Alg
emeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2134.
Woensdag 28 October 1885.
25e laargang.
ONSCHULDIG TEROORDEELD.
Binnenland
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Eranco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,82$.
Men abonneert zicb bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elke regel meer f 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaartot veel verminderden prijs.
nit folad verschljnt Dinadas- cn Vrljdasarond bij den ultgever P. J(. VAN DE SANDE te Ter Nenzcn.
F»olitieli Overzicht.
De verhouding tusschen Servie en Bulgarije wordt
van dag tot dag meer gespannen en de groote Heer
te Stamboel zit duchtig in de pruimenhij beeft
op zicbt, dat hij op den duur bet gelag moet betalen.
De Turksche monarch is voor alles bevreesd voor
de benoeming van een veldheeriemand de vrijheid
te geven over een leger te beschikken is voor hem
eene ontzettende gedachte. Immers, die ,/iemand"
zou bet leger tegen den Saltan zelfkunnen keeren
en in dat geval ware het spoedig met Abdul Hamid
gedaan.
In Griekeland heeft de geestdrift der bevolking
haar toppunt bereikt, de opkomst der reserve heeft
de stoutste verwachting overtroffen. Athene gelijkt
een militaire stad, de straten zijn opgevuld met
krijgslieden, die met vliegende vaandels en onder
het zingen van vaderlandsche liederen, de stad in
alle richtingen doorkruisen. Grieksche kooplieden
uit Egypte en Rumelie hebben de regeering be-
langrijke sommen toegezegd, zoodra ze noodig zijn.
In 't Vorstendommetje „tusschen vinger en duim"
zelfs komen oorlogzuchtige kreten voor den dag.
Zoodra Servie, Rumelie en Griekenland tot feite-
lijkheden mochten overgaan, zegt de schoouzoon
van Montenegro's Vorst, zullen wij niet werkeloos
blijven. De dappere zonen van de Zwarte bergen
wenschen voor zich ook een deel van de nalaten-
schap des zieken mans, zoodra deze voor altijd
van Europa moet scheiden en zijn harem aan gene
zijde van den Bosphorus moet opslaan, als men
hem ten minste een plaatsje gunt, waar hij zijn
hoofd kan nederleggen.
Van Turkije wenden we onze blikken naar het
noorden, waar we den onverzoenlijken strijd aan-
schouwen tusschen den schoonvader des Russisclien
gebieders en zijn handvol Denen. We zeggen op-
zettelijk „den schoonvader," omdat men vrij zeker
mag aannemen, dat de invloed van den Despoot
te St. Petersburg op Christiaan in het spel is.
De houding toch van den Vorst te Kopenhagen
en zijn Minister Estrup met de Landsthing tegen-
over de Eolkething is echt despotiek. Sedert een
tiental jaren heeft men in Denemarken zijne proef-
nemingen op het volk voortgezet en het resultaat
na elke ontbinding was, dat telkens sterker meer-
derlieid in de Folkething wederkeerde. Maar het
Ministerie buigt het hoofd niet voor de meerder-
heid der volksvertegenwoordiging en verschuilt zich
achter den Koning, die volgens de grondwet vrij
is in de keuze zijner raadslieden en zich, volgens
de Ministers, niet behoeft te storen aan de eischen
der oppositie. Estrup en zijn Vorst wedijveren in
koppigheid tegenover de wenschen des volks. //Wij
hebben de macht tot onze beschikking," zei een
collega van Estrup, „en wij zullen daarvan weten
gebruik te maken." De verbittering tegen Estrup
vooral is groot. Woensdag jl. lostte een letter-
FEUILLETON.
1)
Een levensbeeld door G. L.
Het was in de maand Augustus van het jaar
18 De dag was drukkend heet geweest en daar
zich tegen den avond eene donkere wolkenmassa
aan den hemel bijeentrok, hadden de boeren met
alien ijver gearbeid, om voor het uitbarsten van het
onweder den gouden oogst in de schuren te brengen.
Het was slechts een klein doch welvarend dorp,
Neuklenz, en de bewoners hadden zich ook dit
jaar niet over de opbrengst van den oogst te be-
klagen. Integendeel, zoo rijk, zoo overvloedig als
ditmaal haddeie hunne velden sinds jaren de besteede
moeite niet beloond.
Tot laat in den avond waren de menschen op
het veld gebleven, om nog zooveel mogelijk binnen
te brsngen en alien waren door de buitengewone
inspanning doodelijk vermoeid geworden.
Tegen aller verwachting was het dreigende on
weder nog overgedreven, een frissche wind stak
op en een aanhoudend weerlicht was het eenige
bewijs, dat er meer dan gewone werking in den
dampkring was.
Stil was het in het gansche dorp, zelfs de honden
lagen te snorken; alleen in het verre oosten toonde
eene vale schemering, dat de dagvorstin na weinige
zetter, Julius Rassmussen, een schot op den premier,
dat echter geen doel trof, daar de kogel op eeu
knoop afstuitte. Estrup greep den dader en leverde
hem over aan de politie, waarna hij zich naar een
diner begaf, waartoe hij uitgenoudigd was.
Duitsclilands Rijkskanselier zou niet meer kor-
daatheid aan den dag geles/d hebben bij zulk
eene ontmoeting. Van de Carolinen-kwestie hoort
men weinig, alleen loopen er geruchten dat de
Duitschers op nog wel twintig Carolientjes de vlag
hebben geheschen, waarom men in Spanje met
brandend ongeduld de mail uit Manilla verbeidt,
die eerstdaags met versche berichten, ook over
het voorgevallene op Yap, te Barcelona zal binnen-
loopen. De Paus heeft nu te bepalen wat recht
is een bezit in naam en van ouds geijkt, of eene
vlagplanterij op een onbezet eiland. Vrij zeker
blijft Yap aan Spanje en worden de Oost-Caro-
linen dicht bij de Gilbert- en Marshall-groepen
in het bezit van Duitschland gelaten, waar reeds
een Duitsch kolenstation is en 1852 kolonisten zich
hebben neergezet. Ook is er een Amerikaansche
zendingspost, die 31 kerken en 6000 bekeerde
inboorlingeu onder haar ressort heeft. De Spaansche
vorst wandelt ook al niet op rozen in het milde
land der Iberiers zijne gezondheid is zeer geschokt,
zelfs wordt zijn toestand ernstig genoemd.
Zooals te verwachten was, is Prins Albrecht
van Pruisen benoemd tot Regent voor het groot-
Hertogdom Brunswijk. Albrecht is de zoon van
wijlen Prinses Marianne der Nederlanden.
In Erankrijk is het verkiezingswerk nog niet
afgeloopen. Zeven oud-afgevaardigden zijn elk in
twee departementen gekozen. Het is echter niet
waarschijnlijk, dat door nieuwe verkiezing eenige
wijzigiug in de samenstelling der Kamer zal worden
gebracht. De Eransche ministers zijn het eens
geworden over de houding, door hen aan te nemen
bij de opening der nieuwe Kamer. Zij zullen een
program mededeelen en een votum van vertrouwen
vragen. De Justice wil eene grondige hervorming der
verhouding van kerk en staat. //Gij hebt de pastoors
aan het werk gezien; gelooft gij nu nog aan het
concordaat zoo vraagt het orgaan van Clemenceau.
Uit Den Haag wordt aan De Noord-Brab.
geschreven, dat in goed ingelichte kringen reeds in
den afgeloopen zomer het aftreden van den Minister
van Buitenlandsche zaken, om redenen van gezond
heid, verwacht werd. Maar het langdurig buiten-
landsch verlof van Z. Ex. had doen veronderstellen,
dat, zoo de ondergane kuur met goeden uitslag
bekroond werd, de Minister nog blijven zou.
Het zou echter zijn gebleken, dat dit niet het
geval is geweest. De heer Van der Does de Willebois
zou nu aftreden, en zijn opvolger reeds gevonden zijn.
uren de bevolking voor de zoo welkome Zondagsrust
zou wekken. De oude halfdoove nachtwacht Bartel
had zich naast zijnen hond onder het kerkportaal
nedergezet, dewijl hij van daar het gansche dorp
overzien konhij was echter in de koele, frissche
morgenlucht in slaap gevallen.
Eensklaps stak de hond den neus in de lucht,
en snoof en bromde, daar een zacht geknetter en
geknap zijne opmerkzaamheid had gaande gemaakt
Daar hij evenwel niets verdachts bemerkte, legde
hij deu kop weder op de uitgestrekte voorpooten
en maakte het zich zoo gemakkelijk mogelijk, om
het voorbeeld van zijnen meester te volgeu.
Toch ging hij na eenige minuten weder overeind
staanhet knisteren en knetteren werd luider en
meer aanhoudend, en onder een zacht gebrom liep
hij de straat op om de oorzaak er van op te sporen.
Ofschoon hij niets zag, wat zijn argwaan kon
bevestigen, liet hij nog steeds dat gebrom en nu al
luider hooren, want het knappen, dat hij hoorde,
werd steeds heviger.
z/Wat wil dat oude dier toch" bromde de
oude wachter, //koest, Karo liier ga maar
liggen" en wees den hond zijn plaats onder de
bank, terwijl hij met de andere hand zijne vermoeide
oogen wreef.
Inplaats van te gehoorzamen stiet de hond een
schor geblaf uit en sprong de dorpsstraat in.
De oude man sperde de oogen al wijder en wijder
open, hij wilde den hond terug roepen, doch
In de Vrij dag gehouden raadsvergadering
te IJzendijke werd besloten, het voorstel van den
voorzitter aan te nemen om op de begrooting van
1886 alsnog uit te trekken een post van f 4000
voor het uitdiepen der vesten en de verbetering
der bestrating in de kom der gemeente, en om de
bestaande leening van 11,000 af te lossen en
eene leening aan te gaan van f 15,000, met
jaarlijksche aflossingen van f 1000.
Als Gedeputeerde Staten dit besluit goedkeuren,
kan de hoofdelijken omslag, ten gevolge van mindere
aflossing, aanmerkelijk verlaagd worden.
Hierna werd het voorstel van het raadslid Leen-
houts om de door B. en W. in 1885 aangebrachte
zinkputten, binnen 14 dagen te doen opruimen,
met 8 tegen 2 stemmen aangenomen. De voor
zitter maakte aan den raad bekend, dat hij van
zijn recht, ingevolge het bepaalde bij artikel 70
der gemeentewet zou gebruik maken, om dit be
sluit niet uit te voeren, als zijude strijdig met
het algemeen belang.
Handhaafden tot dusver de slagers te Vlissingen
in tegenstelling met die in andere plaatsen, waar
het vleesch in den laatsten tijd belangrijk werd
afgeslagen, de oude hooge prijzen, thans zijn zij,
door den doortastenden maatregel van een der inge-
zetenen genoodzaakt geworden tot verlaging over
te gaan.
Zekere D., vrachtrijder van beroep, nam patent
als slager, liet twee beesten slachten en omroepen
dat bij hem puik ossenvleesch tegen 60 cents het
kilo verkrijgbaar was.
Nauwelijks was dit den slagers ter oore gekomen,
of zij verlaagden den prijs tot op 50 cent, terwijl
zij het voor weinige dagen nog f 1 het kilo lieten
betalen.
Door een nog onbekende oorzaak sprong
Vrijdagavond ongeveer 6 uren een der ketels van
de gemeente—gasfabriek te Helmond, waarbij de
directeur en de fitter zeer ernstig werden gewond,
zoodat beiden kort daarna overleden. Door de vele
brandstoffen gevoed woedde onmiddellijk een brand
over een groote uitgestrektheid.
Ook een stoker moet in de vlammen zijn om-
gekomen, terwijl nog een der werklieden wordt
vermist.
Hieromtrent meldt men nog het volgende
De directeur en de fitter hadden reeds gedurende
den geheelen dag een sterke gaslucht waargenomen,
zonder de oorzaak te kunnen ontdekken. Toen
echter tegen den avond meer drukking gegeven
werd, werd de gaslucht nog heviger, waarschijnlijk
door het vergrooten der lekkage in een der pijpen.
Bovengenoemden, vergezeld van den stoker hadden
nu de onvoorzichtigheid met een lamp in de kamer
te komen waar de meter staat. Een hevige ont-
ploffing volgde nu en alle drie moesten hunne
onvoorzichtigheid met den dood boeten. Door het
geen geluid kwam over zijnen van schrik verstijfde
tong.
Geheel aan het andere einde van het dorp, waar
de boer Lehmann woonde, daar knetterde en knap-
perde het in het stroodak van de woning, en de
frissche morgenwind dreef met razende snelheid de
vernielende vlammen verder.
Eindelijk gelukte het den wachter, zijne zinen
in zoo verre bij elkander te krijgen, dat hij kon
zien, hoe het dorp in brand stond en hij dus alarm
moest maken.
Inplaats van nu echter naar de brandende hofstede
te ijlen en de in diepen slaap verzonken liggende
bewoners te wekken, liep hij naar het tegengestelde
einde van het dorp, om den burgemeester van het
ongeval kennis te geven.
Wel riep hij onder het loopen uit alle macht:
»brandbrand doch de slapers waren veel te
vermoeid, dan dat de zwakke stem van den ouden
man hen had kunnen wekken, en zoo niet de hond
door zijn luid geblaf de andere honden in het dorp
onrustig had gemaakt, zoodat zij weldra alien hem
accompagneerden, zou het waarschijnlijk nog lang
hebben geduurd, eer er eenig leven in het bedreigde
dorp gekomen ware.
//Brand! brand!" schreeuwde de nachtwacht, en
stiet als een razende met zijne oude, half vermolmde
piek tegen de vensterluiken van de woning des
burgemeesters.
//Brandbrand
tijdig afsluiten der hoofdkraan, werden grootere
ongelukken voorkomen.
Omtrent den moord te Zuidwolde verneemt
de Zw. Ct. het volgende
G. Oosterveen en zijn broeder M. Oosterveen
brachten Zaterdag 17 October jl. des avonds een
geweer naar H. ten Oever, landbouwer, wonende
nabij het Druchtener jachtveld, om Zondagmorgen
niet verplicht te zijn, met het geweer te loopen.
Dien Zondagmorgen begaven zij zich op weg
naar hun ouders, onderweg stroopende. Op eens
stond De Weerd, onbezoldigd Rijks-veldwachter
voor hen. G. Oosterveen loste een schot op hem,
hetwelk maar al te goed raakte; De Weerd sprong
drie schreden vooruit, roepende//Gerrit, Gerrit,
Gerritmaar het schot had hem in de borst
getroffen en spoedig zakte hij ineen. G. Ooster
veen trok vervolgens het mes en sneed hem het
hoofd bijna geheel van den romp. Zij legden
het lijk daarna koelbloedig achter een hoop turf,
gingen door naar hun ouders, vertoefden daar
eenige oogenblikken en keerden vervolgens naar
hun huizen terug. Den geheelen dag was Gerrit
zeer kalm en des avonds ging hij nog naar zijn
meisje, tegen wie hij zeide,/Wat heb ik van
daag een dikke haas geschoten." Zijn meisje
antwoordde: O! Gerrit, pas toch op, dat De
Weerd je niet krijgt." ;/0neen," zeide
Gerrit daarop, //die biiksem krijgt mij niet weer."
Des avonds was Gerrit zeer opgewonden, zwaaide
met blanke messen in het rond en tergde ieder
ten strijde uit. Des Maandags moest hij zich
voor het kantongerecht te Hoogeveen verant-
woorden wegens een jachtwet overtreding, waar
hij, door zijn brutale antwoorden, de aandacht
trok van den kantonrechter, die zware vermoe-
dens op hem kreeg. Denzelfden avond werd hij
gearresteerd en sedert in bewaring gehouden.
Woensdag is het lijk in tegenwoordigheid van
G. en M. Oosterveen gerechtelijk geschouwd.
Daarbij verklaarde Mannes Oosterveen, dat Gerrit
de daad had bedreven. Eindelijk verklaarde ook
Gerrit, dat hij den moord had begaan. Hij ver-
telde haarfijn en met de meeste koelbloedigheid,
hoe hij De Weerd had vermoord.
Donderdagavond ongeveer kwart over 11
uren ontstond in de Elandstraat te Amsterdam in
een winkel, waar verfwaren en petroleum verkocht
werden, naar men zegt door het uitblusschen van
een lamp, een zeer hevige brand. In korten tijd
stond het geheele liuis, dat door verscheiden gezinnen
werd bewoond, in lichte laaie. Verscheiden personen,
waaronder bejaarde lieden, die reeds te bed waren,
werden door buren slechts met groote moeite gered\
of moesten zich in allerijl en bijna ongekleed door de
vlucht redden. De brandweer had evenwel het vuur
spoedig in haar macht, zoodat de brand tot het huis
beperkt bleef en zelfs vrij spoedig was overwonnen.
Eindelijk opende de burgemeester in nachtgewaad
het venster en vroeg al geeuwende
z/Wat is er te doen, Bartel
z/Het geheele dorp staat in brand!" gilde deze,
en wees met de hand naar het andere einde van
de straat.
Terwijl nu langzamerhand de bewoners van het
dorp wakker werden, greep het vernielende element
met vliegende haast om zich heen; juist aau het
uiteinde van het dorp, aan den kant vanwaar de
wind kwam, was het vuur uitgebroken, en bij de
aanhoudende droogte en de in den regel met stroo
gedekte huizen, vond het zoo rijkelijk voedsel, dat
de meeste menschen nauwelijks den tijd hadden
uit de reeds brandende woningen naar het ruime
kerkplein te vluchten, om niet door de neervallende
stroodaken ingesloten te worden en ellendig in
brand om te komen.
De verwarring was grenzenloosvan redden was
nergeus sprake. Het vee brulde en stampte in de
stallen, de paarden rukten en scheurden met angstig
gehinnik in vertwijfeling aan de ijzeren halster-
kettingen, de zwijnen liepen als razend uit de eene
brandende hofstede in de andere, terwijl de hoen-
ders met verzengde vleugelen krijschend en kraaiend
steeds weder in het verwoestende element vlogen.
De menschen zelven liepen radeloos heen en weer
hier miste men nog een ouden vader, daar wist
men niet waar de kinderen waren gebleven
alles jammerde, schreeuwde, woelde, bad en vloekte
TER \EI m.M HE (01 RUT