Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2103.
Zaterdng 11 Juli 1885.
25e Jaargang.
Binnenland.
Landbouwberichten.
Buitenland.
Gemengde berichten.
I
Wij ontvingen inzage van een particulier
schrijvenwaaraan wij het volgende ontleenen,
betreffende den moord, door twee inlanders te Djambi
gepleegd op den officier van gezondheid Van Heycop
ten Ham
Djambi, 28 Mei '85
Zaterdag 23 Mei waren wij, wat
zelden gebeurt, alien (nl. de zeven Europeanen alhieri
in den vooravond in de societeit vereenigd. Gij
weet dat deze zijn de controleur Palm, kap. V.
d. Schoor, Dr. Heycop ten Ham, de havenmeester
Jackson en de luitenants Bueninck, Lucker en
Jacobs.
Wij waren bezig te biljarten en speelden geza-
menlijk een potspel in eene uitermate vroolijke
stemming. Om ruim 7^ uur kwamen plotseling
twee inlanders al tandakkende, inlandsch dansend,
binnenstormen, met ontbloote klewang in de hand
en over hun rechterschouder houdende. Onmid-
dellijk begonnen zij eene slachting onder ons aau
te richten. Wij hadden geen van alien wapens
bij ons en poogden ons met onze queuen te ver-
dedigen, die echter als splinters door de klewangs
werden stukgeslagen.
Op het eerste moment dachten wij, dat die
beide kerels brieven van den Sultan brachten,
omdat zij dan ook ongeveer op dezelfde wijze
loopen, als zij bij den controleur moeten zijn.
Hoe alles precies is toegegaan, weet ik mij niet
te herinnerenalleen kan ik u mededeelen, dat
wij ons alien zoo goed mogelijk verdedigden.
Dr. Heycop ten Ham bleef op de plaats dood
die arme vent kreeg eerst een houw, die zijn hoofd,
van het linker voorhoofdsgedeelte af over de beide
oogen tot aan het rechteroor gedeeltelijk kliefde,
verder eenige kleinere wonden in het aangezicht,
een in den hals, rechterpols en liukerdij.
Bueninck kreeg slechts een slag, die echter zijn
rechterarm bijna geheel in tweeen sneed, zoodat
al de groote slagaderen waren doorgesneden.
De klewang, die deze slag toebracht, schijnt ver-
giftigd te zijn geweest, daar hij reeds den 26n,
's avonds om 10£ uur, overleed en zijn lijk reeds
een paar uur na den dood zoo geweldig begon op
te zwellen, dat hij een driedubbelen omvang had
gekregen. Ook zijn hoofd deelde in deze omvang-
toeneming.
De havenmeester Jackson heeft verschillende
groote wonden gekregen, twee in zijn gezicbt, die
hem de linkerwang, onderkaak en kin in twee
stukken sloeg, een over den linkerschouder, daar
gemakkelijk mijn vuist in kan liggen, en een over
zijn linkerhaud.
Daar onze goede dokter overleden was, moest
een der officieren, die de meeste geneeskundige
kennis bezat, als medicus fungeeren en de onge-
lukkige gewonden in het hospitaal verbinden.
Bueninck heeft erge wondkoortsen gekregen1
dag na het gebeurde begon hij te ijlen en is tut
aan zijn dood buiten kennis gebleven.
Jacksou leeft nog en is zelfs vrij wel; wij
hopen, dat nu spoedig een medicus uit Palembang
komt, om de zorgen over dezen braven kerel op
zich te nemen.
Een Sinjo, schrijver van den controleur, die met
een lans kwam om ons bij te staan, werd de lans
met de hand, waarin hij haar hield, afgeslagen en
geheel in stukken gehakt. Hoe wij vieren nog
ongedeerd zijn geblevenbegrijp ik nietwij
moeten echter nog zeer op onze hoede zijn en
loopen steeds met geladen revolvers. Het is even-
wel niet waarschijnlijk, dat zoo iets zich spoedig
herhalen zal.
Gij zult begrijpen, dat wij alien nog zeer onder
den indruk van het gebeurde verkeeren en ik u
dus onmogelijk thans over iets anders kan schrijven.
A.
In de Ned. Sport herinnert de heer H. er
aan, hoe in de Nieuwe Drentsche Volksalmanak
voor hetjaar 1883, door Dr. H. Hartogh Heijs van
Zouteveen te Assen, het na volgende omtrent het
aanwezig zijn van herten in Drenthe medege-
deeld werd
ffIn de oorkonden van Keizer Otto den Groote
van het jaar 943 wordt bevolen, dat niemand
zonder verlof van bisschop Balderik in de bosschen
van Drenthe aan den Nederrijn herten, beren, reeen,
wilde zwijnen en die wilde dieren mag jagen,
welke in de Duitsche taal Elo of Schelo heeten.
Buim negen eeuwen geleden kwamen dus al die
dieren in het wild in Drenthe voor, dock zijn
reeds sedert eeuwen voor goed uit onze provincie
verdwenen. Wij zeggen „voor goed," omdat de
dichtere bevolking en vervolging door den mensch
het ze onmogelijk zou maken hier opnieuw in-
keemsch te worden, ook al mochten enkele exemplaren
weder herwaarts willen verhuizen.
Hoe gemakkelijk deze dieren, voor zoover zij
nog in uaburige landen voorkomen, hier echter
weer zouden kunnen verwilderen, als de mensch
niet tusschenbeide kwam en de bosschen weer
toenamen, blijkt uit de herten, die zich sedert
eenige jaren weer meer en meer hier beginnen
te vertoonen eu blijkbaar uit Duitschland af-
komstig zijn.
Het eerste vertoonde zich, zoover ik weet, een
jaar of zeven geleden in het oosten van Groningen.
Het volgende jaar schoot men een hert te Zuid-
laren. In 1877 en 1878 hield zich een hert op
mijn ontginning „Witterholt" te Smilde op. In
1879 vertoonde zich een hert op het landgoed
„Berkenheuvel" onder Diever. Weldra kwam er
een hinde bij en daar de eigenaars van het land
goed zorgden, dat ze niet verontrust werden, hebben
zij zich op dit oogenblik reeds tot een zestal ver-
menigvuldigd en dus geheel genaturaliseerd.
Herten uit de Yeluwe kunnen hier blijkbaar
niet komen, vooral wegens den Gelderschen IJsel.
Maar ook de geopraphische ligging der plaatsen,
waar zich de Drentsche herten achtereenvolgens
vertoonden, bewijst hun Duitschen oorsprong."
Sinds Dr. Hartogh Heijs van Zouteveen zulks
schreef (September 1882) zegt nu de heer H.
is het aantal herten op geooemd landgoed aan-
merkelijk toegenomen en bestaat dan ook het plan
bij eenige liefhebbers van de jacht om aldaar in
het aaustaaude jachtseizoen een of meer drijfjachten
op genoemd wild te houden.
Wenschelijk intusschen zoude het zijn, indien
Gedeputeerde Staten van Drenthe den tijd van
het jaar en de dagen der week vaststelden, waarop
het geoorloofd zoude zijn de jacht op grof wild
uit te oefenen, want ofschoon een groote jachtacte
tot het uitoefenen van alle geoorloofdjachtbedrijf
met uitzondering allden van de lange jacht en
valkenjacht de bevoegdheid geeft, is het tot behoud
van den wildstand niet onverschillig, op welke
tijdstippen van het jaar grof wild bemachtigd wordt
en zou daardoor voorkomen worden dat, gelijk nu
en dan reeds is geschied, herten door broodjagers en
stroopers werden geschoten op tijdstippen van het
jaar, waarop het bemachtigen van die wildsoort
ongeoorloofd moest zijn.
Naar men verneemt is dan ook door eenige
grondeigenaren in Drenthe daartoe een request
aan Gedep. Staten dier Provincie ingediend.
TEK NEUZEIV, 10 Juli 1885.
In deze streken beloven de veldproducten over
het algemeen een alleszius gunstigen oogst. Tarwe
staat redelijk goed, zwaar van stroo; rogge mid-
delmatig; gerst geeft verwachting op een ruim
beschot; haver op een middelmatige opbrengst,
ofschoon deze veel kan verbeteren; erwten staan
uitnemend, zoo ook de paardenboonen; hetkoolzaaad,
waarmede een aanvang gemaakt is met snijden,
belooft een goed beschot; het vlas, dat dit jaar
weder veel verbouwd wordt, geeft uitzicht op een
goed gewas; tengevolge dat het oude bewerkte
vlas tot lage prijzen werd omgezet, van f 1,80
tot 2,20 het steen, staan de tegenwoordige
prijzen van het te veld staande ook niet hoog,
loopende het beste van 175 tot 220, mindere
tot /150 per gemet, alles met veel kooplust;de
suikerbieten, waarvan het bezaaide ruim de helft
van het vorige jaar zal bedragen, staat tot nog
toe goed; zoo ook de paardenpeeen; van meekrap,
gezegende gedachtenis van vroegere dagen, is thans
nog een stukje te vinden met jarige en een dito
met nieuw aangeplante, beide in de gemeente
Zaamslagde aanplant van aardappelen heeft wederom
op ruime schaai plaats gevonden en ze voorspellen
een goede opbrengstklaver geeft een ruim
gewin, en ook de dijken en weilanden zijn goed
bezet met voeder voor het vee; de nachtvorsten
hebben nog al teleurstelling veroorzaakt bij de
verwachting van de boomvruchten, zoodat men
van peren een redelijke, van appelen een mindere
opbrengst verwacht, daarentegen van steenvruchten
meerder. De gezondheidstoestand van het vee
blijft bevredigend, doch de prijzen, voornamelijk
van het rundvee nog steeds dalende, nu sedert
twee jaren wel 30 pCt. lager. Bij het aangaan
van nieuwe pachten bespeurt men verlaging daarin,
doch gerekend naar de opbrengst der laudproducten,
nog te hoog voor den landbouwer om te kunnen
blijven bestaan.
De opbrengst der nieuwe aardappelen, vroege
soort, is in Zuid-Beveland groot, hoewel de grootte
van den knol niet meevalt. De smaak is over
het geheel goed en de prijs niet hoog, 18 a 20
cent de 5 kop. Met het snijden van karweizaad
is een begin gemaakt. Yeel meer dan vroeger is
thans dit zaad gezaaid, met het oog op den hoogen
prijs, die er vaak voor besteed wordt. Op vele
plaatsen zal de opbrengst aan de verwachting be-
antwoorden, evenals het koolzaad, dat weldra ge-
sneden zal worden.
Te Manage hebben ernstige ongeregeldheden
plaats gehad. Daar zijn de werken aan het kanaal
onlangs begonnen door den heer Dufaux, welke
12 tot 1500 man onder zijne bevelen heeft, meestal
Italianen en Ylamingen. Yoor het huis, dat wordt
bewoond door den boekhouder Rass met zijn vrouw
en kinderen, en waar de betaling der werklieden
geschiedt, schoolden Zondag 's morgens ten 6 ure,
de werklieden samen. Onder geschreeuw eu gejouw
werd de betaling voortgezet, totdat eensklips ten
8f uren het tumult begon. Yele onrnststokers
drongen door de verbrijzelde ramen naar binnen.
De drie gendarmen poogden de belegeraars te
weerhouden, maar zij werden onder den voet ge-
worpen. De boekhouder kon met zijne familie
door den tuin ontsnappen en rond de 30,000 fr.
redden van de ruim 40,000 fr., welke zich in kas
bevonden. Als razendeu vielen de werklieden op
alles, wat hun onder de hand kwam, zij vernielden
meubelen, deuren en ramen, zilverwerk werd door de
vensters geworpen, een horloge werd voor twee frank
te koop aangeboden. In de kas bevonden zich nog
10 it 12,000 fr. in papier en zilver. Het papier
werd verscheurd en uit de vensters geworpen; de
boeken, plans, kaarten enz. werden in de straat
verbrand, op de stukken der verbrijzelde meubelen,
flesschen likeur werden geledigd even als twee
tonnen bier. Later braken de werklieden een
houten brug, welke voor den dienst gelegd was,
geheel af; eene locomotief werd vernield, en toen
poogden zij een depot van kruiwagens in brand
te steken, doch zij werden hierin verhinderd door
de aankomst der gendarmen. Er werd een aantal
arrestatien gedaan. Eene afdeeling van 50 gen
darmen handhaaft de orde. Het geplunderde huis
levert eenen pijnlijken aanblik op. Al wat de heer
Rass bezat, is vernieldzijne kleeren, even als die
zijner vrouw en kinderen, zijn horloge, de sieraden
zijner vrouw, zijne meubelen, alles ligt in stukken
op den grond of is verdwenen. De aannemers
bezitten geen enkel boek of register meer; tot
zelfs hunne wissels in portefeuille, hun „carnet
de cheques" en al hunne plans en teekeningen
zijn verloren.
Te Arnhem heeft iemand veel liefhebberij
om zijn eigen glazen in te slaan. Ook eergisteren
vermaakte hij zich met deze bezigheid en sloeg voor
f 10 a 15 ruiten in zijne woning stuk. Vol-
daan trok hij nu naar den glazenmaker, kocht daar
nieuwen voorraad, doch verloor er eenige onderweg,
waarop hij vol woede ook de rest tegen de steenen
wierp. Te huis gekomen werden nu nog de over-
geblevenen vernield en een aanvang gemaakt met
de vernieling van het huisraad, waaraan eerst door
de komst van de politie een einde kon worden
gemaakt.
Het volgende bericht wordt uit Groenlo ge-
zondenGisteren nacht om 4 uur, werden de
ingezetenen onverwachts gewekt om de brandspuit
te probeeren.
Wij gelooven, dat de berichtgever zich vergist
heeft eu dat het feit aldus had moeten vermeld
wordenHeden nacht heeft het gemeentebestuur
van Groenlo beproefd in hoeveel tijd 's nachts de
bevolking, moede van het werk op een snikheeten
dag, in rep en roer is te brengen. De proef is
als vrij goed geslaagd te beschouwen. Brandalarm
was natuurlijk het wekmiddel. Gelukkig is het
om 4 uur reeds dag.
Ongeloofelijk klinken soms de verhalen van
de licliaamskracht der ridders uit de dagen van
weleer. Men zou er toe komen die legenden voor
reine waarheden te houden, als men in het Cafe
Passage in de Kalverstraat te Amsterdam den
»pootigen" Duitscher gaat zien, die met deonbe-
dekte of met een zwachtel voorziene hand de
hardste steensoorten stuk slaat, ijzeren staven als
rietjes buigt. Een dergelijke ontwikkeling van
kracht, met zoo weinig ostentatie, ziet men zelden
of ooit.
In de goede dagen van grooten toevoer der
Kaapsche diamanten had deze man als klover een
millioen bijeen kunnen „slaan."
De man heeft zeker een zeer tevreden leven,
want met hem van gevoelen te verschillen of twist
te maken, staat gelijk met een zekeren dood, ten
minste als hij handtastelijk wordt.
In een particuliere correspondentie uit Deli
in de N. R. Ct. leest men omtrent een nieuw
middel tegen de cholera
Met deze treurige ziekte weet men tegenwoordig
raad. De algemeen geachte en beminde geneesheer
der Deli-Maatschappij, Dr. Eeikema, heeft namelijk
met schitterend succes een stelsel verbeterd en
toegepast, waarvan de eer der uitvinding toekomt
aan een jong officier van gezondheid, den heer
Godefroy, thans met verlof in Nederland. Yolgens
dat stelsel krijgen de lijders geen medicijnen meer.
Men volgt de natuur. Wil zij met geweld de
giftstof hebben uitgedreven, welnu, men laat haar
begaan en zorgt alleen voor een goedeu omloop
van het bloed. Daartoe geeft men den patient,
zoodra men bemerkt dat zijn pols sterk begint te ver-
minderen, een onderhuidsche inspuiting van een liter
lauw water met zout vermengd. Ongeveer een kwart
uur na deze kuur keert de pols terug, maar begin
nen zich ook aanstonds weder de bekende verschijn-
selen van de cholera te vertoonen. Laat de natuur
maar weer begaan eri herhaal slechts de kuur, zoodra
gij sterke verinindering van den polsslag waarneemt.
Zoo heb ik de behandeling van een patient bij-
gewoond, die tot vier malen toe zooTi inspuiting
kreeg. Toen na de vierde inspuiting zijn bewust-
zijn terugkeerde, bleek het dat de giftstof volkomen
was uitgedreven en kreeg hij onmiddellijk een glas
portwijn, om weder eenigszins op zijn verhaal te
komen. Een dag later verdroeg hij opnieuw licht
verteerbare spijzen en veertien dagen later deed
hij weer al zijn werk als de gezondste man. Met
die behandeling heeft Dr. Eeikema zooveel acces,
dat hij van de veertien lijders slechts twee verloren
heeft en die twee waren nog door opium geheel
uitgeputte personeu. Daarbij is het systeem van
inspuiting zoo dood eenvoudig, dat elke leek den
geneesheer onmiddellijk de behandeling nadoet,
zoodra hij haar eens heeft zien voordoen. De
meeste tabaksplantages hebben dan ook een voor
de inspuiting benoodigd toestel en, naar ik vernam,
is er reeds met volkomen succes door een paar
adsistent-planters gebruik van gemaakt. Eere daarom
onzen Hollandschen geueesheeren
De gruwelijke misdaad, door de Leidsche
giftmengst^r gepleegd, heeft overal diepe veront-
waardiging teweeg gebracht en velen meenen, dat
van zulk een gruwel geen wederga is te vinden.
Het is waar, men meent dat; doch laten wij eens
in den goeden ouden tijd terugzien en opslaan
de nistorie van Enkhuizen door E. v. d. Hoof,
waar wij lezen //In desen tijdt, of gelijk anderen
zeggen eenige jaren vroeger, woonde in dese stadt
een groot boosdoener, Luit Pelser genoemt, die,
nadat hij door den SchoutLang-Wamdas ge-
vangen was, negen en negentig moorden bekende;
indien het anders gelooflijk is, dat een mensch
zooveel gruwelen dorst uit werken. Ja men verhaelt,
dat hij in zijne banden, in plaats van berou te
toonen wenschte (so verre zou de boosheid syn
herte hebben bemagtigd) bij de negen en uegentigste
noch eenen doodslag omt getal van honderd vol
te maken. Ook en bezweek sijne verstokte hard-
nekkigheid door geen vrese voor straffe, die hij
hoe swaer dat se was, stoutmoedelijk te gemoet
sag. Hij wierd volgens het vonnesse van den
Gerechte op een horde geset, langs de stadt gesleept,
en met gloeiende nijptangen dood genepen." Een
vreemdeling was hij niet, want hij woonde te
Enkhuizen en de naam Outger Pelser, die met
anderen in 1572 de burgemeesterlijke waardigheid
aldaar voor eenige dagen bekleedde, tot zij voor
goed door anderen werden vervangen, is te Enk
huizen wel bekend.
In de Seinne bij Grenelle heeft Zondag een
zwemwedstrijd plaats gehad van mannen en vrouwen.
Deze laatsten droegen een badcostuum, dat een
nieuwe uitvinding moet zijn; want als men het
aan heeft zinkt men niet. Dit nieuwe costuum
heet //Pinsubmersible."
Te Brussel was de rue aux Choux Maandag-
avond in rep en roer, doordien men een gesluierde
dame als Louise Michel aanduidde, die uit de ge-
vangenis te Parijs heette ontsnapt te zijn om te
Brussel lezingen te komen houden. De dame wist
geen beter middel dan in een nabijgelegen estamiuet
de wijk te nemen, welks eigenaar, waarschijnlijk,
met haar in overleg die grap verzonneu had, omdat
de zaken wat slap gingen.
Een Zweedsch blad verhaalt, dat eenige vis-
schers op een der eilanden langs de kust van Blekinge
verleden Zondag 's nachts te twaalf uur de tijd
waarop heksen en zeenimfen zich vertoonen een
reusachtig schepsel ontwaarden, dat op eenigen
afstand van het eiland op de koppen der golven
danste. Na eene langdurige beraadslaging trokken
twee van de jongste en moedigste visschers, met
bootshaken gewapend, in eene boot naar de plaats,
waar het spooksel in den helderen zomernacht op
de rollende golven danste. De gedaante zwaaide
met de armen en knikte met het hoofd zoo vrien-
delijk, als wilde zij de visschers aanmoedigen tot
haar te komen.
van de Ter Heuzensche Courant.