Algemeen
Nienws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
AANBESTEDIKG.
No. 1995.
Zaterdag 28 Juni 1884.
24e Jaargang
aan te besteden
feuilletonT
6) Een Virtuose.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postYoor
Nederland /1,10. Yoor Belgie f 1/10. Yoor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENT!®^
Yan 1 tot 4 regels 0,40. Yoor elke regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
BOSCHKAPELLE, zullen op Zaterdag den 1!)
Juli 1884, des namiddags te een ure, ten raadhuize
onder nadere goedkeuring trachten
Het verbouwen en vergrooten
van bet schoolgebouw met de ver-
nieuwing van het ameublement en
andere aanverwante werkzaamhe-
den alsmede het amoveeren van
het voormalig gemeentehuis en
het daar ter plaatse bouwen eener
nieuwe Onderwijzerswoning en
Schuurtje met bijlevering van de
daartoe benoodigde materialen.
De noodige aanwij zing in loco zal plaats hebben
op Zaterdag 12 Juli te twaalf ure en liggen bestek
met teekeniugen ten raadhuize ter inzage, terwijl
afdrukken daarvan aldaar verkrijgbaar zijn tegeu
betaling van f 1,50.
Boschkapelle, den 23 Juni 1884.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
K. J. A. G. COLLOT d'ESCURY, Burgemeester.
A. C. YAN DEN EECKHOUT, Secretaris.
lAolitielt Overzicht.
In de Fransche en Engelsche parlementen zijn
Maandag dan eindelijk de zoolang verbeide mede-
deelingen omtrent de over Egypt e gevoerde
onderhandelingen gedaan en een gedeelte der
daarop betrekking hebbende stukken overgelegd.
Zoowel uit hetgeen Gladstone in het Lager- en
Lord Granville in het Hoogerhuis verklaarde, als
uit hetgeen Ferry in de Fransche Kamer mede-
deelde, blijkt dat Engeland Egypte nog tot 1
Januari 1888 bezet zal houden en het daarna
ontruimen, tenzij de mogendheden dan bedenkingen
tegen die ontruiming mochten hebben. Frankrijk
heeft zich verbonden Egypte niet te bezetten,
tenzij op uitdrukkelijk verlangen van Engeland.
De dubbele (Fransche-Engelsche) controle over
de Egyptische financien zal defiuitief worden op-
geheven, daar deze noodzakelijk met iumenging
in Egvpte's binnenlandsche politiek moet gepaard
gaan en dit niet wenschelijk is. Er zal echter
een internationale commissie voor de staatsschuld
benoemd worden, die belast is met de controle
De twee vriendinnen zaten op gloeiende kolen.
Het zegel van de geheimhouding brandde op haar
lippen. Zij zochten Julia zoo goed mogelijk te
troosten, terwijl zij al haar toorn over den trouwe-
loozen echtgeuoot uitstortten, waarna zij wegijlden.
Toen zij op straat kwamen, ijlde de eene oost-
waarts, de andere westwaarts en beiden verhaal-
den toen weer de gebeurtenis aan haar vriendinnen
onder het zegel van de stipste geheimhouding en
met velerlei opsierselen. De vriendinnen in het
oosten en in het westen, aan welke de zaak onder
het zegel van de stipste geheimhouding was me-
degedeeld, brachten haar van heur kant, en ook
weer onder het zegel van de stiptste geheimhouding,
deels naar het noorden en deels naar het zuiden
en vdor de zon nog onderging was het geheim zoo
bekend, alsof Groenspecht het zelf had uitgebazuind.
Maar waarheen was Groenspecht gegaan? Dat
wist zijn vrouw niet. Zij strooide uit, dat hij op
zijn vlucht alle voorwerpen van waarde, welke zij
door haar kunst had verworvenmedegenomen
had, zoodat hij haar hulpeloos had achtergelaten.
Zij gedroeg zich als een offer van de gruwelijkste
wreedheid, van de allerzwartste ondankbaarheid.
En toen zij haar huisraad liet verkoopen, verdrongen
zich de koopers, die alles met hooge prijzen be-
Dit bind vePNchijut UiiiMdns- en Vrijd.*i£.ivoMd bij den uitscver P. VAN It E S A N D E te Ter Neuzen.
van het budget, voor zoover dit met de rentebe-
taling in verband staat. De president dezer
commissie zal een Engelschman moeteu zijn.
Limiddels maakt de opstand in Egypte zelf ver-
dereu voortgang en heeft de Mahdi aan den gou-
verneur van Dongola een tweede missive gericht
om hem aan te sporen zich openlijk tegen de
Egyptische Regeering te verklaren. #Neem mijn
voorstel aan," zoo schrijft hij, „en ik maak u
gouverneur van uw provincie met volmacht om
over de inkomsten te beschikken. Sla het af, en
ik zend een mijner stadhouders, die noch u, noch
de uwen ontzien zal." Men zegt, dat de gouver
neur met de familiebetrekkingen van den Mahdi,
die bij Dongola groote bezittingen hebben, op een
gemeenzamen voet omgaat. In officieele telegrammen
uit Kairo wordt voorts melding gemaakt van een
gerucht, dat de opstandelingen uaar Korosko, een
aan den Nijl gelegen stad van Nubie, op marsch zijn.
Uit Rusland komt de tijding, dat zich de erger-
lijke tooneelen van Jodenvervolging te Nishny-Now-
gorod hebben herhaald. Tegen half negen des avonds
verspreidde zich in de voorstad Nunawiuo het ge
rucht, dat de Joden een kind van Christenouders
hadden geroofd en in de synagoge gebracht. Het
gepeupel schoolde dientengevolge vdor de synagoge
samen. De politie kon er in den aanvang niet
in slagen den oploop uiteen te drijven en verzocht
versterking van den gouverneur, die onmiddellijk
last gaf, dat de troepen, welke zich in het kamp
op eenigen afstand van de plaats bevonden, hulp
zouden bieden. Intusschen hadden eenige Joden,
welke zich op de straat bevonden, reeds overlast
van het volk gehad en waren ernstig mishandeld.
Ook drong het gepeupel de synagoge binnen en
mishandelde de daar aanwezigen. Tot een bende
van circa 2000 personen aangegroeid, ging de troep
op plundering uit en vernielde een huis, waarin
een Joodsche familie woonde, terwijl andere ge-
plunderd werden. De Joodsche gezinnen trachtten
zich door de vlucht te redden. Aan de vereenigde
inspauuing van de politie en twee compagnien in-
fanterie, mitsgaders een sotnie kozakken gelukte
het eindelijk tegen 10 uur de orde te herstellen.
Er wordt te Parijs een nieuw manifest van
Prins Napoleon verwacht, waarin hij zal verkon-
digeu, dat het Ministerie zich de algemeene ver-
achting op den hals heeft gehaald en zal wijzen
op de rechtendie hij krachtens verscheiden
plebiscieten bezit, zoodat hij den tijd gekomen
acht om openlijk als pretendent op te treden.
Hij zelts zal echter geen regeeringsvorm vaststel-
len, doch dit aan het volk zelf overlaten. Hij
is bereid om al de gevolgen van dien stap te
dragen. Prins Napoleon is zeer goed tot zoo
iets in staat; toch klinkt het vreemd dat zulke
taalden, omdat men haar de afreis gemakkelijk
wilde maken.
Intusschen was in menig huis van de stad een
hevige storm losgebroken. Alles, wat namelijk
Julia heette en nog niet stokoud was en versleten,
werd verdacht in Groenspecht een Romeo aangebe-
den te hebben. Daarom kreeg Hulda op haar reis
de vervloekingen mede van eenige dozijnen Julia's.
Op een zomeravond met helderen maneschijn
kwam mevrouw Hulda Groenspecht-Britselius in
haar vaderstad. Zoodra zij uit haar rijtuig steeg,
viel zij in vrouw Britsels armen. De dochter
klaagde over de zwarte ondankbaarheid van haar
echtgenoot, de moeder klaagde over de zwarte on
dankbaarheid van haar dochter en van haar schoon-
zoon tevens, terwijl zij mede eenige malen achter
elkander verzekerde, dat zij dikwijls, maar, helaas
te vergeefs had gewaarschuwd.
//Ik dacht wel, dat het zoo moest komenriep
zij met een diepen zucht en met een nog dieper
zucht voegde zij er bij,/In onze familie hebben
de vrouwen geen geluk in het huwelijk. Mijn
moeder was het offer van mijn vader, uw moeder
is het offer van uw vader en gij zijt zelf het offer
van den man, voor wien gij alles, alles, zelfs uw
moeder hebt opgeofferd."
Vrouw Britsel bleef zoo nog lang zonder zuchten
doorspreken, terwijl de dochter sprakeloos zuchtte.
Het is mogelijkdat vrouw Britsel aan de
waarheid van haar eigen woorden geloofde, maar
bizonderheden nu reeds vooraf uit Parijs gemeld
worden.
Portugal heeft, naar uit Madrid aan de Times
geseind wordt, in Guinea met moeielijkheden te
worstelen, waarvan de vermelding tijdens de
hangende Congo-kwestie het al zeer slecht te
pas komt. De negers op de kust aldaar zijn
sedert maanden in opstand en de Portugeesche
autoriteiten hebben de orde nog niet kunnen
herstellen. Brieven uit de provincie Bissao deelen
mede, dat de opstandelingen nu de eenige kanon-
neerboot, die Portugal aan die kust kon bekostigen
de Barrebo, hebben genomen, en de bemanning
in booten ontsnapt is.
Te Londen heerscht thans weder groote ont-
steltenis op een uit Parijs ontvangen bericht, dat
men nieuwe dynamiet-aanslagen tegen de Engelsche
hoofdstad beraamt en haar uit luchtballons met
bedoelde ontploffiugsstoffen zal bestoken. Een
aantal ,/Onverwinlijken" moet zich reeds aangeboden
hebben om op deze wijze dood en verderf in Londen
aan te richten. Het denkbeeld om vijanden met
gewapende luchtballons te bevechten, is trouwens
van het Engelsche departement van oorlog zelf
uitgegaan.
In de zitting der Tweede Kamer is ingeko-
men de volgende Koninklijke boodschap, mededee-
lende het overlijden van den Prins van Oranje.
z/Mijne Heeren
//Het heeft den Almachtige behaagd Z. K. H.
Willem Alexander Karel Hendrik Frederik Prins
van Oranje, Onzen beminden zoon, den 21 dezer
tot zich te nemen. Dit verlies, dat opnieuw diepen
rouw over Ons en Ons Huis brengt, vervult Ons
met groote droefheid. Wij houden Ons overtuigd
van uwe deelneming in Onze smart, waarin voor-
zeker ook geheel het Nederlandsche volk van harte
deelt en bevelen u in Godes heil'ge bescherming
Carlsbad, den 24 Juni 1884.
WILLEM.
Op voorstel van den Voorzitter werd de zitting
een uur geschorst, en begaven de leden zich naar
de afdeelingen om een commissie te benoemen
voor een adres van rouwbeklag, die terstond ver-
gaderde om het adres op te stellen.
1 en 2 uur W oensdagmiddag ging de voordeur
van het I aleis van wijlen den Kroonprins opeu
voor het publiek, dat nu in de rouwkamer het
gelaat van den afgestorvene kon aanschouwen. De
stroom van belangstellenden was groot en nam
steeds toe, zoodat een lange rij zich vormde langs
den Kneuterdijk tot diep in de Parkstraat. Bij
het is zeker dat zij loog. In haar familie hadden,
al beweerde zij het o%k, niet de vrouwen, maar
de mannen een onverdragelijk huwelijksjuk te
torschen. Iedereen, die de geslachtslijst van de
sluwe vrouw maar eenigszins kende, wist dat zeer
goed. En toch stelde zich vrouw Britsel altijd
aan als een offerlam, en omdat niemand haar dat
uit net hoofd kwam praten, zoo deed zij haar best
om het alien in hun hoofd te praten.
Onmiddellijk na haar terugkeer van de reis, op
welke zij haar dochter had vergezeld, had zij haar
vaderstad zuchtend doorloopen als het offer van
de zwartste ondankbaarheid, tot zij eindelijk door
den invloed van een vrome partij een tamelijk
goede plaats kreeg aan een inrichting voor wel-
ac lgheid. Door allerlei kleine knepen en dienstjes
wist zij haar inkomsten te vermeerderen, wat haar
echter niet belette, dat zij nog aanhoudend zuchtte
en klaagde.
Reeds des morgens na de aankomst van haar
dochter zette zij zich in beweging, en zij bestormde
toen ieder oor met de lijdensgeschiedenis van
mevrouw Groenspecht-Britselius. Zij verdichtte in
die geschiedenis honderden gruwzame mishaude-
lingen, die haar dochter had moeten lijden aan de
zijde van den snooden echtgenoot, voor deze haar
had verlaten. De haat van vrouw Britsel tegen
haar schoonzoon wat zoo hevig, dat zij hem. in
aar verhaal voorstelde als een monster, zooals er
nog nooit een door de zon was beschenen.
groepjes van 12 tot 15 werd de steeds aangroei-
ende menigte binnengelaten.
Te 1 uur had reeds H. K. II. Prinses Hendrik,
vergezeld van twee hofdames, een bezoek aan de
rouwzaal gebracht en de lijkkist met een uit witte
rozen gevlochten kruis getooid. Aan het lijkkleed
waren ook gehecht prachtige rozenkransen van de
groothertogin Sophie van Saksen Weimar, van de
academievrienden van den overledene, die deel uit-
maakte van de tijdens 's Prinseus studiejaren ge-
vormde Batung Club Serva Fidem te Leiden.
Iedereen was in de gelegenheid de rouw estrade
te bestijgen en het lijk te aanschouwen, waarvan
het hoofd op een kussen rust. Alles ging onder
plechtige stilte voorbij en ieder verliet diep getroffen
het paleis.
De toevloed van belangstellenden om de
rouwkamer in het paleis van den overleden Kroon
prins te bezichtigen, was gisteren nog veel grooter
dan eergisteren. Reeds te 12 ure, hoewel eerst te
2 uren toegang te bekomen was, stond een file van
menschen voor het paleis. Het getal toegelatenen
bedroeg 2110, dus nog ruim 600 meer dan eer
gisteren daar het toen 1457 personen bedroeg.
Z. M. de Koning blijft voornemens, aan-
staanden Zaterdag Karlsbad te verlaten, om zich
yan daar naar de badplaats Kreuth, bij Tegernsee,
in Zuid-Beieren, te begeven, ten einde daar eenige
dagen rust te nemen, alvorens naar Nederland
terug te keeren.
tdijft bepaald, dat H. M. de Koningin en
H. K. H. Prinses Wilhelmina mede in laatstge-
noemde badplaats zullen verblijven om met Z. M.
huiswaarts te keeren.
Omtrent het juiste tijdstip van dien terugkeer
is nog niets bepaald. Het zal in geen geval
vroeger mogen zijn dan wanneer de doctoren daarin
1?or, Konings gezondheid geen bezwaar zien.
De beslissing blijft alzoo aan de uitspraak hunner
wetenschap overgelaten.
Wat de begrafenis van het stoffelijk overschot
van Z. K. H. den Prins van Oranje betreft, meldt
men, dat het in elk geval niet wel mogelijk wordt
geacht, met al de voorbereidende regelingen zoo
vroeg gereed te zijn, dat de plechtigheid vdor den
10 Juli zou kunnen plaats hebben.
De Minister van binnenlandsche zaken brengt
in herinnering, dat zij, die zich wenschen te onder-
werpen aan de in Augustus e. k. te houden examens
ter verkrijging van akten van bekwaamheid tot het
geven van lager onderwijs in de Fransche, Hoog-
duitsche en Engelsche talen, volgens art 65 der
wet van 17 Aug. 1878 (Staatsblad no. 127) ge-
wijzigd bij de. wet van 3 Jan. 1884 (Staatsblad
no. 2), zich voor 30 Juni e. k. bij het departement
van binnenlandsche zaken moeten aanmelden.
Maar waar was Groenspecht-Britselius?
De moeder en de dochter konden, hoewel zij
aanhoudend bleven vorschen, maar geen spoor van
hem ontdekken. Maar nadat er vijf lentes gebloeid
hadden, vernamen zij toevallig, dat hij na een
lange reis in het buitenland in een hofstad als
secretaris was aangesteld onder den naam van
Specht.
N u werd er druk geraadpleegd tusschen vrouw
Britsel en Hulda aangaaude maatregelen, die
men tegen den trouwelooze zoude nemen. Hulda
wilde onmiddellijkj naar den ontvloden echtgenoot
atrcizen. Haar moeder bracht daar echter duizenden
redenen tegen in, onder welke zij vooral deed uit-
komen, dat een moeder, die optreedt voor de ver-
dediging van de rechten van haar eenig kind,
dat door een ellendeling verraden werd en ver-
stooten, veel beter effect maakt en veel meer
warm medelijden opwekt dan het ongelukkige
kind zelf.
Hulda gaf eindelijk toe en vrouw Britsel pakte
drie groote koffers, zij voorzag zich van evenveel
hoedendoozen en van twee propvol gepakte valiezen
zij deed alle noodige papieren, onder welke ook
het fragment aan de raadselachtige Julia was, in
een groote portefeuille en ging toen op reis.
lijdeus de reis werkte zij aan de lange rede-
voering, met welke zij den trouweloozen schoonzoon
wilde verpletteren, en door welke zij haar haat
tegen hem wilde luchten. Zij was echter een
TER Ul /J.VSHIi: 101IIIVI.
-m—inim nm ii imiiiiyini niBiiiai.il im n inrrmiin iumwinii
_l_