Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. AAYBESTEIHYG. No. 2083. Zaterdag 2 Mei 1885. 25e Jaargang. Het verbouwen der Ge- meenteschool. Binnenland. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Voor Nederland f 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,321). Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- busbouders. ADYERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer 0,10. Grootere letters wordeii naar plaatsruimte berekend. Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Hit bind verschijnt UiiiNrias- en Vrijjdagavond bij den uitgevep P. J. VAN U E SANDE te Ter Nenzcn. Den 15 Mei 1885, des namiddags te een ure, zal het Gemeentebestuur van GRAAUW ten Raadhuize trachten AAN TE BESTEDEN: Plaatselijke aanwijzing zal gescbieden op Zaterda: 9 Mei e. k., des voormiddags te elf uren. Bestekken zijn ad f 0,75 verkrijgbaar bij den Gemeents-Secretaris. P. YERHAEGEN, Burgemeester. P. A. BAART, Secretaris. F*olitieli Overzicht. Zal de oorlog tusscben Engeland en Rusland uitbarsten? Wij weten bet niet. De berichten zijn te zeer verschillend, tot nog toe althans, dan dat men op die vraag een stellig antwoord zou kunuen geven. Generaal Alexander de Kereeff schrijft in een brief aan de Engelsche bladen, waarin hij de houding van Rusland tracbt te verdedigen, dat Rusland niet naar het bezit van Indie streeft Wat zouden wij met de Hindoo's uitvoeren, zegt hij. De annexatie van een volk van 200 millioen zielen, dat tot een ander ras beboort en een anderen godsdienst heeft, zou ons verzwakken. Indien Rusland Indie annexeerde zou het gelijk zijn aan den man, die den olifant uit de loterij had getrokken. Niemand behoeft ecbter te gelooven, dat Rusland het toppunt van zijn wenschen heeft bereikt. De Pall Mall Gazette ontraadt ten ernstigste een oorlog met Rusland. Indien ieraand een kuuppel boven uw hoofd zwaait, zegt het blad, is er kans, dat gij u op genade of ongenade overgeeftmaar als hij dreigt, u met een koolstronk te vermoorden, zal hij waarschijnlijk zelf klappen oploopen. Dit laatste doet juist Engeland tegenover Rusland. Wij bulderen en bluffen, alsof wij twintigduizend man te Herat hadden, en toch durven wij geen enkel officier naar die stad sturen, uit vrees dat de lieden, die hij zou moeten verdedigen, hem om het leven zouden brengen. Van wat Rusland in Amerika op stapel heeft laten zetten lekt nog niets uit, maar in 1878 bleek, dat een respectabel getal stoomers klaar lag, gereed om op het eerste bericht als Rus- sische oorlogschepen uit te loopen en zich op de stoomschepen der Atlantische lijnen te werpen de bemanning dier booten was door tusschenkomst van den marine-attache bij een der groote Euro- peesche hoven, grootendeels via Amsterdam, Rot terdam en Antwerpen naar hare bestemming FEUILLETON. 4) Het geheim der YVoudhut. Plotseling scheen een lichtstraal de duisternis, waarin de misdaad gehuld was, te willen verlic'nten. De officier van justitie had de catalogus der munten in eeuige van de meest gelezen bladen openbaar laten maken, om bij mogelijken verkoop van enkele stukken aanleiding te geven tot arrestatie van den verkooper. Weinige dagen na het verschijnen van deze bekendmaking kwam uit de residentie het bericht, dat onlangs bij een handelaar in oudheden een dozijn oude munten te koop waren aangeboden, die zeker in verband stonden met den moord, daar alle kenteekenen nauwkeurig met den catalogus overeenkwamen. De koopman moest terstond "bij den rechter komen. Gelukkig herinnerde hij zich nog zeer nauwkeurig de persoon, die hem de geldstukken had verkocht. Het was volgens zijn beschrijving een middelmatig groot, krachtig gebouwd man van ongeveer dertig jarigen leeftijd geweestmet eenigzins bruine hartstochtelijke gelaatstrekken, donkerblond haar en dito knevel. Zijn kleeding toonde behoeftige elegance, de jas was afgedragen en verkleurd, maar om zijn handen had hij machetteu van niet al te zuivere witte kleur. Hij droeg boomwollen handschoenen, papieren boorden en een dikke, vertrokken, zonder dat er hier te lande zelfs iets van bemerkt werd. De Beer heeft de slaap wel uit. In oostelijk Siberie heeft Rusland de oorlogshaven Vladivostock, waaruit de Austra- lische kolonien bedreigd worden; geen wonder dus, dat de Engelschen zich meester maken van Port Hamilton aan den zuidelijken ingang van straat Koreamaar ook geen wonder, dat de Russen daarop het eiland Tsu—Sima, midden in die straat gelegen, inpakten. In wetenschap- pelijk gehalte behoeft de Russische zeeofficier voor den Engelschen niet onder te doen, terwijl de tucht op de Russische oorlogsbodems beter is dan op de Engelsche. De bewapening der Engelsche vloot is gedeeltelijk van oud kaliber, die der Russische van nieuw systeem. De rechtvaardiging van KomarofFs voortrukken blijft uit; zal Engeland volharden bij zijn eischdesavoueering van Komaroff De verstandhouding tusschen Ferry en het nieuwe Ministerie moet gewenscht zijn, de ex-president is thaus te Rome en zal daar een ander gevallen grootheid, Frere—Orban, ontmoeten. Beide heeren kunnen daar wat rust genieten, evenals de kleer- makersgezellen te Parijs van plan zijn te doen. Die heeren zullen eene werkstaking beginnen, indien hun loon niet met tien centimes per uur wordt verhoogd en hun werktijd per dag niet met een uur verminderd. Het is niet zoo erg; de cholera in Spanje geeft meer bezorgdheid. De gevreesde ziekte is reeds tot Valencia voortge- woekerd, dood en verderf achterlatende. On- gelukkig Spanje, ten prooi aan geestelijke over- heerschiug, aan de werking der onderaardsche krachten en aan die thans daar genestelde vijandin van alle leven. Arme Spanjaardheeft moeder Nat uur met u gespot, toen ze u met het mildste klimaat en den vruchtbaarsten bodem begunstigde, om u niets te doen smaken dan bitteren alsem, om u te doen lijden door meer dan tien plagen? Land van wiju en gezang, maar ook het land der bandieten, van verdierlijkte booswichten. Uit Alexandria bericht men, dat de Italianen bij Massowah door de rebellen aangevallen en verslagen zijn, doch ook dit bericht verdient wel nadere bevestiging; maar dat de zaak van de Bosphore Egyptien bevredigend is voor Frankrijk, Egypte en Engeland, dit kan men voor zeker aannemen, alsook dat de Prins van Wales behouden uit Ierland is gekomen. De outvangst te Belfast moet goed ge weest zijn. Te Carrick Fergus hield de prins een af- scheidsrede, waarin hij zijue groote tevredenheid betuigde over het onthaal hem overal bereid. Nu, zoo'n prins schijnt wel met een beetje tevreden te zijn. Onze prinsen werden op hunne reizen door het land op een heel andere manier door het volk ontvangen. ,/s Lands wijs, 's lands eer." Als het mogelijk is, wenschen wij toch wat inniger band tusschen de lords te Londen en de bevolking van Erin. maar valsche ketting. Zijn spraak kenmerkte den Noord-Duitscher. Terstond werden in de residentie uitgebreide navorschingen naar den onbekende gedaan, intus- schen zonder eenig gevolg; men kon bet niet eens bepalen, of een vreemdeling die met den muntverkooper overeen kon komen, in een koffie- huis was geweest. Er bleef dus alleen nog de veronderstelling over, dat de man van buiten ge komen, zijn zaken had gedaan en terstond ver trokken was. De justitie was weer even wijs, als in het begin. Nogmaals werd tot openbare bekendmaking overgegaan en onder opgaaf van het signalement werd ieder verzocht op den onbekende te letten. De jonge Wagner, de neef en erfgenaam van den vermoorde, ontwikkelde een waren vurigen ijver om den dader te ontdekken. Hij had persoonlijk in alle koffiehuizen der residentie naar den onbekende gezocht; had in elken kunsthandel en zaken van oudheden naar oude munten gevraagd, bij de buren van den doode nauwkeurig onderzocht, wie het huis uit en in was gegaan, en wel tienmaal de brieven en papieren van zijn oom doorgestudeerd, om op een spoor te komen alles te vergeefs. Het scheen, al of de misdadiger, die de vreeselijke misdaad op klaar lichten dag beging, zich onzichtbaar had gemaakt, en het was geen wonder, dat volharding van de rechters, evenals die van qq, ongen man eindelijk verlamde, dnt ■■■'-> De Minister van Binnenlandsche zaken heeft aan Gedeputeerde Staten de volgende aanschrijving gericht Bij de wet van 5 November 1852 (Staatsblad no. 197) is de verdeeling der provincien in kies- districteu ter benoeming van leden der Provinciale Staten geregeld. Yoor de bepaling van het getal der in elk district te kiezen leden heeft men bij die regeling de bevolking als maatstaf genomen. Intusschen is sedert 1852 de verhouding van de bevolking der districten zeer veranderd, en de vraag is gerezen, of het uit dien hoofde noodig, althans billijk is, eene nieuwe verdeeling der districten tot stand te brengen. Ik heb de eer u te verzoeken, daaromtrent een onderzoek in te stellen en mij gemotiveerd mede te deelen, of en hoe naar uwe meening eene verbeterde verdeeling van uwe provincie noodig is en zou kunnen geschieden. De bedoeling is het aantal leden der provinciale staten onveranderd te laten. No. 1 der hoogst aangeslagene in Zeeland is thans Mr. C. v. d. Lek de Clercq, te Zierikzee, met een aanslag van 4218,21 en no. 62 Mr. J. G. van Deinse, te Hulst, met een aanslag van f 599,46. Uit Egmond aan Zee wordt van den 29sten April gemeld: Gisteren is door Engelsche visschers weder een brutale zeeroof gepleegd. De Egmonder schelvisch- boot E G no. 29, stuurman W. Prins, had 'snachts te voren haar beug in zee geworpen, bestaande uit 15 bak want op pi. m. 10 vademen water, in het NW. van Egmond. Hij raakte van 6 bak afhandig doch van twee boeien voorzien. Op eenigen afstand moesten zij gisteren echter waarnemen, dat door Engelsche visschers met hunne boot of sloep de verlo- ren vischlijnen opgepikt werden, zonder dat het hun mogelijk was om daarbij te komen, zijnde hierin door wind en stroom belet. Een Urker vischschuit U K 22 schipper Willem Hendrik de Vries, die ook van dien roof der Engelsche visschers bemerkt heeft en met de arme Egmonders bewogen is, stelt voor om met zijne schuit den Engelschen smak, die met zijn buit wegzeilde, te achtervolgeu, daar dit voor een lompe bom eene onmogelijkheid was. Hij nam twee matrozen van de Egmonder bom aan boord en vervolgde 7 uren achtereen dien Engel schen smak. Toen zij hem inhaalden bleek het te zijn de smak Y H 412. Een gedeelte van het gestolen vischwant lag nog in de boot, zij vroegen het terug, maar dat behoefde niet, men lachte hen uit. Gepasseerde week is een ander Egmonder bom door een Engelschen smak bij dag en moedwillig aangezeild, waardoor giek en gaffel gebroken en wekenlange vergeefsche pogingen verflauwde. De staat, die het zeer veel waard was, om de kostbare muntverzaineling te krijgen, had op de ontdekking van den dader een belooning van drie honderd gulden gezet en de erfgenaam had er een even groote som aan toegevoegdtoen dit ook geen gevolg bleek te hebbeu, verdween de hoop meer en meer. De student had zijn oponthoud te Grundal reeds langer, dan hij oorspronkelijk van plan was, gerektdaar alle pogingen tot nog toe zonder gevolg waren, kwam hij tot het besluit, de terug- keer naar de universiteit voorloopig geheel op te geven, om ingeval het noodig was den rechter van instructie te kunnen ondersteunen. In Grundal was de ongelukkige gebeurtenis bijna vergeten en niemand sprak er meer over; zooals het overal gewoonlijk gaathet rollende rad des tijds laat het verledene achter zich, de nevel der vergetelheid zinkt langzaam op het verledene neer en hult het in, terwijl nieuwe gebeurtenissen geest en hart der menschen bezig houden. IY. Geen stand is zoo vrolijk en zorgeloos, als het lustige volkje der rondreizende kunstenaars. Heden c "lnagne en morgen bronwater, heden net bijval et, morgen wegens schulden uitgefloten, heden rcle couhssen gebieders over millioenen, morgen b om een pijp tabak te koopen, dat is meer scliade aan het tuig en romp veroorzaakt werd. De Egmonder lag aan zijn vischwant en dus onredbaar en de Engelschman zeilende; ge lukkig was de bom van ijzer gebouwd, anders was die misschien in den grond geloopen. Yan eeu en ander is door den burgemeester—waterschout proces—verbaal opgemaakt. Ie Groningen noemt men den hoogleeraar in de rechten Cort van der Linden, die in den laatsten tijd over belastingen en muntwezen heeft geschreven, als opvolger van den heer Grobbee. Dat gerucht heeft naar men bericht, zijn ontstaan waarschijnlijk te danken aan het volgendeVoor een paar dagen was een briefje van hem aan de deur yan de colleges-kamer aangeplakt, inhoudende, dat hi j eenige dagen geen college kon geven. Bij zijn naam had men (waarschijnlijk de een of andere student) gezet //Minister van financien Naar het Rott. Nbl. verneemt, is door den commissaris van politie te's Gravenhage in de tweede afdeeling, den heer V ulffers, een lijvig proces- verbaal opgemaakt tegen een twintigtal officieren van het Nederlandsche leger, meerendeelsbehoorende tot het regiment huzaren, te 's Gravenhage in garnizoen of gedetacheerd bij de krijgsschool, die worden aangeklaagd van in den nacht van Woensdag op Donderdag 11. in burgerkleeding zich te hebben s< huldig gemaakt aan verregaande moedwillige mishandelingen in en voor het Fransche koffiehuis aan het Plein en feitelijk verzet tegen de politie, die ter adsistentie was geroepen. Het verbaal is thans in handen van de justitie, waarbij het een punt van beraad schijnt uit te maken, ot deze zaak tot de competentie van den strafrechter dan wel tot die van den militairen rechter behoort, De Amsterdamsche politie liet zich gisteren- nacht oolijk verschalken. Een winkelknecht van een winkelier op den Nieuwendijk had zich dezer dagen uit de voeten gemaakt met een belangrijke som gelds van zijn patroon. De politie deed na- sponngen en vond hem in zijn woning in de isscherstraat, van waar de rechercheur, die de vangst deed, den dief bracht naar het bureau der 2e sectie (Oudebrug). Men liet hem in de wacht- kamer zonder bewaking achter en scheen het niet noodig te achten de deur te sluiter.. Yan deze zienswijze wist de arrestant zeer handig gebruik te maken, door langs den zelfden weg als hij ge komen was, het bureau te verlaten. Gisterenmorgen begon de jacht opnieuwde beambten, met de opsporing belast, vonden den dief op zijn wandeling. Hij kreeg hen in 'toog en ging op den loopmen speelde krijgertje om de Ronde Luthersche kerk. Het slot van 'tspel was, dat het wild toch nog zijn achtervolgers wist te ontsnappen en alleen zijn winterjas als aandenken in hunne handen liet. de eeuwige wisseling in het leven der tooneel- spelers. A an stad tot stad trekken zij met hunne wagens, overal zijn zij te huis, de wereld geeft hun geen vaderland, maar zij is hun ook niet vreemd. aar zij hunne planken opslaan zijn zij ook terstond thuis, knoopen kennis aan en verkeeren met de burgers zooals vrienden met vrienden omgaan. En wanneer dan het gordijn voor de laatste maal is gevallen en de Koningen de vorsten met de kronen van klatergoud en de hermelijnen mantels van konijnenvel de hemds- mouwen opstroopen en hamer en tang aanvatten om de geheele tooneelheerlijkheid in weinige uren te vernietigen en naar een andere plaats te brengen, dan zijn ook de vroolijke muzenzonen weldra vergeten en snel verdwijut de herinnering aan hen in den stroom des tijds. Sedert de aankomst der tooneelspelers was het gezelschap aan de ronde tafel in den raadkelder aaumerkelijk uitgebreid; de kunstenaars hadden zich met hun aangeboren vrieudelijkheid bij de burgers ingedrongen en waren door hen eerst k°el en terughoudend ontvangen. Maar de onge- neerde wijze in hun omgang, de scherts en °de grappen, die zij wisten te vertellen, namen weldra de burgers voor hun in, deze kwameu talrijker en bleven langer dan gewoonlijk. Dikwijls was het niet ver meer van middernacht, als eindelijk de kleermaker als de eerste zijn lantaarn aanstak en naar huis ging en weldra door alle anderea TER \EI ZEVNfHE (OIROT.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1885 | | pagina 1