Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2112. Woensdag 12 Augustus 1885. 25e Jaargang. 11 Timkei Vafier en Zoon. Binnenland ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£. Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADyERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elke regel meer 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaartot veel verminderden prijs. IHt blad verwchljjnt Uinsd.it. en Vrljdagavond bij den uiteever P. .1. VAN DE S A N D E te Ter Neuzen. Overzicht. Men heeft bet in Erankrijk toch niet te druk met het pleidooi over de inbeslagneming van de Solunto. Dat het Hof van appel te Aix Crispi in het gelijk heeft gesteld is den Franschen een doorn in't oog en nog meer ergert men zicb, nu de Italiaansche bladen deze uitspraak beschouwen als een uitvloeisel der dreigende houding van het Italiaansche gouvernement. Dat is voor een Fransch- man niet uit te staan en de uitspraak van die rechtbank te Aix over een sclnp ligt hem hooger dan de dreigende cholera, die reeds de eeuwige greuzen tusschen hun land en het door en door besmette Iberie is overschreden. De Fransche, zoowel als de Duitsche pers, heeft het niet minder druk met de cavalerie-versterking aan de grenzen tusschen de beide rijken. Een oorlog op papier duurt nog altijd voort. w Die wacht am Rhein" blijft er nog altijd opgesteld en te sterker naarmate de Frauzosen hunne escadrons tusschen Belfort en Verdun versterken. Zoo blijft men sukkelen aan uitgaven voor staande legers. De Italiaansche politie heeft eene goede vangst gedaan. Te Milaan, Monza en Vimercale bad- den dezer dagen bij verscheidene arbeiders- vereenigingen huiszoekingen plaats, waaruit bleek, dat de Noord—Italiaansche agrarische beweging met de Zwitsersche anarchisten in rechtstreeks verband staat. Eene volledige ledenlijst van ge- zameulijke arbeiders-vereenigingen, eene anarchis- tische proclomatie, een proscriptielijst van voorname grondeigenaren, een volledig uitgewerkt plan om het stadhuis van Monza in de lucht te doen springen, een plan tot brandschatting van buiten- plaatsen en andere bezittingen in het Piemonteesche, alsmede een grooten voorraad wapens, kruit en dynamiet werden in beslag genomen en 106 per- sonen in hechtenis Tot in de doukerste schuil- hoeken worden die gewetenlooze rustverstoorders nagesnuffeld, vooral sedert de belangrijke ont- dekkiilgen op Zwitserschen bodera, die nu niet meer een asyl is voor dat soort wezens. Het onderzoek naar de woelingen der anarchisten in Zwitserland heeft tot een negatief resultaat geleid wat betreft de planuen tot het in de lucht doen springen van het Bondspaleis Overigens is de overheid nu volledig bekend met al de anarc'nis- tische groepen. De opgaven van het ledental zijn zeer overdreven. Zoo sprak de Daily News er van, dat er zich te Geneve alleen 2000 ophouden en in geheel Zwitserland 5000. De sterkste groepen tellen niet meer dan 20, boogstens 30 leden, meestal vindt men een 4, 5 of 6tal vereenigd, zelfs in de grootere steden. De groote meerderheid wil van de misdadige theorien van Most niets weten. De leiders in de pers zijn het meer in wie het gevaar van het anarchisme voor de raaat- schappij is gelegen. Zij hebben Kammerer, Stell- FEUILLETON. Een warme Egyptische zomerdag was eindelijk voorbij. Bij zonsondergang was er een zacht windje opgestoken, dat nu kalm, bijna liefkozend over de toppen der palmen streek. Suizelend bewogen zij het loof en zij bogen de kronen, alsof zij elkander geheimen, zoete, teedere geheimen moesten toevertrouwen. Onder de hooge palmen, die in Cairo's omgeving het bekoorlijke laudhuis van Ibrahim—Bei omgaven, dat te midden van weelderige tuinen lag, wandelde een schare ongesluierde slavinuen in witte, geurige gewaden. Zij waren juist buiten gekomen, omdat zij in de koele avondlucht vergoeding wilden zoeken voor de afmattende liitte des daags. Ook zij hadden naar alien schijn geheimen. Want zoo dikwijls haar drie meesteressen De grijze, deftige moeder; de zwaarlijvige echtgenoote en de betooverende schoone jonge nicht van Ibrahim-Bei, die in haar witte batisten gewaden, welke met edelsteenen prijkten, een weinig zijwaarts op- en neersringen, heur slavinnen den rug toekeerden, bogen de ondergeschikten haar hoofden naar elkander waarna zij elkander heimelijk iets toefluisterden. Zoodra echter de meesteressen heur gelaat weer naar de slavinnen keerden, namen deze ook on- macker, Reinsdorf, Kumitsek, Lieske en zoovele anderen tot misdadigers gemaakt en tot misdaad gedreven. De stellingen toch, dat elk middel ge- oorloofd is om het doel te bereiken en dat ver- achting der wetten als het hoogste gebod moet worden beschouwd, dat moord, roof en brandstichting moeten dienen om de burgeriijke maatschappij angst en schrik aan te jagen, de arbeiders tot daden aan te sporen en de oorlogskas voor de ^propaganda der da ad" te vullen, zijn hoogst verderfelijk. Zwit serland is van de leiders nu radicaal gezuiverd, terwijl de overblijvenden bij de politie bekend en onder streng toezicht staan. Een heele gerust- stelling voorwaar, de stateu van Europa zullen nu de overtuiging hebben, dat Zwitserland getrouw is iian zijne international verplichtingen. De „anar- chisteupest" is uit Zwitserland verdreven en het krachtdadig optreden der overheid, gesteuud door de openbare meening, zal zorg dragen, dat elk nieuw verschijnsel, waar het zich op Helvetischen bodem ook moge vertoonen, onmiddellijk in de geboorte worde verstikt. Over de zending van Wolff naar den Grooten Heer te Stamboel is nog weinig licht meer ver- spreid, maar dat Engeland den invloed van de Porte op Egypte wil uitbreiden, is even zeker, als dat de Muzelman met het eene oog naar den Nijl kijkend, met het andere naar de Newa tuurt om te ontdekken hoe de Czar aller Russen een en ander opneemt. Men zegt nu wel dat de Britten met verloop van tijd Egypte zullen verlaten, maar hoe lang dat „na verloop van tijd" zal zijn, dat is een ander geval. De schadeloosstellingen (bombardement van Alexandria) zullen nu toch onder toezicht van de Consuls aan de onderdanen van elke mogendheid afzonderlijk worden uitbetaald. De Britten hebben daarna nog meer te doen. Eene verhooging van het oorlogsbudget is het gevolg van de troebelen buiten Europa. In Voor- Indie gaat men het leger versterken, geeft nieuwe geweren en stelt torpedo's en kauonueerbooten beschikbaar om de havens en kusten daar te be- schermeu. Aanvulling van gelederen blijft steeds aan de orde, dat ondervinden de Franschen ook in Achter—Indie, waar de Courcy 10000 man versterkingen heeft aangevraagd, daar de troepen die 18 maanden dienst hebben gedaan in Tongkin voor het meerendeel ongeschikt zijn geworden door het klimaat, door ziekten en sterfgevallen. In Canada is de rust nog met hersteld. Riel is tot den strop verwezen, maar komt in appel; de Indianen vermoorden er nog blanken, waar- door het oprukken der gendarmerie noodzakelijk is geworden. middellijk weer een stramme houding aan, zoodat zij dan naar den regel rechtop, met saamgevouwen handen, bewegenloos stil stonden. Maar het was, alsof zij bctooverd waren, haar oogen rustten steeds met onloochenbare bewoudering op de gestalte van haar jongste meesteresse, al streed dat ook bepaald met alle voorschriften. Maar schoonheid is juist een macht, aan welke niemand weerstand kan bieden. Evenals de bloemen zich naar de licht- gevende sterre des dags richten, zoo wenden zich aller oogen ook naar de schoonheid, zoodra deze verschijnt. „floe bekoorlijk is de beweging, met welke Nefiseh—Hanem haar lange, zwarte vlechten over de schouders doet vliegen!" fluisterde een jonge slavin haar buurtje toe. „Ibrahiin-Bei heeft gelijk, wanneer hij zegt, dat zij zoo schoon is als de verleidelijke rhodopis die, terwijl zij op den top der piramiden troont, den woestijnreiziger ten verderve pleegt te lokken," zei een andere slavin. //En men kan het niet eens aan haar zien, dat zij de echtgenoote van een grijsaard is geweest," sprak weer een andere. i/O I hij zag haar voetjes lang zoo dikwijls niet als haar pautoffeltjes," fluisterde Nefiseh's eigen slavin blozend. ffDat kan ik onmogelijk geloovenantwoordde De minister van Staat, Mr. A. E. J Mod- derman, is overleden. Vrijdagavoiul is hij, nog geen 50 jaar oud, bezweken aan de ziekte, die men hoopte voor twee jaren door een langdurige verpleging te Wiesbaden te hebben overwoimen, doch die voor eenigen tijd, helaas, was terug ge- keerd. Met diep leedwezen zal deze tijding alom in den lande vernomen worden, al was men door de berichten omtrent zijn toestand in de laatste dagen op het doodsbericht voorbereid. De overledene was eerst aau het Amsterdamsche Athenaeum, later aan de Leidsche Universiteit hoogleeraar, en doceerde aan beide instellingen van hooger onderwijs het strafrecht. Beroemd werd zijn naam inzonderheid door het aandeel, dat bij had in het tot stand komen van het Nederlandsch strafwetboek als lid der staats- commissie in de voorbereidiug van dit omvangrijke onderwerp als Minister van justitie in ae vaststel- ling van het ontwerp door de Staten-Generaal. De invoering heeft hij niet mogen beleven. Voor enkele weken had de benoeming tot lid van den Hoogen raad hem een nieuwen werkkring geopend, dien hij evenwel door de ziekte, waaraan hij thans gestorven is, niet heeft kunnen aanvaarden. Uit Vlissingen wordt aan de N. R. Ct. het volgende gemeld Zaterdag avond omstreeks half negen had er bij de aankomst der Middelburgsche raderboot van Rotterdam eene aanvaring plaats, kort bij de aan- legplaats voor het arsenaal, met het van Vlissingen komende barge-bootje dat, met een lOOtal passa- giers beladen, op weg was naar de Middelburgsche kermis. Bij de aanvaring van het barge-bootje, welke onvermijdelijk was gebleken, toen dit den hoek was omgekoraen, ging een doordringende angstkreet van de vele zich op het dek bevindende pnssagiers op; een drietal sprong te water en zwom naar den kant, terwijl eenigen, bij een onbeschrijfelijk tooneel van verwarring, op de Mid delburgsche raderboot overklommen, alien op zelf- behoud bedacht en voor het ergste bevreesd. Gelukkig echter bleken de beide booten de aan varing flink te hebben doorstaau, hetgeen vooral hieraan te danken is, dat het barge-bootje in een der wielen was geloopen. Dit laatste raakte onklaar, en de machine kon niet meer werken, terwijl de barge-boot een paar gateu bij den steven boven de waterlijn had bekomen. Met een nat pak van enkelen, een paar lichte schrammen en een grooten schrik liep dit ongeval verder gelukkig af. Langen tijd dnurde het, eer de Middelburgsche boot aan hare ligplaats kwam, en het was intusschen niet meer mogelijk, eene aanzienlijke partij oesters en mosselen tijdig op de mailboot te doen bezorgen. Geruimen tijd was er door het drukke verkeer een praatziek mondje. ,/De oude heer moet haar gruwelijk genoeg gekweld hebben." z/Jawelfluisterde de andere weer. //Doch daarvoor heeft zij hem dan ook den toegang tot haar ontzegd, dewijl zij haar mooie schoentjes steeds voor de deur bleef zetten." Allen verstomden, omdat de meesteressen nog- maals naderdeu. Zoodra deze zich echter weer omgekeerd hadden, werd het gesprek fluisterend voortgezet. z/Wat heeft zij mooie oogen z/Zouden het haar oogen zijn, die Abd-el-Raschid elken nacht bezingt?" r/Onze jonge minnaar zingttegenwoordig dikwijls," Jaik hoor hem bijna iederen avond!" z/Ik ook z/En ik ook al!" Nu werd het gefluister gestoord door een zwarten dienaar, die zoo onverwacht bij de vrouwen kwam, dat zij schreeuweud uit elkander stoven. Hij mompelde, zooals haremwachters gewoon zijn, eenige onverstaanbare woorden, waarna hij zijn meeste ressen vol eerbied naderde. Terwijl hij de hand aan zijn rooden tulband bracht, meldde de zwarte met een monsterachtigen grijnslach, dat de jonge Bei zijn opwachting bij grootmoeder en moeder wilde maken. yHaalt uw sluiersbeval de grijze vrouw nu aan de slavinnen. De meisjes ijlden huiswaarts en zij kwamen onmiddellijk gesluierd terug. met de stoombarges, die wegens den laatsten Middel- burgschen kermisavond elk half uur afvoeren, groote kans op herhaling van een ongeval, dat de schromelijkste gevolgen na zich had kunnen sleepen. Op de rivier voor Dordrecht had Zaterdag- morgen omstreeks 9 uur een treurig ongeval plaats. Nabij den mond der Wolwevershaven lagen eenige schepen op stroorn, waaronder het keenschip Wil- helm. Door den krachtig opstekenden wind werd bedoeld schip zoodanig geslingerd, dat het noodig werd de zwaarden neder te laten. Terwijl de opvareuden daarmede bezig waren, werd eene mede ten anker liggende ijzeren scliuit met zulk een kracht tegen het roer van de Wilhelm gedreven, dat het touw, waarmede de helmstok aan den mast was vastgezet, werd losgerukt en de 13jarige dochter des schippers, die uit nieuwsgierigheid op het dek was gekomen, door den helmstok werd overboord geslagen. Door den sterken stroom verdween het meisje terstond onder het dwars in de rivier liggend schip, maar ook op hetzelfde oogenblik sprong haar 20jarige broeder Pieter Kassel haar na, dook onder het schip, doch vergeefs; door twee iu de nabijheid liggende schepen en den sterken golfslag verloor hij de drenkelinge uit het oog. Pogingen met dreggen, door onderscheidene schippers aan- gewend, om haar te visschen, bleef mede onbekroond, zoodat het meisje jammerlijk verdronken is. De Magdeburgische Zeitung bevat een schrijven van een soldaat te Atjeh, waaraan het volgende is ontleend z/Wat men in Duitschland onder soldaat verstaat is op onzen soldatentroep volstrekt niet toe te passen. De krijgslieden worden, zoowel door de inboorlingen als door de weinige Europeanen, die zich hier vestigden, veracht, verafschuwd, ja gehaat, omdat zich onder hen de gemeenste en schurk- achtigste vagebonden der bescbaafde wereld be- vindenzoo bijv. een paar duizend Parijsche communards van 1871, Duitsche deserteurs en allerlei mogelijke en onmogelijke schurken uit alle landen; ook een groot aantal Nederlaudsche tuchthuis- boeven die, in de jaren 1875 en 1876 uit de strafkleedij, met een handgeld van drie honderd gulden, in de uniform van iVederlandsch-Indisch soldaat overgingen. In die dagen was er veel kanonvleesch noodig en een strafgevangene was evenveel waard als een eerlijk man. Die kerels dienen hier zoolang zij nog maar kunnen kruipen, want zij mogen niet naar Europa terug. Bij dit alles komt nog een schaamteloos verkeer met vrouwen van het land, ieder soldaat neemt eene mede in kazerne of kampement en jaagt haar weg als zij hem niet langer bevalt. Onder welke omstandigheden dus iemand, die Ondertusschen had Nefiseh-Hanem ook een blauwzijden omhulsei omgeworpen en het benedenste gedeelte van haar gelaat, heur voorhoofd en heur haren met een geurigen sluier bedekt, wat aan haar groote bruine oogen een onbeschrijflijke too- vermacht verleende. Abd-el-Raschid's grootmoeder en moeder bleven alleen ongesluierd, want de Muzelman mag slechts het gelaat zien van vrouwen, die hij niet huis waarts mag voeren, of die hij reeds huiswaarts heeft gevoerd. Daar was hij reeds, de schoone Abd-el-Raschid. Hoe trotsch en manlijk stapte hij vooruit! Aan zijn zijde rinkelde de sabeluit zijn oogen straal- den kracht en zelfbewustzijn. Men kon het hem werkelijk aanzieu, dat hij uit een edel geslacht stamdehet heete bloed der Bedoeinenvorsten, het bloed zijner voorvaderen, die de woestijn beheerscht hadden, stroomde hem onstuimig door de aderen. Met stralende oogen betrad hij den palmentuin; met een diepe buiging bracht hij de hand aan zijn lippen en aan zijn voorhoofd. De beide oude dames omarmden hem hartelijk, terwijl Nefiseh haar lange, boogvormige oogleden neersloeg en den gewonen groet liet hooren: ,/Lelteksaid(Uw avond zij gelukkig!) Er zweefde iets eigenaardigs vol onderdrukte tee- derheid in haar groet: //Uw avond zij gelukkig!" z/En ook de uwe!" fluisterde Abd-el-Raschid, zonder dat hij zijn schoone, lieve nicht aanstaarde. TER \EIZEVS(UE COIRMT 1) De Egyptische Lorelei.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1885 | | pagina 1