Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
AANBlSTEIlNfi.
No. 1922.
Woensdag 17 October 1883.
23e Jaargang.
VEEMAHKT.
Binnenland.
Hoofd der school
AAN TE BESTED EN
ABONNEMENT:
Per drie maanden binuen Ter Neuzen 1,Franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Ainerika 1,82$.
Men abonneert zich bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elke regel meer f 0,10. Grootcre letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Hit bind vcrschljut uinsdai- en Vrljdagnvond bij den nitgever J. K. G. o U O W T tc Ter Neuzen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AXEL doen te wetendat de V E E II A It K T
zal gehouden worden, op
Dinsdug den 30 October aanstaande,
aanvang nemende des voormiddags ten 9 ure en
cindigeude des namiddags ten 3 ure.
Axel, den 15 October 18S3.
Burgemeester en Wethoudcrs voornd,
F. OOSTER.
De Secretaris,
J. v. D. SCFIOONAKKER.
Burgemeester en Wethoudcrs van Philippine
berichten, dat is vacant de betrekking van
voor lager en herhalings onderwijs in de gemeente,
waaraan verbonden is eene jaarwedde van negen hou-
derd gulden benevens vrije woning met tuin.
Sollicitanten worden uitgenoodigd tot inzending
hunner stukken vdor 1 November 1883.
Philippine, den 15 October 1883.
I. B. DHOOGE, Burgemeester.
L. N. STUBBE, Secretaris a. i.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
CL1NGE, zulleu op Woensdag den 7 November
1883, des namiddags om den uur, in het gemeente-
huis aldaar, onder nadere goedkeuring, trachten
in twee perceelen:
E E It ST E PEItCE EE.
Het bouwen eener School voor 200
leerlingen, met ameublement, on-
derwijzers-woning enz. te Clinge,
met de levering van alle mate-
rialen.
TWEE IIE PERCE EL.
Het bouwen eener School voor 96
leerlingen, met ameublement, be
nevens onderwijzers-woning enz. te
Kapellebrug, met de levering van
alle materialen.
FEUILLETON.
TWEE WANH0PIGEN.
Vrienden, of liever schoften, die ik voor vrienden
hield en aan wie ik miju hart schonk, hobben mij
verraden en uitgelachen als een goeden, onnoozelen
hals, doch mijn oog scherpte zich mettertijd, en
miju hart werd geheel met mistrouwen vervuld.
Ik leerde eindelijk alle bedriegers kennen Ik
verloofde mij aan de erfgename eener aanzienlijke
familie, welke eene fijne, beschaafde opvoeding had
genoten. Ilare liefde zoude mij al het andere
vergoeden. Spoedig bemcrkte ik, dat zij eene ijdele,
trotsche zottin was, die mij tot haar slaaf maken
en alle mannen voor hare zegekar spauuen wilde.
Ik brak met haar, en koos een bevallig doch arm
meisje, een lief onschuldig duifje, dat de engel
mijns levens zoude worden. Zij beloog mij en
huichelde liefde, om een rijke vrouw te worden.
Ik zocht de vermaken opik ging op reisoveral
dozelfde zedelijke ellende. Ten laatste kreeg ik
een vreeselijke afkeer van het leven, en wij ont-
moeten elkander juist, toen ik aan de jammerlijke
grap een spoedig einde wilde maken."
„Arme jonkman 1" zeide de oude met een traan
van medelijden in het oog, *hoe diep zijt ge te
beklageuJa, ik arme man ben gelukkiger dan
gij. Ik had eene vrouw en eene dochter, die rein
en deugdzaam uit Gods hand voortkwameu. De
eene is evenzoo weder tot hem tcruggekeerd, de
andere zal dit ook eenmaal doen. Ik ken rnijne
De bovenbouw voor beide perceelen eerst in
1884 uit te voeren, terwijl de timmerwerken in
den winter van 1883-84 gereed gemaakt kunnen
worden.
De aanwijzing zal geschieden op Zaterdag 27
October a. s., 's namiddags <5en uur, te beginnen
in het dorp Clinge.
De gedrukte bestokken met teekeningen liggen
van af heden tot op den dag der besteding ter
inzage in het gemeentehuis te Clinge en zijn voorts
op franco aanvrage, tegen overmaking van f 1,50
per stel, verkrijgbaar bij den Secretaris der ge
meente Clinge en bij den Heer J. H. IIannink,
Architect te Goes, bij wien tevens verdere inlich-
tingen te bekomen zijn.
Clinge, den 15 October 1883.
P. VERCAUTEREN, Burgemeester.
K. DE LOZANNE, Secretaris.
JPolitiek. Overzicht.
De vraag is meermalen in den laatsten tijd
geopperd, of Frankrijk er goed aan doet, verder
vooruit te dringen in Achter-Indie. Uit Euge-
land en uit Duitschland hoort men stemmen
opgaan, die dit afkeuren, en die Frankrijk be-
schuldigen van inhaligheid. Is dit juist? Indien
tegenwoordig een beschaafd land een onbeschaafd,
en tot nu toe gesloten land onder zijn bescherming
neemt, dan is het gevolg daarvan, dat de handel
en de nijverheid van de geheele beschaafde wereld
een nieuw ddbouchd krijgen. Yroeger, toen eene
volkplanting alleen geopend was voor de hande-
laars van het moederland, had de ijverzucht van
andere natien reden van bestaan. Thans niet
meer. Zie bij voorbeeld Algerie, dat tot 1880
een roofnest geweest is. In de vijftig jaar dat
de Franschen er heerschappij voeren, hebben zij
er ongeveer 10 milliard fr. aan besteed en thans
is Algerie een land, waar Engelsche kapitalen,
waar Italiaansche handelaars, waar Spaansche werk-
lieden een goede toekomst vinden.
Wei verre dus, dat er in de andere Europee-
sche Staten stemmen van afkeuring moesten op
gaan, zou men het moeten toejuichen, dat Frank
rijk zich in Achter-Indie vastzet, om er een ge-
regeld bestuur te vestigeu. Dit kan niet anders,
dan de gunstige gevolgen hebben, dat de kusten
aldaar gezuiverd worden van het groot aantal
zeeroovers, en dat er in Achter-Indie en wellicht
ook in China een nieuw ddbouche ontstaat voor
de Europeesche nijverheid. Als de landen, die
kapitaal hebben, zooals Frankrijk, geen volkplan-
tingen aanleggen, en geen nieuwe landen in ex-
ploitatie brengen, wie zal het dan doen Kolonien
beheeren is voor alles eene zaak van kapitaal, van
voorschotten, van tijdelijk renteverlies om later
Betty. Zij zal hare deugd en edele gezindheid
bewarendaarvan ben ik overtuigd."
frlloor, oude! geef mij uw adres en veroorloof
mij, dat ik uwe dochter morgen ga opzoekenik
moet mij zelven van de waarheid uwer bewering
overtuigen. Maar ook uw eerewoord moet gij mij
geven, dat gij uw kind met geen woord of teeken
verraden of te kennen zult geven, dat ik een rijk
man ben."
De oude reikte hem de hand #ik geef mijn
eerewoord. Er is mij zelven aan gelegen u te over
tuigen, dat ik de waarheid gesproken heb. Ik heet
John Smid, en mijne woning staat op dit briefje
vermeld." Hiermede trok hij een blaadje papier
uit zijn zak en overhaudigde dit den andere.
z/En ik heet Lewis Stauton, en ben de zoon en
erfgenaam van Andrew Stauton. Hier is eene
banknoot van honderd pond, onder beding, dat gij
in dit huis blijft, tot ik u morgen kom afhalen.
Garijon eene kamer met eeu goed bed voor dezen
heer Gij hebt rust noodig Mr. Smid. Goeden
nachtMorgen ziet gij mij in eene andere gedaante
maar in welke ook, vergeet gij uw eerewoord niet."
De oude kon zijne verbaziug over den gehoorden
naam en zijne vreugde over de banknoot niet on-
derdrukkendoch voor dat hij recht bij stuk kwam,
was zijn nieuwe bekende de deur uit, en wees de
knecht hem eene kamer en een bed aan, waarin
hij spoedig de schielijke verandering van zijn too-
stand was vergeten.
In een armzalig gemeubileerd, doch zeer rein
en sierlijk geveegd zolderkamertje, in een der hooge,
de vruchten te plukken, die aan de geheele be
schaafde samenleving ten goed komen. Als Frank
rijk in de halve eeuw, die volgt, nog eens tien
milliarden wil gaan uitzetten in Achter-Indie,
wat is daarin af te keuren? Als er eene andere
mogendheid daartoe in staat is, laat zij het dan
doen. De enkele uiteenzetting der vraag leidt
tot het antwoord, dat men in de geheele beschaafde
samenleving dankbaar moet zijn, dat er eindelijk
eens iemand is, die klopt aan die gesloten poorten
van het Hemelsche Rijk, en die de onontgonnen
velden van Achter-Indie in beheer neemt.
In Spanjo zijn de Ministers afgetreden en is
de Minister van buitenlandsche zaken, Sagasta, door
den Koning met de vorming van een nieuwe
Regeering belast. Sagasta moet volgens de Times
niet voldaan zijn met de door Grevy en de Fran-
sche Regeering gedane stappen naar aanleiding
van het gebeurde tijdens het bezoek van Koning
Alfonso te Parijs en tegen den zin der overige
Ministers den Spaanschen gezant bevel hebben gezon-
den de Fransche hoofdstad te verlaten, als er geen
betere voldoening voor de den Koning aangedane
beleediging gegeven werd. Andere bladen trekken
dit echter in twijfelzij meenen, dat de Fransche
Regeering niets meer doen kan dan reeds gedaan
is en beschouwen dit voorval bepaald als gesloten.
Ruslands Keizerspaar heeft Denemarken verlaten
met bestemming naar Petersburg. De reeds ver-
melde aankondiging der nihilistenwaarbij de
Keizer ter dood veroordeeld wordt, was op zwaar
papier goed afgedrukt en is op geheimziunige
wijze door een groot deel van Rusland verspreid
geworden, zonder dat de politie dit heeft kunnen
verhoeden. Uit Warschau wordt gemeldhoe
aldaar in het Maria-instituut, een kostschool voor
hoogadelijke Russische jongejuffrouwen, dat onder
bescherming van den Czaar staat, een huiszoeking
heeft plaats gehad. De bestuurster van de in-
riehting, mevrouw Jentgs, een Russin van geboorte,
was betrapt op het koopen van socialistische ge-
schriften. Behalve zij, werden nog acht jonge-
juifers in hechtenis en bezwarende nihilistische
geschriften in beslag genomen. Tijdens de huis
zoeking was het gebouw door soldaten omringd.
Dit geval baart veel opzien.
In Egypte heeft de Khedive eenige besluiten
afgekondigd, waarbij aan hen, die aan den opstand
van T vorige jaar deelnamen, vergiffenis wordt
geschonken. De Engelsche generaal Wood moet
hebben aangeboden de orde in Egypte te hand-
haven met inlandsche soldaten, zoodat het meeren-
deel der Engelsche troepen huiswaarts zou kunnen
keeren. De Times acht evenwel het oogenblik,
waarop de regeering zonder onvoorzichtigheid haar
troepen zou kunnen terug roepen, nog niet ge-
zwart berookte huizeu van eene nauwe en donkere
zijsteeg der City, zat een bevallig blond meisje,
van ongeveer twintig jaren, aan wit goed te naaien.
Hare gansche kleeding was slechts weinige schel-
lingen waard, maar zeer zindelijk en net en zat
haar z6o voortreffelijk, als of zij even zoovele pon-
den gekost had. Hare licht blonde lokken ora-
ringden een gelaat vol zoete zielevrede, waarin een
paar oogen van zuiver hemelblauw en van de reinste
hemelsche onschuld zacht en liefelijk vonkelden.
In haar, bij haar, om en nevens haar, overal de
geest van orde, zedelijkheid en reinheid. Hare
trekken waren zoo bleek, zoo zacht en fijn als die
eener vorstiu. En toch was haar oog nat en vol
onrust, en nu en dan kwamen bange zuchten uit
haren boezem voort. Eindelijk hoorde zij stappen
op de traphaar gelaat helderde zich schielijk op
zij luisterdeeen oprijzende twijfel teekende zich
in hare trekken af. Er werd aan de deur geklopt
zij begon te beven, en had bijua den moed niet,
de uitnoodiging tot binnentreden uit te spreken.
Een jong mensch, in eene afgedragene en verstelde
kleeding, trad met eene beleefde buigiug over den
drempel en vroeg Woont hier Mr. John Smid?"
//J a, mijnheerwat wenscht gij van hem
z/Zijt gij zijne dochter Miss Betty
z/Ik ben het."
z/Ha, dan ben ik terecht. Ik kom van uw vader."
»Om Godswil, waar is hij? Wat is er met hem
gebeurd Is hem een ongeluk overkomen Hij
is nog nooit s nachts buiten 's huis gebleven.
z/Gewis een klein ongeluk
komen. De veldtocht in Soedan tegen den val-
schen profeet Mahdi is in vollen gang maar ontmoet
groote bezwaren. Honderden soldaten en kameelen
komen om door de groote hitte in de woestijn.
De Europeesche bevelhebber Hicks pacha, wil
daarom zoo spoedig mogelijk een beslissende slag
leveren en laat zijn troepen met groote dagmarscheu
voortrukken. Mahdi wacht hen af met 12000 man.
Zwitserland heeft zich beklaagd bij de mogend-
heden over de schending der onzijdigheid van
Savoye door Fransche troepen in vredestijd. .Deze
moeten daar nieuwe krijgswerken aangelegd en
legeroefeningen gehouden hebben. Tevens zijn door
soldaten terreinschetsen ontworpen op den berg
Yuache bij Geneve. Zoowel de staatkundige als
de legerkringen te Rome, Berlijn en Bern wijden
aan deze zaak de grootste aandaeht, wattrouwens
zeer begrijpelijk is. Al wat op de Fransche oostergrens
geschiedt, deelt, gelijk men weet, in dit bedenke-
lijk voorrecht.
Van een gewoonlijk goed ingelichte zijde wordt
aan het D. v. Z.-H.omtreut het onderzoek
in de afdoelingen der Tweede Kamer van de voor-
gestelde belastingplannen medegedeeld, dat de ont-
vangst der beide voorstellen niet gunstig was.
Vier van de vijf rapporteurs moeten zich daar tegen
hebben verklaard.
Ofschoon een Rijks-inkomstenbelasting in beginsel
vele voorstanders telde, vond het thans daaromtrent
voorgestelde weinig steun. Inzonderheid deed men
daar tegen gelden, dat het voorstel der vijf leden
zeer eenzijdig is ingericht. Inkomsten van bedrijven
aan patent onderworpen meende men al dadelijk
niet onder die belasting te brengen, zoodat de
koopman, die millioenen omzet en de rechtsgeleerde,
die in zijn rechtspraktijk vele duizenden verdient,
daardoor buiten het bereik van deze belasting-
heffing vallen.
Yooral kwam men op tegen de vrijstelling,
volgens art. 13, van de geheele landbouwende
klasse, voor zoover die geen grondeigendom bezit,
maar uit het landbouwbedrijf als pachter of anders-
zins inkomsten trekt. De boerenstand zou dus
grootendeels niet onder deze heffing begrepen zijn.
lliertegenover alleen den rentenier en den ambte-
naar, boven f 800 inkomen, te treffeu, vond men
een buitensporige afwijking van art. 172 der
Grondwet, dat geen privilegien op het stuk van
belastingen gedoogt.
Onder al het droevig lijden, dat de gereddeu
uit Anjer geleden hebben, is het akeligst dat van
de gehuwde dochter van Mevr. Schuit, wier broer-
tje en zusje alleen nog in leven zijn.
i,0 mijn arme, arme vaderwat zal ik moeten
hooren."
De jonkman beschouwde, met de grootste deel-
nemiug, de teekens van zielesmart in hare trekken
en zag nog eens in de kamer rond.
z/Ontstel u niet, liefkind het ongeluk heeft niets
te beteekenen. Een oude kennis heeft hem gisteren
avond ontmoet en in de herberg geloktdaar hebben
de beide heeren dapper geteerd de andere heeft
zich op eene schelmachtige manier uit de voeten
gemaaktdoch uw vader is als eerlijk man geble
ven en moet nu tot pand blijven zitten, tot de
schuld betaald is, zoo hij niet naar de gevangenis
wil wandelen. Overigens is hij frisch en gezond."
,/Mijn vader! mijn lieve vader zal niet in de ge
vangenis!" zeide het meisje angstig,/Kunt gij mij
ook zeggen, hoe veel zijne schuld bedraagt
#Twaalf schellingen."
Ach mijnheerik heb slechts drie schellingen
in bezit. Maar ik zal even naar Miss White loopen
en haar smeeken, mij negen schellingen op mijn werk
voor te schieten."
z/Wie is Miss White?"
z/De modemaakster, die mij werk geeft."
z/Maar als Miss White uwe bede niet vervuld,
wat dan?"
z/Het meisje brak in tranen los. //Ach, God
snikte zij, ik vrees zelve, dat zij het niet doen zal;
want ik ben haar reeds zes schellingen schuldig,
en zij is eene hardvochtige vrouw.
(Slot volgt.)
TIE! UlZIVSIili: 101 BUT
2)