Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwseh-Vlaanderen.
No. 2093.
Zaterdag 6 Juni 1885.
25e Jaargang.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika f 1,82£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven
busbouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
IHt bind verwchljnt Dluwdag- en Vrijdaffavond blj deu nils ever p. j. VAN DE SAM D E te Ter Neuzen.
t*olitieli Overasicht.
In de buitenlandsche aangelegenheden, ook aan
Afrika's boorden, wenscht de Czaar een toon mee
te geven. De Egyptische kwestie is een ding met
een staart. Naar Egypte ziju meer politieke oogen
gericht. De reis van lord Eosebery naar Berlijn
blijtt in Frankrijk zeer de aandaciit trekken, omdat
men haar in verband brengt met het land der
Farao's. Men behoeft er niet aan te gelooven dat
de Europeesche mogendheden, ik wil zeggen dat
Bismarck, hoe onschuldig thans ook aan 't onder
dompelen in de Kissinger baden, Engeland het
Suez-kanaal zal laten. Zoolang Engeland en Frank
rijk beide in Egypte optreden en de een de macht
des anderen in balans houdt, is het den Kissinger
badgast goed maar zich te eeniger tijd te laten
geldeu in de Egyptische zaken, is voor eene jonge
eerzuchtige zeemogendheid een gewenschte zaak.
Bismarck weet heel goed, als hij tuurt op de globe,
dat Egypte de sleutel van de toekomst iskan hij
dien sleutel zelf niet in den zak drageu, hij zal
wel zorgen dat John Bull dien eventnin te pakken
krijgt, en rekent hierbij op den steun van andere
bullebijters. Men kan niet zeggen dat de zaken
in Egypte voor Engeland gunstig staan. Zij hebbei
er niets dan verwarriug gesticht en Gladstone zit
met de h.tnden in 't haar. Wil hij troepen terug-
trekken, dan roept gansch Europa, of dan
roept zeker ieinsud „gij zijt verantwoordelijk voor
de goede orde Tracht hij werkelijk als gezag-
hebbende op te treden, dan voegt men hem toe
//gij zult in Egypte niet den baas speleu Zijne
voorstellen tot regeling der Egyptische fiuancieu
worden verworpeuin het toezicht op het Suez-
kanaal wil men de Egyptische autoriteit door eene
internationale commissie vervangen. Het eind van
dit jammerlijk gehaspel is niet te voorzieu en 't
word! tijd dat aan het geknoei met Egypte een
einde komtmisschien dat lord Eosebery deze
les mee uit Beriijn genomen heeft. Dat hij en
zijne ambtgenooten aan de Theems dit behoorlijk
ter harte nemen
Bi-lgie heeft ziju Charles Eogier ook op staats-
kosten begraven, zijn dood wurdt als een nationale
rouw beschouwd. Wat zullen eenmaal de Ger-
manen wel doen, als hun Bismarck of Wilhelm
ontvalt. Den grijzen Vorst wordt nu en dan al
eens in herinnering gebracht dat hij niet immer
zal blijven, maar hij staat telkens van zijn ziekbed
weder op, als ware hij van 't paard gegleden om
op nieuw weer in den zadel te stijgen. De oude
heer maakt zich echter vrij wat ongerust over de
Brunswijksche kwestie en heeft Bismarck een tijd
lang sprakeloos aangestaard, toen deze de onder-
teekemng van Z. M. verzocht van het voorstel
„Pruisen." Zoo schrijft men. Gekheid, fijue
diplomatic, als zou men niet weteu wat men wil.
Annexeeren is de slotsom van alle kwanswijze
FEUILLETON.
13) Het geheim der Woudluit.
;/Neen," antwoordde het meisje aarzelend, „ik zag
hem daar voor de eerste maal. Helaas was het mij
niet mogelijk, den vreemdeling te vertrouwen, want
die twee hadden elkander leeren kennen in de
gevangenis, waar de andere wegens een dwaling in
zijn jeugd, zooals hij het glimlachend noemde, was
opgesloten geweest. Hij bood ons een onderkomcn
aan in het huisje zijuer moeder en opende mijn
broeder het vooruitzicht een plaats te krijgen als
boekhouder bij den eigenaar van een steengroeve,
zoodat wij zonder aarzelen meegingen. Tot mijn
ontzetting bemerkte ik weldra, dat Dorn behalve
zijn werk in de steengroeve nog een ander vak
uitoefende, want dikwijls kwam hij laat in de nacht
thuis bracht dan geld en voorwerpen van waarde
mee. Men wist mij steeds te verwijderen, als de
dief zijn buit vertoonde: maar ik heb dikwijls
genoeg geluisterd en waarschuwde u, omdat ik
vreesde, dat men u ook zou berooven. Sedert die
vreeselijke ontdekking heb ik geen gerust uur
meer, vooral toen ik vernam, dat mijn broeder
medeplichtige was. Hoeveel nachten heb ik van
smart en kommer slapeloos doorgebracht, hoeveel
tranen ik heb vergoten, ik weet het niet; op al
mijn bidden en smeeken echter, dit leven op te
overdenking; dat woord staat boven elke bladzijde
waar men Bismarck's woordenboek ook opslaat
en Bismarck kan met Lodewijk XIV zeggen
//l'etat e'est moi
Bismarck's zucht tot annexeeren is intusschen
aanstekelijk geworden. We zien het aan Italie,
dat niet aflaat telkens met meer aandrang te toonen,
hoe noodzakelijk het is, dat Tripoli worde bezet.
Nu heeft weer een Italiaansch kapitein een brief
geschreven, waarin hij beweert, dat er over Tripoli
een uitgebreiden smokkelhandel wordt gedreven in
wapenen en ammunitie naar den Mahdi. Hij be
toogt verder de dringende noodzakelijkheid om niet
slechts de kusten der Roode Zee, maar ook die
der Middellandsche van Alexandria tot Tunis te
bezetten, daar het Turksche toezicht ten eenenmale
onvoldoende is. Geen kleinigheid voorwaarDat
italie spoedig de kust van Tripoli gaat bezetten,
is vrij zeker, al ware het alleen om Frankrijk's
mvloed paal eu perk te stellen; de annexatie van
Tunis is Italie een doom in het oog.
Volgens de laatste berichten is men nu wer
kelijk overeengekoinen, dat de Koning der Denen
als scheidsrechter zal optreden in de Afghaansche
kwestie. De Ulk gaf hiervan eene vermakelijke
voorstelling. Aan de eene zijde van den troon
staat de Prins van Wales met zijne Deensche
vrouw, aan de andere zijde de Czaar, die eveneens
met eene Deensche Prinses is gehuwd. *Kindertjes
zegt de oude Koning gemoedelijk //laat
ieder maar nemen wat hij wilHet blijft immers
toch in de familie." Zou men het zoo niet buiten
den scheidsrechter kunnen stellen?
Z. M. de Koning der Nederlanden zal, naar nu
laatstelijk is bepaald, tot 14 Juni te Carlsbad de kuur
voortzetten en vervolg.-ns een nakuur houden te
Koningswart in de nabijheid van Carlsbad, alzoo
niet, zooals onlangs was gezegd, naar Eichwaid,
bij Toplitz gaan. Graaf Dumonceau heeft reeds
met den Kur-directeur, Dr. Kohn, te Koningswart
de noodige schikkingen gemaakt; Z. M. zal daar
logeeren op het kasteel van Prins Von Metternich.
Dat slot is een van ouds beroemd verblijf van
den oudsten Oostenrijkschen adel en staat te midden
der bekoorlijke omgeving.
Eergisteren vertrok Graaf Dumonceau met een
particuliere opdracht van den Koning naar Praag,
waar thans juist ook een lid van het Oostenrijksch
Vorstenhuis vertoeft; hij keerde echter gisteren-
avond te Carlsbad terug.
Eergisteren werd ook een telegram van den
Koning der Belgen ontvangen, waarin werd ge-
infortneerd naar den gezondheidstoestand des Konings.
Ook Koningin Emma telegrafeerde uit Toplitz
geven, met mij de hut te verlaten en een recht-
schapen mensch te worden, had mijn broeder geen
ander antwoord, dan mij op het voorhoofd te kussen
of mij teeder over de wangen te strijken en te
fluisteren //Te laat, Martha Geloof mij, gaarne
wilde ik alles verdragen, alles lijden, wat het nood-
lot mij oplegt, als ik daardoor mijn broeder op het
rechte pad kon brengen, als ik hem kon bevrijden
uit de duivelsche strikken, waarin die Dorn hem
houdt."
Zij zweeg en keek met droevige blikken voor
zich neer; de jonge man echter vatte haar hand,
en de medelijdende druk die zij voelde, zeide haar,
dat haar treurig lot bij Erwin innige deelneming
vond. Met dankbare blikken keek zij hem aan
en in zijn trekken was niets meer van ijverzucht
te lezen.
z/Ik wil, ik moet u redden, Martha!" zei de
student vastberaden. ,/Dit lot hebt gij niet
verdiend 1"
//Wilt gij mijn broeder bij den rechter aangeven,
mijn vertrouwen daarmee vergelden, dat gij hem en
mij ongelukkig maakt?" antwoordde zij op zacht
verwijtenden toon.
//Martha, nog een woord!" riep Erwin, want
let meisje was plotseling opgesprongen en wegge-
sneld, zonder een antwoord af te wachten.
Het was echter ook hoog tijd, want juist had
de bel het sein tot vertrek gegeven. Toen de
jonge man op het perron verscheen, zette de trein
Schonau Haar Doorluchtigen Gemaal, dat H. M.
en Prinses Wilhelmina zeer wel zijn.
De kur-gasten leggen de grootste belangstelling
aan den dag voor den Koning der Nederlanden.
In de laatste dagen lieten zich in het in de spreek-
kamer luge tide boek inschrijven Graaf Van Lira-
burg Stirumde adjudant-generaal vrijheer Von
Loe, intendant van den Groothertog van Weimar
Graaf Wedel, Hofinaarschalk van den Groothertog
van SaksenD'Andrimont, lid van den Belgischen
SenaatGraaf Schouwaloff, adjudant-generaal van
den Keizer van RuslandGraaf Foucher de Careil,
I rausch ambassadeur bij het Oostenrijksch Hof,
die alien aldaar vertoeven.
's Konings kuur heeft haar normaal verloop; het
is duidelijk dat Z. M. in krachten toeneemt. De
Koning is gestadig zeer opgewekt.
Omtrent de Koningin verneemt men uit Toplitz—
Schonau, dat H. M. de bron— en budkuur uit
stekend kan verdragen. De Koningin en de Prinses
doen herhaaldelijk uit.stapjes naar de heerlijke lan-
delijke omstreken van Toplitz. Den 28 Mei was
hvt de naamdag van Prinses Wilhelmina, bij welke
gelegenheid de kur—gasten van Schonau haar de
attentie bewezen, H. K. H. aan te bieden een in
een bloempot gekweekie, reeds de schoonste vruchten
dragende aarbezienplant, met een prachtige bouquet.
Prins Clary heeft een sierlijke ezel—equipage ter
beschikking gesteld van de Prinses, die er veel-
vuldig gebruik van maakt.
Uit de omstandigheid, dat baron Taets van
Amerougen de opdracht ontving de villa Laudhaus
in overleg met den eigenaar en wel spoedig te
verhuren, mag men opmerken dat de Koningin
spoedig haar kuur zal eindigen en zich met den
Koning naar Koningswart zal begeven.
Door den Minister van Oorlog is bepaald,
dat in elke garnizoensplaats woningen moeten be-
schikbaar gesteld worden, om, in geval van epide-
mien, lijders aan besmettelijke ziekten op te nemen.
In gemeenten waar zich veeziekte voordoet
en in alle andere plaatsen, waar zulks door den
Minister van binnenlandsche zaken noodig of dienstig
mocht worden geoordeeld, zullen, ter bevordering
van de uitvoering der reeds genomen of nog te
nemen maatregelen tegen de verspreiding dier ziekte,
detachementen militairen als hulpmarechaussees
kunnen worden verstrekt, van zoodanige sterkte en
voor zoo langen tijd als de omstandigheden zullen
vorderfen.
Aan de officieren, behoorende tot die detache
menten, zal, boven de vergoediugeu wegens reis-
en veiblijfkosten, een toelage per dag en aan de
onderofficieren en minderen een dagelijksche soldij-
verhooging worden toegekend, door de Ministers
van binnenlandsche zaken en oorlog naar gelang
van omstandigheden, te bepalen.
zich reeds in bewegingaan het coupevenster
verscheen nog eenmaal het schoone hoofd van het
meisje en haar oog rustte nog een kort oogenblik
met een smeekende uitdrukking op de slanke
jongelingsgestalte. Erwin verstond dien blik en
besloot Martha s broeder niet te verraden, ofschoon
hij dan geen mogelijkheid zag, om het meisje te
bevrijden.
Met een lateren trein stoomde hij naar Griindal.
IX.
De winter had zijn intocht gehouden en ook
nog de laatste verwelkte bladeren van de boomen
gesohud woud en beemd bedekte zijn witte
hermelijnen mantel en in de straten en wandelplaatsen
der residentie klonk vroolijk belgeluid en zweep-
geknal. Binnen in de huizen echter zaten de
lewoners om den warmen kachel, want de noor-
dewind floot koud voorbij de vensters en schilderde
snel, in het voorbijgaan, wonderlijke, fantastische
ijsbloemen op de ruiten. De eene straatlantaarn
na de andere werd opgestoken, want de nacht
legou reeds ziju duisteren sluier op de sluimerende
natuur te laten zinken. Ook in de kamers kwam
angzamerhand licht.
In een mooie straat viel een huis door de
lelder verlichte vensters bizonder in het oog; het
was de woning van Baron Sendig, een rijk grond-
bezitter, die den zomer op reis of op zijn goederen,
den winter daareutegen in de residentie doorbracht.
In de brievenbus te Geersdijk, gem. Wissen-
kerke, worden geregeld de frankeercenten bij de
brieven geworpen. Niet zelden gebeurt het, dat
de gelden, die per postwissel verzonden moeten
worden, ook daarin terecht komen. De afstand van
ruirn uur tot de naastbijliggende hulpkantoren
der posterijen is daartoe de verklaarbare aanleiding.
Reeds sedert geruimen tijd miste de heer A.,
wijnhandelaar te 's Hage, flesschen wijn uit zijn
pukhuis. Zijn verdenkiug viel op een der dienst-
boden en ziet, toen een rechercheur van politie
met een anderen dienaar in het wijnpakhuis ver-
scholen waren, zagen zij de dienstbode met een
kaarslichtje in de hand binnentreden en een paar
flesschen wijn wegnemen.
Natuurlijk werd zij onmiddelijk aangehouden.
J moet bekend hebben gewooulijk 's avonds met
haar ,/beminde" al vrijende een lekker glaasje wijn
te hebben //geknapt."
De dievegge is naar het huis van arrest over-
gebracht.
De directeur der weezeninrichting te Neer-
bosch heeft over het jaar 1884 ruim f 10,000
minder ontvangen dan een jaar vroeger. Ook de
drukkerij en binderij, die aan deze inrichtino1 is
verbonden, heeft minder opgebracht. Than^ is
reeds elke week voor het onderhoud der weezen
2(100 noodig, behalve nog de uitgaven voor den
bouw van het zesde weeshuis.
Brie vreemdeliugen wisten te Aruhem zich
behendig in een winkel van eenige sigarenpijpen
meester te maken. Toen zij den volgenden morgen
op een der booten werden gearresteerd, werd niets
bij hen gevondeu en zijn zij over de grenzen gezet.
thans is het gebleken dat een hunner het pakje
bijtijds ongemerkt in deu Rijn had geworpen. Dit
voorwerp kwam toevallig op een der schroefbladen
van de Rotterdamsche boot te liggen en werd
door het omdraaien van de schroef op een der
achterbalken van de boot geworpen. Het maakte
zoo de reis mede en werd op het eindstation aldaar
in gaven toestand terug gevondeu.
Uit Doesburg wordt aan de Arnh. Ct. ge
schreven, dat door den heer Riedel, oflicier van
gezondheid, eene klacht moet zijn ingediend wegens
laster tegen de redactie der Graafsehapbode, wegens
de plaatsing van een onwaar bericht, omtrent het
slechts door een toeval voorkomen van levend
begraven van een soldaat. De redactie had aan
dit bericht de volgende tirade toegevoegdEen
uur later, en men had een man levend "begraven,
en dat uit een mililair hospitaal, waar het aan
geneeskundig toezicht toch in den regel niet ont-
breekt.
De aanhef van het in verschillende plaatsen
aangeplakt smaadschrift, in den vorm van een
Twee groote gaslantaarns voor het huis verlichtten
het portaal, waarvoor bij korte tusschenruimten
in snel tempo sleden stilhielden, waaruit in pelsen
gehulde heeren en dames stegen, die met snelle
schreden in de versierde vestibule traden en de
breede, met zware tapijten belegde trap opliepen.
Boven in de met smaak gemeubileerde salons
heerschte reeds een opgewekt leven want de meesten
der genoodigde gasten waren reeds gekomen.
Onder dezen be vond zich ook Erwin, die door
den zoon van den baron, een academievnend van
hem, een uitnoodiging had gekregen. Een onge-
dwongen vroolijke omgang ontwikkelde zich onder
de gasten, en de elegante, welopgevoede baron en
zijn statige echtgenoote namen de honneurs met
zeer veel talent waar.
eet gij ook, of ons heden van de muzikale
voordrachten een bizonder genot te wachten staat
vroeg een gepensioneerde overste, een gezelligoud
leer, die aan Erwin was voorgesteld, door den
jongen student.
Deze antwoordde ontkennend.
//Professor Bernardelli; de in de dagbladen
zoozeer geroemde gooclielaar zal ons een aantal
van zijn beroemde tooverkunsten laten zien
vertelde de overste. //Dat, geeft een aangename
afwisseling tusschen dat eeuwige gefidel en
gehamer.
//Houdt gij niet van muziek overste?" vroeg
Erwin.
TER 1EIZEVSCHE COllRMT.