Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
WEGEIII EH VOETPAOEN.
Litter der Vep en Toetpaden
No. 1893.
Zaterdag 7 Juli 1883.
23e Jaargang.
Jacobus de Feijter Pzv
t Cornelis van der Hooft,
Pieter Moes en
Jan de Smidt Jz.?
J. Donze,
Binnenland.
ABONNEMENT:
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post:
Nederland f 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTlBN:
Yan 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Dit blad verschljut Dlnsdag- en Vrijdagavond bij den ultgever JK. G. D H O N T te Ter Neuzen.
BURGEMEESTER en WETIIOUDERS van
TER NEUZEN maken bekend
dat de inlevering van stembriefjes ter verkiezing
van vier leden van den gemeenteraaad voor de
vervulling der plaatsen van de heeren:
die met September a. s. aan de beurt van af-
treding zijn, (wit stembriefje), en van een
lid, ter voorziening in de vacature, ontstaande
wegens het nemen van ontslag door den heer
(b 1 a u w s t e m b r i e f j e), zal plaats hebben op
Diiisdag, 17 Juli a. van 's morgens 9 tot
'a namiddags 5 uren, op het gemeentehuis.
Ter Neuzen, 5 Juli 1883.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
WESTDORPE brengen ter kennis, dat de
in de gemeente, zooals die door den Raad in zijne
vergadering van 4 Juli 1883 voorloopig is vast-
gesteld, met de K A A It T andermaal gedurende
veertien werkdagen en wel van den 9 tot en met
den 34 Juli 1883, van des voormiddags 8 tot des
namiddags 4 uren ter gemeente-kamer ter inzage
^1 leggen en aldaar kosteloos kunnen worden
geraadpleegd, en dat, gedurende dien termijn door
belanghebbenden eventueele bezwaren bij Gedepu-
teerde Staten van Zeeland schriftelijk kunnen
worden ingebracht, terwijl voor reclamanten en
belanghebbenden ter secretarie inzage kan genomen
of tegen betaling der kosten, afschrift of uittreksel
der stukken kan bekomen worden.
Westdorpe, den 4 Juli 1883.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. KERCKHAERT, Burgemeester.
J. P. KIEBOOM, Secretaris.
FEUILLETON,
U) ERNESTINE QUE SNOT.
DE GOUDEN LEEUW.
Men hoorde binnen geregeld snorken. Dubos
sliep. De idioot stak zijn arm herhaalde malen
door de vensterstaven, omdat hij zijn prooi wilde
grijpen. Zijn hand raakte de kleeren van Dubos,
maar hij kon niets vastgrijpen. Hij bedacht nu
een duivelsche list. Nadat hij zijn arm zoover
mogelijk door de vensterstaven had gestoken, liet
hij een luiden schreeuw. Dubos schrok wakker
en vloog omhoog. De hand van Clemens sloot
zich, en omklemde den schouder van den ongeluk-
kigen gevangene als een schroef.
De idioot trok hem aldus naar den inuur, onder
het venster.
Dubos schreeuwde vol angst op een erbarmelijke
wijze Clemens, wien de dronkenschap en de goede
uitslag alle voorzichtigheid deden vergeten, beant-
woordde hem met vroolijk gehuil. Tevens stak
ij zijn andere hand door de staven, en hij tastte
naar den lials van Dubos.
u niet," zeide liij hijgend, met een
beestachtigen lach, „ik heb een steun voor mijn
voeten gevonden. Ik zit nu heelgoed. Ik zal u
eens netjes worgen. De oude Montreuil verroerde
zich met. In een wip had ik hem dood I"
Hij voegde natuurlijk gebaren bij zijn woorden.
Politick Overzioht.
De Fransche kamer heeft op verzoek van den
Minister van Buitenlandsche Zaken, den heer
Challemel-Lacour (die pas van zijne reis naar
Vichy terug is) besloten, verlof te geven tot het
liouden eener interpellatie over de zaken van
Tongkin, op a. s. Dinsdag. De Cnineesche ge-
zant, Markies Tseng, heeft inmiddels zijn /roegere
verklaring, dat hij niet gelooft aan een bevredigend
resultaat der onderhandelingen tusschen Trieou en
Li—Hung—Tschang herhaald en in de Times be-
vestigd door aan dat blad het uit Shanghai ont-
vangen telegram mede te deelen, waarin het af-
breken der onderhandelingen aan de verregaande
onbeleefdheid van den Franschen gezant wordt
toegeschreven. Te Londen heeft dit bericlit, vol-
strekt geen verwondering gebaard, want de Chi-
neesche gezant gaf onverholen te kennen, dat er
geen schikking mogelijk was, als Challemel-Lacour
Minister van Buitenlandsche Zaken bleef. De
Engelsche Regeering doet wat zij kan om dien
Minister te doen vallen. Zij weet zeer goed dat
Challemel-Lacour bitter op de Engelschen gebe-
ten is. Toen hij Fransch gezant te Londen was,
liet men hem destijds duidelijk voelen, dat hij geen
//persona grata" was en hij legde zijn post dan
ook zoo spoedig mogelijk weder neder. Zoodra
hij echter Minister van Buitenlandsche Zaken werd,
had hij slechts een doel, namelijk Engeland op
alle punten van den aardbodem in de wielen te
rijden.
De berichten omtrent den toestand van den
Graaf van Chambord luiden weer iets gunstiger.
Met het oog op zijn waarschijnlijk weldra te
wachten dood heeft de Fransche Regeering besloten
om de Prinsen van Orleans, onder wier vaan de
Legitimisten en de Orleanisten zich dan gezame-
lijk scharen zullen, gestreng in het oog te liouden
en bij het minste vermoeden van een conspiratie
of iets dergelijks tot hun verbanning over te
gaan. De Graaf van Parijs en de Hertogen van
Nemours en van Alenpon zijn inmiddels naar
Frohsdorf vertrokken, om aan het sterfbed van
het hoofd hunner familie te verschijnen. Ook
Don Carlos, de Spaansche Kroonpretendent, die wel
eens verkondigd heeft dat hij, en niet de familie
Orleans, eigenlijk de erfgenaam der goddelijke
rechten van den Graaf van Chambord zou wezen,
is naar Frohsdorf gegaanin Orleanistische kringen
heeft men dit niet zonder eenigen weerzin opge-
merkt. De Graaf van Chambord moet aan een
hartgezwel lijden.
Zooals men weet werd eenige maanden geleden
het niet aan Nederland behoorende gedeelte van
het eiland Nieuw—Guinea bezet in naam der Re
geering van Queensland, behoudens Engelands
goedkeuring. In het Lagerhuis heeft Gladstone
thans verklaard, dat bij een regeeringsnota aan
Dubos rochelde half verstikt, maar hij worstelde
nog altijd tegen.
Een venster, vlak onder de gevangenis, werd nu
stil opengemaakthet hoofd van den gendarme
Gerard verscheen, en boog zich naar buiten. Hij
keek rond alsof hij de duisternis wilde doorboren.
Clemens Donceau was zoo druk bezig, dat hij den
gendarme niet bemerkte, en hij zette zijn alleen-
spraak voort volgens welke hij ongetwijfeld de
moordenaar moest zijn van mijnheer Montreuil.
Maar de gendarme begreep er geen zier van.
Hij dacht onmiddelijk dat de idioot gekomen
was om den gevangene te helpen ontsnappen. Op
slag wekte hij zijn makkers, waarna hij snel den
trap af en naar buiten ging.
Toen de gendarmes met hun drieen achter Clemens
gekomen waren, bleven zij staan luisteren. De
gesmoorde klachten van Dubos troffen hun oor.
De triomfkreten van den idioot die ook aanhou-
dend den naam van mijnheer De Montreuil her
haalde, brachten den brigadier eindelijk op den
rechten weg. Hij sprong vooruit, en greep Clemens
bij de beenen, aan welke hij hevig rukte. De
idioot viel met een verwoeden kreet. Aan den
anderen kant van den muur viel Dubos halfdood
neder op het stroo van zijn gevangenis.
De drie gendarmen omringden Clemens Donceau.
De dag begon aan te brekenhet lijkkleurig gelaat
van den idioot, dat weer zijn gewone lusteloos-
heid bezat, verried vrees nocli berouw zijn oogen
het bestuur te Queensland kennis is gegeven, dat
de annexatie van Nieuw—Guinea van een rechts-
standpunt van nul en geener waarde is en overigens
ook niet politiek zou zijn. De Regeering kan liaar
niet bekrachtigen; in elk geval behoorde zulk een
daad bij de bestaande omstandigheden uit te gaan
van het Britsche gouvernement. De Regeering
hield echter een slag om den arm: zij was niet
bevreesd, aldus ging hij voort, dat een vreemde
mogendheid Nieuw-Guinea zou bezetten, doch
geschiedde dit, dan zou Engeland zich gerechtigd
achten op te treden.
Te Brussel had Maandag avond eene demonstratie
plaats, georganiseerd door verschillende progressis-
tische vereenigingen in de hoofdstad en in de provin-
cien, met het doel aan te dringen op herziening van
art. 47 der grondwet, in den zin van uitbreiding van
het kiesrecht. Met banieren en groote borden,
waarop allerlei toepasselijke opschriften stonden,
als: //Geen plichten zonder rechten," //wij wiUen
het kiesrecht" enz. enz., was te zeven uur eene
groote maar vrij kalme en ordelijke menigte bijeen,
die, met slaande trom en een muziekkorps voorop,
naar de woning van den Voorzitter der Kamer
trok. Daar werd een adres afgegeven, waarin de
wenschen zijn uitgesproken. De stoet begaf zich
vervolgens naar de woning van den heer Paul
Jason, waar de mede-onderteekenaars van het
voorstel tot herziening der constitutie en de gedele-
geerden der verschillende vereenigingen werden
ontvangen. De menigte werd van het balcon door
den heer Jason toegesproken en tot kalmte aan-
gemaand. Waar op kalme en rustige wijze het
volk zijn recht eischte zeide hij zou ook
het beginsel der afschaffing van een onbillijk on-
recht zegevieren. Het gold de zegepraal van het
recht, welke de welvaart der natie en de handhaving
der maatschappelijke orde zal waarborgen. Onder
luid hoera trok men eindelijk verder, voor de
gebouwen der ministeries werd eenige malen om
grondwetsherziening geroepen, doch er bestond geen
oogenblik gevaar voor verstoring der orde.
Bismarck is onverwacht, zooals hij in de laatste
jaren altijd reist, uit Berlijn naar zijn landgoed
Friedrichriihe vertrokken. Het Pruissisch Heeren-
huis heeft het kerkelijk-staatkundig ontwerp, zooals
het door het huis van afgevaardigden was goed-
gekeurd, aangenomen met 64 tegen 16 stemmen.
De Duitsche regeering heeft maatregelen verordend
tegen de verspreiding der cholera.
In de jl. Dinsdagavond geopende zitting van
de Provinciale Staten in deze provincie werden de
geloofsbrieven der onlangs gekozen leden onder-
zoclit en goedgekeurd.
verborgen zich onder zijn half neergeslagen oog"
ledende zeer zwakke schemering kwam hem uit-
muntend te stade voor het verbergen van den Snellen
sluwen blik, dien hij nu en dan om zich sloeg.
z/Ellendige gekriep de brigadier, „gij hebt
mijnheer de Montreuil vermoord
Clemens zweeg, en verroerde zich niet. ,/Neem
dien ellendeling gevangenging Gerard voort.
De twee andere gendarmen naderden. Juist
toen den hunner zijn hand aan den kraag van den
idioot sloeg, wierp zich deze eensklaps achterover.
Hij buitelde rond, en tien stappen verder stond
hij weer op. De gendarmen aarzeldentoen zij
weer in beweging kwamen, was Clemens buiten
hun bereik. Hij draaide zich om, en riep,/Ik
heb gedood, en ik zal dooden Ik dood en ik
drink gaarne
H'j ijlde nu naar een donker laantje, waar hij
verdween.
Dubos werd uit de gevangenis geliaald, en naar
de kamer des brigadiers gebracht. Menvroeghem
zeer beleefd verontschuldiging voor de aanhouding,
en nu bleef hij nog eenigen tijd vrijwillig in de
gendarmerie, omdat hij zich wat herstellen wilde
van den vreeselijken schok, dien hij juist doorstaan
had. Eenige uren slaaps waren daartoe voldoende.
Tegen den rniddag ging hij weer naar den Gouden
Leeuw, omdat hij volgaarne wilde weten, wat daar
in zijn afwezigheid was voorgevallen.
De gelagkamer was ledig." Elk oogenblik kon
W oensdag had de verkiezing plaats van vijf
leden van het Gedeputeerd Collegie, in plaats van
de heeren Mr. J. C. R. van der Bilt, J. P. I.
Buteux, J. II. Bijbau, die aan de beurt van af-
treding waren, en Mr. N. J. C. Snouck Hurgronje,
en J. H. C. Heyse, als leden der Staten afgetreden
(en herkozen). Allen werden herkozen. Als
buitengewoon lid van Ged. Staten werd opnieuw
gekozen de heer Mr. J. Moolenburgh te Zierikzee.
De Minister van Financien heeft te kennen
gegeven, dat een briefkaart, niets anders inhoudende
dan een bericht, met de onderteekening bekrachtigd,
luidende: //Ik heb uw postwissel ontvangen," niet
aan het zegelrecht van vijf cent onderworpen is,
z/vermits zulk een briefkaart, geen kwitantie is,
en ze ook niet de erkenning inhoudt van het ge-
heel of gedeeltelijk te niet gaan eener geldschuld."
Te Rotterdam is eene rechtstreeksche ge-
regelde stoomvaartlijn naar Oporto geopend. De
stoomboot Elbe laadde te Rotterdam den 20 Juni
en zal den 15 dezer maand weder van daar
vertrekken.
Pe Graaf en de Gravin van Ylaanderen
(incognito reizende) worden heden te Amsterdam
in het Amstel—hotel verwacht. Vermoedelijk zul
len^ zij tegenwoordig zijn bij de zeil— en roeiwed-
strijden op Zaterdag en Zondag de tentoonstelling
bezoeken.
Alle schepen door het kanaal van Suez of
van de Egyptische havens komende en bestemd zijn
voor Antwerpen, moeten bij het binnenkomen der
Schelde de gele vlag hijschen en te Doel eenge-
neeskundig onderzoek ondergaan voor zij te Ant
werpen worden toegelaten met het oog op de
de choleragevallen in Egypte.
De zeeloodsen moeten dus op het schip blijven
tot Doel en niemand mag te Ylissingen afgezet
worden.
Blijkens een bij het Departement van Kolo-
nien ontvangen telegram van den Gouvemeur-
Generaal van Nederlandsch Indie heeft er een
vijandelijke inval plaats gehad in Toba (Sumatra's
Westkust), en zijn troepen derwaarts gezonden.
Niets is doeltreffender tot het bezweren van
den angst, die zich bij het naderen der cholera
allicht van de gemoederen meester maakt, zegt
de N. R. Ct., dan tijdig te herinneren hoe,
zoo al de geneeskunst, dan toch niet de maat-
schappij zelve machteloos staat tegenover deze ziekte.
Ervaring heeft het reeds geleerd, dat men met
reinheid, met reinheid in den meest algemeeuen
zin, de cholera op een afstand houden, althans
haar bezoeking belangrijk temperen kan. Dit
heilmiddel nu de burgerij zelve heeft het in
haar hand; en niet alleen tegen cholera is het
dienstig, maar tevens tegen honderd andere kwalen,
die het menschelijk leven ontijdig dreigen af te snijden.
de diligence van Alen^on voorbijkomen. Dubos
oordeelde dat het voorzichtig zou wezen als hij
voor de aankomst van den vreeselijken conducteur
zijn biezen pakte. Omdat hij echter boos was op
Marie de Champrenault, de onschuldige oorzaak
van zijn ongeval, zoo wilde hij zich het genoegen
gunnen haar spottende wijze vnarwel te zeggen.
Terwijl men voor hem een paard zadelde, trad
hij de kamer met de twee bedden binnen.
Hij was een laffe schurk, en Marie leerde hem
nu eerst goed kennen. Zij dankte God, omdat zij
aan zulk een mensch niet toebehoorde. Doch er
werd groote drukte gehoord in de herberg.
1 oen Dubos weg wilde, was de gelagkamer vol
nooit was er zooveel volk in den Gouden Leeuw
geweest. Yooreerst waren er de reizigers van
AlcnQon naar Parijsvervolgens vier deftige heeren,
die in een postkoets uit Parijs kwamendan nog
onze twee vluchtelingen onder geleide van mijnheer
Quesnot, en eindelijk nog mijnheer Seigneur, de
Notaris van St. You, met een zeer groote portefeuille.
loen de vier nette heeren Dubos zagen, uitten
zij een luiden vreugdekreet. Zij riepen//Daar is
onze man I"
Dubos had zoo iets niet verwacht, maar hij hield
zich goed, en stelde zich te hunner heschikking.
Het waren vier van zijn schuldeischers uit Parijs.
Lrbanus trad juist de gelagkamer binnen.
(Slot volgt.)
TEB Ml ZlVSfllE (Oil RANT.