint Dln*da«- en Vrijd.iffavond bij dcu uitecvci- P. J. VAN D E A N l> E te Ter Neuzen.
Volitieli Overzieht.
l)e Rijks—Kanselier te Berlijn werkt steeds voort
aan leger, vloot en kolonisatie in Afrika en
Polynesie. Be oude beer Von Moltke arbeidt
ijverig mee door, niettegenstaande zijn SGsten ver-
jaardag. Het kan zijn, dat de verkieziugen de
aandacht van Wilbelms eersten staatsman te veel
bezig bouden, om op dit oogenblik zich veel
met de Oosterscbe kwestie in te laten. Den aan
bouwraanie lijdenden Koning van Beieren is door
bemiddeling van Von Bismarck een berenleider
bezorgd. Eenige bankiers te Berlijn zullen in
den geldnood voorzien in den vorm eener lee-
ning, van welke aflossing en rente zullen worden
gewaarborgd door tijdelijken afstand van een gedeelte
der civiele lijst.
In Engeland gaat men ook voort met de
versterking der vloot, 9 nieuwe pantserschepen
worden aangebouwd. Birma dient ingepakt, denkt
John BulC voor de kat het krijgt, het stuk
grond van Koning Thebau is het bezit waard.
Men heeft beweerd, dat die vreemde snuiter ver-
moord was later bleek echter, dat het gerucht
onwaar is bevonden. In de Boedhistische wereld
bekleedt de woeste monarch een voorname plaats,
ofschoon niet van onvervalscht Koninklijk bloed.
Zijne moeder, eene vrouw van den stam der
Schan's, werd in een nounenklooster gesloten, en
Thebau kwam bij zijn oom Thaben-Meng-Ta.
Om allerlei vervolgingen te ontgaan, ontvluchtte
ook hij en nam de wijk in een klooster. Daar
bestndeerde hij zoo ijverig de leerstellingen van
den vijfoogigen Koning der wijzeu, dat zijn examen
schitterend afliep en de overleden Koning hem
bijna als een nieuwe incarnatie van het „licht
der drie werelden" had aangebeden.
De nederlaag der Engelschen bij Isandula in
Zoeloeland bracht hem het eerst tot de gedachte,
zich ook krachtig en trotsch tegen hunne steeds
aangroeiende begeerlijkheid te verzetten voorge-
wende samenzweringen onder de bloedverwanten
der koninklijke familie, die zich nauwelijks als zijne
bloedverwanten beschouwden, dreven hem tot allerlei
gruwelen. De menschenmassa's, die hij naar de
Nirvhana zond zijn niet te tellen. Met de beroemde
speer van zijn grootvader ging hij om als Saul, of
als Wodan in den Ring der Nibelungen hij stootte
neder of reeg aan, wie hem mishaagde, tot de hoogste
hofbeambten. Men beweert, dat in het vorige jaar
60,000 menschen uit het koninkrijk Birma naar
Engelsch-Birrna zijn uitgeweken om de bloedige
griilen des Kouings te ontkomen. Het was echter
in het belang der Engelschen, al deze cijfers hoog
voor te stellen, zoodat zij allicht een weinig over-
dreven zijn. Te Rangoon hebben de Engelschen
ten einde een mogelijk oproer van het Birmaansche
deel der bevolking te voorkomen, groote voorzorgs-
maatregeleu genomen. Het stelt hen echter gerust
dat de bevolking voor een zeer groot deel uit Indiers
en Chineezen bestaat, die geen reden hebben om
zich aan den opstand aan te sluiten.
Dat er een einde moet komen aan de handelingen
der barbaren in het Oosten, blijkt uit de bevestigde
geruchten uit Cochin-China, waar tusschen Juli
en 17 October ongeveer 30000 Christenen vermoord
zijn. Misschien dat ook daarom generaal Begiu
om 5000 man getelegrafeerd heelt. Het laat zich
denken, dat Achter-Indie spoedig geheel in handen
van Frankrijk en Engeland zal zijn. Misschien
dat deze annexatie wel iets ten gunste van onze
positie op Sumatra kan uitwerken, vooral op den
Sultan van Atjeh, die, zooals men verzekert, het
protectoraat over zijn land heeft aangeboden aan den
„Czaar aller Russen," die dit van de hand wees.
In Engeland is de hervorming van het Hooger-
huis aan de orde. Men zal zich herinneren, dat
de eisch tot afschaffing, als eene vertegenwoordiging
van den erfelijken adel en de Anglikoansche gees-
telijkheid van radicale zijde herhaaldelijk is gesteld,
maar noch bij Gladstone, noch bij de gematigde
liberalen, noch bij de conservatieven weerklank heeft
gevonden. Hervorming van deze verouderde in-
stelling wordt echter door zeer velen noodzakelijk
geacht en zal er zeker ook komen. Lord Rosebery
heeft dit onderwerp zelfs in den boezem der hooge
vergadering ter sprake gebracht en het Lagerhuis
dringt er zeer op aan.
Hoe men het in Frankrijk zal aanleggen met
de verdeeling der portefeuilles Een punt van
geschil is gelukkig uit den weg geruimdFloquet
zal met goedvinden van alle republikeinsche partijen
president der Kamer blijven; men zal al het mogelijke
in het werk stellen om te maken dat Grevy als
president der Republiek herkozen wordt. Mocht
Grdvy zich terugtrekken, dan zou men Brisson
willeu maar men hoopt zeer op Wilson's invloed,
om zijn schoonvader op het Elysee te houden.
Mocht de les, uit 4 en 18 October te trekken,
der republiekeinen tot leering zijn. Een onverlaat,
Italiaan van afkomst, heeft op het rijtuig van
Freycinet, minister van Buitenlandsche zaken, eenige
schoten gelost, die geen doel troffen en den dader
eene opsluiting bezorgden.
FEUILLETON.
Een levensbeeld door G. L.
De Minister van Bmnenlandsche zaken heeft
aan de Commissarissen des Konings de volgende
aanschrijviug gedaan
In een kelder onder het raadhuis van Breda,
waarin spiritualien door den huurder geborgen zijn,
is dezer dagen een brand ontstaan, die, wel is
waar, spoedig gebluscht is, doch mij aanleiding
geeft uwe aandacht te vestigen op de wenschelijk
heid om te zorgen, dat in de gemeentehuizen geen
depots van lichtbrandbare stoffen worden geduld,
S)
De winter was met groote strengheid ingevallen
handel en nijverheid stonden bijna stil tengevolge
van verontrustende oorlogs-geruchten, de handwerken
evenzeer en de nood der lagere volksklasse werd
van dag tot dag grooter.
Het "was te Berlijn op den avond van den eersten
Kerstdag.
Onder de Linden stond een halfvolwassen meisje,
een korfje met doosjes lucifers aan den arm, en
bood hare koopwaar den voorbijgangers aan.
Het meisje was zeer nooddruftig gekleed en
sidderde en beefde over al hare leden van de koude.
Yan tijd tot tijd liep een stroom van tranen over
hare bleeke wangen, en met hare door de vorst
verkleumde vingereu bood zij al weder en weder
den voorbijgangers hare lucifers aan, doch niemand
sloeg acht op haar.
„Goede God jammerde het meisje hafluid, „wat
zal ik begiunen Nog niets verkocht, en het is
reeds acht uur in den avond! Wat zullen wij
aanvangen? Geen brood, geen hout, geen licht en
mijne arme moeder ziek!"
Eindelijk nam een oude heer haar een doosje
lucifers af en stopte haar vijf groschen in de hand.
Onder een stroom van tranen viel zij voor den
heer op de knisen, toen zij hoorde dat zij al dat
geld mocht behouden, en kuste vurig de hand van
haren weldoener.
„Heb dank, mijnheer stamelde zij, „heb dui
zendmaal dank! Gij hebt mijne moeder van den
dood gered
Daarop sprong zij op en eer de oude heer, wien
het gausche tooneel innerlijk had getroffen, den
tijd had iets te zeggen of te vragen was het meisje
verdwenen.
Met rassche schreclen doorliep zij verschillende
straten der groote stad tot aan de Prenzlauer poort
Hier in een der laatste huizen eener onaan
zieulijke straat ging zij binnen en kloin langs een
vijftal donkere trappen naar boven. Een oogenblik
stond zij voor eene der deuren stil en luisterde
toen klopte zij zachtjes aan.
„Wie is daar?" vroeg eene zwakke stem.
t/ Doe open, moeder, ik ben het, Marie."
Eenige oogenblikken later werd een grendel weg
geschoven en het meisje kon binnengaan.
Daar ook hier geen licht brandde, was het stik
donker, en de binnentredende vroeg, nadat zij de
deur weder had gesloten
„Waar zijt gij moeder? Ik heb van een heer
vijf groschen ontvangenwat zal ik daarvoor
koopen
Eenige onverstaanbare woorden uit eenen hoek
der kamer waren het eenige antwoord.
welke een bron van gevaar kunnen worden voor
de in die gebouwen bewaarde archieven of geschied-
kundige kostbaarheden.
Het is daarom, dat ik de eer heb u te verzoeken,
aij uwe rondreizen op deze aangelegenheid uwe
nzondere aandacht te vestigen, nauwkeurig na te
gaan of in eenig raadhuis depots als bovenbedoeld
worden aangetroffen, zoo ja, tot verwijdering daarvan
aan te sporen.
Het zal mij aangenaam zijn in uwe verslagen
ingelicht te worden omtrent hetgeen te dien aanzien
verricht is.
De Maatschappij De Schelde te Yhssingen
zag zich genoodzaakt Zaterdagavond weder een 25tal
larer werklieden wegens voortdurend gebrek aan
werk te ontslaan.
Hoe treurig dit feit ook moge zijn, het laat zich
echter aanzien, dat er binnen kort eenige verande-
ring in dien toestand komen zal. Aan genoemde
Maatschappij toch is toezegging gedaan dat aan
haar de vervaardiging zal opgedragen worden van
een tweede ijzeren ponton, met bijbehoorende werken
voor de aanlegplaats der stoomschepen van de
Maatschappij Zeeland, in verband met den in te
voeren dagdienst op Queeuboro. Spoedig zal tot
let sluiten van het desbetreffend contract worden
overgegaan.
Door de uitvoering van dit belangrijk werk, wordt
aan de Maatschappij weder voor geruimen tijd het
uitzicht op geregelden arbeid verzekerd.
De geschiedenis der aanhouding van den ont-
vluchten Van Rijsselberghe wordt door het Vad.
aldus verhaald
Toen wij Donderdag mededeelden, dat de uit
de srevangenis te 's Hage ontvluchte an Rijssel
berghe te Londen was gearresteerd, was dit wel
niet juist, maar 't was eene profetie. Donderdag
outving de hoofdcommissaris van politie alhier een
telegram, meldende dat de voortvluchtige zich te
Londen bevoud. Hierdoor verspreidde zich het
gerucht, als ware hij reeds aangehouden. Maar
aan het departement van justitie stelde men in de
vage telegrafische mededeeling niet heel veel ver-
trouwen, te minder, omdat het telegram geen
onderteekening droeg. Daarenboven was er tusschen
't feit, dat men Yan Rijsselberghe te Londen meende
te hebben ontdekt, en zijne aanhouding nog een
ontzachlijke afstand. Het telegram, hoe onbestemd
ook, gaf intusschen toch aan het depart, van justitie
aanleiding om nog Donderdag, langs telegrafischen
weg, naar Louden het verzoek om opsporing en
aanhouding te zenden. En zie, Vrijdag te vier
uur kwam daarop aan het rainisterie van Buiten
landsche Zaken een telegram van onzeu consul-
generaal, Jhr. May, meldende dat de voortvluchtige
thans werkelijk reeds opgespoord en in verzekerde
bewaring gesteld is.
„Miju God, lieve moeder!" kernam het meisje,
thans bitter weenende en richtte zich in den donker
tastende naar den hoek, „word nu toch weer beter,
alles zal nu weer in orde komen. Ik heb immers
vijf groschen, daarvoor kunnen wij licht en vuur en
brood koopen alles zal nu weder goed worden
Een schorre lach klonk akelig door de schijnbaar
ledige ruimte.
Beter zal het worden Ha, ha, ha, haHet is al
beter, mijn kindZiet ge niet den Kerstboom branden
Kijk eens, hoe vroolijk de lichtjes dansen!"
,7Moeder, moeder! wat zegt gij daar? Weet ge
dan niet, dat ik bij u ben?"
Een dof gesteun, dan eene langdurige stilte.
Eindelijk zuchtte een matte stem
Waterbreng mij water!"
Het meisje streek een lucifer aan en verlichtte
daarmede de troostelooze ruimteer was geen enkel
stuk huisraad te zien, alleen ontdekte men een
ouden ijzeren pot, die op een kleine kachel stond,
en daarnaast eene flesch zonder hals, die vroeger
als kandelaar dienst had gedaan.
In eenen hoek van het holle vertrek bevond zich
eene ellendige bedstede, voorzien met eenig half
vergaan stroo, hooi en eenige lompen. Op dit
treurige leger zat half overeind eene uitgeteerde
bleeke vrouw.
Het kind nam de pot van de kachel, om hare
moeder te drinken te geven het water was tot
ijs bevroren.
De noodige bescheiden worden nu in gereedheid
gebracht om Yan Rijsselberghe's uitlevenng aan
let Britsche gouvernement te vragen ter zake van
let feit, waarvoor hij werd veroordeeld en dat
linnen de grenzen van ons uitleveringsverdrag met
Groot-Brittannie valt. Biunenkort zal dus de
veroordeelde hierheen teruggebracht en dan onge-
twijfeld onmiddellijk naar Leeu warden getranspor-
teerd worden, van waar het minder gemakkelijk
ichijnt te ontkomen.
Men verzekert reeds, dat Yan Rijsselberghe te
onden zijn vroeger beroep als kapper weer opgevat
en door een Hollander, in een kapperswinkel zou
zijn aangehoudendoch daarvan blijkt uit de officieele
lier ontvangen berichten - alle korte telegrammen -
loegenaamd niets.
Zaterdagavond zag de machinist der stoomtram
Amsterdam—Sloterdijk een man over de rails liggen.
Door krachtig remmen gelukte het hem de machine
spoedig tot staan te krijgen, zoodat de persoon zonder
etsel te bekomen een eindweegs werd vooruitge-
schoven. Bij onderzoek bleek het een bedelaar te zijn,
in verregaanden staat van dronkenschap, die gewoon-
ijk door voorgewende lichaamsgebreken, medelijden
tracht op te wekken. Na in den tram opge-
nomen te zijn, werd hij aan de Amsterdamsche
politie overgeleverd.
Door een marine-matroos van het wachtschip
te Amsterdam werd eergisterenavond eene schoon-
maakster, die aan de Eglantiersgracht in het water
was gevallen, bijna oogenblikkelijk gered. Geheel
gekleed en zonder zich te bedenken was Janmaat,
die in de nabijheid was, haar nagesprongen de
toestand van de geredde echter vorderde hare
overbrenging naar het ziekenhuis. Intusschen
had de redder zich uit de voeten gemaakt, geen
spoor was meer van hem te vinden, maar daartoe
bestonden ook gewichtige redenen. Sedert eenige
dagen toch was hij van passagieren achtergebleven,
zijn signalement was naar den wal gezonden, en
ongaarne zag hij dus zich met de politie in aau-
raking gebracht. Of nu een hooge mate van
tevredenheid over de door hem volbrachte even
zelfopofferende als manmoedige daad, dan wel de
hem na de redding geschonken dranken het hoofd
van den zeeman op hoi gebracht hebben, dit is
niet uit te maken, doch wel dat hij door ergens
in den omtrek van den Zeedijk eenige glasruiten
stuk te slaan, het zich zelf te wijten gehad heeft
door de politie te worden opgepakt.
Ter hoogte van Texel bevond zich dezer dagen
te Scheveningsche logger Avontuur, schipper A.
Dijkhuizeti, liggende aan zijn vleet, die uit 70
haringnetten bestond. In den nacht bemerkte
schipper Dijkhuizeu, dat zijn schip driftig werd
en hij de vleet kwijt was; een Etigelsch schip
bevond zich in zijn nabijheid nummer en naam
ffEen oogenblik lieve moeder, het is alweer be
vroren," riep zij, en ging ijlings in het donker naar
de deur.
Na eenigen tijd kwam zij terug en riep:
Hier, moeder, drink! Hier! Waar zijt ge?"
Alles bleef stil de vrouw was als levenloos
op haar leger neergezouken.
Toen er geen antwoord volgde, zette het meisje
in haren angst den pot op de vloer en streek an-
dermaal een lucifer aan.
,/Mijn God, moederjammerde het kind en wierp
zich op de bewustelooze, u moeder, sterf toch niet
Ik zal vuur aanleggen, opdat gij u kunt verwnrmen
De zieke bewoog zich nog altoos niet en het
kind liep daarom, zonder meer op antwoord te
wachten, naar beneden, om bij den nabij wonenden
winkelier een weinig huut en kolen tegaanhalen.
Toen het vuur reeds helder opvlamde en de duis-
ternis in het vertrek voor eenig licht plaats maakte,
kwam ook de vrouw weder bij hare kennis en
vroeg audermaal iets te drinken.
„Zie zoo, lieve moeder," sprak het meisje, „kruip
nu maar dicht bij de kachel, die zal wel spoedig
warm worden; ik zal intusschen nog een potje
water en een broodje voor u halen." De vrouw
sleepte zich met alle inspanning naar de kachel en
zakte daar weder ineen.
Gedachteloos staarde zij in den gloed.
„Wat zou het leven," mompelde zij, ffwat zou
het leven voor mij en mijn kind Mijn man is er
TER NEIZEIVSCHE COERANT.