emeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
AANBESTED1NG.
Het bonvBo sener mis SCHOOL.
No. 2092.
Woensdag 3 Juni 1885.
25e Jaargang.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden biimen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Voor
Nederland 1,10. "Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32£.
Men abonneert zicb bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
busbouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Hit hl:»d vernchljnt Ufusdas- cn Vrljdagavoud hlj dcu ultgever P, A. VAN DE S A N l> E te Tcp Neuzen.
Den 20 Juni e. k„ des namiddags te 3 uren,
zal het Gemeentebestuur van Hoek, ten raadbuize
tracbten
A A A TE 1$ E S T E E A
De plaatselijke aanwijzing zal Zaterdags te voren,
des namiddags te 3 uren, geschieden.
Gedrukte bestekken zijn van af den 3 Juni
verkrijgbaar bij den Gemeente-Secretaris.
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
lPolitieli Overzicht.
Over de oorlogskans tusschen Engeland en
Frankrijk valt weinig te melden. Lumsden is
op weg naar Louden; de Koniuklijke familie
uit Duitschland komt waarscbijulijk niet bij de
trouwplecbtigheid van Prinses Beatrice, daar
Bismarck heel familair aan lord Rosebery in een
kort onderhoud moet gezegd hebben, dat Enge
land zoowel Soedan als Egypte en Afghanistan
behoorde te ontruimendat in Egypte een
•krachtig en populair Khedive op den troon
diende geplaatst en daarna het land onzijdig
verklaard, eene commissie benoemd om toezicht
te houden op het Suez—kanaal. Uit Soedan
moest Engeland met zak en pak, en den Drang
nach Osten" moest den Czaar niet worden belet,
dit zou het beste middel zijn om hem de By-
zantijnsche koorts van het lijf te jagen. Als dit
waar is, dan is het ook waar, dat John Bull
deze praatjes van den Rijks-Kanselier koud op
het lijf vallen en dat de despoot te St. Peters
burg smakelijk lacht. De vredesvoorwaarden zijn
nog niet klaar. Het steekt John Bull vreeselijk
dat Komaroff door Alexander III zoo vorstelijk
beloond wordt, dat alaan talrijke troepen naar de
Afghaansche grenzen oprukken, dat te Sebastopol
een rendez—vous van sappeurs plaats heeft, dat
Petersburg door het nieuwe kanaal, zoo feestelijk
geopend, een ware zeehaven is geworden, waar
het gansche Oostzee—eskader, 111 schepen sterk,
manoeuvreerde.
Ook met Spanje is] Engeland het oneens wegens
geschonden overeenkomst generzijdswaardoor
Engelands handel benadeeld wordt. Hoe meer
Engeland in het nauw raakt, hoe hooger de eischen
van Rusland. Men zou haast zeggen, dat dit
laatste land alles aanwendt om de onaerhandelingen
op de lange baan te schuiven, om zich inmiddels
te versterken waar het noodig is, en dat maakt
Gladstone en de zijnen onrustiger. Het is nog al
FEUILLETON.
12) Het geheim der Woudhiit.
Martha bevochtigde liaar droge lippen met een
slok uit de voor haar staande limonade en vertelde
toen verder:
„Eindelijk na langen tijd, toen ik reeds de hoop
had opgegeven, ooit weer iets van Filip te vernemen,
kreeg ik plotseling uit een stad van midden Duitsch
land een pakje. Het was van Filip, die mij in een
korten brief mededeelde, dat bij zulke treurige
ervaringen in de kunst had gedaan, dat hij die
vaarwel had gezegd en tooneelspeler was geworden.
Wat zijn lot zou zijn, wist hij niet, maar in geen
geval wilde hij mij aan een onzeker lot binden
en gaf mij daarom de voile vrijheid terug. Een
klein gouden medaillon was er bij, dat hij mij als
gedachtenis zond met het verzoek hem ook iets
te zenden."
Zij haalde het medaillon, dat aan een koord
bevestigd was, te voorschijn en opende het. Erwin
zag op een porceleinen plaatje een liefkoepeltje
geschilderd.
a Dat is de plaats, waar wij elkander liefde en
trouw beloofden, een lusthuis in den tuin mijner
ouders," zei het meisje, terwijl zij het medaillon
weer verborg, nadat zij er nog een weemoedigen
blik op had geworpen.
iets zoo hoog geplaatst te zijn en zooveel ver-
antwoordelijkheid te moeteu op zich nemen. Het
belang eener gansche natie in handen te hebben,
of te protesteeren en mauoevreeren op eigen houtje
voor eigen belang, zooals de hertog van Cumberland,
die het niet eens is met de voorgenomen auuexatie
van zijn Brunswijk, dat maakt groot verschil. Het is
vooraf te denken, dat Cumberland bij de Europeesche
hoven niet veel heil en troost zal vinden.
Italie's vorst weet in zijn vulcanisch land heel
goed, dat men geen duurzaam verbond met de
geesteu van den afgrond kan sluiten, getuige daar-
van zijn brakende en bevende Etna's; maar hij
ondervindt ook dat een bondgenootschap met de
vgeesten boven den grond" ook niet zoo vast is
als zijn Alpen staan. Duitschland gaat dat eveneens
ervaren. Bismarck zal een escader naar de kust
van Zanzibar moeten zenden, waar de Sultan ge-
welddadigheden heeft gepleegd tegen de bezittingen
van de Duitsch—Afrikaausche maatschappij, die onder
's Rijks bescherming staat. De stad Zanzibar is
gemakkelijk te overmeesleren, maar wil men het
gansche land in bedwang houden, dan heeft men
zich in eene even gevaarlijke onderneming te steken,
als de Engelschen in Soedan deden. Men kan ook
een lesje nemen bij zeker roemrijk volk, dat zich
den vinger, zoo deerhjk heeft gebrand, toen het de
baud uitstak naar het noordelijk deel van een der
groote eilanden tot Insulinde behoorende. Zonder
protest laat een Afrikaan zich ook niet aunexeeren.
Zoo ontving Lord Derby, Minister van kolonion,
een depeche van de Transvaalsche regeering waarin
de baai van St. Lucia wordt geeischt, omdat Kouing
Panda haar in 1840 aan de Boeren heeft afjgestaan.
Dus zouden de aanspraken der Duitschers ook
moeten vervallen of men zal eene overeenkomst
moeten treffen gelijk met de Engelschen over het
bezit op Nieuw-Guinea, waar de grenzen zijn
afgebakend.
De revolutie op het kerkhof Pere Lachaise heeft
in de Kamer veler aandacht getrokken. Met 388
tegen 10 stemmen werd een motie van wantrouwen
aangenomen, waarin gezegd wordt dat de vertegen-
woordiging rekent op de regeering om de nationale
vlag te doen eerbiedigen. Te Guines was men
veel beter in zijn schik, daar vierde men een
eeuwfeest ter gedachtenis aan de luchtreizigers
Blanchard, een Franschman, en den Amerikaan
dokter Jeffries, die den eersten ballontocht over het
kanaal maakten. Blanchard wilde toen eerst alleen
opstijgen, maar onder voorwaarde dat de Amerikaan
de onkosten zou betalen en moest toestaan om zoo
noodig als overtollige ballast over boord geworpen
te worden, werd hem den overtocht mede vergund.
De luchtreizigers kwamen over 't kanaal maar
moesten langs een boom afzakken om de aarde te
bereiken. Later, in 1808, is de Franschman na
herhaalde opstijgingen ten gevolge van een val uit
Toen voer zij voort: Hoewel ik de stijfhoof-
digheid van Filip, die een eens genoinen besluit
nooit weer opgaf, zeer goed kende, trachtte ik toch,
hem er van af te brengen. Ik smeekte en bezwoer
hem die gedachte op te geven, ik verklaarde mij
bereid, goede en slechte dagen, vreugde en leed
met hem te deelen, hem te volgen tot aan het
einde der wereld; alles was te vergeefs. Hij zou
eerloos handelen, schreef hij, als hij mij in het
ongeluk stortte, als hij mijn jeugd wilde vergiftigen,
hij moest zijn lot alleen dragen en zou zich zelf
niet meer kunnen achten als hij er een onschuldig
aangebeden wezen aan zou vastknoopen. Ik had
dit vooruit gezien, en er bleef mij nu niets verder
over, dan den laatsten wensch van den geliefden
man te vervullen. Ik zocht onder de geringe
erfenis mij uer ouders naar een passend voorwerp
en zond het hem als een herinnering aan den
schoonen droom, die nu voor eeuwig gevlogen was."
Het meisje bracht den doek aan de oogen,
waaruit nu de tranen stroomden; maar zij bedwong
zich spoedig weer, om aan het einde van haar
verhaal te komen.
„Sedert hoorde ik nooit weer iets van hem, hoewel
intusschen twee jaren zijn verloopen, ,/Ik wist
niet eens tot welke troep hij behoorde, nog minder
waar deze voorstellingen gaf. Daar kwam mij
gisteren de kraut in de handendrie viermaal
las ik het bericht, het werd mij zwart voor de
oogen en ik moest miju geheele wilskracht gebruiken,
eeu ballon overleden. Een luchtschipper is nog
altijd een waaghals, net zoo goed als iemand die
't waagt om zijn eer te halen als Fransch Minister.
Het tegenwoordige miuisterie Brisson wankelt, sedert
het voorgevallene met de revolutionaire groepen,
opgehitst door de monarchalen.
De Tweede Kamer verwierp gisteren achtereenvol-
gens het voorstel van haren Voorzitter, om de twaalf
ontwerpen van grondswetsherziening te doen be-
handelen door eene commissie van rapporteurs en
het voorstel van den heer Rutgers van Rozenburg,
om drie commissien van rapporteurs over de ont
werpen te doen oordeelen, onder nader overleg met
de centrale sectie omtrent de groepeering der ont
werpen.
In de maand Juli a. s. zullen weder eenige
pupillen op de pupillenschool te Nieuwersluis worden
geplaatst. Vermoedelijk zullen alsdan niet meer
dan 5 plaatsen beschikbaar wezen, welke plaatsen
zullen worden vervuld uitsluitend door zonen van
militairen, d. i. van hen die in dienst zijn bij de
zee— of bij de landmacht hier te lande of in Oost—
en West-Indie, alsmede van hen, die in dienst,
hetzij als militair, hetzij als schepeling gepensioneerd,
gegageerd of overleden zijn.
Nadere bijz. bevat de St. Ct. no. 126.
Vrijdagmiddag om 4 uur kwam de bode S.
tusschen Middelburg en Vlissingen voorbij het
wachthuisje der commiezen bij de spoorwegbrug te
Vlissingen. Op de gebruikelijke vraag van den
dienstdoenden ambtenaar antwoordde de bode, dat
hij alleen wat brandewijn had aan te geven. De
ambtenaar zag echter, dat onder de baaltjes koffie
waaruit de lading van den vrachtwagen alleen heette
te bestaan, zich nog andere zakken bevonden.
„Dat waren zes zakken rijstmeel," zei de bode
toen. De ambtenaar, die door een en ander aig-
waan gekregen had, bemerkte evenwel na opening
van een der zakken, dat het rijstmeel zuivere
tarwebloem was. Natuurlijk werd toen op de zes
zakken rijstmeel, die langzamerhand in t i e n
baaltjes bloem verauderd waren, beslag gelegd.
Eenigen tijd geleden is dezelfde bode eveneens
op frauduleuzen invoer van bloem betrapt. Toen
werd ook zijn wagen verbeurd verklaard, waarom
hij sedert dien tijd voor zijn bedrijf een wagen
huurt.
Omtrent het gerechtelijk onderzoek in zake
het 26jarig dienstmeisje C. O. te Prinsenhage,
beschuldigd van kindermoord, deelt de Bred. Ct.
mede, dat de verdachte naar Prinsenhage is over-
gebracht, om de plaats aan te wijzen, waar ze
haar kind had verborgen. Na dienaangaande eerst
eenige verkeerde opgaven te hebben gedaan, heeft
om het bewustzijn niet te verliezen. Mijn besluit
stond vastik wilde tot hem Snellen, hem troosten
en opbeuren, want ik ben van zijn onschuld
overtuigd. Ik kwam en mocht hem in tegen-
woordigheid van een beambte eenige minuten
spreken, waarover weet ik niet. Er is een
taal, die niet in woorden kan gebracht worden.
Maar ik ben kalm geworden en de storm in mijn
binnenste is bedaard, sedert ik hem zagzoo zacht
en gelaten is geen moordenaar
Zij zweegde jongeling zei echter zacht en
medelijdend//Arm kind, nog zoo jong en reeds
zoo zwaar beproefd!"
Een poosje zaten beide peinzend daar; geen
verlangde om den gedachtengang van de andere af
te breken. Eindelijk wendde Erwin zich tot Martha
met de vraag
»En uw broeder?"
Zij ontwaakte als uit een diepe simmering en
keek den student verwonderd aan, zoodat deze zijn
vraag herhaalde.
z/Mijn broeder antwoordde zij. //Dat is spoedig
verteld. Hij keerde uit de gevangenis terug en
moest langen tijd leven van het weinige geld dat
ik over had verdiend, daar het hem niet wilde
gelukken, een betrekking te krijgen. Eindelijk
kreeg hij een betrekking bij een rondreizend
goochelaar als bureaulist, en het was ons aangenaam,
de vaderstad, die voor ons zulke treurig herin-
neringen verborg, te kunnen verlaten. Ik vergezelde
ze ten laatste de juiste plaats aangewezen, zijnde
een soort van turfhok in het huis waar ze dienst-
baar is geweest, in welk hok haar kind dan ook,
tamelijk diep onder den grond, is gevonden. Het
is alstoen naar Breda overgebracht en aan eene
gerechtelijke lijkschouwing onderworpen, waarbij
moet geconstateerd zijn, dat het heeft geleefd. Zij
moet voorgeven, daaraan het leven te hebben out-
nomen, door het den vinger in den mond te steken.
Men wil echter weten, dat er bij de schouwing
ook nog andere beleedigingen aan ontdekt zijn.
Bij B. van Ommeren te Amsterdam, die
verdacht wordt een der aanplakkers te zijn van
het bekende oproerige biljet, zijn, volgens de
N. R. Ct., bij de huiszoeking in beslag genoinen
het archief der vereeniging voor algemeen stemrecht,
de ledenlijst, het notulen boek en eenige brieven.
De man is nog op vrije voeten.
De politie te's Hage heeft volgens het D. v. Z-H.
het oog op een persoon aldaar, die verdacht wordt
medeplichtig te zijn aan het aanplakken van de
socialistische plakkaten.
Eergisterenavond, om over tien uur heeft
wederom een droevig ongeluk op den Amstel plaats
gegrepen. Ongeveer ter hoogte van het gebouw
der roei- en zeilvereeniging //De Hoop/' bij den
steiger der havenbootjes, kwam een tweeriemsgiek,
welke deel had genomen aan den Haarlemschen
wedstrijd, in aanvaring met een dier bootjes. De
schok schijnt niet zwaar geweest te zijn, want het
kleine vaartuig was slechts weinig beschadigd en
de roeiers wisten zich dan ook in tijds te redden.
Dit was niet het geval met den stuurman, den
heer De R., die het ongeluk met zijn leven be-
taalde en verdronk. Eerst verscheideue uren later
werd zijn lijk opgehaald.
In de zitting van het Haagsche hof stond
Zaterdag o. a. tcrecht in hooger beroep de boeren-
arbeider C. B. uit 's Heer-Arendskerke, die door de
rechtbank te Middelburg is veroordeeld tot 15
dagen celstraf ter zake van diefstal van twee
kippeneieren ten nadeele zijner meesteres. Het was
deze opgevallen, dat haar kippen in den laatsten
tijd niet zooveel eieren meer gaven als gewoonlijk
het geval was; zij deed daarom toezien of soins
ook eieren werden weggenomen. Bekl. werd betrapt
op 't oogenblik dat hij de twee eieren tot zicb nam,
maar volgens zijn opgave niet om ze voor zich te
behouden, doch om ze aan zijn meesteres te brengen.
Hij ontkende dan ook, zich aan diefstal van eieren
te hebben schuldig gemaakt. Zijn verdediger, Mr.
Vaillant, geloofde dat voor de arglist geen zweem
van bewijs in deze aanwezig was. Hij wees op de
uitsprakeu van het hof, waarbij veroordeelende
vonnissen der Middelburgsche rechtbank werden
vernietigd betreffende misbruik van vertrouweu voor
een waarde van 30 centen en in zake een diefstal
hem, want ik kon zonder den broeder, dien ik zoozeer
beminde, niet achterblijven, en ook hij wilde zich
niet van mij scheiden. Mijn invloed hoopte ik, zou
hem bewaren, om opnieuw te struikelen om weer
op den slechten weg te komen. Ons lot was dragelijk,
hoewel niet schittereud. De chef van mijn broeder
kon hem bij de voorstellingen goed gebruiken en
droeg hem zelfs schriftelijk werk op, de outvangst
van de entrees enz. Eens op een avond na de
voorstelling verklaarde mijn broeder mij, dat hij
niet meer wilde blijven en eischte van mij nog
denzelfden avond het huis, waarin wij woonden
te verlaten; de reden zou hij mij bij gelegenheid
mededeelen. Ik was buiten mijzelve en drong er
op aan, om mij te zeggen, wat hem tot dit plotseling
besluit bewoog. Ik moest lang smeeken, voordat
hij mijn wensch vervulde; toen vertelde hij mij,
dat de goochelaar minachtend over mij had gesproken,
mij een hindernis, een overtollig aanhangsel had
genoemd en geeischt dat hij mij zou achterlaten,
daar ik best in mijn eigen onderhoud kon voorzien.
Daarop was er twist tusschen mijn broeder en zijn
principaal en de eerste had zijn ontslag verlangd,
dat de laatste echter vast had geweigerd, daar het
contract nog niet was afgeloopen. Maar mijn
broeder was zoo verbitterd, dat hij verklaarde, in
geen geval meer te willen blijven en er bleef mij
geen andere keuze over, dan hem te volgen. Ik
moest toch vreezen, dat hij uit liefde voor mij
veel heftiger tegen zijn chef zou optreden, daar
COURAIT
a