Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Herzieninc der Masttae optonnst Herzienintt der helastbare opbreept No. 2119. Zaterdag 5 September 1885. 25e Jaargang. Aflossing geldleeningen ongebouwde eigendommen. ongebouwde eigendommen. Binnenland, gemeente ter neuzen. EEN OFFER. ABONNEMENT: Voor Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1, Franco per post Nederland 1,10. Voor Belgic 1,40. Voor Amerika 1,32*. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTIlN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elke regel meer /0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaartot veel verminderden prijs. ltlt blml vcrHchijnt Dinsdac- en Vrljdajravoud bij den nitgever P. J. YAM PE SARiOE te Ter Keuzen. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken bekend dat de nog niet uitgelote aandeelen der ten laste der gemeente loopende geldleeningen znllen worden afgelost, t. w. die der leeningen van 1868 en 1876 met 30 September en die der leening van 1872 met 14 October aanstaande, of vroeger, ter verkiezing der belangbebbenden waartoe de houders de certificaten der aandee len tijdig ten kantore van den Gemeente—Ontvanger behooren aante bieden, - zullende na bovengenoemde tijdstippen in geen geval meer renten er van worden te goed gedaan. Ter Neuzen, 28 Augustus 1885. J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris. Polders Nieuw Neuzen, Vlooswijk. De BURGEMEESTER van TER NEUZEN, Gelet op het laatste lid van art. 33 en op de tweede zinsnede van art. 19 der wet van den 25sten April 1879 (Staatsblad n°. 89); Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat eene opgaaf van het totaal bedrag, waarmede de belastbare opbrengst der ongebouwde eigendommen in bovengemelde polders wegens kosten van onder- houd der waterkeerende en waterlozende werken behoort te worden verminderd, op de secretarie der gemeente gedureude dertig dagen voor een ieder ter inzage is nedergelegd. Ter Neuzen, den 5 September 1885. De Burgemeester voornoemd, J. A. VAN BOVEN. Waterschap Loven en Willemskerke. De BURGEMEESTER van HOEK, Gelet op het laatste lid van art. 33 en op de tweede zinsnede van art. 19 der wet van den 25stcn April 1879 (Staatsblad no. 89). Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat eene opgaaf van het totaal bedrag, waarmede de belastbare opbrengst der ongebouwde eigendommen in bovengemeld waterschap wegens kosten van onderhoud der waterkeerende en waterlozende werken behoort te worden verminderd, op de secretarie der gemeente gedurende dertig dagen voor een ieder ter inzage is nedergelegd. Hoek, den 5 September 1885. De Burgemeester voornoemd, J. A. VAN BOVEN. folitieli Overzicht. Volgens een Duitsch blad zal vorst Hohenlohe, de nieuwe stadhouder van Elzas-Lotharingen, zijn bestuur aanvaarden met een maatregel, volgens welken alle Franschen, die in de rijkslanden verblijf houden en gevestigd zijn, zoo spoedig mogelijk het Duitsche grondgebied moeten verlaten. Alle te Dantzig wonende Russen (met uitzondering van hen die uit Kurland afkomstig ziju) en de Galicische Polen hebben eene aanschrijving gekregen dat zij met primo October het koninkrijk Pruisen moeten verlaten. Onder hen bevinden zich verscheidene kooplieden, die jaren lang daar gewoond hebben, grondeigendom bezitten en zelfstandige zaken drijven. Als ware het om bij onderling accoord de bevol- king der beide rijken niet te doen verminderen of vermeerderen, zetten de Russchen Duiscbers uit. Met de bewegiug, die men in Spanje maakt over het bezetten van de Carolinen door de Duitschers, lacht men in Berliju. In een nota is echter aan Spanje het voorstel gedaan om de zaak aan de uitspraak van eene bevriende mogendheid te onder- werpen. De Spaansche regeering heeft een afschrift van eene overeenkomst, drie jaren-geleden onder' teekend door de hoofden der inboorlingen, en waarin de Spaansche souvereiniteit over de Carolinen wordt erkend. Dit document wordt den Duitschen rijks kanselier onder den neus geduwd. Misschien wordt dat ding wel eventjes ingekeken, maar daarom is de Kanselier nog niet van plan een door hem bezette plaats te ruimen voor een ander. De Spanjolen hebben thans binnen hunne grenzen al genoeg te doen om buitenslands handelend op te treden, hoever de aangeboren trots hen ook moge opwinden. De cholera woedt nog voort en eischt dagelijks slachtoffers doch is gelukkig aan't afnemen. Ook Frankrijk levert zijn contingent. In Mar seille sterven veel en in Toulon is de ziekte toe- nemende. Voor het aanbod van Dr. Ferran om over te komen heeft men bedankt. Op Madagascar lijden de Fransche troepen ook allervreeselijkst aan de koorts, om hen zou men wenschen, dat het verdrag met de Hova's spoedig tot stand mocht komen. Behalve Clemenceau, die bij de verkiezingen FEUILLETON. Vrij naar het Duitsch. met de kwestie speculeert, en Engeland, dat wapenen aan de Hova's levert, zal ieder verlangen naar het einde van dit hangend conflict. De Britten zijn eeuwige handelaars en weteu van inpakkeu. Om niet op een na eerst te zijn, hebben ze hun vlag nu weer geheschen aan den zuidelijken ingang der Roode Zee en wel te Ambado, een plaats voor het karavanenverkeer tusschen Harvar en Schoa, omdat het gerucht liep dat de Franschen deze streek wilden bezetten en dit John Bull was ter ooren gekomen. Wie eerst komt, eerst maalt. Een nieuwe aanleiding tot onaangenaamheden is van de baan. Het vereenigd cornite der Engelsch— Fransche scheidgerechtsvereeniging heeft een besluit genomen, dat geene bewijzen zijn aan te voeren voor de bewering, dat Olivier Pain op last der Britsche autoriteit zou zijn vermoord. Hoe Wolff het maakt te Konstantinopel Hij heeft den Sultan eene persoonlijke boodschap van H. M. overgebracht van zeer vleieuden aard. De Koningin hoopt, dat zij weldra in staat zal zijn, met medewerking van den Sultan, een einde te maken aan de bestaande verwikkelingen in Egvpte en aldaar een toestand in het leven te roepen, waarbij de rechten van den Sultan en de belangen, zoowel van Engeland als van alle andere mogend- heden, zullen zijn gewaarborgd. De Sultan was met de boodschap zeer vereerd, als was't gemeend. Een nieuw gehoor zal Sir Wolff verleend worden om met hem verschillende Egyptische kwestien te bespreken. De Engelsche gezant wordt te Kon stantinopel beter ontvangen dan de Amerikaansche te Weenen. Den heer Keily werd daar geen gehoor gegeven en hij is in New—York terug gekomen. Wel wat beleedigend voor de regeering van de groote Amerik. republiek. Daar over den Oceaan is ook nog geen rust, vooral de Fenians zijn beroerd, sedert Paruell de leiding op zich genomen heeft van den strijd dieu de Ieren in het Parlement tegen Engeland voerende fractie der Homerulers is stoutmoe- diger geworden. De Ier verwacht heil van liberaal noch conservatief, dus ook niet van Lord Salisbury frdankbaar en voldaan" staat niet in het Iersche woordenboek. Stouter dan ooit treedt de Ier te voorschijn met den eisch om een zelfstaudig Iersch Parlement, dus om volkomen ouaf bankelijkheid van Engeland. De Zeemeeuw naderde de line. Een heete luchtstroom woei over het schip, de zee schitterde, bijna spiegelglad, onveranderlijk in verblindende pracht, de hemel stond als een on- metelijke donkerblauwe kristallen stolp, doorschijnend tot het uiterste einde, over het heelal. Er was iets benau wends in de pracht der thans zoo rustige elementen. De Zeemeeuw zette haar tocht naar het westen voort, met een bruischende, ziLveren schuimgolf voor haar boeg de jonge patroon las en studeerde ijveriger dan ooit in ziju Chineesche spraakkunde. Er kwam volslagen windstilte. „Nu is de tijd gekomen om de Zeemeeuw eens schoon te maken," meende de kapitein„schooner dan zij tot nog geweest is." En hij gaf bevel om het schip van boven tot beneden te boenen. „Ze moet ook een beter pak aantrekken," sprak hij tot den scheepstimmerman, toen het schip afgespoeld was, ,/wij zullen de Zeemeeuw nieuw opschilderen dat helle geel zou ons maar aan de zeeroovers in het oog doen vallen. Wij zullen haar donkerbruin maken en de witte opperkielstreek zwart, het bakboord ook zwart, dat zal flink en forsch staan. Gij vindt het iinmers goed, sennor Wash? aldus wendde hij zich met een lichte buiging tot den eigenaar. „Zoo lang wij varen zijt gij heer en meester," klonk het beleefde antwoord„doe wat ge het best oordeelt, kapitein, dan zal het wel goed zijn." Wij moeten ook het naambord en het galjoen eens opknappen," stelde de kapitein voor, „dan kan het schip bijna nog voor nieuw doorgaan en brengt het meer geld op. Wij hebben met die windstilte nu toch best der. tijd en zullen dien goed besteden." Wash knikte toestemmend en was reeds weder in zijn taalstudien verdiept. De scheepstimmerman werd afgelaten en nam de groote verguldkoperen letters van den boeg en den spiegel des schips; daarna nam hij ook het galjoen, de groote vergulde roos, van den boegspriet af. Het schip was nieuw opgeverfd de naam zou gepolijst worden, maar toen stak de wind op, het schip schoot weder voorwaarts en men had verder geen tijd om aan versieringen te denken. Zeemeeuw en opschrift bleven in de kajuit van den kapitein, waar de Spanjaard bevoleu had een en ander voorloopig te bergen. Het was half December; op de gloeiende dagen volgdeu tegenwoordig schoone nachten de zee was dan in een zachtjichtenden vuurgloed veranderd en het schip liet twee reusachtige, heldergroeue strepen op het water achter, die, zoover het oog re'jRe, in fosforachtigen gloed schitterden, een Dr. Mezger, die gedurende de maand Augus tus afwezig was, heeft zijne praktijk hervat. Reeds dadelijk hebben tal van Vorstelijke en hooge per sonages zich onder zijne behandeling gesteld. Uit Zwolle schrijft men dd. 2 September Gisterenavond omstreeks 8 uur, begon het weder verschijnsel, zooals men weet veroorzaakt door mil- lioenen lichtgevende iufusiediertjes aan de opper- vlakte van het water. De hemel hing als een lichte mist over de zee, doch die mist zelf verspreidde een zacht licht een ragfijne lichtsluier, die zelfs de kleinste ster niet aan het oog onttrok; de eigenaar van het schip zat weder op zijn gewone plaats aan den boegspriet en gaf zich geheel aan den betooverenden indruk van den nacht tusschen de tropen over. Hij was met zijn rug tegen de nu ledige plaats van het galjoen gaan leunen en zat achterover op zijn bank, zijn voeten hingen boven het groenachtig schitterende schuim, dat het schip met zijn boeg op het water te voorschijn riep. De kapitein verscheen plotseling op het dek hij liep ditmaal bizonder stil en voorzichtig en ging eerst naar den stuurman, waar hij op het kompas keek, toen vroeg hij de scheepswacht of er gelood was en of men iets bizonders had waargenomen daar dit laatste niet het geval was, gaf hij den man verlof naar kooi te gaan, daar het doodstil was en hij zelf toch boven zou blijven. Hij gaf den stuur man bevel, daar hij de wacht maar naar beneden had laten gaan, nauwkeurig op het kompas te letten en ging toen naar het voorste gedeelte van het schip, waar hij zich op een rol touw nederzette en scheen te gaan zitten droomen. Hij zat daar langen tijd onbeweeglijk en wierp alleen nu en dan een scherpeu blik op den stuur- onrustig te worden in de stad. Een groote menigte volk, voorafgegaan door kinderen, trok zingende door de stad langs het stadhuis, alwaar zij tever- geefs door de politie tot rust werden aangemaand, terwijl een steen uit de menigte tegen de deur van het stadhuis vloog, waarna men bij een tweetal ingezetenen in het Wespenland eenige glasruiten inwierp. De burgemeester vond het toen noodza- kelijk de hulp der alhier in garnizoen zijnde artillerie en infanterie in te roepen. De politie dreef inmid- dels, aangevoerd door den commissaris en inspec- teurs, de tierende menigte met de blanke sabels uitcen, waarna men, bijgestaan door de militaire macht, sterke patrouilles vormde en daarmede tot ongeveer I0£ uur de stad doorkruiste en de zin gende menigte (waarvan er een paar werden gear- resteerd) uiteeu joeg. Algemeen roemde men het flink en krachtdadig optreden van den burgemeester, die den geheelen avond met het dagelijksch bestuur in touw was en zich overal vertoondeook de commissaris des Konings, officier van justitie, kantonrechter en garnizoens-commandant waren tegenwoordig. Voor 11 uur had men de tapperijen en koflie- huizen doen sluiten en te 11 uur waren de straten bijua ledig, zoodat de militairen en de versterkte politie voor midderuacht konden inrukken. Door den burgemeester werd bij proclamatie, alle samenscholingen verboden en zijn een vijfentwin- tigtal kavaleristen uit Deventer ontboden. Woensdag is een proclamatie van den burgemeester bij trommelslag afgekondigd, die samenscholingen verbiedt en bepaalt dat koffiekuizen en tapperijen van des avonds om 9 tot des morgens 6 ure geslo- ten moeten zijn. 's Avonds kwamen onder commando van den luitenant Schlingman, uit Deventer, 30 huzaren, die zich des avonds om 8 uur gewarend op de Groote Markt hebben opgesteld. De politie, ver- sterkt door de in garnizoen zijnde artillerie en infanterie had zich in sterke patrouilles, in de politie-bureaux, wachthuizen, gymnastieschool, gas- fabriek en andere plaatsen opgesteld, vanwaar uit zij den geheelen avond bij gedeelten door en om de stad trokken. Er was wel veel volk op de been, dat van tijd tot tijd door de patrouilles en huzaren uiteen werd gejaagd, doch optochteu of on- geregeldheden hadden echter uiet meer plaats. Men schrijft uit Haarlem 't Was, naar men zegt, een brutale jongen die Dinsdag zich, niet voor de eerste maal, in een tuin waagde om eens anders goed te ontvreemden. De knaap was over eene muur geklommen om in den tuin van den heer V. P. R. peren te stelen. Dientengevolge kreeg hij een kastijding van den eigenaar, die nog al aankwam. De jongen werd althans naar het gasthuis gebracht. Er liepeu geruchten dat hij aldaar zou zijn overleden; doch man, toen stond hij op zonder eenig gedruiscli te veroorzaken, trad naar de verschansing en staarde in de zee. Het werd donkerder, de sterren werden bleeker, de kapitein naderde den boegspriet langzaam en onhoorbaar hij stond op slechts twee pas afstand van zijn jongen patroonhij trad, zonder door eenige beweging zijn tegenwoordigheid te verraden, achter hem, hij bukte alsof hij iets aan de ankerketting onderzoeken wilde en bleef zoo een oogenblik aandachtig luisterend stilstaan. Wash verroerde zich niet op zijn zetel, hij scheen te slapen. Plotseling hief de kapitein zonder eenig geluid te geven zijn arm omhoog een stoot, een zwakke kreet de aangevallende wankelde en keerde zich om, zijn bruine oogeu staarden groot, angstig, wijd opengesperd in de gloeieude wilde oogen van den Spanjaard de kapitein pakte den wankelenden man bliksemsnel bij de keel en drukte hem achterover, een tweede onderdrukte kreet, een stoot tegen het schip, een geplas in het water, en de plaats waar Heinrich Wash had gezeten was ledig. Het schip gleed snel, gelijkmatig en rustig over het water verder. De kapitein sloop langs de verschansing weder naar de hoop touw terug, waarop hij gezeten had, ging er weder op zitten en keek met zijn scherpen nachtkijker langen tijd naar den stuurman; deze was druk bezig met het turen op de kompasnaald, de kapitein hoestte thans vrij luidruchtig, stond met een bewe ging op en ging naar den stuurman toe. TER \EimS( HE <01 RANT. VAN DE VAN DE 3)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1885 | | pagina 1