Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2058.
Woensdas; 4 Februari 1885.
25e Jaargang.
Binnenland.
1,50
45.
9,05
5,55
1,23
7,23
6,19
6,05
9,30
en
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Voor
Nederland f 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32^.
Men abonneert zicb bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVE1TENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Itit folad verschijnt Dinstdag- en Vrijdagavond bij den uitgever P. J. VAN DE S A N D E te Ter Neuzen.
JPolitiek. Overzicht.
Met de Chineezen kunnen de Franschen het nog
niet vinden. De nederlaag bij Ke-Lung, door
Ferry eerst verzwegen, is volgens Courbet niet zoo
groot geweest. Een paar compagnien lichte Alge-
rijnsche infanterie, die een verkenuingstocht naar
het Zuiden zouden onderneinen, werden door hun
kommandant, in strijd met zijne instruction, tegen
een goed gewapend fort aangevoerd. Bij den storm-
loop werden ze teruggeslagen met een verlies van
19 dooden, 12 zwaar en 14 licht gekwetsten.
Intusschen kunnen de Franschen daar weinig uit-
voeren, ze hebben een kwade zee, hunne schepen
moeten nu en dan gerepareerd worden en nu
Hongkong voor hen gesloten is, moeten ze naar
Saigon, op 12 dagen stoomens van daar, ook om
kolen, want Japan sluit zich bij Engeland aan en
weigert om kolen te verkoopen. De toestand der
Franschen in de Chineesche wateren wordt te ha-
chelijker naar mate de tijd verloopt en der Chineezen
moed aanwakkert. De telegrammen uit Shanghai
spreken van een ernstig treffen te Matsoe tusschen
de Fransche en Chineesche schepen, maar kan men
Peking en de gansche golf van Petcheli niet blok-
keeren, dan kan Courbet ook weinig van belang uit-
voeren. Men zegt, dat er sprake van is om den
bekwamen generaal De Gilliffei (een monarchaal)
met de leiding der Tongkin-expeditie te belasten.
Hij wordt tot dusverre door de Regeering natuurlijk
in de schaduw gehouden, maar nood breekt wet.
De Engelschen zouden wat „den draak steken"
met zoo'n talmerij, hadden ze zelf de handen niet
zoo vol in eigen land met de dynamietmannen en
in Afrika met de Zwarten. De Engelsche legers
staan daar bloot aan onverwachte aanvallen van
den in die streken bekenden vijand. De Soedaneezen
zijn geduchte vijanden. Maar de Brit schijnt ook
te kunnen vechten, de soldateu van Wolseley hebben
wonderen verricht, die ons doen denken aan Bala-
klava in de Krim, bij welken slag een Fransche
generaal uitriep//C'est beau, mais ce n'est pas
la guerre." Volgens den Daily Telegraph hebben
Arabieren de troepen onder bevel van generaal
Earel aangevallen, maar zij werden teruggeworpen
door de kavalerie en het kameelkorps. Deze
bezetten daarna het dorp Warag, dat tot heden
in het bezit van de troepen van den Mahdi ge
weest was.
In den Duitschen Rijksdag was de suikerkwestie
aan de orde, de verminderde opbrengst der belasting,
de overproductie en de kwijnende toestand van
den landbouw gaven daartoe aanleiding. Over
de brandewijn belasting liepen de gevoelens ook
zeer uiteen. Een voorstel van Uhden om de be-
talingstermijn der belasting voor dit jaar met drie
maanden te verlengen zal het Rijk op groote
kosten jagen om een aantal bankroete, anders
crediet missende handelaars drie maanden langer
FEUILLETON,
3)
Op een avond ging een man naast ons zitten, die
driekwart dronken was, en vertelde, dat hij de heer
Trelawny van Condinstreet was, blufte sterk op zijn
vermogen, en, om ons een goed idee van zijn zaken
te geven, liet hij eene goed met banknoten voor-
ziene portefeuille zien. Op dat oogenblik waren er
eenige weinige drinkebroers in een anderen hoek van
de kamer. Levasseur bemerkte den blik, welken ik
op de portefeuille sloeg, en waarin eene uitdrukking
van roof te lezen was.
Een oogenblik daarna ging de voorgewende
Trelawny weg. Op een twintig pas afstands ontnam
ik Trelawny zijn portefeuille, welke hij in ons
bijzijn in een der zijzakken van zijn overjas gestoken
had, en liep ij lings voort, wel wetende, dat Levasseur
mij volgde. Ik ging een andere kroeg binnen, vroeg
eene afzonderlijke kamer en hield in mijne handen
den onnoozelen diefstal dien ik bedreven had, toen
Levasseur voor mij verscheen. Hij had een duivelen-
gezicht en zeide mij op de schouders tikkende
//Zoo, zoo, William, ik heb uwe gauwdievenstreek
wel gezien en ik kan u naar een plaatsje doen
vervoeren, gij weet wel
lk scheen geheel verplet. Hij schaterde van
lachen, toen hij mijn angst zag.
op de been te houden. In de Rijksdag—commissie
is de door het centrum voorgestelde specificatie
der afzonderlijke stoomvaartlijnen, met bepaling
van de daarvoor te bestemmen gelden onaanneme-
lijk verklaard. Ook het opnemen van de haven
Rotterdam bij de afreis en het aannemen van
Triest als uitgangspunt voor de Middellandsche—
zeelijn werden verwerpelijk geacht. De commissie
verwierp de Samoa-lijn en schrapte bij alle lijnen
de woorden //over Rotterdam" en ,/Over Triest."
De Oost-Aziatische en Australische lijnen werden
aangenomen, die van Afrika verworpen. Het
voorstel tot intrekking der buitengewone bevoegd-
heden van den Stadhouder van Elzas-Lotharingen
mocht volgens het oordeel van Putkamer niet
worden aangenomen, zoolang de afgevaardigde Doll-
fuss in openbare brieven aan zijne //waarde mede-
burgers" te Parijs, zijn sympathie voor Frankrijk
uitspreekt.
In de Vereenigde Staten van N. A. bsgint men
zich bekommerd te maken over het groote landbezit
van vreemdelingen. Er zijn Engelschen die 21
millioen acres land bezitten, vooral in de Westelijke
Staten. Een bill is bij het Huis der Vertegen-
woordigers ingediend, die ten doel heeft geen eigen-
domsrecht toe te laten in het gebied der Unie,
dan enkel aan Amerikaansche burgers. Geluk-
wenschen uit Amerika kwamen per telegraaf aan
de Friezen voor hunne overwinning op de ijsbaan,
ofschoon de Canadees niet mee heeft gestreden.
Hij zag zijn geest dwalen evenals de //bol" Axel
Paulsen, wien 's morgens al den moed ontzonk.
Hij verdween met de noorderzon, zonder taal of
teeb'ii achter te laten. Niet eens eene felicitatie
uit het Noorden. Onder de Noren zullen stellig
wel kraniger kerels worden gevonden, dan //de
bol." Of hij ook nog eens f 1200 durft te zetten
tegen een kampioen?
H. K. H. Prinses Hendrik der Nederlanden,
oudste dochter van Prins Friedrich Karel van
Pruisen, geboren 14 September 1855, is verloofd
met den Duitschen Prins Albrecht Heinrich Joseph
Karl Victor Georg Friedrich Hertog van Saksen—
Altenburg, geboren den 14 April 1843, luitenant-
generaal a la suite in Russischen dienst en com
mandant van de 3d«J brigade der 2d<= afdeeling
van de garde-cavalerie te Warschau. Prins Al
brecht is de zoon (uit tweede huwelijk) van wijlen
Prins Eduard, oom van den regeerenden Hertog
Ernst van Saksen—Altenburg, wiens eenige dochter
is gehuwd met Prins Albrecht van Pruisen, den
zoon van wijlen Prinses Marianne der Nederlanden.
De heer M. J. Waller, voorzitter van het
Nederlandsche schaatsenrijdersbond, heeft een brief
Stil, zeide hij, //ik zal u niet verraden."
Tegelijk trok hij aan de bel.
Hij liet een flesch wijn komen en zette zich
naast mij neder.
z/Morgen," zeide hij, vzal de betaling der bank
noten, welke gij gestoleu hebt, geweigerd worden
doch ik herinner mij, dat gij gezegd hebt, dat gij
eene plaats weet waar men die soort zaken koopt."
Ik antwoordde hem, dat ik hem dat niet durfde
zeggen.
z/Niet zooveel complimenten," zeide hij zachtkens
en op dreigenden toon, //gij zijt in mijne macht.
Wees openhartig en gij zijt gered. Waar woont
die man die banknoten koopt, waarvan de bank
de betaling weigert
z/Op het oogenblik is hij niet in de stad,"
antwoordde ik bevend.
z/Praatjes, mijn waarde ik geloof daarvan niets
en beken u, dat ik ook iets van dien aard van
de hand heb te zetten. Welken prijs besteedt hij
en wat doet hij met die dingen?"
n Hij geeft gemeenlijk een derde der waarde van
le papieren en stuurt ze buitenlands, waar zij in
de handen vallen van lieden ter goeder trouw en ten
laatste is dan de bank wel genoodzaakt te betalen."
z/Luidt de wet dan zoodanig
z/Wel zeker."
llreng mij dan in betrekking met uwen vriend."
z/Neen, dat is niet mogelijk. Hij wil met geen
vreemden te doen hebben."
ontvangen van den heer Neville Goodman, lector
aan de hoogeschool te Cambridge, die als president
van het Engelsche schaatsenrijdersbond, hem dank
zegt voor de ontvangst te Leeuwarden genoten.
Het was ook deze heer Goodman die aan het
feestmaal aldaar sprak.
Hij brengt hulde aan de groote onpartijdigheid
en vriendelijkheid den Engelschen in Friesland
betoond, terwijl hij de genomen schikkingen op
de banen prijst. Hij noemt de winners op de banen
z/de beste vertegenwoordigers van de snelste schaat-
senrijders der wereld, de Friezen," en hoopt dat
Engelschen en Nederlanders, die twee vrije volken,
elkander nooit ergens als tegenstanders zullen
ontmoeten bebalve op het ijs.
Door Gedeputeerde Staten van Zeeland is
eene circulaire uitgevaardigd aan de besturen van
polders of waterschappen in de provincie, waarbij
de aandacht gevestigd wordt op artikel 50 van
het polderreglement, volgens hetwelk de dijkgraven
en hunne plaatsvervangers voor den tijd van zes
jaren worden benoemd, zoodat de in 1879 be-
noemden in 1885 moeten aftreden, Tevens wordt
in de circulaire herinnerd aan artikel 38 van
bedoeld reglement, waarin wordt voorgeschreven,
wanneer de voordracht aan den Koning behoort te
worden ingezonden of de benoeming voor de ver-
gadering van ingelanden moet plaats hebben.
Aan het Nieuwsblad van Nederland deelt
men het volgende mede, omtrent den overwinnaar
in den schaatsen—wedstrijd.
Pieter Bruinsma is geboren te Lemmer. Zijn
vader was schipper. Hij is de jongste van tien
zonen en op het oogenblik 27 jaren oud (24
November geworden)thans kapitein eener veer-
boot, die van Sneek naar de verschillende andere
steden in Friesland vaart, is hij zeer werkzaam,
zoo zelfs dat zijne superieuren hem soms moeten
dwingen om rust te nemen.
Zijn gestalte is lang en gezetzijn haar en baard
zijn blond. Hij is nooit uitgelaten druk, en spreekt
niet meer dan het hoogstnoodige. Hij gaat zich
nooit aan sterken drank te buiten, docli drinkt
van tijd tot tijd zijn borreltje evenals ik en een
ander. Alle jaren in October begint hij lever-
traan te gebruiken en tegenwoordig eet hij, met
het oog op de wedrennen, dagelijks 30 rauwe
eieren. Ook zijne moeder is een stoere rijdster
geweest en won o. a. eenmaal in den tijd van
eene week negen prijzen met hardrijden.
Die thans reeds bejaarde vrouw, drukte hem
voor zijn vertrek aan het hart en zeidePieter
toon heden, dat ge man en Fries zijt, want hier
geldt het de eer van Yorst en Vaderland." Met
die aanmoediging ging hij op weg en overwon.
Toen hij alleen de baan afreed, omdat zijn
tegenpartij weggebleven was, had hij zijn boven-
broek aangehouden en kwam terug met een groote
z/Ik wil het, dat is mijn laatste woordgehoorzaam
of ik roep een politie-agent."
Ik scheen door die bedreiging geheel onthutst
en ik mompelde binnensmonds, dat die eerlijke
handelaar Samuel Mohr heette.
z/En waar woont hij vroeg Levasseur.
Zij n woonplaats kan ik u niet zeggen, maar
als gij met alle geweld wilt, zal ik u met hem in
kennis brengen."
Ten laatste werd er besloten, dat ik den anderen
dag te Bate Cottage met Levasseur zou dineeren
en Samuel in den loop van den avond ons zou
komen opzoeken. Ik moest den wisselaar zeggen,
dat de papieren, welke hem zouden worden verkocht,
eene waarde hadden van 12000 pond sterling en
Levasseur zou mij een briefje van 500 pond geven
om die zaak te vereffenen.
//Yijfhonderd pond," zeide hij mij bij het uit-
laten, is uwe belooning als ge uw woord houdt,
of deportatie. Denk er aan."
Den anderen dag had ik eene lange conferentie
met mijn chef. Dewijl het huis te Bate Cottage
alleen stond en nog wel op een open terrein, was
het niet doenlijk hinderlagen te leggen, en moest
die heele zaak door mij en den gewaanden Samuel
Mohr afgedaan worden. Die doortrapte schurken,
wier opsporing zooveel moeite had gekost, zouden
bij het minste idee van gevaar de banknoten ver-
nietigen en door Levasseur te arresteeren kou men
alles verliezen.
scheur in het kruis, zoo krachtig zet hij zijne
beenen af.
In Amsterdam heeft hij erg tegen A. v. d.
Berg opgezien, die Castelein er had afgereden.
z/Nu wou ik winnen, ik wou mijnheeren het
was, of ik mijzelven aanjoeg. Ik deed meer dan
ik ooit gedaan had, maar ik wilde niet verslagen
worden door hem."
Vele stukken winterrogge in Groningen, die
eerst door veldmuizen gehavend en later door kop-
pels wilde ganzen nog eens nagekeken zijn, beloven
den landbouwer een schraal oogstje. De strenge
koude heeft eveneens een nadeeligen invloed uit-
geoefend.
Gedurende de dagen, dat het ijs in het water
lag, heeft men kunnen waarnemen, dat het aantal
schaatsenrijdende meisjes veel grooter is dan ooit te
voren. Het wemelde overal op het ijs van meisjes
en jonge dames.
Dat is een gelukkig verschijnsel zegt De Huis-
vrouw. Het bewijst dat het tegenwoordige jonge
vrouwelijke geslacht kloeker is dan vorige geslachten,
en ook dat de opvoedkundige begrippen der ouders
zooveel verstandiger zijn geworden. De tijden zijn
voorbij, toen de meisjes van het ijs gehouden wer
den, hetzij omdat de begrippen van fatsoen er zich
tegen verzetten dat zij zich onder y Jan en alleman"
op het ijs mengden, hetzij omdat men kinderachtig
bang was voor ongelukken.
Men weet, wat de gevolgen waren van al die
wanbegrippen bij de opvoeding van de meisjes.
Er werd een geslacht van zwakke, zenuwachtige,
bloedarme, en dientengevolge onenergieke vrouwen
opgekweekt. Vrouwen die voor allerlei kwalen
vatbaar waren, die alle weerstandsvermogen misten,
en niet bestand waren tegen het leven met al zijne
beproevingen en al zijne afwisselingen van leed en
vreugde.
Nu er een betere geest onder de meisjes komt
en zij niet langer behandeld worden als porseleinen
poppetjes, zal men eens zien, wat flinke en gezonde
vrouwen er uit groeien.
Omtrent de landverhuizing naar Transvaal
wordt in een hier te lande ontvangen brief, welken
men welwillend het N. v. d. D. ter inzage ver-
strekte, het volgende gezegd:
z/De toestand in Zuid-Afrika is tegenwoordig
treurig. Er is geen werk, geen geld; duizenden
lijden armoede. De talrijke werklieden, die uit
Nederland naar Transvaal, vooral naar Pretoria,
komen, vinden daar niet, zooals hun was voor-
gespiegeld, ruimschoots gelegenheid om geld te
verdienen. Zij zien zich spoedig tot een treurig
omzwerven en gebrek lijden veroordeeld, en een
groot aantal hunner trekt te voet Natal en den
Oranje-Vrijstaat in, om te trachten daar iets te
verdienen.
z/Maar," zeide mijn chef, //het is toch eene ge-
waagde onderneming. Levasseur is niet alleen en
zal, als hij ziet, dat hij verraden is, zich wanhopig
verdedigen."
z/Ik weet," antwoordde ik, „dat Le Breton alleen
bij hem zal zijn; Jackson, die de rol van wisselaar
zal spelen, en ik zullen die twee ollendelingen
toch wel klein krijgen, is het niet door verrassing
dan toch zeker met onze pistolen."
De hoofdcommissaris wenschte mij een goeden
uitslag en riep Jackson, om hem de noodige in
struction te geven.
Ik wil wel bekennen, dat ik den anderen dag,
toen het gevaarlijke uur naderde, mij niet zeer
op mijn gemak gevoelde. Was het niet mogelijk,
dat Levasseur mijn ware betrekking ontdekt had
en mij nu een strik wilde spannen? Maar ik
moest het gevaar trotseeren. Ik maakte mijne
pistolen goed schoon en laadde ze met zorg, ik
nam een teerder afscheid dan gewoonlijk van mijne
vrouw en ik ging op marsch.
Het was Zondag en al het volk van het naburige
dorp ontmoette ik, terwijl zij naar de kerk gingen.
Ik voorzag, dat het huis van mijn gast ledig zou
zijn en dat ik alleen zou zijn met degenen, die ik
hebben moest. Er bestond dus hoegenaamd geen
hoop voor mij, als ik de onderliggende partij was.
(Wordt vervolgd.)
TER NEIMSCHE COTIAHT