Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen,
No. 1944.
Woensdag 2 Januari 1884.
24e Jaargang.
Heii en Zegen
Binnenland.
Het kasteel Rothstein.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Voor
Nederland f 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32£.
Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
busliouders.
ADVEETENTlEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer 0,10. Grootere letters
word en naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer er
jaar, tot veel verminderden prijs.
Dit folad vcrwcliijnt Dinsdaj- en Vrijdagavond bij den uitgcver J. K. G, D H O IV T te Ter Neuzeu.
Staaula op de scheidingsplek tusschen '83 en
'84 en gereed den nieuwen jaartocbt weder te
oudernemen, zij elk onzer lezers in 'tbizonder
en aan alien te zamen, in hun persoonlijk, maat
scbappelijk en openbaar leven een waarlijk geze
gend jaar 1884 toegewenscht.
Moge ieder in zijn werkkring, nering enbedrijf
de rijkste vruchten van zijn arbeid inoogsteu.
Het jaar 1884 strekke tot
voor maatschappij en huisgezinvoor vorst en
volk, voor regeerders en geregeerden, gezegenden
en beproefden, lijdenden en strijdenden, voor rijken
en armen.
JRolitieb Overzicht.
In Oostenrijk spreekt men openlijk de meening
uit dat Bismarck een veldtoclit heeft geopend tegen
den regeeringsvorm met volksvertegenwoordiging
in alle landen. Als vrij zeker wordt daar aange-
nomen, dat de Kroonprins niet alleen naar Madrid
en Rome gegaan is om de regeering aldaar in de
groote haven van het Duitsch-Oostenrijksch verbond
binnen te loodsen, maar dat die reis tevens onder-
nomen is om het beginsel van het koninklijk gezag
te versterken en den vorsten een riem onder het
hart te steken. In de ecrste plaats moeten de
volksvertegenwoordigingen aan den kant gezet,
welke vol gens den kanselier steeds tot verzwakking
der macht van den Keizer of den Koning leiden en ten
slotte op versterking van de republikeinsche gevoe-
lens moeten uitloopen. Te Berlijn, St. Petersburg
en Weenen behoeft niet veel in die richting gedaan
te worden. Het gezag, door adel en geestelijkheid
ondersteund, is er sterk en het volk staat er nog
te zeer in de staatkundige kinderschoenen om veel
te kunnen uitrichten. Geheel anders is het met
Italie en Spanje gesteld. Humbert en Alfonso
zijn in vergelijking met Wilhelm en Frans Jozef,
slechts burgerlijke koningen, die hun troon aan
omwentelingen en aan den wil van het volk hebbeu
te danken. Daarbij bestaat in Italie, en vooral in
Spanje een machtige republikeinsche partij, die de
Koningen gaarne in verbanning zou willen zenden,
zoodat het geen wonder is dat Humbert en Alfonso
gretig den steun aanvatten, welke hun uit Duitsch-
land wordt aangeboden. Een verbond dus tusschen
FEUILLETON.
I. HE WANDELR1T.
Het oude slot, dat men uit zijn dichtbegroeide
omgeving te voorschijn ziet komen, zoodra men
op den Neckar stoomboot in de streek komt,
waar het dal zich vernauwt, de bergen steeds
hooger worden en nader en nader aan den oever
dringen, dat oude slot, welks wareu naam wij
niet verraden rnogen, zullen wij Rothstein noemen.
Het is een van die gebouwen, die men in het
stroomgehied van den Rijn zoo dikwijls ontmoet
en waaraan zich oude herinneringen, maar ook
sagen en legenden uit lang vervlogen tijden vast-
knoopen.
Rothstein heeft in zijn bouw zoo weinig ver-
anderingen ondergaan, dat het slot nog volkomen
in zijn oorspronkelijken bouw staat. Het verheft
zich op den top van een rots, die steil boven den
spiegel van den Neckar stijgt, die het aan den
westkant begrenst, en het gebouw staat zoo na
aan den rand van de helling, dat er slechts ruimte
voor een smal voetpad overblijft. Van den overkant
van de r:vier had het gebouw een zeer onregel-
inatig, maar toch schoon aanzien. Een ronde toren,
wiens benedenste gedeelte tot kapel diende, ver-
hief zich boven de vleugels van het gebouw, die
Keizers en Koningen tegen de beginselen der volks-
regeering is het naatste doel, terwijl dit voor Bis
marck nog het voordeel oplevert van Frankrijk
alleen te laten staan.
In Frankrijk is men lang niet gesticht over den
loop der zaken in Europa. De tegenwoordige
richting der regeering leidt thans daarheen om
wedcr met deh Paus op goeden voet te komen.
Ook met Italie en Spanje tracht men naar meer
vriendschappelijke betrekkingen. Omtrent den gang
der zaken in Tongkin zijn geen bepaalde berichten
ontvangen. De Fransche bladen blijven van oordeel
dat het wenschelijk is geen bemiddeling van Enge-
land in de Tong}pink,westie aan te nemen. De
Senaat heeft alle posten, die voor de geestelijkheid
op de begrooting waren gebracht en daarvan door
de Kamer waren geschrapt, weder hersteld. Hier-
over zal de Kamer dus nogmaals moeten oordeelen.
In Spanje zal het nieuwe jaar beginnen met
een nederlaag der vrijzinnige regeering in de Kamer.
Het gevolg zou moeten zijn Kamerontbinding,
maar toch ziet men het wederoptreden der behou-
dende regeering van Sagasta tegemoet, want men
gelooft dat Koning Alfonso de regeering Poseda-
Ilerrera slechts aan het bewind heeft geroepen om
haar onmogelijk te maken en bij de eerste gelegen-
heid de beste weder los te laten. De beslissing
zai zicli in elk geval niet lang meer laten wachten.
Uit Engeland wordt gemeld, dat de regeering het
nog niet eens is geworden met de Transvaalsche
afgevaardigden over de wester grens. Deze laatsten
hebben hunne beslissing tot in 1884 verdaagd.
Bij Koninklijk besluit van 27 December, is de
heer J. P. Sprenger van Eyk, thans lid van den
raad van Nederlandsch—Indie, tot Minister van
Kolonien benoemd, met ingang van den dag na dien,
waarop hij hier te lande zal zijn teruggekeerd.
De heer Sprenger van Eyk werd in het laatst
van 1871, toen de heer Van Bosse Minister van
Kolonien was, in den rang van inspecteur van
financien voor twee jaren naar Indie gezonden
met den heer Motke, aan wien een speciale finan-
cieele missie was opgedragen. De heer Motke
overleed in Indie na een verblijf van tien maanden.
Na het ontslapen van den heer Motke werd de
heer Van Eyk, met bewilliging van het Opper-
bestuur, voorloopig ter beschikking gesteld van
de Indische regeering. Intusschen werd door hem
bewerkt eene nieuwe regeling van het comptabili-
teitsbeheer.
Bij besluit dd. 4 September 1874 werd hij
benoemd tot directeur van financien; bij besluit
van 1 Juni 1877 tot algemeen secretaris en bij
besluit van 1 Augustus 1879 tot lid van den
raad van Indie.
zich naar beide zijden uitstrekten en de vertrekken
bevatten, die gewoonlijk gebruikt werden door de
vrouwelijke leden der familie en hare bedienden.
Langs de geheele zijde van het gebouw lagen de
vensters van de groote eetzaal, die uitzicht op
den ruimen tuin hadden. De tuin was omgeven
door een muur, die het gebouw insloot en zoo
loog en sterk was, dat men haar waarschijnlijk
in oude tijden als een beschutting tegen een 011-
verhoedschen aanval had gebouwd.
De hoofdingang van het kasteel was aan de
oostzijde en vormde een door een vierhoekigen
toren overwelfden breeden weg, die naar een door
zijgebouwen omgeven plaats voerde. Rechts van
den ingang openden zich de deuren Van de eetzaal
en verscheiden kleine vertrekken en hier tegenover
oevonden zich de vertrekken voor de huishouding
en de bedienden. De bovenverdiepingen bevatten
de slaapvertrekken der bewoners en waren uitwendig
meer of minder versierd.
Aldus was de buitenzijde van het slot, welks
muren met zwarte en witte vierkanten beschilderd
waren; ook behoorde tot dezen bouwstijl een rijke
aanwending van houtwerk, daar voor woonhuizen
vroeger meesl bout werd gebruikt. Boven de bogen
van de poort zag men een reusachtig schild
waarop met alle heraldische praal het bijna niet
meer zichtbare wapen van een oud ridJergeslacht,
dat vroeger de burcht had bezeten, geschilderd was.
De prachtige ligging maakte het gebouw schoon
In de tweede helft van 1882 deed de heer
1 Van Eyk een reis door enkele gewesten, met het
dcifcl om de gegevens te verzamelen voor de ver
sterking der middelen, noodig geworden door de
klimmende behoeften.
Binnen weinige dagen zal van de hand van
Mr. P. F. Hubrecht, secretaris-generaal bij het
dep. van binnenlandsche zaken, verschijnen eene
//onuitgesproken rede" in de zitting van 11 De
cember 1883, vermoedelijk naar aanleiding der
opmerkingen van den heer Wintgens omtrent de
uitgaaf der bescheiden omtrent de onderwijswetten.
Dezer dagen werden in het stoomschip Sirius,
der Koninkl. Nederl. stoomboot—maatschappij met
de groote stadskraan te Amsterdam ingeladen vijf
zware stukken geschut, ieder wegende omstreeks
30000 K.G., afkomstig uit de fabriek vanKrupp
(Essen) en bestemd voor de Spaansche marine. Aan
de nieuwe vaart worden nu ook in het stoomschip
Stella, derzelfde maatschappij, geladen de daartoe
bestemde stoelen en draaischij ven, mede van grooten
omvang en zwaarte, benevens een groot aantal on-
gevulde granaatkogels, waarvan de meesten een
gewicht hebben van pi. m. 480 K. G.
Gelijk men weet, heeft de gemeenteraad van
cere in zijne vergadering van 7 dezer besloten
tot den verkoop van den aan die gemeente
behoorenden beker van Maximiliaan van Bour-
gondie. Bij Koninklijk besluit van 20 dezer
(Staatsblad no. 246) is thans het besluit van ge-
noemden gemeenteraad geschorst, en wel tot 1
Maait 1384, ten einde inmiddels te onderzoeken,
of het met de wet of het algemeen belang in
Onze oude koperen centen en halve centen,
die thans weldra van het wereldtooneel zullen
verdwijnen, zijn bij de wet van 28 Sept. 1816
als eenige koperen munt aangenomen: lo. om
een eenvormige pasmunt te bezitten; 2o. om aan
de oude provinciale duiten, oortjes, penningen,
centimes cnz. een einde te maken. Eerst in
1821 werd echter met de aanmunting van centen
en halve centen begonnen. Nadat de zuidelijke
Nederlanden van de noordelijke waren los<*e-
scheurd, werd ons land als 't ware overstroomd,
door de Belgische heele en halve centen, waarin
de A ederlandsche koperen pasmunt in Belgie
was omgeslagen en die van minder waarde was
dan de onze. Daarmede had men voortdurend
zeer te kampen en de plaag werd zoo groot dat
zelfs, omstreeks 1840, de koperen pasmunt in
Nederland voor uit Belgische centime-stukken
bestond, waaraan de wet van 28 Maart 1877
een einde maakte, ten eerste door de vervangino1
af te kondigen der koperen pasmunt door de
bronzen, en ten tweede door het verbod om de
Belgisehe koperen munt voortaan in Nederland
in omloop te brengen.
en aantrekkelijk. De steile rots, waarop het kasteel
stond, wierp een diepe donkere schaduw op den
vloed, wiens golven haar voet bespoelden. Het
algebrokkelde gesteente en de aarde, die van tijd
tot tijd van den top viel, hadden een kleine
ondiepte gevormu, die een wiiae en weeidenge
plantengroei kon voeden, die de steile wand van
de liellmg bedekte en haar aanzien nog duisterder
maakte, terwijl de lichtstralen van boven door de
takken van eemge wilgen, die op den rand der
klip stondenen een reusachtigen ahornboom
wiens wijd verspreidde en gekromde wortelen den
rotswand bedekten, werden gebroken. Volgde de
j lk het pad, dat langs den voorkant en om den
tuinmuur hep, dan verloor hij zich in een dicht
begroeide streek. De vlakte, die zich aan den
oostkant van het slot uitstrekte, was schaarscher
met boomen bedekt en zij werd doorsneden door
een breed pad, dat naar de hoofdpoort liep. Het
geheele landschap, in het licht van een zomersche
morgenzon, was schitterend.
1 let was een schoone morgen in het jaar 1818.
Men zag eenige lieden op de binnenplaats, die
been en weer slenterden en zonder zorgen, maar
ook zonder bezigheden schenen te zijn, ten minste
zoo lang, tot hun gebieder hun diensten verlangde.
ioen plotsehng een kleine troep te paard uit de
poort te voorschijn kwam, verzamelden zich deze
lieden, en er ontstond oogenblikkelijk leven en
beweging onder hen.
olgens statistieke opgaven wordt berekend
dat in 1877 in omloop waren 156,966,443
centen en 126,751,441 halve centen. Tot ul
timo 1882 waren daarvan reeds bijna 58,000,000
centen ingetrokken en daar de intrekking in
1883 op groote schaal heeft plaats gehad, mag
men veilig aannemen, dat de oude centen voor
een groot deel reeds zijn opgeruimd.
ten behoeve der slachtoffers van de jongste
ramp in Nederlandsch—Indie is alsnog bij den
Minister van Buitenl. zaken ontvangen van den
heer an Acker, consul der Nederlanden teGent,
als voorzitter der commissie van organisatie van
een aldaar, voor gemeld doel, gegeven weldadig-
heidsfeest frs. 10,480 of Ned. Ct. 5000, M
eerste storting der opbrengst van dat feest.
Voor den Baron Van Heeckeren te Arnh
die tot in de hoogste instantie, wegens zijne.,1
zedelijke handelingen, tot gevangenisstraf veroor-
deeld werd, schijnt het Koninklijk recht van
gratie te zijn ingeroepen.
•- mer van koophandel en fabrieken te
111 burg heeft een adres vastgesteld aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, tot het verkr::
eener algemeene herziening van het tarief oi1^'
mvoer van goederen in dit rijk.
gemeenteraad van Leeuwarden h-N,
sloten, een gedeelte der veemarkt, dat plaatsrullnte
kan aanbieden voor 300 koeien, te overdekken,
ten einde alzoo, bij onstuimig weder, felle koude
en ook groote hitte, het beste melk- en vetvee,
dat alsdan niet op de markt, maar ir. de stallen
wordt verkocht, op de markt zelve tegen de be-
wuste invioeden te beveiligen. De kosten ziin
geraamd op 15,100.
De hoofdcommissaris van politie te Amster-
dam bencht, dat dezer dagen aan de redaction van
verschillende dagbladen, o. a. aan de Dordtsche en
de Leidsche Ct., de plaatsing verzocht is van de
navolgende advertentie
„Wel(ladigliei(l
,/0, aliengeeft gij alien watEn geeft wat
veel, gij rijken! Voor een fatsoenlijk huisgezin,
dat door allerlei rampen en tegenspoed aan den
bedelstaf is gekomen, roept de ondergeteekende de
hulp in van alien, wier harten nog voor mensch-
lievendheid geopend zijn. Van alles ontbloot, geheel
zelfs zonder voedsel en kleeding. Zoo zal ook zelfs
de klemste gift met dankbaarheid worden ontvangen.
i ^at er nog goede menschen de.
wereld zijn en zendt spoedig uwe Kerstgave voor
dat arme gezin. De nood is hoog zendt alien
wat. V erzacht de ellende. God zegene u er voor!
I we giften worden dankbaar ingewacht door
C. Westeeveld,
Czaar Peterstraat No. 159, Amsterdam."
V ester veld is de naam der moeder van Johan-
nis Kooiman, die te Rotterdam onder de firm
De man, wien de eerbied, die men hem bewees,
611 ,zlf?oe ao aD lioofdpersoon van de groep
aanduidden, scheen eenigszins ouder dan dertigjaar
te zijn, en- op den eersten blik was zijn uitzicht
edel en innemend. Zijn trekken, hoewel zeer schoon,
schenen bij nauwkeuriger onderzoek juist niet aan-
genaam, daar zij een uitdrukking van sterken maar
onderdrukten hartstocht hadden. Zijn oogen waren
bijna te schitterend en donker om te kunnen be-
liagen, en hun blik hadden dezelfde afstootende
uitdrukking, die zijn trekken hadden. Hij was
gekleed in de lichte uniform van een cavallerie
ia!.er,i Welke ^oedanigheid hij aan de laatste
veldtochten tegen Napoleon I had deelgenomen
maar reeds na de bloedige geveehten in het einde
van Maart 1814 voor Parijs was hij gewond, als
majoor uit dienst gegaan en had zich op het door
zij u grootvader gekochte en van hem geerfde slot
Rothstein teruggetrokken.
De opmerkzaamheid echter, die een toeschouwer
aan de schoone en gebiedende gestalte had gewijd,
werd weldra door een auder voorwerp aangetrokken.
Een schoone jonkvrouw, wier heerlijke gestalte in
nat njkleed nog meer bewondering verwekte, kwam
acliter den juist beschreven man uit de poort. Zij
roeg een donkerblauw fluweelen hoedje, dat sterk
a stak bij den witten hals. Het even witte en
schoone voorhoofd werd door het hoedje niet bedekt.
(Wordt vervolgd.)
tes \EizE\s(aE mum
Met al zijn lief, met al zijn leed,
Is 'tjaar voorbij gevlogen;
Maar hoeveel trancn, ach! wie weet?
Zijn thans nog af te drogen.
stiiju IS.