Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
mgam
GetdEeening f 2900.
No. 2013.
Zaterdag 30 Augustus 1884.
24e Jaargang
BElvEN DMAKING.
GELBLEEHING sloiten, pot f 2000,
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Eranco per post: Voor
Nederland 1,10. "Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
^(fp I
ADVERTENTIENj
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot bet plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Bit bind verschljnt Dinsdng- en Vrijdngavond blj den ultgever P. .1. VAN DE SANDE te Ter Neuzen.
te TER NEUZEN van Maandag, 15 tot Zater-
dag', 20 September 1884.
Ter Neuzen, 28 Augustus 1884.
Burgemeester en Wethouders aldaar,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van
AXEL, brengen ter konnis van belanghebbenden,
dat te beginnen op 11 September aanstaande,
van wege de gemeente eene algemeene opnemiug
zal worden gehouden van de WECEN en VOET-
I'ADEN met de KI \ST\VERRE\.
Axel, den 30 Augustus 1884.
Burgemeester en Wethouders voornoerad,
PIETER VAN FRAAIJENHOVE, l.B.
De Secretaris,
J. v. D. SCllOONAKKER.
Het GEMEENTEBESTUUR van HENGST-
DIJK, als daartoe gemachtigd door Heeren Gede-
puteerde Staten van Zeeland, zal ten beboeve dier
gemeente eene
in aandeelen van f 100, die jaarlijks aflosbaar
zullen uitgegeven worden tegen 4 pCt. Gegadigden
worden verzocht hunne inschrijvingen in te leveren
vdor of uiterlijk op den 20 September a. s. ter
secretarie der gemeente, alwaar verdere inlichtingen
ten deze verkrijgbaar zijn. Geldschieters, die voor
bet geheele bedrag wenschen in te schrijven, zullen
de voorkeur genieten.
Hengstdijk, den 27 Augustus 1884.
Het Gemeentebestuur voornoemd,
G. VAN TRAPPEN, Burgemeester.
Ch. F. HERMANS, Secretaris.
JPolitieli Overzielit.
Tot op Ktlaatste oogenblik heeft China getracht
aan de straffenu. hand van den Franschen admi-
raal te ontkomen, zonae, zicb tot bYaling der 80
millioen fr. bereid te verklaren. De regeering
van het Hemelsche Rijk liet die van Frankrijk
FEUILLETON.
12) D IE I L I A.
VIII.
Haar blik viel onwillekeurig op zijn hand; hij
bemerkte het en draaide zacht blozend den wel-
bekenden gouden ring met den topaas rond zijn
vinger, zoodat het voile licht van den glinsterenden
steen Cecilia tegemoet straalde. Hij begon: Me-
juffrouw, ik begrijp dat ik u een uitleggiug scbuldig
ben al breek ik daardoor ook een langdurig en
ongeschondeu geheim. Als ik u niet kende zou
ik u op uw woord moeten vragen, dat gij alles
wat ik u zal zeggen ook als een geheim moet
beschouwen." Cecilia viel hem in de rede en
zeide: „Uw geheim begeer ik voor mij niet, maar
ik moet het vragen uit deelneming met mijne nicht
Adelaide en ik beb maar eenige opheldering, geen
volledige verklaring noodig. Kunt ge mij overtuigen
dat gij een braaf meisje waardig zijt?" De
jonkman liet haar niet uitspreken en riep„Dat
moet gij beslissen, niet ik en daarvoor moet ik
aanspraak maken op uw geduld!" „lk zal
naar u luistereu en hooren of ik u kan gelooven."
,/Goed," begon hij. #Ik ben een eenig kind
en opgevoed met groote teederheid en zorg. Alles
wat ik kon wenschen werd mij gegund. Beschouw
dat als een verklaring van mijn karakter, dat zeker
veel verontschuldiging heeft en dat de wereld niet
weten, dat iedere poging om het incident van Kelung
te herhalen als een oorlogsverklaring zou worden
beschouwd. China zou zich dan beroepen op de
mogendheden, met wie het traktaten heeft gesloten.
Frankrijk heeft zich door de bedreiging echter niet
laten afschrikken. Te Foo-Chow is in het groot
gedaan, wat te Kelung op kleinere schaal was uit-
gevoerd. De arsenalen zijn verwoest, aan gebouwen
en materieel is eene schade toegebracht, welke het
geheele bedrag der door Frankrijk geeischte schade-
loosstelling vele malen overtreft. Een deel der
Chineesche vloot is in den grond geboord, terwijl
het Fransche escader weinig schijnt geleden te
hebben. China had deze harde les van Courbet
kunnen voorkomen door de betrekkelijk geringe som
voor schadeloosstelling uit te keeren, of tegeu afstand
van For-mosa of van Hai-Nan.
De Koln. Zeit. meent dat Engeland de Chineezen
heeft gestijfd in hun verzet, welk vermoeden echter
niet zoo maar voor waarheid mag worden gehouden,
wijl dit blad steeds Gladstone en zijn ininisterie
tot zondenbok van gansch Europa maakt. Engeland
toch heeft het meeste belang bij den handel op
China, het is kolossaal hoeveel artikelen, vooral
katoenen stoffen Engeland in China binnenvoert.
Oorlog met China, d. i. sluiting der traktaathavens,
maakt duizenden arbeiders in Engeland broodeloos.
Terwijl de Justice Ferry beschuldigt in strijd met
de grondwet te handelen door den oorlog met
China te beginnen, beweren de regeeringsbladen,
dat er geen oorlog met China wordt gevoerd, maar
slechts een strafgericht wordt gehouden wegens de
kwade trouw der Chineezen. Aardig. Gesteld, dat
twee personen gezamenlijk een vuur zullen ontste-
ken, en dat hun daarbij zekere formaliteiten zijn
voorgeschreven, dat zij bij v. tot dit werk niet mogen
overgaan, zonder de buren te waarschuwen. Op
zekeren dag komt een der twee personen, en werpt
een vlaminend hout in de brandstof. Verschrikt
komen de buren toeschieten, die de vlammen aan
alle zijden zien uitslaan, maar de beide stokers
zeggen Bedaard maar, vrienden, het brandt niet
Wij hebben het immers niet op de gewone manier
aangestoken P"
Onder al de bedrijven blijft President Grevy
rustig konijnen jagen op Mont-Sous-Vaudrey,
alsof ook hij denkt: Oorlog hebben we niet,
Courbet neemt slechts waarborgen om China te
noodzaken tot nakoming der contracten, voor welke
m;.atregelen de meerderheid der Kamer de kosten
heeft toegezegd. Bijeenroeping der Kamer is niet
noodig."
Duitschland heeft de hand gelegd op drie ge-
deelten van Afrika's westkusthet gebied aan de
baai van Angra Pequena is door de firma Liideritz
bezet; te Cameroon in de baai van Biafra is eene
uitgestrekte landstreek door het Duitsche rijk zelf
in bezit genomen, en op een punt aan de Goud-
kust is ook de Duitsche vlag geheschen. Met
onbestraft liet wegens weekelijkheid. Dat onder-
vond ik, zoodra ik als knaap op een kostschool
kwam, waar mij de ongewone omgang met andere
kuapen ruw en kwetsend toescheen en waar mij
mijn schuchterheid tot het mikpunt van algemeenen
spot maakte. Daarbij onderscheidde zich vooral
een hunner, de zoon van een verarmden edelman.
Hij was naauwelijks een jaar ouder dan ik, maar
sterk, moedig en driest; hij was altijd de eerste
bij dolle streken en vechtpartijen en hij liet geen
gelegenheid voorbijgaan om mij te plagen en te
vernederen. Ik haatte hem zooals men op veer-
tienjarigen leeftijd kan haten. Nu hadden het
alien eens op de zwemles, waar ik mij bizonder
angstig en dom aanstelde, zeer dol met mij gedreven,
zoodat ik bijna wanhopig werd, mijn krachten
samenraapte en over de afgezette grens heenzwom.
Ik was ongeoefend, zwak en onbekwaam, zoodat
mij de stroom weldra medesleurde. Ik voelde mijn
krachten verminderen en beschouwde mij als een
verloren man, toen ik met een luiden hulproep
zonk. Reeds was ik bijna buiten kennis, toen ik
mij door een sterken arm gegrepen voelde, die mij
uit den stroom wegtrok en naar den oever bracht.
Mijn bitterste vijand had mij met eigen levensgevaar
gered. Sinds waren wij warme vrienden, zoodat ik
nog maar voor mijn vriend leefde, die mijn neiging
wel met spot wilde beantwoorden, maar daarin niet
slaagde. Hij werd ook mijn vriend en beheerschte
mij volkomen. Er konden in aauleg, opvoeding en
deze laatste vestiging is de Brit matig tevreden.
Het Duitsche oorlogschip Mowe, met den consul-
generaal Dr. Nachtigall aan boord, bevindt zicb
daar op de kust.
De vrijzinnige partij in Duitschland ziet in
Bismarck's koloniale politiek een verkiezings—
manoeuvre.
Het plan om de expeditie tot ontzet van Gor
don langs den Nijl te doen optrekken, wordt in
Egypte met tegenzin begroet, wegens den lagen
waterstand. De regeering blijft bij haar besluit,
wijl latere berichten van meerderen was des Nijls
melden. Intusscben zijn de Engelscben alles be-
halve gerust over de verschijning van een blad
te Alexandria, „de Pyramiden," betwelk openlijk
bet Egyptische standpunt tegenover Engeland
handhaaft. De Engelsche ambtenaren worden sterk
gegispt en het blad gretig gelezen, tot spijt van
John Bull.
Is bet in onze dagen zulk een fraaie betrekking
niet meer om Koning te zijn, des te minder is dat
het geval, wanneer men met die waardigheid bekleed
is in Spanje. Het Koninklijk vermogen der Bour
bons is niet groot en de inkomsten zijn niet Konink
lijk. Was de outvangst van den monarch te Madrid,
na de beleediging in Frankrijk ondergaan, schit-
terend, thans is weer niet al goud wat er blinkt.
Uit vrees voor te groote ontevredenheid der anti-
koningsgezinden heeft Z. M. uit eigen middelen
betaald de restauratie van het door den bliksem
vernielde Escuriaal en de kosten van ontvangst van
den Duitschen Kroonprins, terwijl eene firma te
Madrid afzag een uitzet op aflossing te leveren bij
's Yorsten tweede huwelijk. Zou bet krediet in
Spanje ook geschokt wezen
De Luxemburgsche hengsten van Z. M. den
Koning zijn op de landbouwtentoonstelling met
den eersten prijs bekroond.
Hiervan werd Z. M. telegrafisch in kennis ge
steld. Een dankzegging werd langs denzelfden
weg ontvangen.
Z. M. heeft de hengsten aan de Luxemburgsche
Maatscbappij van landbouw ten geschenke gegeven
Van Maandag tot Woensdag namiddag om-
streeks half twee uur, waren er op de landbouw
tentoonstelling te Amsterdam volgens de N. R. Ct.
reeds 15,300 bezoekers.
Daaronder waren zeer veel dames en heeren,
die als leeken kwamen, doch de landbouwende
stand is in de meerderheid.
Uit 's Hage wordt ons gemeldKomt er
niet spoedig verandering, dan gaan tal van werk-
lieden van de ijzerfabriek van de heeren Van
Entboven Co. een treurigen winter tegemoet.
Reeds nu wordt er in de gieterij twee dagen per
neigingen geen verschillender menschen zijn, dan
wij warenmaar al hinderde of bedroefde mij menige
eigenschap in hem, bij was toch mijn levensredder.
Ik beminde hem dweepend en ik koesterde joist
grenzenlooze bewondering voor de eigenscbappen die
ik zelf niet bezat. Wij gingen samen van de
kostschool. Hij moest zich tot den krijgsmansstand
voorbereidenmij wilden mijn ouders laten reizen.
Omdat ze mij nooit iets weigerden, kreeg ik van
hen gemakkelijk verlof dat mijn vriend mij ook
mocbt vergezellen. Wij reisden naar zijn eigen luim
en gril, wij bleven waar het ons, of liever waar
het hem beviel, want bij heerschte geheel alleen
en ik was gelukkig nu ik hem in dollen overmoed
bet leveu zag genieten dat voor hem in het oudeilijk
liuis niets dan ontberingen en zorgen had opgeleverd.
Zoo kwamen wij te D., waar ons weldra een kring
lichtzinnige jongelieden omgaf, die ook maar voor
bun genoegen leefden. Daar sleten wij dolle dagen.
Mijn vriend was een hartstochtelijk speler en
sleepte mij mede. In een dollen nacbt hadden
wij al ons geld verloren en daarenboven nog
een groote somme gelds, die wij op ons eere"-
woord binnen eenige dagen zouden betalen. Daarbij
waren eenige beleedigende woorden gevallen, die
mij eigeulijk golden, maar waarop mijn vriend
antwoordde, zoodat bij in een duel gewikkeld werd,
dat weldra zou plaats hebben. Ik was buiten mij
zolf, toen wij den volgenden morgen ontwaakten en
alles bedaard overdacbten. Wij waren vreemd in een
week niet gewerkt terwijl in de pletterij en vormerij
letterlijk bezigheden gezocbt worden, omdat men
bekwame werklieden niet gaarne hun ontslag geeft.
Naar onzen Haagscben corr. uit zeer vertrouwbaren
bron is meegedeeld hebben de heeren v. E. Co.
zicb genoodzaakt gezieu reeds een 20tal werklui
te ontslaan en zouden zij, wanneer er geen ver-
betering in de zaken komt, verplicht zijn er nog
meer af te danken, onder deze omstandigheden,
zegt onze berichtgever, is bet treurig, dat bij de
laatst gehouden aanbesteding van het Departement
van Kolonien de grootste werken waaronder van
1| ton aan buitenlandsche industrieelen werden
gegund, terwijl aan de heeren Van Enthoven
Co. slechts de levering van 4 draaiscbijven ad
f 4000 per raming kon worden aanbesteed.
Een twintigjarige deerne uit Clinge had zich
Woensdag voor het gerechtshof, te 's Hage, te
verantwoorden over het op twee acbtereenvolgende
avonden nl. op 19 en 20 Maart jl., stichten van
brand, eens bij Van Goethem en daarna bij de
Wed. de Booy, bij welke beide onheilen telkens
een stal en schuur met vee en oogst door de
vlammen werden verteerd, en de eigenaren, hoewel
geassureerd, toch belangrijke schade leden.
Bescb. bekende de feiten te hebben gepleegd.
Zij had, naar zij verklaarde, altijd zoo'n pleizier
in brand, vooral omdat er dan zooveel jongens
bij elkaar kwamen, waarmede ze dan naar harte-
lust stoeien kon.
Adv.-Gen. Mr. Gregory wees op het zielkundig
onderzoek, waaraan besch. te Middelburg, gedurende
een maand onderworpen was geweest, om uit de
resultaten daarvan aan te toonen, dat in dezen
niet aan pyromanie (zucht tot brandstichting) te
denken viel. Z.E.G.A. wees verder op de groote
schade, welke de beide door brand getroffen eigenaren
hadden geleden. Van G. toch verloor daarbij een
waarde van f 150, en de arme weduwe bet
grootste gedeelte van haar bezitting.
De feiten waren volgens spr. te wijten
aan eene groote mate van kwaadwilligheid, welke
geen middelen ontzag, om haar doel, in casu het
voldoen aan zucht tot afleiding en bet voldoen
aan haar hartstocht, te bereiken. Z.E.G.A. requi-
reerde ten slotte, lettende op den jeugdigen leeftijd
van besch., maar ook op een vroegere veroordeeling
wegens diefstal, 18 maanden celstraf.
Mr. A. Maclaine Pont erkende, dat de feiten
en de scbuld van zijn cliente in deze voldoende
vaststaande en gebleken waren. De toerekenbaar-
heid van de besch. kon pi. evenwel niet toegeven
omdat volgens Z.E.G. wel degelijk een
element voor pyromanie op te merken viel.
PI. concludeerde derbalve tot ontslag van rechts-
vervolging.
Het gerechtshof veroordeelde gister de beschul-
digde tot 18 maanden eenzame opsluiting.
De Bergsche ansjovis" heeft ook dit jaar
vreemde stad, geldeloos en onder verplicbtigen, voor
welke onze eer te panden stond. Mijn vriend spotte
met mijn treurige gepeinzen en ik schreef mijn vader
om geld. De eerie dag na de andere verliep, maar
er kwam geen antwoord. De toestand werd steeds
pijnlijker. Reeds een week lang ging ik tweemaal
daags naar de post, maar telkens te vergeefs. Den
volgenden morgen zou bet tweegevecht plaats hebben
dat mijn vriend zicb voor mij op den hals bad
gebaald en denzelfden dag moest ik op mijn eeiewoord
onze speelscbuld van 500 betalen. Wanhopig
vroeg ik op het postkantoor naar een aangeteekenden
brief; hij was er niet." „TIariep Cecilia,"
z/toen ontmoetten wij elkander bij toeval voor de
eerste maaltoen zag ik dien ring"De
jonkman nam den ring van zijn vinger en wilde
hem aan Cecilia geven. Zij week ontzet terug en
hij gino voort//Gij waart het die toen een brief
ontving, waarvan de inhoud ons had kunnen redden.
Bedaard gingt gij heen en in wanbopigen augst bleef
ik staan. Op straat wachtte me mijn vriend. Hem
behoefde ik niet te zeggen, dat ik vergeefs bad
gevraagd. Hij zag bet aan mijn gezicbt en nu
werd hij ook radeloos. Hij riep: //Weer niets
voor ons en het mooie meisje, dat hier voorbijging,
bad een aangeteekenden brief in de hand, die voor
haar misschien van weinig waarde, onverschillig is
en die onze eer zou kunnen redden Ik noemde
uw naam, die luid genoeg op het postkantoor was
geroepen. Toen werd bet gelaat van mijn vriend
TEES NEllMSdE ('SHRAM
IMiMTir