Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2110.
VVoensdag 5 Augustus 1885.
25e Jaargang.
A AN BESTEADING.
3) Op Nieuwjaarsdag.
Binnenland
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Yoor
Nederland f 1,10. Yoor Belgie f 1,40. Voor Amerika f l,32f
Men abonneert zicb bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
busbouders.
ADYERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Yoor elke regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Bit blad verschijnt Dinsdai- en Vrijd.igavond bij den nltgcvcr P. J. VAN BE S A N I> E te Ter Neuzen.
Op Donderdag, Augustus 1885, 's morgens
11 ure, zal door ondergeteekenden op het gemeente-
raadhuis alliier in het openbaar, bij enkele inschrij-
ving, worden
AA N B E S T KE D
Het uitbreken van keibestrating
en hefc vervoeren van keien enz.
De voorwaarden liggen ter Secretarie ter lezing.
Ter Neuzen, 31 Juli 1885.
Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
folitieli Overzielit.
Nu de dood van den Mahdi een voldongen
feit is, zegt de correspondent van de Times te
Cairo, is het niet overbodig te herinneren dat
de profeet bij zijn leven vier //khalifen" heeft
benoemd. De eerste Abdullah, de tweede Os-
man-Digna, de derde een Soedanees en de vierde
Sheikh El Senoussi, die echter voor de eer be-
dankte. Abdullah heeft nu zich zelf als heerscher
opgeworpenhij is de bekwaamste en handigste
van al de //rechterhanden" van den Mahdi, doch
jammer genoeg, slechts Sheikh van een onbe-
duidenden stam, zoodat de Sheikhs van grootere
stammen weigeren hem als hoofd te erkennen.
Deze weigering heeft reeds aanleiding gegeven
tot onlusten en inwendige verdeeldheid.
Intusschen hebben de Engelsche troepen te
Suakin veel van het klimaat te lijden. In zeven-
tien dagen overleden een officier en elf man aan
zonnestekende typhus woedt er evenzeer als
onder de Italiaansche soldaten te Massowah en
evenals daar, wordt ook door de Engelschen over
gernis van velerlei benoodigdheden o. a. aan vol-
doenden toevoer van ijs, geklaagd. Een schip,
de Bulimba, is weder met een transport herstellenden
naar Engeland vertrokken.
Aan den Nijl kan men niet klagen over ge-
brek aan crediet. Nauw was de Egyptische
leening opengesteld of zij werd weder gesloten,
men had meer dan de gevraagde sommen inge-
schreven. Moet den Boeren in de Transvaal
het water niet om de tanden loopen. Zonder
geld is het slecht huishouden. Zal men in den
nood weer tot de rijke lords in Engeland moeten
komen Maar met de vraag om financieele
hulp staat natuurlijk de meerdere of mindere
afhankelijkheid van den Brit op het spel. Van
ons kunnen ze slechts gastmalen, eerbewijzen,
liederen en toosten verwachten. „Yrienden in
nood, honderd op een lood."
PEUILLETON.
Daar klonk van den toren der kleine kerk, plechtig
gelui, en de harmonische klanken drongen als
een boodschap van vrede in het vertrek. De
klokken riepen de aandachtigen naar de avonddienst,
die, zooals elk jaar, op dezen dag de gemeentein
het huis des Heeren verzamelde.
*Laat ons naar de kerk gaan, Martha," zei de
vrouw tot liaar schoonzuster, ,/dat zal mij kalm
maken en mij weer nieuwe hoop gevenik wil
voor miju Karel bidden Zij staken een lantaarn
aan en gingen.
Hendrik bleef met zijn jongsten zoon Frits
alleen thuis. Plotseling klonk van den zeekant
een kanonschot, en terstond daarop een tweede en
eindelijk een derde, toen hoorde men nog alleen het
huilen van den storm en het dofie bruisen der golven.
//Een schip is in noodhet signaal roept om
hulp," zei Hendrik en liep naar de deur, om
buiten naar het weer te zien. Frits volgde hem.
Het was niets veranderdnog steeds dezelfde
pikdonkere nacht en de zelfde ijskoude wind, die
dicht, bij de deur een sneeuwberg had opgehoopt.
//In dezen nacht is het onmogelijk hulp te
verleenen," voer Hendrik voort, toen hij zich van de
ondoordringbare duisternis had overtuigdde hemel
zij de arme schipbreukelingen genadig
Voor oorlog, daar is geld voor. Thans schrijft
men weer uit Berlijn, dat de versterkingen der
Franschen aan de Duitsche grenzen daar zeer de
aandacht trekken, en men wel genoodzaakt zal zijn
de cavalerie aan de grenzen op voet van oorlog
te brengen. Toe maar, de krijgskassen in de oude
wereld moeten de opbrengsten maar verzwelgen
En dat in een tijd, dat men overal roept om werk
en loon, niet het minst in Duitschland. In Weenen
vechten de soldaten met de politie, die leegloopers
schijnen ook wat te doen te willen hebben. De
soldaten vochten er op een bal, waaraan 3000
personen deelnamen, met sabels en de politie met
revolvers. Dooden en gewonden kwamen er.
Te Berlijn duurt de werkstaking onder de met-
selaars steeds voort. Ongeveer dertien duizend
hebben den arbeid gestaakt en tegenover dit groote
cijfer staan slechts weinige bazen. Aan beide zijden
heerscht echter gelijke vastberadenheidgelijke
verbittering die, hoe langer hoe meer, voor een
gevoel van haat plaats maakt. De metselaars, die
tot nog toe 40 pfenning (24 cts.) per uur ont-
vingen, eischen thans 50. Zij verklaren, dat het
grootst aantal werkuren in het jaar 2400 bedraagt
en de jaarlijksche verdienste in de beste gevalleu
936 mark of 18 mark per week, maar dat een
gewoon fliuk arbeider het niet hooger dan tot 16
mark (f 9,60) brengt. Daar tegenover wordt
berekend dat het huishouden van een metselaar
met vrouw en vier kinderen het volgende kost
Huur 210, belasting 24; dokter en apotneker 30,
kleederen 110, schoenen 40, uitgaven van den
man gedurende zijn werk 76, bewassching 30 mark
of te zamen 520 markin het gunstigste geval
dus, wanneer het hoofd van het gezin 936 mark
in het jaar verdient, blijft acht mark per week
voor voeding van het gezin over. Als men gaat
rekenen hebben de lui het er nog zoo kwaad niet,
men dient rekening te houden met algemeene en
plaatselijke toestanden.
In Spanje ziet het er daarentegen slechter uit.
Ongeveer 4000 gevallen, waarvan 2000 doodelijk,
worden dagelijks over geheel Spanje geconstateerd.
Het lust ons niet veel over de ellende op het
Pyreneesche schiereiland te schrijven, het volgende
alleen is voldoende om zich een beeld van den
radeloozen toestand voor te stellen. In een enkele
stad van de provincie Soria aldus wordt aan
de Independance medegedeeld liggen 150 lijken
sedert drie dagen op den openbaren weg, daar de
geneesheeren, gemeentelijke aut.oriteiten en de dood-
gravers zelven reeds aan de epidemie zijn bezweken.
Ook in de provincien Murcia en Andalusie liggen
nog tal van lijken onbegraven langs den weg. Te
Monteguado bezweek in 10 dagen tijds een vierde
gedeelte der bevolking. Er is sprake van het
bijeenbrengen van nieuwe fondsen tot bestrijding
der ziekte, daar de credieten, door de Cortes toe-
De eerste morgen van het nieuwe jaar schemerde,
toen Hendrik van zijn leger opstond, zich snel
aankleedde, en naar het strand liep. De storm
was bedaardmaar de hemel was nog steeds grauw
en mat en de dikke sneeuw belette het loopen.
Een klein visschersdorp, dat aan de kust lag, was
zijn doel; de visschers moeten het noodsignaal
gehoord hebben en konden misschien inlichtingeu
over het lot van het schip geven. Onderweegs
voegden zich nog eenige lieden bij hem, die deels
uit nieuwsgierigheid, deels uit hoop op winst, ingeval
het schip gestrand mocht zijn, deels ook uit ware
menschenliefde, naar het strand gingen.
Nog was de zee niet tot rust gekomen, nog
rolde zij lange gestrekte golven tegen de kust.
Aan het strand echter heerschte buitengewone
drukte, en Hendrik ontdekte terstond, dat inderdaad
een vaartuig te gronde was gegaan, want overal
hadden de golven goedcren op het strand geworpen,
die door de bewoners van het visschersdorp in
veiligheid werden gebracht. Niemand had het
schip in den vreeselijken storm en in de duisternis
kunnen helpenhet was gestrand en na korten tijd
uiteen gestagen.
,/Hoeveel menschen zijn er verongelukt vroeg
Hendrik aan een der visschers, die een aangespoeld
vat voortrolde.
De man haalde de schouders op.
,/Dat heeft men nog niet kunnen bepalen," zeide
hij, want men weet niet, wat er van de andere
gestaan, zijn verbruikt. Te Madrid worden allerlei
voorzorgsmaatregelen genomenom een ernstig
optreden van de epidemie in de hoofdstad te
voorkomen.
De Haagsche kroniekschrijver van de N. Gron. Ct.
meldt, dat de ziekte, waaraan Z. M. den Koning
iijdende is, door zijn buitenlandsche badkuur geens-
zins geweken is. Al bestaat er gelukkig voor het
oogenblik geen gevaar, de algemeene toestand des
Konings is en blijft van dien aard, dat alleen een
zeer rustig leven, zooveel mogelijk buiten, en een
streng dieet, hem voor telkens herhaalde iustortin-
gen en hevige pijnen kunnen bewaren. T Is dan
ook in verband met de voorschriften van de genees
heeren, dat de koninklijke familie dezen zomer op
het Loo verblijf zal blijven houden en vermoedelijk
zelfs tot na September dat lustslot niet zal verlaten.
Het wordt ook meer en meer waarschijnhjk, dat
de volgende zitting van de Staten-Geueraal niet
door Z. M. persoonlijk zal worden geopend.
Daarvoor bestaat nog een ander motiefde wensch
namelijk der regeering, dat nog in October, nade
afdoening van de Indische begrooting, de grond-
wetsherziening aan de orde zal komen vooraf-
gegaan door de herziening der kiestabel. Om dit
te bevorderen, zal geen troonrede worden uitge-
sproken en dus het adres-debat worden bespaard,
wanneer althans de Kamer de regeering op dien
weg wil volgen.
Men deelt aan de N. R. Ct. mede, dat de
Minister van binnenl. zaken, Mr. J. Heemskerk Az.,
juist op zijn 67 verjaardag, 30 Juli, verrast werd
met het bericht, dat de Koning hem benoemd had
tot minister van staat.
Behalve de heer Heemskerk, zijn er nog vier
staatsliedeu, die den titel van minister van staat
dragen, de heeren: Mr. A. J. Duymaer van Twist,
•J. D. B. A. baron van Heeckeren van Beverwaard,
Mr. C. Th. graaf van Lynden van Sandenburg en
Mr. A. E. J. Modderman.
In de New Amsterdam Gazette van New-
York, vindt men de volgende correspondentie uit
Chicago
Kennis nemende uit een voorgaand nummer
uwer courant waarbij de .laatste regeling in het
voordeel der schuldeischers van Kerdijk &Pincotfs
de twee voormalige directeuren der Nederl. Afrik.
Handelsvereeniging te Rotterdam bekend is gemaakt,
denk ik dat velen uwer lezers er belang in zullen
stellen, te weten, waarmede de heer Pincoffs, de
eerste leider in deze welbekende zaak in Holland,
zich tegenwoordig bezig houdt. Bij zijne aankomst
in Amerika bracht hij eerst eenigen tijd door in
New-York en vertrok vervolgens naar Chicago,
booteu is geworden. De bemanning der ,/Arminius"
zooals het schip heeft geheeten, maakte de vier
booten vlot; de eerste sloeg voor de oogen der
achtergebleveuen om zoodat zij met man en muis
verging, de tweede dreef hierheen en de bemanning
werd gered; niemand echter weet, waar de twee
anderen zijn gebleven."
z/Er zijn dus mannen van het gestrande schip
hier?" vroeg Hendrik.
De visscher nam zijn pijp uit den mond en
wees met het mondstuk naar een klein huis.
z/Daar kunt gij hen zien," vertelde hij, „ei
moeten twaalf mannen zijn. Zij waren door de
groote inspanning doodelijk vermoeid, toen de zee
hen naar wal dreef, en de gemeente heeft hen
onder dak gebracht in het huis, dat aan den ouden
Jan de Bruin toebehoorde, maar sedert zijn dood
leeg staat omdat de erfgenamen het te veel op
prijs houden."
//Dan zullen zij wel rusten, en ik wil hen nu
niet storen," zei Hendrik.
z/Rust en slaap was het eenige, wat zij wenschten,"
zei de man, ,/want aan proviand heeft het hun op
het schip niet ontbroken. De mannen hebben
moeten werken, zoodat het bloed hun uit de handen
sprong, en zij zouden alien omgekomen, zijn, als
de wind niet landwaarts had gestaan. Dat was
een nacht, zooals wij hier zelden hebben beleefd;
onze oude lieden in het dorp zeggen, dat er, omdat
hot nieuwe jaar zoo stormachtig is begonnen, veel
waar hij een groothaadel iu tabak is begonaeil.
Zijn kantoor is gevestigd in South-Water Street,
waar men hem gewoonlijk iederen namiddag kan
aantreffen. Hij is niet veel veranderd en zijne
waardige manier van spreken, die hij steeds in
acht neemt, oefent grooten invloed uit op zijne
bezoekers en kapitalisten, welke laatsten anders
wel eens hinderlijk kunnen zijn. Hij bewoont
een fraai huis te Kenwood, een van de voornaamste
ouurten in deze stad. Zijne twee zonen Maurice
en Peter, welke beide makelaars zijn, wonen bij
hem in. Eenige personen hier schijnen bekend
te wezen met zijn vroegeren levensloop en de
voorname positie welke hij in Holland bekleedde,
ondanks de algemeene vooronderstelling, dat hij
een geboren Duitscher is.
In den laatsten tijd doen zich herhaaldelijk
gevallen voor dat personen met valsche papieren
bij het koloniaal werfdepot in dienst treden; ten
bewijze hoe onbeschaamd dergelijke sujetten daarbij
te werk gaan diene het volgende.
Bij de aanvrage om een certificaat van goed
gedrag kreeg de politie te Amsterdam vermoeden
dat hier bedrog in het spel is en vond dat ver
moeden bevestigd.
Ze ontbood den waren persoon op haar bureau
en hem, die onder vreemden naam in dienst
wenschte te gaan, en ondervroeg beiden beurtelings
naar hunne namen, voornamen, zoomede die der
ouders en woonplaats.
Op die vragen aan beiden gedaan ontving ze
van beiden een volmaakt gelijkluideud antwoord.
De een verklaarde hierop dat hij dien anderen
persoon, die zijn naam misbruikte niet kende en
ook onmogelijk kon zeggen waar hij woont.
De bedrieger liield vol dat hij een broeder van
hem is, maar dat deze hem niet kende. Toen
werd de moeder van den eene ontboden en in
tegenwoordigheid van beiden gebracht.
Ook deze verklaarde den waren persoon voor
haren zoon en den voorgewende niet te kennen;
waarop deze brutaal antwoordde, dat die vrouw
ook zijne moeder was, en dat hij het laag vond,
dat zij hem niet wilde kennen.
De bedrieger werd hierop naar de eel overge-
bracht, en daar hij weigerde zijn eigenlijken naam
op te geven, doet de politie thans onderzoek.
Een vermakelijk staaltje van bijgeloof wordt
uit Muntendam (Gr.) medegedeeld. Volgens zeg
gen van vele ,/deskundigen" was het lOjartg
dochtertje van den timmerman N. behekst. Bij het
openen van de kussens vond men niet alleen kransen,
maar compleete vogels, die over de tafel huppelden.
Een buurman gaf den raad een en ander over 't
vuur te koken. De etenspot werd met een kan
melk en de veeren over 't vuur gehangen, na goed
in de randen met leem besmeerd te zijn, terwijl
vooraf de schoorsteen, het gootgat, de deur en
ongelukken op zee zullen gebeuren. Wij visschers
hielden den geheelen nacht afwisselend strandwacbt
juist toen in het dorp de klokken het nieuwe jaar
inluidden, bevond ik mij met twee anderen op
wacht. Toen was het, alsof wij te midden van het
huilen en bruischen menschelijke stemmen hoorden
wij liepeu er heen en zagen nu bij het schijnsel
onzer lantaarn een aantal mannen, die uit een
verpletterde boot te voorschijn kwamen. Onze
lichtcn hadden huti tot nchtsnoer gediendzij
hadden met de laatste krachten, nietfegenstaande
de branding, de boot landwaarts getracht te sturen,
wat hun met behulp van den storm gelukt was.
Een goed leger en een warme kamer zullen hun
weldra alle gevaren doen vergeten, dan zullen zij u
zelf verhalen, hoe alles is geschied."
Hij zette zijn vat weer in beweging en begaf
zich naar het dorpHendrik volgde hem op eenigen
afstand. Zijn weg liep voorbij het bedoelde huis,
waar de schipbreukelingen een onderkomen hadden
gevoiulen, toen zij nog nauwelijks in staat waren,
hun verstijfde ledematen te verroeren. Hij trad
binnen; de nieuwsgierigheid dreef hem, omdezoo
wouderlijk geredden te zien.
Daar lagen zij, de stevige gestalten in een diepen
slaap gedompeld. Op de trekken van enkelen
waren de sporen van den doorgestanen doodsangst
nog te bespeuren, terwijl anderen tevreden glim-
lachend daar lagen en vriendelijke droombeelden
voor hun geest schenen te zweven. Met innige
TER NEIJZEISCHE <01 lit VI