Landbouwberichten.
Buitenland.
Gemengde berichten.
vreemdeling in het spel zijn, die echter nog niet
gevonden is.
Evenmin lieeft men reeds ontdekt, of er al
werkelijk gouden lOguldenstukken zijn nagemaakt;
men vermoedt dat echter wel.
Men schrijft uit Grave aan het D. v. N.
De naburige gemeente Neer-Asselt, over de Maas
gelegen, was Zaterdagmiddag het tooneel van een
hevigen brand. Omstreeks half vijf in den namiddag
sloeg plotseling de vlam uit het dak van deland-
bouwerswoning van L. In een oogenblik stond
het geheele gebouw in lichtelaaie. Daar op dat
oogenblik de meeste landbouwers op het veld bezig
waren, o. a. de eigenaar zelf, viel er aan blusschen
niet te denken. Het duurde niet lang of de op
eenigen afstand gelegen landbouwerswoning werd
ook door het vernielende element aangetast en
verbrandde eveneens. Een hooiberg, gelegen in
de onmiddellijke nabijheid van een derde woning,
vlamde ook weldra lustig op en dreigde ernstig
ook het huis in brand te steken. Onderwijl was
de brandspuit der gemeente op het terrein ge-
komen, maar kon bij gebrek aan water en vooral
aan emmers om dit aan te voeren, eerst niet werken.
Tot vier malen toe vatte het dak van het derde
huis vuur. Mannen, met natte zakken gewapend,
doofden het vuur echter uit. Onderwijl hadden
een 14tal soldaten van het Graafsche garnizoen
zicli op een rij gesteld, werden door vrouwen en
meisjes emmers, koperen kannen en ander vaat-
werk uit de naburige woningen aaugebracht en
weldra werd er van alle kanten water genoeg
aangevoerd om de hooimijt te blusschen, zoodat
weldra het gevaar voor het derde huis was geweken.
De twee andere gebouwen liet men aan hun lot
over en. zij brandden dan ook totaal uit.
De brand is vermoedelijk ontstaan door de on-
voorzichtigheid van de kinderen, die bezig waren
een ,/varkenspot" te koken.
De woning en de inboedel van L. waren ver-
zekerd, maar veel te laag. Inboedel cn oogst zijn
totaal verloren, benevens f 125 aan geld. Een
veulen en vier varkens werden gered.
TER 1YEUZEIV, 12 Augustus 1884.
A. s. Yrijdag, 15 Augustus, zullen op de lijn
GentTer Neuzen eenige bizondere treinen loopen.
Er zal een trein om half negen 's morgens en
eene om 9 uur 's avonds van hier naar Gent,
een andere van Gent naar Ter Neuzen om 7 uur
's morgens en 5,20 uur 's avonds vertrekken.
Wij verwijzen onze lezers naar achterstaande
advertentie, van de afdeeling Hulst der Maat-
schappij tot bevordering van landbouw en veeteelt.
Door de goede zorgen van het bestuur kan men
voor den geringen prijs van f 5 van af Hulst
de reis naar Amsterdam heen en weer maken.
Wij hopen, dat velen en vooral landbouwers van
deze gelegenheid gebruik zullen maken om deze
belangrijke tentoonstelling, in eene stad waar bo-
vendien zooveel schoons te zien is, bij te wonen.
Zaterdag jl. is alhier van wege het bestuur der
waterkeering van den calamiteusen Nieuwe Neuzen
jlolder, aanbesteed
1°. Het maken van werken tot verdediging van
den onderzeeschen oever, bestek no. 55/2, waartoe
waren ingekomeu 10 geldige biljetten, die de
volgende inschrijvingen bevatten: A. de Jong,
te Ter Neuzen, f 42521A. van der .Beek, te
Zaamslag, 42245C. de Wilde, te Kattendijke,
f 42200A. Vermorken, te Hontenisse, f 42000;
J. Tollenaar, te Ter Neuzen, f 41900; P. A. van
de Yelde, te Ter Neuzen, f 41560; H. Hage, te
Middelburg, f 41200; J. Jansen, te Ter Neuzen,
41167; C. Roskam, te Sliedrecht, f 40300,
en D. Tholens, te Hoek, f 40290. De raming
bedroeg 42407,99^.
2°. Het voorzien door bezinking van de afschui-
ving van 28 Juli 11., bestek no. 56/3, waartoe
waren ingekomen 12 geldige biljetten, die de vol
gende inschrijvingen inhielden: C. van der Hooft,
te Ter Neuzen, f 31200; A. de Jong, te Ter
Neuzen, f 30318; J. van Eck, te Hardinxveld,
f 29940; C. de Wilde, te Kattendijke, f 29900
A. Vermorken, te Hontenisse, f 29420; C. Roskam,
verachtend gemaakt, wat eigenlijk geheel tegen
haar natuur streed. In haar gedachten had zij met
die zaak afgedaan, hoewel de sporen er van door
haar geheele leven gingen. De eerste dreigende
wolken aan den staatkundigen hemel van 1848
vertoonden zich en bij de bewegelijke Italianen
schoot reeds hier en daar een bliksemstraal, die
verblindend, maar niet vernietigend en de voor-
looper was van een beweging, die eerst twintig
jaren later het geheele land in beroering brengen
en verandereu zoude. Cecilia was met haar ge-
zellin naar Napels getogen en zij genoot dubbel
leven in de tooverachtige natuur, die haar ont-
vankelijk gemoed geheel vervulde. Enkele vrien-
den uit Rome waren haar gevolgd, die met haar
geraeenschappelijk soms dagen achtereen de schoone
omstreken doorkruisten. Zij bekommerde zich niet
om de gisting in het land; de kleine volksop-
loopen, die men bijna dagelijks zag, geleken nog
maar op een luidruchtigen vastenavondscherts.
Alles scheen nog onschuldig en men was er in
Napels aan gewoon, dat het volk op straat leefde.
Een omgevallen markttent of een improvisator op
het havenhoofd riep de menigte evengoed samen als
de kleine omwentelingen, die niets meer dan een
grap voor de avonduren waren. De dames hadden
een kwartier in de Toledostraat genomen, dat, wan-
neer zij terugkeerden van een tochtje op zee of
te Sliedrecht, 29300; D. Tholens, te Hoek,
f 28967 A. van der Beek, te Zaamslag, f 28100
J. Tollenaar, te Ter Neuzen, 28100; P. A. van
de Velde, te Ter Neuzen, f 27725; H. Hage, te
Middelburg, f 27500, en J. Jansen, te Ter Neuzen,
f 27460. De raming bedroeg f 30900,37£.
Voor de gezamenlijke aanbestedingen waren 2
biljetten van onwaarde ingeleverd.
Axel, 10 Aug. De lieer J. H. Goor, vroeger
onderwijzer alhier, thans te Goes, heeft op het
examen, gehouden te 's Gravenhage op 7, 8 en
9 Aug. jl., de hoofdakte verkregen.
Tot predikant bij de Christelijk gereformeerde
gemeente alhier is beroepen de beer I. W. Draijer,
candidaat te Kampen.
Axel, 12 Augustus. Heden morgen zou bij den
landbouwer Abr. Haak alhier de put uitgediept
worden, omdat de pomp geen water meer gaf. Een
werkman, Hannes Ruben, daalde in den put neer
om het werk te verrichten. Weinige oogenblikken
was hij slechts beneden toen hij, bemerkende dat
hij door de benauwende lucht bevangen werd, weder
naar boven wilde komen. Hij had echter nauwelijks
een paar treden op de ladder gedaan, of hij viel
neder en was bijna oogenblikkelijk een lijk. Met
dreggen heeft men den ongelukkige er uit gehaald.
Zijne diepbedroefde weduwe was troosteloos.
Hulst, 12 Augustus. In de heden gehouden
raadsvergadering alhier werd met 6 van de 7 stem-
men tot hoofd der openbare school benoemd de
heer A. E. Kusse, thans onderwijzer te Ylissingen.
In de vorige week was door den rentmeester van
het kroondomein te Hontenisse een openbare ver-
pachting uitgeschreven van drie hofsteden, resp.
groot ruim 31, 43 en 30 hectaren bouw— en
weiland, die in 1881 verpacht werden gezamenlijk
voor pi. m. f 5000. Bij herhaling opgeroepen,
werd nu echter door niemand voor een dier hof
steden een bod gedaan.
Biervliet. De heer K. Straatsma, predikant bij
bij de Ilervormde gemeente alhier, heeft een beroep
ontvangen naar Baarland.
Dat de guano tegenwoordig door de landbouwers
algemeen als bemestingsmiddel gebruikt wordt,
weet ieder, die met eenige belangstelling de zaken
van den landbouw gadeslaat.
Dat echter de waarde van deze meststof reeds
in oude tijden werd gevoeld en haar gebruik
daarom tot de grijze oudheid opklimt, zal zeker
minder algemeen bekend zijn. En toch is het
zoo. Reeds bij de oude bewoners van Peru werd
de waarde dezer meststof op hoogen prijs gesteld.
Yele eeuwen geleden vaardigden de Iuka's (beheer-
schers van Peru) eene wet uit tot bescherming
der vogels op de Chincha-eilanden, ten einde eene
uitputting van den voorraad te verhinderen. Zij
bedienden zich reeds van guano tot vruchtbaar-
making hunner kuststreken. Zoo ook verhaalt de
Arabier Edrisi (1154 n. Chr.), dat in de Perzische
golf op de naakte eilanden tusschen Dalfau en
Bohreia eene soort van vogelmest gevonden wordt,
die alle bekende mestsoorteu in waarde verre over-
treft. De eerste proeven van guano bracht Alexander
von Ilumbolt in het begin dezer eeuw naar Europa
en gaf tegelijkertijd de eerste nauwkeurige aan-
wijzingen over de wijze van verzameling dezer stof
en over de behandeling en het gebruik daarvan
bij de Indiaansche bevolking van Peru en Chili.
De eerste proefnemingen, om Peruaansche guano
als meststof naar Europa uit te voeren, hadden
plaats in 1832, maar vielen voor de ondernemers
zoo ongunstig uit, dat eerst in 1840 de proef
door een handelshuis te Lima herhaald werd.
Op aanmoediging van de Britsche maatschappij
van landbouw werden uitgebreide bemestingen
met guano ondernomen, die zulke glansrijke ge-
volgen hadden, dat deze handel in korten tijd een
ongedachten omvang en belangrijkheid verkreeg,
zoo zelfs, dat men vreest, dat de voorraad der
Chincha-eilanden daardoor weldra verbruikt zal zijn.
Gelukkig daarom, dat de natuur voor tal van
andere guano-verzamelplaatsen gezorgd heeft.
in den omtrek, de plaats voor het paleis vol men-
schen was die lachend antwoorddeu, wanneer men
hun vroeg wat het doel van den oploop was
Niets, een kleine omwenteling." Het volk van
Napels is als een troep kinderen vol onschuldigen
levenslust, moedwil en vroolijkheid. Langzamerhand
kreeg de beweging toch een ernstiger, dreigend
karakter. Men gevoelde dat alles maar een vroolijk
masker was, achter hetwelk een ernstig gelaat
schuilde met bedoelingen, van welke de geraas
makende menigte niets giste. Er lag een drukkende
lucht over de stad en reeds slopen er te midden
van het volksgewoel dreigende gestalten uit de be-
schaafde klassen, die slechts hier en daar fluisterend
een vonk strooiden om te onderzoeken of zij brand
zou veroorzaken. De weduwe wilde Napels verlaten,
maar Cecilia wilde de plaats niet uit, die haar als
in een tooverkring gesloten hield en vooral wilde
zij niet terug naar haar voogd, waar haar de her-
inDering wachtte aan eene onaangenaame ontmoeting,
die haar als een droombeeld van medeplichtigheid
drukte. Binnen eenige maanden was zij meerderjarig.
Dan kon haar niemand beletten, dat zij zelfstandig
ging leven, dat zij haar fortuin naar haar eigen
zin besteedde en de weduwe had reeds moeten
beloven dat zij Cecilia nooit zou verlaten.
(Wordt vervolgd.)
Uit Brussel meldt men Zondag om kwart over
elven is de optocht der liberalen, begeleid door een
talrijke politiemacht begonnen. Volkomen orde
heerschte overal. Op haast tallooze borden waren
opschriften aangebracht, verwerping vragende van
de voorgestelde onderwijswet en herinnerende aan
de woorden door den Koning in 1878 gesproken.
Op straat heerschte groote levendigheid. Dicht
aaneengesloten stond de menigte in de voornaamste
straten, ter wij 1 de schutterij en politie op de been
waren.
Volgens kennisgeving van den Burgemeester was
de circulatie van manifesteerende groepen verboden,
zoodra de officieele manifestation getiindigd waren.
Begeleid door talrijke muziekkorpsen hield destoet
te 11,40 uur voor de Beurs stil. De heer Jauson
sprak het volk toe. Hij viel het Ministerie aan
en het onderwijs—ontwerp, herinnerde aan's Konings
troonrede van 1878 en stelde als motie voor eene
resolutie, houdende de eisch tot intrekking van de
ontwerp-schoolwet en tot ontbinding van de Kamer.
De menigte in den omtrek van de Beurs stond
als een kluwen saamgepakt.
Tegen het middaguur kreeg de manifestatie meer
en meer een kolossaal karakter.
De orde bleef volkomen ongestoord.
De optocht der Independenten was vrij talrijk
en heeft zich op weg begeven te 10,45 uur.
Overal was een groote toevloed van menschen.
Er had geen enkel incident plaats. In de rue
St. Jean was een oogenblik wat opschudding, die
echter spoedig bedaard was. Voor het Ministerie
van justitie werd eene toespraak gericht tot den
Minister Woeste, die zich met zijn gezin op het
balkon bevond. Woeste bedankte. Aan de Kamers
werd een adres overhandigd. De manifestatie is
in goede orde afgeloopen.
Uit Cairo telegrafeerde de correspondent der
Times den 8 het volgende Het schijnt zeker te
zijn, dat de gouverneur van Dongola aan de regee-
ring is getrouw gebleven, maar hij is eenfanatiek
dervisch, moeilijk te behandelen en tegen Europeanen
ingenomen hij is bereid zijn ambt neer te leggen
en als pelgrim naar Mecca te gaan. Hij is door
het gouvernement slecht behandeld. Door zijne
verdediging van Dongola is hij generaal Gordon
van groot nut geweest en die twee, geheel aan zich
zelven overgelaten, hebben een inval der rebellen
in Egypte verhinderd. De Mahdi is ontmoedigd,
zijn prestige neemt af en waarschijnlijk zou de
tegenwoordigheid van een handvol Engelsche sol
daten te Dongola zulk een schrik inboezemen, dat
de belegeraars van Khartoem zich zouden verstrooien
en Gordon Berber zou kunnen nemen en de gar-
nizoenen ontzetten. Aan Gordon en den gouver
neur van Dongola is het te danken, dat wij nog
kunnen doen, wat reeds een half jaar geleden had
moeten zijn gedaan.
De Noordsche bladen vermelden een treurig
ongeval, dat eenige dagen geleden in de nabijheid
van Tonsberg plaats had. Yier dames en drie heeren
waren met een licht zeilscheepje uitgegaan om te
visschen en zouden des namiddags huiswaarts keeren,
na nog een tochtje buiteu de Valldbocht gedaan
te hebben. De wind was zacht en de zee kalm.
Op het oogenblik echter, dat men wilde wenden,
viel de wind plotseling in het zeil naar den kant
waar de meesten zaten. Het scheepje kreeg zooveel
water in, dat men het onmogelijk leeg kon hozen
en verdween weldra in de diepte. Twee der heeren
stonden bekend als flinke zwemmers en zij hielden
zich ook wel boven water en trachtten hunne lot-
genooten te redden, maar met geen ander gevolg,
dan dat zij het slachtoffer van hunne menschlievende
pogingen werden. Eene der dames, de zuster van
een der verongelukte heeren, bereikte al zwemmende
na ongeveer 3 ureu een eilandje, waar zij geheel
uitgeput door eene alleen wonende weduwe werd
opgenomen, die haar den volgenden morgen naar
hare ouders roeide.
Een Fransch geleerde deed dezer dagen in
een geleerd genootschap te Parijs mededeelingen
over de ramp van Krakatau, waarin onder andere
voor kwam, dat er zooveel menschen bij omgekomen
waren, dat een in Straat Sunda varend schip,
blijkens de verklaring van den gezagvoerder, bijna
niet vooruit had kunnen komen, daar de in zee
drijvende lijken eene soort van bank vormden.
V an iets dergelijks zegt de Arnh. Ct. hebben
wij tot dusverre niets gehoord. Wel werd indertijd
bericht dat er in Straat Sunda na de uitbarsting
zooveel puimsteen ronddreef, dat de vaart er door
belemmerd was.
De liethebbers van vergelijkende taalkuude en
de rekenmeesters mogen nu nagaan hoeveel mis-
verstanden en vergissingen in lezen, schrijven of
vertalen er noodig zijn geweest om van het Neder-
landsche puimsteen het Fransche cadavre te maken.
Wij geven het op
De Berlijnsche politie heeft thans officieus
te kennen gegeven, waarom zij zoo streng jegens
de Russen te werk gaat. Volgens die mededeeling
is er reeds lang geklaagd over zwendelarijen en
bedriegerijen, waaraan vele Russen zich aldaar
schuldig maken. Zoo is er bijv. menigeen, die
te Berlijn als koopman woont en in Rusland een
eigen zaak heeft, maar in Duitschlaud handel
drijtt op naam zijner vrouw, die met de kinderen
in Rusland blijft wonen, terwijl hij zich daardoor
in staat ziet gesteld en van die gelegenheid
ook ruim gebruik maakt om vele ingezetenen
door verkeerde handelingen te benadeelen. Ook
zijn er velen, die louter van zwendelarij leven en
wier schuldeischers nooit betaling kunnen krijgen.
En zoo zijn er nog eene menigte ergelijke feiteu
aan het licht gekomen, waarin de politie aan-
leiding heeft gevonden om maatregelen te nemen.
De zaak komt dus hierop neder, dat de termijn
voor het verblijf in de stad alleen wordt gehand-
haafd ten opzichte van dezulken, die men er
wegens de genoemde redenen liever wil missen,
terwijl diegeuen, op welke niets valt aan te mer-
ken en die zich voorzien van het vereischte
document, gecrontrasigneerd door een Duitschen
consul in Rusland, ook verder op alle welwillend-
heid kunnen rekenen.
Den 26s*eu Juli werd te Stockholm een
van de kautoorloopers der Rijksbank in het lokaal
der Sundswallsche bank een pakje biljetten, 1900
kronen inhoudende, ontvreemd, op eene wijze die
dadelijk aan den bekenden diefstal in het gebouw
der Associatie-Cassa te Amsterdam doet denken
en de vraag wettigtzou er ook betrekking be-
staan tusschen de schurken daar en ginds. Te
gelijk met den bode vertoonden zich in het lokaal
twee personen, die er als vreemdelingen uitzagen:
een van hen sprak Engelsch. De bedoelde per
sonen, die kort te voren in de Rijksbank waren
geweest, waren van daar den bode gevolgd naar
de Sundwallsche bank en verlieten deze weder,
voor de bode bemerkte dat men hem het pakje
biljetten ontstolen had, hetwelk hij met nog twee
andere, insgelijks elk 1900 kronen bevattende,
op de toonbauk had neergelegd.
De dieven vertrokken onmiddellijk daarop per
stoomboot naar Enkoping en later per spoor naar
Malmo, waar zij met behulp van twee rechercheurs
uit Stockholm werden gevat, terwijl zij vermoede
lijk bezig waren, opnieuw hun slag te slaan.
Het Fransche regeeringsblad heeft het rapport
der commissie openbaar gemaakt, die door den
Minister voor onderwijs belast was met het onder-
zoek van Pasteurs inentingsmiddel tegen de honds-
dolheid. Volgens dat rapport zijn alle door Pasteur
aangevoerde feiten volkomen bevestigd geworden.
Van 42 houden werden 23 ingeent en deze, met
de overige 19, deels door razende honden gebeten,
deels door besmetting dol gemaakt. De 23 inge-
ente dieren bleven volkomen gezond, terwijl zich
bij de 19 overigen de dolheid in heviger of
minderen graad openbaarde. Van deze 19 werden
er 6 door dolle honden gebeten3 daarvan werden
mede dol en stierven. Acht werden er met het
virus besmet door middel van een aderlijke in-
spuiting; daarvan werden er 6 dol. Yijf eindelijk
werden er besmet door trepanatie; deze bezweken
alle vijf aan de ziekte. Het bij al deze proefne
mingen aangebrachte virus was bizonder sterk,
virus namelijk van de 46e overplanting, dat is
smetstof, die achtereenvolgens door een reeks van
46 konijnen was overgeplant, bij welks overplan
ting de hevigheid van het dollehondsgif trapsge-
wijze toeneemt.
De commissie noemt den uitslag van de proef
nemingen op Pasteurs ingeente honden ,/beslissend."
Toch acht zij haar arbeid nog lang niet volbracht.
Yooreerst toch wil zij nog op tal van andere dieren
dezelfde tweeledige proefneming toepassen. En
daarna moet zij nog zekerheid verkrijgen omtrent
de hoogst belangrijke vraag, of inenting met het
virus ook na het ontvangen van een dollehondsbeet
het gebeten voorwerp voor de ziekte behoeden kan.
Te Gigean, een plaatsje van 1400 inwoners,
drie a vier uren van Montpellier, woedt de cholera
in hevige mate. Den 8 dezer zijn er veertien
personen aan de ziekte bezweken. Er bleven er
toen nog 30 cholera—lijlers in behandeling. In een
enkelen dag waren omstreeks 300 inwoners de plaats
ontweken.
Ook te Montpellier is iemand aan de cholera
overleden en te Bordeaux zijn eenige leden van
eene enkele familie er aan bezweken. Te Besseges,
in het departement der Vogeezen, zijn insgelijks
eenige gevallen van cholera waargenomen.
De opbrengst van de verkooping der wijnen,
likeuren enz., uit den kelder van wijlen den Prins
van Oranje, bedroeg ongeveer f 5000. Door
verschillende bijbelgenootschappen zijn in deze eeuw
reeds 150,000,000 bijbels in 226 talen gedrukt
en verspreid. Aan het etablissement ,/Feijenoord"
zijn weder 100 werklieden ontslagen. De in
schrijvingen op de nieuwe Nederlandsche Staats-
leening, groot f 59,700,000, zullen alle ten voile
worden toegewezen. Voor zeer belangrijke sommen
is door vele kapitalisten ingeschreven. Tijdens
de jongste mooie dagen en het stille weer was het
zeewater bizonder doorschijnend. In het Nieuwe-
diep kon men zelfs op 22 voet diepte de schelpjes
op den bodem der haven zien liggen. Te
Noordwijk zijn de aardappelen zoo goedkoop als
sedert jaren niet bekend is; men kan daar 50
centeu voor een hektoliter maken, doch dan wil de
kooper, zooals een Noordwijker vertelde, er nog
spek op toe hebben. Te Stavenisse woedt de
zoo gevreesde varkensziekte, evenals vorige jaren,
in vrij hevige mate. Dagelijks ziet men varkens
van 2 h 300 pond begraven. Men is bezig
Ameland uit zijn isolement te verlossen door het
telephonisch met Terschelling te verbinden.
Te Zevenaar is eene dienstbode in hechtenis ge
nomen, omdat zij hare mevrouw heeft mis-